GEGEVENS
Titel van het boek: Hasse Simonsdochter
Auteur: Thea Bekman
Jaar van uitgifte: 1983 Plaats van uitgifte Rotterdam
Uitgeverij: Lemniscaat bv Genre Historisch
INHOUD
Samenvatting van de gebeurtenissen ( in 15 – 20 regels)
Wanneer Jan van Schaffelaar op het schavot staat, verbidt (is trouwen met iemand die de doodstraf heeft gekregen. Hierdoor wordt die doodstaf niet uitgevoerd) Hasse hem. Nauwelijks enkele dagen later vertrekt Jan met zijn vendel naar de oorlog. Aan het eind van de zomer komt Jan terug en samen met het vendel gaat zij op de Veluwe wonen, om voor de Hertog van Gelre te werken. Rond dezelfde tijd gaat Gerrit van Wou bij zijn oom Geert in ’s-Hertogenbosch wonen.
Die winter kloppen bij de hoeve van het vendel 2 dominicaanse monniken aan. De jongste reageert op alles fel en oneerwaardig. Gerrit en zijn oom verhuizen (in deze winter) naar Kampen. Voor materiaal moeten zij naar Amsterdam. Onderweg hierheen worden zijn onderschept door het vendel. Gerrit wordt verliefd op Hasse! Een poosje nadat Gerrit en zijn oom zijn vrijgelaten, verhuist het vendel, door een politieke verandering, naar Barneveld. De volgende winter krijgt Hasse een dochtertje. Het is een half jaar later, dat een jonge dominicaanse monnik met kanonnen gemaakt door Gerrit en zijn oom, het vendel aanvalt. Jan wordt gedood. Hasse gaat met haar dochtertje en hond in Kampen wonen. Als gesluierd waarzegster Diana ontvangt zij Gerrit, die op zoek blijkt te zijn naar Hasse. Wanneer zij de hond bij zijn naam roept, begrijpt Gerrit wie hij voor zich heeft. Hij waarschuwt haar voor een jonge dominicaanse monnik en vraagt haar met hem te trouwen.
Hoofdpersoon/personen
Hasse Simonsdochter is de hoofdpersoon
Hasse ziet er als volgt uit: Ze heeft raven zwart haar. Felle donkere ogen. En spitse vingers. Hasse leek helemaal niet op haar familie. De mensen dachten dat Hasse een wisselkind was. De rietelfen stelen het mensenkind uit het wiegje en leggen er een elfen kind voor in de plaats. Ze kan goed voor zich zelf zorgen. Want een wisselkind moet je slecht behandelen. Hasse kan jagen als de beste. Hasse is aardig voor mensen die ook aardig tegen haar doen. Ze vecht niet graag. Ze zeg ook vaak genoeg ‘’ geen bloedvergieten jongens, jullie weten dat ik daar niet van hou.’’
Bijpersonen
Jan Schaffelaar
Dominicaanse monnik
Tieske (haar hond)
Gerrit Van Wou
Jan Schaffelaar: Dat is Hasse haar man. Hij is de aanvoerder van het vendel en is een huurling. Hij is de bastaardzoon van de Hertog Van Norg en Lysken van Schaffelaar.
Dominicaanse monnik: Deze monnik kwam een keer overnachten bij het vendel. Monnik Egidius was op slag verliefd op Hasse. Maar als priester mag je niet verliefd worden. Dus hij maakt zich zelf zo gek dat hij denkt dat Hasse een heks is, gestuurd door de duivel!
Tieske: De eerste dag dat Hasse alleen in Zutphen is, koopt ze Tieske om minder alleen te zijn. Tieske is een perfecte waakhond.
Gerrit Van Wou: Hij is klokkenmaker. Maar toen hij eens een keer brons moest gaan halen: overviel het vendel Gerrit en zijn oom. Wanneer Gerrit, Hasse voor het eerst ziet. Denkt hij ook dat Hasse een jongen is. Hij noemt haar Prins omdat hij haar zo bijzonder vindt. Wanneer hij er achter komt dat de prins een meisje is kan Gerrit, Hasse niet meer vergeten.
Plaats
In het begin van het verhaal woont Hasse in de omgeving van Kampen (Kampereiland) en het eindigt ook weer ik Kampen. In het verhaal gaat Hasse onder andere naar Zutphen, de Veluwe en Barneveld. Kampen is de allerbelangrijkste plaats in dit boek. Jan Van Schaffelaar wordt veroordeeld in Kampen en op het einde van het boek woont Hasse met haar dochtertje in een huisje in de nieuwe voorstad Haghen.
Tijd
Het verhaal speelt zich af in de late Middeleeuwen. Want het vendel Van Schaffelaar vecht nog met zwaarden. En Jan is een ridder. In het eerste hoofdstuk staat ook ‘’ mei 1477 Hasse Simonsdochter verbidt Jan Schaffelaar.’’
Het belangrijkste probleem: De Dominicaanse Monnik Egidius.
en afloop:
De Dominicaanse monnik zit achter Hasse aan. De slag bij Barneveld wordt door de monnik gewonnen. Maar Hasse weet er net aan te ontkomen. Het leger verklaart de priester voor gek, als deze beweert dat er ook nog een vrouw gevonden moet worden, want wie neemt nu een vrouw in een vendel.
Gerrit van Wou hoort dat Jan Van Schaffelaar dood is. Hij gokt dat Hasse weer terug naar Kampen gaat. Dus hij gaat aan iedereen vragen of ze Hasse gezien hebben. Dan vertelt iemand hem dat een priester dat ook pas geleden kwam vragen. Niet veel later hoort hij dat er een waarzegster in de stad is en daar gaat Gerrit naar toe. Die waarzegster blijkt Hasse te zijn. Ze verraadt zich door tegen haar hond Tieske te zeggen. Gerrit verteld haar dat de Dominicaanse priester weer in Kampen is. Die priester wilt Hasse op de brandstapel gooien. Toen zei Gerrit: ‘’trouw met mij. Ik geef jouw en Lysken bescherming.’’ En daar stopt het verhaal. Maar er staat een klein stukje waar dit in staat: Hasse, meyster Ghert clockgieters husfrou.
Titelverklaring
Hasse Simonsdochter
Hasse : De voornaam van de hoofdpersoon.
Simonsdochter : Zij noemen de voornaam van de vader erbij. En zo weet iedereen wie er bedoeld wordt. In de tijd waar dit verhaal zich in afspeeld gebruiken gewone burgers nog geen achternamen. Alleen mensen van adellijke families hadden achternamen.
VERWERKINGSOPDRACHT BOEKVERSLAG
• Bedenk vier andere titels voor het verhaal en geef een uitleg van 10 – 15 regels per titel waarom die ook goed zouden passen.
De prins Van Het Vendel
Wanneer Gerrit en zijn oom Geert worden overvallen door het vendel Van Schaffelaar. Ziet hij de prins met de pijlkoker op zijn rug voor het eerst. Wanneer zij mee genomen worden naar de boerderij van het vendel en Gerrit met de prins hun paarden in de stal zet, valt hem op hoe lief en zacht de prins voor het paard is.
Later binnen wanneer de prins in zijn stoel zit en zijn pijlen aan het scherpen is, moet Gerrit telkens naar de prins kijken. Dan wordt hem pas duidelijk dat de prins een meisje is! HASSE. Wanneer zij mogen vertrekken kan Gerrit haar niet meer vergeten. Gerrit hoort dat Jan van Schaffelaar dood is en een gemene dominicaanse monnik Hasse achtervolgd. Dan gaat hij op zoek naar zijn prins.
Het Elfenkind En De Bastaard Van Norg
Wanneer de buurvrouw tegen Hasse haar moeder zegt dat Hasse een wisselkind is, gelooft Hasse’s moeder het niet. Ze gaat daarom naar de pastoor. Die zegt dat hij toen hij Hasse deed dopen, met het heilige water dat er allemaal rode vlekjes op het hoofdje kwamen. Hij had daarna nog drie kinderen gedoopt en die kregen geen vlekjes. Deze pastoor stuurt haar door naar pastoor Bernardus. Toen ze in die kerk aankwamen was hij net overleden. Toen wist Hasse’s moeder nog niets. Zij geloofde haar buurvrouw niet, maar was wel bang. Want Hasse was anders dan haar andere kinderen.
Lysken van Schaffelaar was verliefd op de hertog van Norg geworden. Zij krijgt een kindje genaamd: Jan. Omdat Lysken niet getrouwd is met de hertog is dit kind een bastaard en krijgt haar achternaam. Hij wordt wel goed opgevoed. Jan leert lezen en schrijven en met zwaarden om te gaan. Jan is half adellijk. En wordt huurling (huurling is een ridder die voor iedereen werkt)
De Mysterieuze Boogschutter
Van kleins af aan kreeg Hasse pak slaag en bijna geen eten. Geen eten, gevolg honger. In de rietlanden had Hasse een hut gebouwd. Daar had ze een mes, een lepel en een pijl en boog staan. Hasse kon heel goed jagen. Ze moest wel, anders had ze geen eten. Als ze het huis uit kon vluchten deed ze dat. Naar de rietkragen. Ze wist alles. Wat het eerst droog zou vallen, waar de meeste vogels zitten, enz.
Later in het vendel van Schaffelaar was Hasse de boogschutter. ’s Ochtends vroeg ging ze altijd jagen. De pijl gaat door het oog de hersens in. Ze zegt altijd dat de dieren geen pijn mogen lijden. Hasse was heel anders dan een gewoon meisje. Haar uiterlijk maar ook haar karakter. Hier door gedroeg zij zich vaak alsof zij een jongetje was. Zo dachten veel mannen als ze haar voor de eerste keer zagen dat zij een jongetje was. Als zij dan ontdekten dat Hasse een meisje was, vonden ze haar vaak mysterieus. Heel mooi, heel lief, heel zacht maar toch anders. Dit zorgde er voor dat niet alleen de mannen van het vendel verliefd op haar werden, maar ook de jonge gemene dominicaanse monnik en Gerrit.
De Graafschappers
Het vendel van Jan van Schaffelaar deed (in opdracht) kooplieden plunderen. Op de Veluwe. Als Hertog Wijnand verdwijnt, gaat het vendel ergens anders in dienst. David van Bourgondië was de nieuwe werkgever van het vendel. Ze mochten patrouilleren in Barneveld waar ze al gauw de graafschappers genoemd werden. Ze werken voor bisschop David. In Barneveld moesten ze de macht laten zien. Om te laten zien dat met hun niet gesold wordt. Dit gaat goed totdat de dominicaanse monnik ervoor zorgt dat de graafschappers weg moeten uit Barneveld. Deze priester wilt eigenlijk alleen maar Hasse, maar weet burgemeester Jan de Coninc van Amersfoort te overtuigen dat de Graafschappers gemeen zijn en mogelijk steeds sterker worden. Daarop stelt burgemeester de 40 mannen en 2 kanonnen beschikbaar aan de monnik. Hasse ontkomt net aan deze monnik. Ze vervult de laatste wens van Jan van Schaffelaar om goed voor kleine Lysken te zorgen. Ze trouwt daarom met Gerrit van Wou waar door de monnik haar niet meer kan bedreigen.
REACTIES
1 seconde geleden