ZAKELIJKE GEGEVENS:
Auteur: Leon de Winter
Titel: God’s Gym
Jaar van eerste publicatie: mei 2002
Uitgever: De Bezige Bij, Amsterdam
Aantal pagina’s: 371
Genre: Psychologische roman.
Gewonnen prijs voor dit boek: Max Pam Award 2002. de prijs was een zwarte Parker 51 vulpen
Gewonnen prijs voor de schrijver (algemeen): de Buber-Rosenzweig-Medaille, een onderscheiding voor zijn strijd tegen antisemitische en racistische tendensen.
SCHRIJVER:
Leon de Winter werd op 24 januari 1954 in ’s-Hertogenbosch geboren als zoon van orthodox-Joodse ouders. Na zijn gymnasiumtijd ging hij in Amsterdam studeren op de Nederlandse Filmacademie, maar hij maakte deze studie niet af, omdat hij het niveau van het onderwijs niet goed vond.
Eind jaren zeventig begon hij met het schrijven van boeken. Zijn debuut was in 1976: Over de leegte van de wereld, een verhalenbundel. Zijn eerste roman verscheen in 1978: De (ver)wording van de jongere Durer. In 1981 volgde : La place de la Bastille, over het leven van een geschiedenisleraar.
Zijn “Zoeken naar Eileen W.” werd in 1981 het grote literaire succes, gevolgd door “Kaplan” in 1986 en “Hoffman’s honger in 1990.
Het Joodse geloof (de hoofdpersonen zijn vaak Joods) loopt als een rode draad door zijn boeken. In zijn boeken is de angst voor leegte en de dood bijna altijd aanwezig als centraal thema.
Hij behoort tot de oprichters van de Eerste Amsterdamse Filmassociatie (EAFA). Deze EAFA hield zich bezig met het produceren van speelfilms. Veel van de boeken van Leon de Winter zijn verfilmd. Vanaf 1982 was hij ook recensent voor Vrij Nederland.
Recentere werken van Leon de Winter zijn: Serenade (1995), Zionoco (1995), Lady Di in een bevallige pose (1996), De hemel van Hollywood (1997) en SuperTex (1998), Zionoco, de hemel van Hollywood (2002), God’s Gym (2002).
De meningen over zijn boeken zijn zeer verdeeld. Waar de ene recensent hem roemt, vind de andere zijn boeken te dramatisch, te meeslepend.
Twee boeken voor God’s Gym schrijft hij verhalen, die zich in Amerika afspelen. In 2005 is Leon de Winter gastdocent aan de Universiteit van Berkeley, San Francisco.
Leon de Winter publiceert regelmatig opinieartikelen in “Trouw”, “Elsevier”, “Die Welt” en “Der Spiegel”. In 2005 kreeg hij de Buber-Rosenzweig-Medaille, een onderscheiding voor zijn strijd tegen antisemitische en racistische tendensen.
TITEL, TITELBESCHRIJVING:
Verklaring van titel en ondertitel:
De titel is de naam van de sportschool van Erroll Washington. Omdat hij enorm groot en sterk is wordt hij Godzilla genoemd, afgekort God. Mirjam Koopman gaat regelmatig trainen in deze sportschool. Als Mirjam op haar verjaardag voor een lunch met haar vriendinnen nog even naar de sportschool gaat krijgt zij een lift van “God”. Zij krijgen een ongeluk en Mirjam overlijdt aan haar verwondingen.
MOTTO, VERKLARING VAN HET MOTTO:
Ik heb geen motto in het boek kunnen ontdekken. Er is wel een opdracht voor Moos, Moon (zijn kinderen) & Jes (zijn vrouw).
TIJDSVERLOOP:
Het verhaal (371 blz.) begint met een informatieve opening (o.a. het ongeluk) en wordt chronologisch verteld. Er wordt gebruik gemaakt van flashbacks (als de personages vertellen over hun verleden), maar ook van een flash-forward (“Januari ging voorbij. Op elf februari begon het te regenen.”)
De verteltijd is ongeveer een half jaar. Het begint in december 2000. Het boek bestaat eigenlijk uit drie delen, die weer onderverdeeld zijn in hoofdstukken. Deze drie delen zijn stukken uit Joops leven. De hoofdstukken zijn genummerd, de proloog en de epiloog hebben een naam.
De plaats waar het verhaal zich voornamelijk afspeelt is Los Angeles in de Verenigde Staten. In het huis waar Joop en Mirjam wonen, in een aantal restaurants en in het ziekenhuis.
In sommige flashbacks speelt het verhaal zich af in Nederland. Een tiental bladzijden spelen zich ook nog af in San Francisco, waar Joop met Omar naartoe gaat om Linda te bezoeken.
In het boek zitten diverse vertragingen. Voorbeeld: Joop naast Mirjam in het ziekenhuis en het ongeluk zelf worden heel uitvoerig beschreven.
Er zitten ook versnellingen in het boek. Voorbeeld: Als hij met Alia spreekt, staat hij de volgende zin ineens weer in zijn kamer. Hoe hij daar gekomen is, is niet beschreven.
PERSPECTIEF:
Het verhaal is geschreven in het hij-perspectief. Er is een alwetende verteller. Leon de Winter heeft het over “hij” (Joop), “zij” (Mirjam). Er is dus geen sprake van een ik-persoon. Je leert de gevoelens van (vooral) Joop heel goed kennen. Vooral Joops gevoelens omtrent de dood van Mirjam, zijn verwerking.
“De eerste minuut bleef hij liggen en vroeg zich af waarom hij rond deze tijd op de bank in de woonkamer lag. Een moment heerste er vrede, want hij nam aan dat Mirjam in bed lag. Tot zich opeens, in felle flarden die vanaf de verste uithoeken van zijn geheugen naar zijn hart schoten (vreemd genoeg was het een fysieke gewaarwording die in het binnenste van zijn borstkas speelde), de gebeurtenissen van de afgelopen dagen tot een coherent geheel verenigden en de onacceptabele notie zich opdrong dat Mirjams bed onbeslapen was en dat zij nooit meer naar beneden zou komen.”
In het proloog vind je notities van God aan dhr. Koopman. Pas aan het einde van de proloog weet je dat “God” niet God, maar Godzilla is.
PERSONAGES:
Joop Koopman is een round character. Hij is een gescheiden man van 47 jaar en zijn enige dochter, Mirjam is overleden. Hij is schrijver van voornamelijk scripts. Zijn wereld stort in als zijn dochter sterft. Hij verwaarloosd zichzelf daarna. In het verhaal maak je de verwerking van Mirjam mee. Hij probeert er mee te leven, maar dat gaat niet zonder problemen. Joop is geen held, hij komt regelmatig in de problemen. Hij wil het meisje vinden, dat het hart van zijn dochter heeft gekregen en vindt haar uiteindelijk ook. Zij weet niet wie hij is.
Mirjam Koopman is een flat character. Zij is de dochter van Joop en ze verongelukt op haar 17de verjaardag (22 december 2000. Ze was een mooi meisje dat populair was en veel vrienden had. Mirjam komt in het boek voor in Joops herinneringen.
Ellen is een flat character. Zij is Joop's ex-vrouw en moeder van Mirjam. Ellen en Joop gingen uit elkaar, toen Joop haar betrapte toen ze vreemd ging. Zij woonden toen in Amerika. Ellen ging daarna terug naar Nederland. Ze is een klerenontwerpster.
Philip is een flat character. Hij is een oude, Joodse vriend van Joop uit Nederland. Zij gingen samen naar school in Den Bosch. Hij werkt voor de Mossad en heeft een undercoverpersoon nodig. Philip gebruikt Joop. Je komt weinig over hem te weten.
Errol is een flat character. Hij wordt ook wel God of Godzilla genoemd. Hij is een ex-karatekampioen en heeft nu een sportschool: God’s Gym. Tijdens een ritje achterop zijn motor overlijdt Mirjam. Hij probeer Joop te steunen en wordt zelfs Joods. Hij voelt zich heel schuldig na het ongeluk en verkoopt zijn sportschool om een tempel op Mirjams graf te bouwen.
Omar van Lieshout is een round character. Hij "ontmoet" Joop in een restaurant ; heeft een gewelddadig leven in Nederland gehad. Heeft een Marokkaanse vader en een Nederlandse moeder. Haatte hem tot zijn 20ste jaar zijn vader die naar Marokko terug is gegaan. Hij is hem gaan opzoeken om hem te confronteren met wat hij hem had aangedaan. Daar aangekomen ziet hij een andere kant van zijn vader en bekeert zich tot de Islam. Wordt uiteindelijk een vriend van Joop, terwijl de mogelijkheid bestaat dat hij een terrorist is.
Andere personages zijn:
Linda (flat character), achternicht van Joop, 48 jaar, maar ziet er nog jong uit. Zij en Joop hadden een seksuele relatie. In Amerika bedriegt zij Joop. Zij gaat er met een hoop geld vandoor.
Omar van Lieshout (roud character), “vriend” van Joop, heeft een Marokkaanse vader en Nederlandse moeder. Hij wordt uiteindelijk moslim en is misschien een terrorist.
RUIMTE:
Het verhaal speelt zich voornamelijk af in Amerika (Los Angeles). Je komt voornamelijk in restaurants, het ziekenhuis, het huis van Joop en Philips flat.
MOTIEVEN:
Vaderliefde
De liefde van Joop voor zijn dochter Mirjam. Zijn hele leven stond in het teken van haar. Na de scheiding van zijn vrouw zorgt hij voor Mirjam. Hij is ook helemaal kapot als zij is overleden.
Een paar keer lijkt het alsof hij haar niet alleen als zijn dochter ziet, maar ook als een vrouw naar wie hij verlangt.
Obsessie
Joop is na de dood van Mirjam bijna geobsedeerd. Hij moet en zal het meisje vinden, die het hart van zijn dochter heeft gekregen. Uiteindelijk vindt hij haar ook via Omar. Vrienden van hem zijn hackers en kunnen inbreken in de computer van de donorstichting.
Zoeken naar de waarheid
Joop is constant op zoek naar de waarheid. Sowieso dus het meisje met het hart van zijn dochter, maar ook de waarheid omtrent Usso. Is Usso zijn grootvader of niet? Eerst gelooft Joop het niet, dan wel en dat komt hem duur te staan.
Vriendschap
En hiermee bedoel ik de vriendschap tussen Joop en Errol. Voor het ongeluk kenden zij elkaar niet en na het ongeluk worden zij, na een tijdje, goede vrienden.
Rouw
Joop blijft heel lang rouwen om Mirjams dood, je leeft echt met hem mee. Je voelt zijn verdriet.
Herhalingen
In het boek worden bepaalde dingen diverse keren herhaald. Voorbeelden zijn: het weer (het hele boek door worden temperaturen en weersomstandigheden weergegeven).
Een ander voorbeeld is de agenda, die Joop heeft gekocht voor Mirjam. Ook het kleine roze rugzakje van Mirjam wordt diverse keren genoemd.
THEMA
:Hoeveel moeite je ook doet: Alles is tijdelijk en niets is zeker.
Joop is altijd druk bezig met iets, of het nu zijn werk is of privé aangelegenheden.
Hij was altijd druk met zijn werk, maar verdiende heel weinig. Hij kon er maar net van rondkomen.
Hij denkt ook zijn grootvader gevonden te hebben, maar dan blijkt dat hij bedrogen is.
De dood van Mirjam laat hem zien hoe tijdelijk je bestaan hier op aarde is. Niemand leeft voor altijd, je kan iemand verliezen en daar moet je mee om leren gaan. Joop weet ook niet goed wat hij met Mirjams lichaam moet doen. Uiteindelijk besluit hij, op aandringen van Erroll om haar te laten cremeren.
OPEN PLEKKEN:
Er zitten diverse open plekken in het boek. Sowieso weet je in het begin niet wie de personages precies zijn en wat voor doel/functie te hebben. Hierdoor wordt de spanning wel opgebouwd, ofschoon er niet echt veel spanning in het boek aanwezig is. Het boek heeft een gesloten einde. Joop heeft het meisje met Mirjams hart ontmoet en hij weet dat Linda hem heeft bedrogen. Op het einde heeft hij alleen nog maar Erroll.
GENRE EN STROMING:
Dit boek behoort tot de moderne Nederlandse literatuur.
In de zakelijke gegevens heb ik gezegd dat ik het boek een psychologische roman vind. Een roman, omdat er allemaal dramatische dingen gebeuren, zoals de dood van Mirjam en de verwerking door Joop. Een psychologische roman, omdat Joop de grote schok eigenlijk maar met moeite te boven komt. Tot het einde is het niet zeker of hij de draad weer op kan pakken of dat hij in een soort droomwereld blijft en de waarheid niet wil geloven.
MOTIVATIE en 1e GEDACHTE:
Ik zou het boek niet zelf hebben uitgezocht. Als ik deze titel in de bibliotheek was tegen gekomen, zou ik het boek voorbij gelopen zijn. Toen de lijsters thuis arriveerden was dit een van de boeken. Nadat ik de samenvatting op de achterkant had gelezen, was ik toch wel benieuwd. Een vader die de dood van zijn dochter moest verwerken, dat sprak mij wel aan. Ik had nog een dik boek nodig, dus besloot het op mijn lijst te zetten.
Na het lezen van de eerste bladzijden kreeg ik al bijna weer spijt, want ik vond het te informatief, saai en ik kwam dan ook met moeite door de eerste 20-25 bladzijden.
BEOORDELING
:Uiteindelijk ging het boek mij toch redelijk boeien. Het is niet moeilijk geschreven, dat helpt wel mee. Maar het is beslist niet het beste boek dat ik gelezen heb. Het is ook niet echt een uitnodiging om andere boeken van deze schrijver te lezen. Ik vond sommige verhaallijnen veel te langdradig. De dialogen zijn kort en zonder veel inhoud. Wat mij enorm tegenviel waren de vele verhaallijnen, waarvan de meeste mij niet zo interesseerden. Maar ik moest ze wel lezen om een geheel beeld te krijgen.
De verwerking van de dood van zijn dochter komt bij mij vrij realistisch over. Ik kan mij natuurlijk niet helemaal voorstellen hoe het is om een kind te verliezen, maar het verdriet van Joop wordt in het boek wel duidelijk. Dat is dan gelijk een van de weinige dingen die ik mooi geschreven vind. Je voelt zijn verdriet en zijn gevecht om er bovenop te komen. Soms laat hij de moed zakken, maar uiteindelijk komt hij er redelijk overheen. Wat ik vreemd vond, was dat Joop op sommige momenten meer voor zijn dochter voelde dan een vader zou moeten doen (toen zij onder de douche stond en hij stond te kijken). Ze waren wel op elkaar aangewezen na de scheiding, maar dat hij op die manier naar haar verlangde vond ik vreemd.
De andere verhaallijnen in het boek zijn allemaal zeer onwaarschijnlijk. Te toevallig (dat Philip te maken heeft met de transplantatie van Mirjams hart) en alles door elkaar erg chaotisch.
KORTE SAMENVATTING:
Op haar verjaardag zal Mirjam gaan lunchen met haar vriendinnen. Zij is een levendig, populair en intelligent meisje met veel vriendinnen. Haar ouders zijn gescheiden, ze woont bij haar vader.
Voordat ze gaat lunchen besluit ze nog even naar de sportschool te gaan om te trainen. Onderweg komt ze Erroll tegen (God van Gods Gym) en ze krijgt van hem een lift achterop zijn motor.
Dan krijgen ze een ongeluk. Mirjam is zwaargewond en Erroll heeft niets.
Joop, haar vader, is op dat moment op bezoek bij Philip, een oude vriend, die een gunst van hem wil. Hij krijgt een telefoontje van het ziekenhuis over Mirjams ongeluk. Er lag een olievlek op de weg, ze knalden tegen een auto en Mirjam werd van de motor afgeslingerd.
Terwijl Joop naast haar bed zit overlijdt Mirjam aan haar verwondingen. In een roes geeft Joop toestemming voor een harttransplantatie.
Erroll voelt zich enorm schuldig over het ongeluk en hij kan zijn draai maar niet vinden. Hij gaat op bezoek bij Joop, die eerst niets van hem wil weten. Erroll heeft zijn sportschool verkocht en leeft in zijn auto. Hij trekt tijdelijk bij Joop in en besluit zelfs joods te worden.
Philip vraagt hem of hij undercover wil werken voor de Mossad (de Israëlische geheime dienst). Hij moet ‘toevallig’ in contact zien te komen met Omar, een jonge Nederlandse Marokkaan, die ervan wordt verdacht een terrorist te zijn. Joop gaat, na wat twijfel op Philips aanbod in. Hij werkt zogenaamd bij een uitgeverij en gaat elke dag lunchen in dezelfde zaak als Omar. Hij komt in contact met Omar en hij vindt hem aardig. Omar wil een internetbedrijf opzetten. Hij wil graag dat Joop een boek over zijn leven schrijft. Joop wil dat Omar hem helpt het meisje op te sporen, die het hart van zijn dochter heeft gekregen. Vrienden van Omar zijn hackers en die kunnen een computer van de Bloedbank kraken. Joop vertelt Philip dat hij niet meer meedoet. Philip lijkt Omar te willen liquideren, maar dat wordt niet meer besproken in het boek.
Dan staat Linda, een achternicht, onverwachts bij Joop op de stoep. Vroeger hebben zij een seksuele relatie gehad. Ze is bekeerd tot het boeddhisme. Ze vertelt hem een verhaal over een monnik die zij heeft leren kennen. Deze monnik zou de reïncarnatie zijn van de opa van Joop en hij zou miljoenen op een Zwitserse bank hebben achtergelaten voor Joop. Eerst gelooft Joop het niet, maar ze kunnen hem overtuigen. Dan tekent hij een papier, niet wetende dat hij nu al het geld aan Linda en haar monnik heeft overgemaakt. Hij is dus vreselijk opgelicht.
Intussen heeft Joop via Omar het meisje getraceerd. Ze heet Alia Nuri en is een Iraanse sympathisant van de Mossad. Philip heeft ervoor gezorgd dat zij het hart van Mirjam heeft gekregen. Maar hij wil niet dat Omar erachter komt, dat ze in Portland verblijft in plaats van Parijs Hij krijgt haar dankzij Philip te spreken, maar zij weet niet wie hij is.
In de epiloog vertelt God wat er in Portland is gebeurd en hij vertelt hoe het verder is gegaan met de mensen na het ongeluk van Mirjam.
RECENSIES:
Trouw, 8 juni 2002
De Mossad vraagt Joop te praten met Omar
We kunnen er lang over praten of Leon de Winters nieuwste boek 'God's Gym' een thriller is, want in dit geval heb elk voor z'n tegen, om onze Johan te parafraseren. Maar het staat vast dat het een spannend boek is. Hartstikkende spannend, van begin tot eind. De Winter jongleert met verschillende verhaallijnen, en zet voortdurend slinks de lezer op het verkeerde been. De Hollandse halfjood Joop Joopman, een niet bijzonder succesvolle scenarioschrijver onder het pseudoniem Joe Merchant (hetgeen aanleiding geeft tot wisecracks over Shakespeare's 'The merchant of Venice, want hij woont in Venice, een wijk van Los Angeles) wordt tot zijn stomme verbazing door Philip, een oude schoolkennis, benaderd om undercoverwerk te verrichten voor de Israelische geheime dienst. Die uitnodiging is te danken aan het feit dat hij uit jeugdig enthousiasme een tijdje in Israel heeft vertoefd, waar hij vier maanden lang kippenhokken schoonmaakte. Hij moet, zogenaamd toevallig, in contact zien te komen met Omar, een jonge Nederlandse Marokkaan, die ervan wordt verdacht terroristische plannen te koesteren.
Deze Omar, zo luidt de theorie, zal wel heimwee hebben naar Holland en dus graag een praatje aanknopen met een landgenoot. Joop vindt het een idioot plan en wil weigeren, maar dan krijgt hij een telefoontje. Zijn lieve, mooie, intelligente dochter Mirjam, zijn enig kind, overgebleven uit een kortdurend, rampzalig huwelijk, door hem hartstochtelijk bemind, ligt zwaargewond in het ziekenhuis. Het is de dag van haar zeventiende verjaardag en later sterft ze aan haar verwondingen. Joop vervalt in diepe rouw en dat rauwe verdriet, want aan rouwverwerking komt hij nog lang niet toe, wordt zonder enige dikdoenerij, heel sober en ontroerend, overgebracht op de lezer. En dat is een van de moeilijkste dingen die er zijn. Maar er gebeurt nog iets, wat Joop niet voor mogelijk had gehouden: er ontstaat een vriendschap, of liever een zielsverwantschap, tussen hem en degene die het ongeluk onschuldig heeft veroorzaakt. Dat is de God oftewel Godzilla uit de titel, een enorme neger, de eigenaar van een sportschool. Die legt zijn leven aan Joops voeten en helpt hem de eerste tijd door. En Joop gaat, halfhartig maar toch, in op Philips voorstel: hij raakt inderdaad in gesprek met Omar en ook met hem ontstaat een soort vriendschap of wederzijdse afhankelijkheid, want Joop blijkt zijn hulp nodig te hebben. En dan is er nog een oud liefje, van vroeger uit Holland. Deze Linda duikt plotseling op met een kaalgeschoren hoofd en in gezelschap van een wijze Tibetaan, genaamd Usso Apury. Het loopt allemaal een beetje op niets uit en daarom aarzel ik om het boek de titel 'thriller' te geven, maar wat let ons een naam?
De Winter geeft blijk van een enorme virtuositeit in het ontlopen van cliche's en in het omzeilen van teveel engagement dat ongewenst is in een boek zoals dit, dat tot de beste ontspanningsliteratuur gerekend kan worden. Hij slalomt overal tussendoor. Op een gegeven ogenblik dacht ik: ,,Nu vliegt hij gierend de bocht uit en de New Age binnen'', maar het bleek gelukkig een schijnmanoeuvre tussen vele andere schijnmanoeuvres. Het boek is met een bijna ontstellend gemak geschreven, het behoeft nauwelijks vermelding dat het leest als een trein en zich onmogelijk laat wegleggen.
Mijn commentaar:
De recensent aarzelt om het boek het stempel “thriller” mee te geven. Hij vindt het boek geen thriller, omdat “het allemaal een beetje op niets uitloopt”. Ik heb de echte betekenis van thriller opgezocht bij Wikipedia:
“Een thriller (Eng: to thrill, in vervoering brengen) is een genre van fictie waarin er sprake is van een bijzondere spanning. Hoewel thrillers een afzonderlijk genre vormen, worden ze vaak gecombineerd met elementen van andere genres, zoals avonturenroman, detectiveroman, mystery, misdaadroman en spionageroman.”
Ik ben het met de recensent eens, dat er geen bijzondere spanning in zit. Sommige verhaallijnen zijn daarvoor te langdradig geschreven.
Maar de recensent zegt wel dat het boek “van begin tot eind” spannend is. Die mening deel ik niet. Sommige verhaallijnen boeiden mij ook totaal niet, bijvoorbeeld de verhaallijn van Joop en Linda. Dit liep inderdaad op niets uit en ik vond het ook te langdradig. Verhaallijnen die mij wel raakten waren zijn vriendschap met God (Erroll) en de liefde voor zijn dochter. Maar ik zou deze verhaallijnen zeker niet spannend willen noemen.
Uitgeverij de Bezige Bij
Naam God's Gym
Auteur Leon de Winter
ISBN 90-234-0243-X
Het verhaal over de machteloze liefde van een man voor zijn dochter en de ongewone vriendschap tussen twee mannen; gevoelens die in L.A. samenvloeien met de story van een migrant-terrorist en tot ontknoping komen in een ware thrillerstijl.
Eerst een volledig paragraaf over de U-Haul trucks (naast andere wetenswaardigheden) die ogenschijnlijk geen verband houdt met het verhaal. Het verhaal zelf begint pas een paar hoofdstukken verder, als de dochter omver gereden wordt door de bovenvermelde truck. De hoofdpersoon is toevallig ook een beetje Jood en Nederlander, en wordt daarom gecontacteerd door de Israelische geheime dienst om een andere Nederlander (van arabische oorsprong dan) in het oog te houden, want men vermoedt dat hij van plan is een aanslag te plegen. Het verhaal kabbelt rustig verder, maar de hoofdpersoon wordt eigenlijk nooit direkt bij de feiten betrokken. Iedereen (behalve de protagonisten) heeft ondertussen door dat de terrorist van plan is de Golden Gate Bridge op te blazen (eens wat anders dan een torengebouw). Men weet zelfs niet hoe het hele verhaal afloopt.
Het boek is een soort mengelmoes van verschillende stijlen, een hoofdstuk loutere informatie, een stukje thriller, en als het spannend dreigt te worden wordt er over oninteressante dingen verteld.
http://users.skynet.be/bib/bb.htm
Mijn commentaar:
Ik ben het met de recensent eens, dat die (bijna hele) paragraaf over “U-Haul trucks (naast andere wetenswaardigheden) geen verband lijken te hebben met het verhaal. De epiloog en de proloog vond ik niet zo boeiend. Een verhaal kan natuurlijk met flashbacks geschreven worden en dan kan je ergens ‘middenin’ beginnen, maar het moet wel een verband hebben, vind ik. De schrijver lijkt wel te zeggen: ik ga eerst wat droge informatie geven, zodat jullie het verhaal daardoor beter zullen snappen.
Het boek is inderdaad ook “een soort mengelmoes van verschillende stijlen”. Korte dialogen, vaak bijna te kort, langdradige stukken, waar je met moeite doorheen komt. Maar ook mis je stukken, dan bevind je je ineens ergens anders, terwijl de reis er naar toe niet gemaakt is. (hij zit midden in een gesprek met Alia en dan is Joop ineens weer in zijn huis).
“Een stukje thriller en als het spannend dreigt te worden wordt er over oninteressante dingen verteld”: helemaal mee eens. Zoals al in het commentaar van de vorige recensie gezegd: Een bijzondere spanning is er niet en ik vind het boek zelfs niet “gewoon” spannend.
Recensie God’s Gym Door: Christien van der Wal
God’s Gym is naar mijn mening een psychologische triller. Ik snapte totaal niet waarom de proloog zo is geschreven. Het is saai en je snapt niet waar het over gaat. Zelfs aan het eind had je nog zo’n saai stukje. Voor mijn part had de schrijver dat weggelaten. Maar eerlijk is eerlijk het hoort bij het boek en verklaart nog wat gebeurtenissen die in het boek zijn voorgevallen. Al die verhaallijnen over elkaar heen maakt het boek soms verwarrend. Toch ben je wel tevreden aan het eind hoe het afloopt. Je wilt wel doorlezen omdat je perse het boek wilt snappen. De hoofdpersoon en de lezer worden vaak op het verkeerde been gezet waardoor het boek iets extra’s heeft. Het is een aanrader wanneer je ongeveer in de 20 bent. Het is een dik boek en soms erg saai om te lezen. Maar als je het boek eenmaal uit hebt vind je toch wel een mooi bedacht boek.
http://christienvdwal.web-log.nl/alles/2007/11/recensie_gods_g.html
Mijn commentaar:
Zoals ik ook in mijn beoordeling over het boek heb gezet: het is zeker niet het beste boek dat ik ooit heb gelezen, maar al lezende ging het boek mij toch redelijk boeien. Je hebt echt doorzettingsvermogen nodig om te blijven lezen, zeker in het begin. Dit zegt Christien van der Wal ook. Het is saai, maar je wilt (vanwege bepaalde verhaallijnen) toch doorlezen en uiteindelijk ‘valt het dan toch wel mee”. Daar ben ik het mee eens. Alle verhaallijnen door elkaar maken het inderdaad vaak verwarrend. Mooi bedacht? Sommige verhaallijnen spreken mij duidelijk meer aan dan andere. Als Leon de Winter zich had beperkt tot de dood van Mirjam, de verwerking ervan, zijn (vreemde) vriendschap met Erroll, dan had ik het boek veel boeiender gevonden. Ik had soms de neiging om stukken over te slaan, alleen die verhaallijnen te volgen. Maar toch was het enigszins verweven met elkaar (bijv. Philip had er voor gezorgd dat het hart van Mirjam bij Alia zou komen), dus je moest wel alles lezen.
Op de site van Christien vond ik ook de volgende inzending (van anoniem), die ik wel leuk vond om te lezen:
God's Gym
Bij Nederlands voor mijn opleiding moeten wij een boek lezen. God's gym, Het boek is erg saai om te lezen maar vandaag moesten we er toch weer over praten. Mirjam koopman, dochter van joop koopman is doodgegaan door een motorongeluk. Haar dood is vooral door joop zijn perpectief geshreven, dit betekent dat er maar een paar regels in het hele boek zijn besteed aan mirjams doodscéne. Aan ons de opdracht die doodscéne te schrijven dit is wat ik ervan heb gemaakt. Ik heb het uit mirjams perspectief geshreven.
Ik stapte op de motor van God om naar mijn verjaardagsfeestje te gaan. God bestuurde de motor en na een paar minuten te rijden kwamen we op een gevaarlijke weg. Er is een oliespoor, God verloor zijn macht over het stuur. Ik schoot met grote kracht van de motor af. Ik viel op de grond, schreeuwend van pijn, Maar mijn lichaam ligt nog niet stil. Ik werd nog steeds over de weg geslingerd. Met intense pijn lag ik eindelijk stil maar binnen een seconde werd ik overreden. Nu was er stilte, complete stilte alsof de tijd stil bleef staan, twee bestuurders stil van angst en ik die vocht voor mijn leven, Met spoed werd ik naar het ziekenhuis gebracht. De pijn leek eeuwig te duren, maar dan opeens wordt het licht en het voelde fijn, geen pijn meer. Ik zag mijn vader liggen, ik nam afscheid van hem en ik liep naar het licht wetend dat ik nooit meer terug op aarde zou komen
Winter, Leon de - God's Gym | Print |
E-mail
Waardering: / 5
zeer slecht zeer goed
woensdag, 24 november 2004
Boek over Joop die zijn dochter Mirjam verliest. Zij komt om op de dag van haar verjaardag door een motorongeluk. De bestuurder, Godzilla, voelt zich zo schuldig over dit ongeluk dat hij zich in dienst stelt van de vader van het meisje.
In zijn shocktoestand heeft Joop ermee ingestemd om het hart van dochter te doneren. Later wil hij graag weten wie het hart gekregen heeft, omdat hij wil zien of een deel van Mirjam misschien verder leeft in de ontvanger.
Ondertussen is de Joop bezig om in opdracht een vermeende terrorist te bespieden. En komt hij zijn jeugdliefde tegen (een nichtje), die in contact staat met een man, die beweerd de reïncarnatie te zijn van hun opa.
Alle verhaallijnen ontvouwen zich tot een onverwachte ontknoping.
In het begin lijkt het boek niet echt wat ik van Leon de Winter gewend ben. Het lijkt een simpel liefdesverhaal, maar de rest van het boek maakt het ruimschoots goed. Jammer dat hij spirituele thema's aanhaalt, maar er eigenlijk niet dieper op ingaat en de hoofdpersoon er zelf lacherig over laat doen. De ontknoping is ook wel heel kort, alsof Leon de Winter al bijna aan zijn maximum aantal pagina's zit, maar toch alles af wil ronden. Het blijft een leuk boek, maar niet meer dan dat.
http://www.seventyeight.nl/boeken/schrijvers-w/winter-leon-de-god-s-gym.html
Mijn commentaar:
Ik heb zelf natuurlijk geen vergelijk met andere boeken van Leon de Winter, maar ik had “een simpel liefdesverhaal” wel leuker gevonden dan het uiteindelijke resultaat. Maar spionageverhalen hebben ook eigenlijk niet voorkeur. Wat betreft het spirituele .. Ik neem aan dat de recensent doelt op Linda en haar bekering. Ik ben blij dat Leon de Winter niet dieper daar op ingegaan is, want dat zou, volgens mij, het boek nog saaier hebben gemaakt.
Wat de recensent zegt over de korte ontknoping, daar kan ik mij wel in vinden. Na het lezen van het behoorlijke dikke boek lijkt het aan het eind wat “afgeraffeld”. Wat op mij ook een beetje “afgeraffeld” overkomt in het boek is het feit, dat bepaalde personages gewoon maar verdwijnen. Bijvoorbeeld Linda en Mossad, zij zijn ineens weg en komen daarna ook niet meer voor in het boek.
Met de uitspraak “het blijft een leuk boek, maar niet meer dan dat” ben ik het, zoals uit mijn eigen beoordeling blijkt, helemaal eens.
Leon de Winter: 'Ik wil de tijdgeest in me toelaten'
22-06-2002
Door Xandra Schutte
De man van de metamorfosen, zo zou je Leon de Winter kunnen omschrijven. Hij wisselde letterlijk van voorkomen, maar ook als schrijver, en veranderde van filmmaker in filmproducent. Voor zijn critici is hij ongrijpbaar. Over de hoofdpersoon van zijn nieuwe roman 'God's Gym', een bestseller, zegt hij: 'Hij is helemaal los komen te staan. Hoort nergens bij.' Alsof De Winter het over zichzelf heeft. Een gesprek over zijn vele gedaanten.
Leon de Winter is behoedzaam. Hij neemt de tijd om breeduit te formuleren, maar het is alsof hij elk woord eerst voorzichtig als een kleinood in zijn handen neemt, even vasthoudt en bekijkt en het dan pas tevreden los laat. Nadat hij zag dat het goed was. Dit is de man die in interviews wild om zich heen kon slaan naar zijn critici ('Stelletje oetlullen bij elkaar'). Die epaterend poseerde naast zijn Jaguar, gegoten in Armani-pak, sigaar in de hand: hier staat een bestsellerschrijver. Die in een woedend 'J'accuse' van drie hele krantenpagina's de houding van de Europese politiek en media ten aanzien van Israël gispte ('Ik beschuldig de Europese – inclusief de Nederlandse – media van incompetentie, gemakzucht en het kweken van begrip voor een bevrijdingsstrijd die geen bevrijdingsstrijd is').
En nu spreekt hij haast verontschuldigende zinnetjes uit als: 'Misschien werk ik ook misverstanden in de hand' (over de felle reacties die hij oproept). Of, over de gunstige ontvangst van zijn laatste boek God's Gym: 'Ik hoef me nu niet in allemaal ijdele kronkels te bewegen om antwoorden te vinden op de vraag waarom critici in het verleden zo akelig deden.' Of, over zijn rol in het publieke debat: 'Er hoort natuurlijk een bepaalde mate van arrogantie bij, de vreemde gedachte dat mijn stem ook telt.'
Kennelijk is het heilzaam, positieve kritiek. 'Aangenaam verrast is te zwak uitgedrukt,' zegt De Winter, met een blik van ongeloof in de ogen. 'Ik weet niet hoe ik het moet duiden. Ik heb geen gas teruggenomen. Het is niet zo dat ik gedacht heb: ik moet veel voorzichtiger zijn, de critici kijken over mijn schouder mee. Ik weet niet waarom er opeens veel minder tegenwind bestaat.'
Hij vervolgt: 'Het is kinderachtig, want ik roep altijd dat de kritiek me niets doet, maar ik vind het nu heel fijn. Waarom las ik de kritieken niet? Omdat het me vreselijk raakte, omdat ik ervan wakker lag en me voortdurend afvroeg: is dat zo, hebben ze gelijk of niet? Gelukkig kwam ik iedere keer weer tot de conclusie dat de critici ongelijk hadden.'
Dat hij de wind mee heeft, moet, denkt hij zelf, iets te maken hebben met 'het 11 september-gevoel'. Zo'n tien jaar geleden maakte De Winter de eerste aantekeningen voor God's Gym en wist hij dat hij een boek vol onrust wilde schrijven. Er moest iets catastrofaals gebeuren en daarna moest de wereld onherstelbaar veranderd zijn. Hij bedacht dit: hoofdpersoon Joop Koopman, een Nederlandse scenarioschrijver die in Californië woont, verliest zijn enige dochter. Na haar plotselinge dood raakt hij op drift en wordt hij zogezegd in de wereldgeschiedenis getrokken. Hij krijgt bezoek van een oude schoolvriend die in Israël is gaan wonen, voor de Mossad werkt en hem als informant wil ronselen. En hij komt in aanraking met een Marokkaans-Nederlandse jongeman, Omar, die na een reis naar het Berberdorp van zijn vader Allah heeft gevonden en zich, zo wordt gesuggereerd, bij een Al Qaeda-achtig terreurnetwerk heeft aangesloten.
'En toen,' vertelt De Winter, 'gebeurde 11 september en dacht ik: dit is de onrust die ik wil hebben. Na 11 september is de politieke werkelijkheid onze huiskamer binnengekomen, heeft zich er genesteld, in ieder geval bij mij, in mijn psyche, en heeft helaas sterk bijgedragen aan een gevoel van onzekerheid. Dat was precies waar ik op dat moment aan werkte.
Het 11 september-gevoel is voor mij het einde van een roes die heerlijk lang geduurd heeft. De roes van onkwetsbaarheid. Het idee dat we een prachtig leven kunnen leiden met al onze verworvenheden, vrijheden, zekerheden. Ik maakte me weinig zorgen dat er aan dat bestaan een einde zou komen. Een ijdele illusie. De ratio is op een afgrijselijke manier ten onder gegaan. Door de hevigheid en de felheid van de aanslagen, maar ook doordat ze de confrontatie zijn met een ouderwets soort Kwaad. Met een hoofdletter. Mijn verklaringsbehoefte houdt op bij 11 september. We moeten opeens weer allemaal klassiek religeuze modellen van stal halen, lijkt het, om dit kwaad enigszins te kunnen definiëren.'
En het vreemde was, zegt De Winter, dat de bodem voor zijn roman er al lag. Toen hij de eerste notities voor God's Gym maakte, voelde hij al vaag de angst dat zijn geruststellende bestaan hem zou ontglippen. 'Dat zijn privéstemmingen, die wel alles van doen hebben met heel grote bewegingen om me heen, waarvoor ik me voortdurend probeer open te stellen. Ik wil de tijdgeest in me toelaten.
Mijn commentaar:
Als je het blauwe gedeelte van de tekst leest, zie je dat Leon de Winter zich gedeeltelijk heeft laten inspireren door “het 11 september gevoel”. Toen ik deze recensie las werd het mij ineens duidelijk. Ik had tijdens het lezen van het boek al zo’n ‘onrustig’ gevoel. Allerlei onwaarschijnlijke en gruwelijke gebeurtenissen door elkaar heen, politiek getint, en daardoor heen geweven een best mooi ‘liefdesverhaal’. Het heeft inderdaad iets catastrofaals, zoals “het 11 september gevoel”.. Ik hou zelf helemaal niet van spionageverhalen en dit boek geeft mij echt bijna het gevoel van: Verdeel het in drie delen: een liefdesverhaal, een spionageverhaal en een spiritueel werkstukje, dan kunnen de lezers kiezen. Maar misschien moet ik het boek nog eens lezen als ik ergens in de 20 ben (Christien van der Wal, eerdere recensie).
STIJL:
1. De schrijver gebruikt modern taalgebruik en dat maakt het boek redelijk makkelijk te lezen. Dit met uitzondering van de proloog en epiloog. Deze zijn minder simpel en soms heel moeilijk te lezen.
“Het volgende is zo goed als zeker de reden van de bewegende continenten: de aardkorst bestaat uit los van elkaar schuivende ‘tektonische platen’. Op de bodem van de oceaan bevinden zich bergketens die als de naden van een voetbal over de hele aarde meanderen.”
(Proloog, blz. 10)
2. In de proloog en de epiloog maakt de schrijver soms gebruik van omslachtig taalgebruik.
“Het prototype van deze truck is door de eigen technici van U-Haul in Tempe, Arizona, op basis van de qua gewicht relatief lichte F-350 ontwikkeld. Ford was sceptisch over de wensen van U-Haul, maar het prototype overtuigde de autofabrikant ervan dat een forse cabine op de lichte basis kon worden geplaatst. (Proloog, blz. 12)
In de overige hoofdstukken wordt direct taalgebruik gebruikt.
“Met droeve ogen zei Philip:”Misschien had ik geen contact met je moeten opnemen. Geef me je hand!”
3. Over het algemeen genomen moet ik concluderen dat Leon de Winter origineel taalgebruik gebruikt. Weer zijn de proloog en epiloog daarbij wat afwijkend.
“’Je mocht je auto dus houden?’ ‘Is geleased. Tot het einde van de maand.’ ‘En dan?’ ‘’t maakt niet uit. Ik kan overal slapen. Hier op de boulevard slapen elke nacht minstens vijfhonderd mensen buiten, misschien wel meer.’” (blz. 221)
4. Door de korte simpele dialogen maakt Leon de Winter ook gebruik van makkelijke formuleringen in alle hoofdstukken. Weer in de proloog is het wat moeilijker (te begrijpen).
“Linda vroeg: ‘We zien elkaar morgen toch, he?’ ‘Hebben we afgesproken,’ antwoordde hij. ‘Wil je iets speciaals eten?’ ‘Maakt niet uit, alles is goed.’” (blz. 155)
In de nacht van zestien op zeventien januari 1994, de nacht van de Northridge Earthquake, stond een zestien jaar oude Ford F-350, die tot dat moment probleemloos gefunctioneerd had, voor een standaardonderhoudsbeurt boven een reparatiekuil bij een handelaar van gebruikte trucks in Northridge in de San Fernando Valley.” (proloog, blz. 12)
5. In de proloog gebruikt de schrijver behoorlijk lange zinnen, in de rest van het boek vrij korte zinnen (vooral tijdens de vele dialogen).
“De ondergang van de textielindustrie na de Tweede Wereldoorlog dompelde de stad in een diepe crisis en in de jaren zeventig was de werkloosheid in Lille zo hoog dat het er naar uitzag dat de stad zich nooit meer aan het economische moeras zou kunnen ontworstelen (wat niet bewaarheid werd: de stad heeft zich sinds de opening van de hogesnelheidslijn tussen Parijs en Londen economisch geheel hersteld).” (proloog, blz. 13)
“’Nee.’ ‘Droomt u erover?’ ‘Ja.’ ‘Vaak?’ ‘Regelmatig, ja.’ ‘U werkt?’ ‘Ik ben schrijver. Ik werk niet altijd.’” (blz. 160)
6. Ook hier kan ik weer zeggen, dat het gehele boek in spreektaal is geschreven, behalve de proloog, daar wordt gekunsteld taalgebruik gehanteerd.
“Op de verweerde zijvlakken van de rechthoekige laadbak prijkte het bekende U-Haul-logo ofschoon de truck al een paar jaar geen eigendom meer was van het bedrijf van L.S. Shoen.” (proloog, blz. 12)
“Laten we maar bij die diner langsgaan. Kunnen we lopen?’ ‘We rijden wel even.’ Hij kroop uit de auto en liep op blote voeten om de auto heen naar de passagiersdeur. ‘Even de stoel rechtop en dan gaan we.’” (blz. 220)
7. Over het algemeen is er in de hoofdstukken (behalve weer de proloog) gebruik gemaakt van zakelijk taalgebruik. Maar als joop denkt/droomt van Mirjam of van Ellen, dan wordt er ineens beeldend taalgebruik gebruikt.
“De eerste minuut bleef hij liggen en vroeg zich af waarom hij rond deze tijd op de bank in de woonkamer lag. Een moment heerste er vrede, want hij nam aan dat Mirjam in bed lag. Tot zich opeens, in felle flarden die vanaf de verste uithoeken van zijn geheugen naar zijn hart schoten (vreemd genoeg was het een fysieke gewaarwording die in het binnenste van zijn borstkas speelde), de gebeurtenissen van de afgelopen dagen tot een coherent geheel verenigden en de onacceptabele notie zich opdrong dat Mirjams bed onbeslapen was en dat zij nooit meer naar beneden zou komen. Hij sprong op, ziek van de beelden in zijn kop, vloog naar boven en wierp de deur van haar kamer open.”
of
“Stevige, maagdelijke borsten, een lichte glooiing van haar buik, prachtige benen, sierlijke vingers en dik blond haar, dat ze in de badkamer had losgemaakt en dat nu vol haar (Ellen) schouders bedekte.” (blz. 81)
8.
- Wat ik al eerder heb opgemerkt, maar nog even als apart punt hier wil vermelden, is het feit, dat er veel dialogen worden gebruikt in de tekst. Het zijn korte dialogen, to-the-point, zoals je het in het dagelijkse leven ook zou gebruiken.
- Er komen in de tekst vrij veel Engelse woorden voor, omdat het boek zich afspeelt in Amerika. Dit heb ik niet als storend ervaren.
“Wij willen u er ook op wijzen dat er support groups zijn voor familieleden van verkeersslachtoffers.”
(blz. 101)
- Wat ik zelf ook erg leuk vond, is het feit, dat elk personage zijn eigen taalgebruik heeft. Daardoor lijken de personages heel levensecht. Omdat Joop al zo lang in Amerika woont, is zijn Nederlands wat achteruit gegaan. Soms maakt hij daardoor zinnen in het Nederlands met een of twee Engelse woorden erin. Dat maakt het echt Joop.
“Laten we maar bij die diner langsgaan.” (blz. 220)
REACTIES
1 seconde geleden