Dooi door Rascha Peper

Rascha Peper Dooi (novelle) Achtste druk
Eerste druk: 1999
Het boek dooi gaat over Ruben Saarloos. Hij woont samen met zijn vrouw Ina op een woonboot. Op een dag wilde hij een tochtje gaan maken op het IJselmeer met zijn boot (de Harnasman), maar omdat het zo hevig had gevroren kwam hij vast te zitten in het ijs. Hij staat voor de keuze om zijn woonboot daar te laten liggen totdat het ijs gebroken kan worden en terug kan varen, of om daar te blijven. Zijn vrouw Ina gaat na 2 weken vast te hebben gezeten terug naar het vaste land bij vrienden logeren, maar Ruben wil zijn huis niet achterlaten en kiest ervoor om zo lang op de bevroren zee te blijven totdat het gaat dooien. Al 6 weken zit hij vast en verveelt zicht dood. Hij heeft wel een telefoon waar hij elke dag met zijn vrouw mee belt en hij heeft genoeg voedsel ( wat de kustwacht heeft gebracht) Ook is hij bezig met boeken vertalen van engels naar Nederlands, zo kan hij tenminste nog een beetje werk doen. Hij zit met zijn boot vast bij een klein eilandje, waar een paar dode bomen op staan en konijnen rondlopen. Hij doet dan ook soorten onderzoekjes voor zichzelf, naar hoe de konijnen leven. Op een dag zitten er opeens allemaal kraaien, dit vindt hij toch een stuk leuker dan de konijnen, want de konijnen maken geen geluid en de kraaien wel. Hij pakt de spiegel uit de woonboot en zet die op zijn dek, de kraaien voeren voor de spiegel shows uit en voelen zichzelf hoog verheven boven de andere kraaien. Ruben vindt het leuk om dit te zien. Nu de dooi aan het beginnen is voelt Ruben zich steeds eenzamer, er komen namelijk ook geen schaatsers meer langs. Op een dag ziet hij opeens een schaatser aan komen rijden, de schaatser kijkt naar zijn boot maar draait zich toch weer om. Later die week ziet hij de schaatser weer, hij wil zwaaien, maar doet het toch maar niet omdat hij denkt dat de schaatser dan denkt dat hij in nood zit, en dat zit hij niet. De schaatser komt toch aangereden naar zijn boot, en hij ziet dat het om een meisje gaat met rood haar. Hij praat heel kort met haar, en ze vraagt of ze wat voor hem mee kan nemen. Ruben zegt dat hij graag sigaren wil hebben en ze beloofd de volgende dag terug te komen met sigaren. De schaatster komt de volgende dag terug met de sigaren. Hij komt ook te weten hoe ze heet doordat haar naam (Bente) in haar schaatsen staat geschreven. Daarna komt ze nog 2 keer terug. De daaropvolgende keer met lucifers, en daarna met een krant. Telkens maakt Ruben thee met rum klaar voor haar. Tijdens de derde ontmoeting bedrijven ze ook de liefde. Zijn vrouw Ina heeft de kustwacht gebeld omdat het nu al zo opschiet met dooien dat ze de boot misschien kunnen benaderen met een ijsbreker. Ruben vindt dit helemaal niet leuk omdat hij bang is Bente nu nooit meer te kunnen zien. De kustwacht kan bij zijn boot komen door middel van ijsbrekers, en Ruben kan zijn boot nu losmaken uit het ijs. Ruben wil Bente heel graag nog een keer zien, en gaan naar haar op zoek. Hij wist namelijk waar ze werkte en hoe ze heette. Maar toen hij aangekomen was bij de plek waar ze zou moeten werken werd hem vertelt dat Bente al een jaar dood was. Ruben bezoekt daarna ook nog haar graf. En sluit er vrede mee. Ruben is klaar voor de dood. Hij is rijp om te sterven, want hij heeft vrede met zijn leven. Hij vindt het best dat de dood spoedig zal komen. Personage: Ruben Saarloos: Hij is achtenvijftig jaar en vertaler van beroep. Ruben is getrouwd met Ina, samen hebben ze geen kinderen. Ruben vertaalt Engelse wetenschappelijke boeken. Ruben is een slechte persoonlijkheid: hij is niet levensblij. Bovendien is hij mensenschuw. Waarschijnlijk lijdt Ruben aan dementie. Ruben heeft er een hekel aan om onder de mensen te komen, hij heeft vooral een hekel aan de collega's van zijn vrouw. Hij vertrouwd mensen niet helemaal, want er zijn mensen die hem sterkte wensen, maar hij geloofd dit niet. Je komt in het boek steeds meer te weten over hem. Bovendien maakt hij een ontwikkeling door in het boek. Hij is dus een round- character. Bente: (de schaatster) Bente is rond de twintig jaar oud. Zij heeft een lichte, sproetige huid en rode haren. Bovendien is zij bleek en mager (een teken van de dood). Aan het eind van het boek heb je pas door dat Bente waarschijnlijk “de dood”is die Ruben komt bezoeken. Zij is een van de warme personages die Ruben komen helpen bij zijn verblijf op het IJsselmeer. Ze is hulpvaardig, want ze komt telkens terug om bezoekjes te brengen, en brengt telkens wat voor Ruben mee. Ondanks het feit dat Bente weinig over zichzelf verteld, kom je in de loop van het verhaal steeds meer over haar te weten. Zij is dus een round- character.
Ruimte: een klein eilandje in het bevroren IJsselmeer, waar Ruben met zijn boot is vast komen te zitten. Het weer wordt steeds beter, de dooi slaat ook in. En af en toe schijnt de zon. Andere minder belangrijke plaatsen: -Amsterdam: Dit is de thuishaven van Ina, Ruben en hun boot de Harnasman. -Het universiteitscomplex van de VU: Hier gaat Ruben naar toe om Bente te zoeken. -Nibbixwoud: De wooplaats van Bente. Ruben zoekt hier het graf van Bente op. Vertelstandpunt: Het verhaal wordt in de hij-zijvorm verteld. Elke handeling ziet de lezer door de ogen van Ruben Saarloos. Oordeel: Dit boek vond ik zelf het leukste boek wat ik heb gelezen van Rascha Peper. Ik heb er niet een heel goed argument voor, maar misschien ook omdat het niet te uitgebreid was. Het verhaal boeide me deze keer ook weer. Ze ging in dit boek niet op elke gebeurtenis helemaal in, wat ze bijvoorbeeld wel in het boek “Een Spaans hondje”deed. In de boeken die Rascha Peper schrijft komen wel gedachtes van mensen voor, die je moeilijk kan scheiden van het verhaal zelf. Dat vind ik wel een negatief punt aan de manier hoe zei schrijft. Maar de opbouw vind ik verder goed, af en toe een flash-back is wel goed. Wel vind ik het jammer dat het een heel open einde is, je weet niet wat er gebeurd met Ruben. Tijd: Het verhaal is chronologisch geschreven met enkele flash backs.
Tijdverdichting: Het boek speelt zich af in de periode begin januari tot en met mei. De eerste maand van deze periode, beslaat ongeveer 130 pagina's van het boek (het boek heeft 158 pagina's in totaal). Er treedt dus op het einde van het verhaal tijdsverdichting op. Er treedt tijdsverdichting op omdat de belangrijkste gebeurtenissen zich in de eerste maand (als Ruben op het ijs vastzit) afspelen. Thema en Motief: Het thema is Liefde en Dood, liefde tussen Ruben en zijn vrouw Ina, maar later tussen Ruben en Bente (de schaatster) Motieven die het thema ondersteunen: - Het nadrukkelijk aanwezig zijn van krassende kraaien (teken van de dood). - Het in de spiegel kijken van de kraaien. De dood is Ruben's spiegel. - De aanwezigheid van Bente Nerwanen, een meisje dat uit de dood is opgestaan.