2. Primaire gegevens van het gelezen werk
Naam van de auteur: Tessa de Loo
Titel van het werk: De tweeling
Jaartal eerste druk: 1993
Aantal bladzijden van het boek: 414
4. Korte samenvatting van de inhoud
In een kuuroord in Spa (Frankrijk), het Thermaal Instituut, wordt de bejaarde Lotte Goudriaan geïrriteerd door een even oude, luidruchtige Duitse, die toenadering zoekt. Lotte probeert haar te mijden, maar dat mislukt en al snel blijkt dat de Duitse Anna Grosalie is, Lottes tweelingzus, van wie ze in 1922 op zesjarige leeftijd werd gescheiden. In lange gesprekken tijdens lange wandelingen langs monumenten en door het bos, of tijdens een maaltijd of kop koffie, leggen de twee hun verleden bloot, Lotte eerst onwillig, Anna overenthousiast. In hun herinneringen staat de Tweede Wereldoorlog centraal. De tweeling Bamberg werd geboren in Keulen. In de prachtige omgeving van een voormalig Casino wonen ze bij hun vader en hun tante Käthe. Maar als hun vader, net als hun moeder, aan tbc gestorven is, worden de zusjes gescheiden. Lotte komt terecht bij een Nederlandse tak van de familie in het Gooi, een vrij gelukkig communistisch gezin met nog drie dochters, waar muziek centraal staat. Anna wordt meegenomen door haar grootvader naar de voorvaderlijke boerderij in het Teutoburgerwoud, een bekrompen milieu, waaruit haar vader destijds wist te ontsnappen. Al snel blijkt dat de gezonde, sterke Anna door haar pleeggezin als een goedkope arbeidskracht wordt gezien en als dusdanig wordt behandeld. Lotte ontsnapte aan dit lot door haar fragiele gezondheid. Anna wordt meermaals door haar (stief-)tante en oom mishandeld. De jonge pastoor Jacobsmeyer trekt zich haar lot aan en zorgt ervoor dat ze wordt weggehaald door de kinderbescherming. Ze wordt in een nonnenschool geplaatst. Lotte heeft minder zorgen. Zij heeft het materieel betrekkelijk goed, kan naar hartelust zingen en geeft zelfs recitals. Bij haar familie is het meestal gezellig onder meer omdat veel muzikanten komen luisteren naar de uitstekende, zelf geknutselde geluidsapparatuur van haar nieuwe vader. Slechts de huwelijksproblemen van haar pleegouders, veroorzaakt door de egoïstische opstelling van haar stalinistische vader, en later diens ongeluk en ziekte, verstoren het idyllische plaatje. Ondertussen is in Duitsland Hitler aan de macht gekomen. De Duitsers staan daar ambivalent tegenover, maar zijn aanhang wordt steeds groter. Als Anna van de school komt, is Duitsland veranderd. Op een enkeling na staat nu iedereen achter de 'zondagsschilder' die het Duitse volk zoveel belooft. Anna gelooft niet in zijn ideologie, maar staat er ook niet afwijzend tegenover. Zij heeft haar eigen zorgen en gaat bij de Bund Deutscher Mädel om de katholieke verenigingen te redden en slaagt daar ook in: de BDM wordt in hun Gau als overbodig opgeheven. Pastoor Jacobsmeyer zorgt er intussen voor dat ze huishoudschool kan gaan volgen in Keulen. Vanaf dan is ze voorgoed los van haar familie. Na die opleiding, op haar 21ste, kan ze in dienst bij de familie Stolz. Een veeleisende en harde baan, waar niks vergeten mag worden en alles tot in de puntjes perfect moet zijn, maar ze kan er troost vinden in de ruime bibliotheek, waar ze zich intellectueel verrijkt. Het gevit en de kleinzieligheid van Frau Stolz beu, neemt ze ontslag en wordt aangeworven door de Gräfin van Falkenau: een gemakkelijker baan bij een veel menselijker opdrachtgeefster. In die periode bezoekt Lotte, na jaren schrijven en nooit een brief terug te hebben ontvangen, haar zuster op het landgoed van de Falkenaus. In plaats van een gezellige oudejaarsavond wordt dat een mislukking. De twee meiden zijn van elkaar vervreemd en kunnen niet met elkaar opschieten vanwege te grote persoonlijkheidsverschillen. De oorlog breekt uit en Anna leert de Oostenrijkse soldaat Martin Grosalie kennen, die ook sceptisch staat tegenover Hitler en het derde rijk. De hele oorlog lang zullen ze elkaar maar enkele keren kunnen ontmoeten. In Nederland wordt Lottes joodse verloofde David opgepakt bij een razzia, zij zal hem nooit meer zien. De familie begint joodse vluchtelingen op te nemen. Vanaf dan staat hun oorlog in het teken van de angst om ontdekt en opgepakt te worden. De hongerwinter slaat toe. Meer dan eens moet Lotte op pad om voedsel te zoeken en dat zijn zelden aangename avonturen. De rest van het leven bestaat uit het smokkelen van vluchtelingen, het luisteren naar illegale zenders, het lezen van verboden kranten en het samentroepen met de onderduikers. Anna is haar werkgevers gevolgd naar een groot kasteel in Pruisen. Dat vervallen bouwwerk zal ze met de hulp van Poolse en Russische dwangarbeiders helemaal opknappen. Zij lijkt de enige die zich ten opzichte van alle partijen menselijk gedraagt. Tijdens een van zijn verloven trouwt ze na veel moeite en samen weinig tijd door gebracht te hebben, met Martin. Die rept met geen woord over de oorlogsgruwelen in Rusland, maar laat Anna een belofte afleggen voor wat ze wel en niet moet doen als Martin eventueel overlijdt. Ondertussen rukken de geallieerden en de Russen op. Op verzoek van Martin vertrekt Anna naar Wenen. Enige tijd na hun laatste samenzijn wordt zij op de hoogte gesteld van zijn dood. Na een inzinking dient ze zich als beloofd aan als verpleegster. De rest van de oorlog zal ze slachtoffers en gewonden verzorgen. Bij Lottes familie wordt angstig en ongeduldig het eind van de oorlog afgewacht. Lotte trekt op met Ernst Goudriaan, een onderduiker bij hun in huis, die in leer was bij een vioolbouwer. Hoewel tegen haar natuur van dienstbaarheid in, beseft Anna langzamerhand wat voor gruwelen, excessen en onrechtvaardigheden het Duitse leger heeft veroorzaakt, ook voor het Duitse volk. Als Rodekruiszuster moet ze van hier naar ginder, maar zelden komt ze menselijkheid tegen. Na de oorlog worden zowel Lotte als Anna geconfronteerd met de Amerikanen. Anna heeft er slechte herinneringen aan: hoewel de oorlog eindelijk voorbij is, voelt ze duidelijk het stigma van het Duits-zijn. Zelfs in de behandeling van het graf van haar man wordt haar onrecht gedaan, in dit geval door de katholieke kerk, waarvan de pastoor het vertikt om het graf van een ss’er te zegenen. Doordat ze na het einde van de oorlog is gaan studeren en haar examen heeft gehaald, komt ze terecht in de kinderopvang, in de buurt van haar oom en (stief-)tante, waar ze dan ook voorgoed mee afrekent. Lottes familie valt uit elkaar; er wordt volop getrouwd en veel joden emigreren naar Amerika. Lotte trouwt met Ernst Goudriaan. Ook na de oorlog ontmoeten de zussen elkaar een keer: Anna komt naar Nederland, maar nu is het Lotte die van geen communicatie wil weten, en laat Anna uit haar leven verdwijnen.
De gesprekken tussen de oude dames zijn intens. Aan het eind van het verhaal sterft Anna bij het nemen van een kuurbad.
Via Biblion: Lannoy, L. (datum onbekend) titel artikel onbekend. Plaats van uitgave onbekend: Biblion.
5. De relatie tussen tekst en auteur
Ze groeide op met het motto 'vertrouw nooit een mof', maar sinds ze geboeid raakte door het leven van een bejaarde Duitse is ze 180 graden omgedraaid.
Dit vond ik in een artikel (Via Literom: Fransen, 1993, p. onbekend) over Tessa de Loo. Het geboeid raken door het leven van de Duitse, was een aanleiding voor het schrijven van de tweeling.
6. De analyse
6.1 Genre
Het genre van dit boek is een psychologische roman. Het boek behoort tot dat genre omdat de levens van Anna en Lotte uitgebreid verteld worden van hun zes jarige tot ongeveer 70 jarige bestaan. Hun denken en doen wordt ook uitgebreid beschreven, en je merkt dat die twee personen door een ontwikkeling gaan.
6.2 Titel en ondertitel
De Tweeling. Lotte en Anna zijn tweeling zussen, die elkaar door hun leven heen haast niet zien. Hun levens worden uitgebreid besproken en verteld als ze elkaar na ongeveer 40 jaar weer herzien.
(Ondertitel is niet aanwezig)
6.3 Motto en opdracht
Het motto van dit boek is: (vertaald):
Die Welt ist weit, die De wereld is wijd, de Welt ist schön, wer wereld is mooi, wie weiss ob wir uns wiedersehen. weet of wij elkaar weerzien.
Omdat Anna en Lotte allebei apart in hun eigen ‘wereld’ leven, en het voor hun moeilijk is om elkaar weer terug te vinden. Zien elkaar nog maar drie keer nadat ze op zes jarige leeftijd gescheiden zijn.
Het boek is opgedragen aan de moeder van Tessa de Loo en Maria Hesse.
6.4 Motieven, onderwerp en hoofdgedachte
6.4.1
De motieven zijn het koffie drinken of dineren van de twee oude dames, en dat ze dan weer vertellen over hun leven. Ook keren ze steeds weer terug naar Spa.
6.4.2
Het onderwerp van het boek is leven in en rond de Tweede Wereld Oorlog.
6.4.3
De hoofdgedachte van dit boek is dat er grote verschillen tussen tweelingen kunnen zijn als ze in verschillende omstandigheden opgroeien, die normaal gesproken als ‘een’ beschouwd worden.
6.5 Personages
-Anna Grosalie-Bamberg is een meisje/vrouw die samen met haar tweelingzus in Keulen is geboren. Ze worden katholiek opgevoed. Ze werkt als te goedkope arbeidskracht op het platteland, dienstmeid, rodekruis zuster en bij de kinderbescherming gedurende haar leven. Ze trouwt met een Oostenrijker uit het leger.
Lotte Goudriaan-Bamberg is een meisje/vrouw die samen met haar tweelingzus in Keulen is geboren. Ze worden katholiek opgevoed. In haar jeugd heeft ze opgetreden met zingen, maar de rest van haar leven is ze gewoon thuis bezig en verzorgt de mensen om haar heen. Ze trouwt met een van de onderduikers bij haar thuis.
-Anna wil graag vertellen en andere mensen laten weten hoe het met haar leven is gegaan. Ze is een beetje opdringerig. In haar leven heeft ze veel meegemaakt. Hierdoor staat ze met beide benen op de grond, en laat ze zichzelf niet zomaar uit het veld slaan.
-Lotte wil niks met Duitse mensen te maken hebben, en probeert niks met ze te maken te hebben. Ze is erg behulpzaam en geeft om mensen, ze stopt niet voordat ze iets geprobeerd heeft.
6.6 Tijd en ruimte
6.6.1
Het verhaal speelt zich af rond het begin tot ongeveer eind de 20e eeuw. Er worden jaartallen genoemd, en de Tweede Wereld Oorlog speelt zich in die eeuw af.
De vertelde tijd is eigenlijk enkel een paar weken. De vrouwen verblijven daar in Spa, maar de tijd die ze terug blikken is echter veel langer. Wat ze samen vertellen betreft ongeveer 30 jaar.
Ik heb ongeveer 19 uur over dit boek gedaan (414 bladzijden).
6.6.2
Het verhaal is niet-chronologisch. Aangezien het verhaal veel flashbacks bevat, en er ook tijdsprongen in zitten van een paar jaar.
6.6.3
Belangrijke ruimten zijn:
-Spa, het Thermaal Instituut en omgeving, omdat daar de herinneringen van de tweeling verteld wordt.
-Duits dorp in Westfalen, waar Anna voor het grootste deel van haar jeugd opgroeit bij haar oom en stief tante.
-het huis van de stief-ouders van Lotte in het Gooi, waar Lotte voor het grootste deel van het boek haar tijd doorbrengt.
6.7 Vertelperspectief
Je beleeft het verhaal door de ogen van Anna, en Lotte, om de beurt vertellen ze hoe ze hun verleden meemaakten.
Het complete verhaal wordt verteld door de alwetende verteller. De verteller weet dingen die de hoofdpersonen zelf nog niet weten.
6.8 Spanning
In het boek zitten niet zo zeer ‘klifhangers’, maar toch is er de aandrang om het willen weten van het einde. Dit komt doordat de levens van Anna en Lotte voortdurend worden afgewisseld waardoor je bij het ene leven iets te weten komt, wat misschien een invloed heeft op het andere, waardoor je weer het andere leven wilt lezen en te kijken of je gelijk had.
6.9 Stijl
-“De overvolle trein stond op het punt te vertrekken. Ottchen griste de koffers van de kar en schoof ze over de buiken van de soldaten die op het balkon lagen te slapen naar binnen. ‘Zum Teufel mit doppelt t!’ protesteerden ze. Anna putte zich uit in verontschuldigingen, voorzichtig tussen hen door stappend. Na een tocht door verstopte corridors vond ze een gaatje in een eersteklascompartiment. Als een krankzinnige denderde de trein alweer door de nacht; in het protectoraat Bohemen-Moravië werd gestopt, er werden bevelen geschreeuwd, en verder ging het weer tot vlak voor Wenen, waar de trein vier uur moest wachten op het einde van het luchtalarm.” (p. 236)
-Dit stukje koos ik, vanwege het duidelijke zinlengte verschil, het nederlands en duits taalgebruik en omdat er een moeilijk woord in zit wat ik niet kende(: corridors).
9. Bronvermelding
Opdracht 4:
- Via Biblion: Lannoy, L. (datum onbekend) titel artikel onbekend. Plaats van uitgave onbekend: Biblion.
Opdracht 5:
- Via Literom: Fransen, A. (1993, 29 oktober) ” Ze groeide op met het motto 'vertrouw nooit een mof'”. In: HP/De Tijd, jrg. Onbekend, nr. onbekend, p. onbekend.
REACTIES
1 seconde geleden