Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De Engelenmaker door Stefan Brijs

Beoordeling 7.7
Foto van een scholier
Boekcover De Engelenmaker
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 3725 woorden
  • 2 januari 2015
  • 20 keer beoordeeld
Cijfer 7.7
20 keer beoordeeld

Boekcover De Engelenmaker
Shadow

Op 13 oktober 1984 keert na een afwezigheid van bijna twintig jaar Doktor Victor Hoppe terug naar zijn geboortedorp Wolfheim, vlak bij het drielandenpunt in de buurt van Vaals en Aken. De bekrompen dorpelingen reageren argwanend op zijn komst, zeker als blijkt dat hij drie kinderen van een paar weken oud bij zich heeft: een identieke drieling met een schrikwekkende af…

Op 13 oktober 1984 keert na een afwezigheid van bijna twintig jaar Doktor Victor Hoppe terug naar zijn geboortedorp Wolfheim, vlak bij het drielandenpunt in de buurt van Vaals en A…

Op 13 oktober 1984 keert na een afwezigheid van bijna twintig jaar Doktor Victor Hoppe terug naar zijn geboortedorp Wolfheim, vlak bij het drielandenpunt in de buurt van Vaals en Aken. De bekrompen dorpelingen reageren argwanend op zijn komst, zeker als blijkt dat hij drie kinderen van een paar weken oud bij zich heeft: een identieke drieling met een schrikwekkende afwijking. Na enkele bijzondere genezingen wordt de dokter toch aanvaard in het dorp en gestaag groeit zijn populariteit. Zijn kinderen zijn echter zelden te zien en dat voedt de geruchten. Langzaam groeit het besef dat ze alle drie ernstig ziek zijn. Maar er blijkt meer aan de hand, niet alleen met de kinderen, ook met de dokter zelf die, gegijzeld door zijn verleden, een beslissing neemt die hem onsterfelijkheid moet bezorgen. De engelenmaker is een roman vol geruchten en rumoer, gefluister en geroddel. Een verhaal over geloof en wetenschap, werkelijkheid en verbeelding, macht en onmacht, zin en onzin. Een roman waarin iedereen naar de waarheid op zoek is en uiteindelijk alleen zijn eigen waarheid vindt en gelooft.

De Engelenmaker door Stefan Brijs
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

De volledige titel + de eventuele ondertitel.

Het boek heet; de Engelenmaker. Het boek heeft geen ondertitel, motto of opdracht.

De auteursnaam.

De schrijver van het boek is de Belgische Stefan Brijs. Voor het schrijven van het boek heeft hij een beurs gekregen.

De uitgever, plaats, het jaar van verschijnen en de druk.

De uitgever van het boek is Uitgeverij Atlas, te Amsterdam en Antwerpen.

De eerste druk verscheen in oktober 2005. Ik heb de zesde druk gelezen uit april 2006.

Het boek bevat 428 bladzijdes.

 

Structuur en perspectief

 

Het boek bestaat uit drie aparte delen. Genaamd I, II en III. Deel I en III zijn chronologisch aan elkaar maar in II ga je terug de tijd in.

 

Deel I bestaat uit elf genummerde hoofdstukken zonder titel. Hierin wordt verteld vanaf het moment dat Victor Hoppe terug keert naar Wolfheim (13 oktober 1984) tot de dood van Charlotte Maenhout, de lerares van zijn zoons en huishoudster.

 

Deel II is niet verdeeld in genummerde hoofdstukken, hierin worden stukken tekst verdeeld door middel van drie sterretjes. In deel twee worden twee verhalen behandelt ieder in een andere tijd. De ene verhaallijn gaat over de jeugd van Victor Hoppe. Vanaf zijn geboorte net na de tweede wereldoorlog tot het einde van zijn school carrière.

De tweede verhaallijn speelt zich of in de jaren zeventig/tachtig. Victor Hoppe werkt dan aan een kloon experiment.

 

Deel III wordt wel weer onderverdeeld in twaalf genummerde hoofdstukken zonder titel. Het verhaal gaat verder waar het in deel I gestopt is in 1988 tot aan het einde van het verhaal onderveer een jaar later.

 

Het perspectief in het verhaal is alwetend, je leest over de handelingen en gedachtes van verschillende personages. Dit zorgt ervoor dat je vrij veel te weten komt over de personages.

Het perspectief blijft het hele verhaal door alwetend.

 

Personages

 

Victor Hoppe is de onbetwiste hoofdpersoon van het verhaal. Hij leidt aan Asperge, een vorm van autisme, dit zorgt ervoor dat hij erg zwart/wit denkt. Voor hem is iets of goed of slecht ertussen in bestaat niet.

Direct na zijn geboorte werd hij in een gesticht gestopt geleid door nonnen, daarna heeft hij tien jaar in een internaat gezeten. Zijn Asperge is nooit erkent en de meeste mensen snappen zijn ongevoelige gedrag dan ook niet.

Door verschillende gebeurtenissen in zijn jeugd heeft hij een obsessie voor God. In zijn ogen is hij een slecht iemand en Victor streeft ernaar om hem te slim af te zijn. Hier wijdt hij zijn leven aan ongeacht wat andere mensen ervan denken, in Victor zijn ogen is het juist goed wat hij doet.

Aan het einde van het boek pleegt hij zelfmoord door zichzelf te kruisigen.

 

Zuster Marthe werkte in het gesticht waar Victor als baby terecht kwam. Zuster Marthe is als moeder voor Victor. Iedereen denkt dat hij debiel is maar zij niet. Ze leert hem lezen terwijl hij pas vier is. Ze is erg geduldig en probeert Victor te helpen. Ze is er ook mede verantwoordelijk voor dat Victor zijn vader hem uit het gesticht haalt.

Als Victor vier is moet Marthe weg, ze is een tijdje uit het klooster geweest en terug blijkt dat ze zwanger is. Net voor ze weg gaat zegt ze wat tegen Victor wat een grote impact heeft op zijn denkbeeld. ‘God geeft en God neemt, maar soms moeten we dat zelf doen.’

 

Frau (Charlotte) Maenhout is een gepensioneerde lerares die de oppas van de drieling van Victor Hoppe wordt. Na een tijdje gaat ze hen ook les geven.

Ze is erg zorgzaam en probeert de drieling te beschermen tegen hun vader die ze alleen ziet als experiment. Uiteindelijk beslist ze om hulp in te schakelen en Victor Hoppe aan te geven. Ze komt hier echter nooit aan toe. Als ze Victor confronteert valt ze van de trap en komt om.

 

Rex Cremer begeleidt Victor met zijn kloonexperiment. Hij neemt het zelfs een paar keer voor Victor op als anderen het vertrouwen verliezen. Op ten duur gaat Victor te ver met zijn experiment en Rex verbreekt de samenwerking. Later voelt hij zich schuldig omdat hij Victor niet heeft gestopt. Aan het einde van het boek komt hij om het leven bij een auto ongeluk.

 

Samenvatting

 

(Chronologisch vertelt, eerst de twee verhalen van deel twee,dan deel één en als laatst deel drie)

 

Deel II: Op vier juni 1945 wordt Victor Hoppe geboren. Hij heeft een hazenlip van zijn vader geërfd. Zijn moeder stoot hem af en hij beland in een gesticht met nonnen hier wordt hij debiel verklaart Hij is juist niet debiel. De jonge zuster Marthe helpt hem en leert hem lezen. In het gesticht leert hij over God en Jezus. Hij heeft het, toen nog onbekende, syndroom van Asperge. Als hij na gaat denken over God komt hij tot de conclusie dat die slecht is en Jezus goed is.

Uiteindelijk gaat Victor op zijn vierde het gesticht uit omdat zuster Marthe vertelt dat Victor niet debiel is aan zijn vader deze haalt hem er weg.

Thuis is zijn moeder erg ziek, Victor weet niet dat ze zijn moeder is, hij denkt dat het een patiënt is van zijn vader. Stiekem bezoekt hij haar, als ze stopt met ademen bidt Victor, dat is de eerste keer dat hij spreekt. Na de begrafenis van zijn moeder gaat Victor naar een internaat. Hier leert hij meer over het geloof en wordt het beeld versterkt dat God slecht is en Jezus goed. Dit komt omdat God zijn zoon Jezus in de steek liet bij zijn dood. De woorden: Eli, Eli, Lamma sabaktáni –mijn god, mijn god, waarom hebt u mij verlaten -, maken dan ook grote indruk op hem.

Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

 

De dag dat de rector hem feliciteert met zijn diploma, krijgt hij ook te horen dat zijn vader zelfmoord heeft gepleegd. Hij gaat niet naar de begrafenis.

Victor gaat zich in embryologie promoveren omdat hij het leven wil ‘scheppen’ zoals God.

 

Rex Cremer de stafarts van de universiteit helpt Victor bij een experiment. Victor kloont muizen, een doorbraak. Rex Cremer feliciteert hem met de woorden: ‘U heeft God het nakijken gegeven’. Victor vat alles letterlijk op en snapt het niet, God zou er immers nooit mee begonnen zijn.

Na de muizen wil hij nu mensen klonen. Een vrouw raakt door zijn experiment zwanger maar dit gaat mis en de vrouw krijgt een miskraam.

Intussen wordt hij beschuldigd van oplichterij. Niemand kan de muizen klonen volgens zijn methode.

Victor stelt dit niet op prijs en gaat nog een stap verder. Hij gebruikt zijn eigen lichaamscellen om een baby te maken en stopt de embryo in de vrouw waarbij het eerdere experiment mislukte. Dit wordt de drieling die Victor zelf opvoed. Hij gebruikt zijn eigen cellen vanwege zijn hazenlip, die is bij authentiek.

Rex Cremer wil niks te maken hebben met het experiment en verbreekt de samenwerking.

Deel I: Victor gaat terug naar Wolfheim, de plaats waar hij geboren is, en probeert daar de kinderen op te voeden. Eerst vertrouwt het dorp het niet echt, maar als Victor wat mensen helpt vertrouwen steeds meer mensen hem. Hij wordt huisarts en de spreekkamer zit regelmatig vol.

Charlotte Maenhout neemt hij aan om op zijn drie zoons te passen. De drieling, Michaël, Gabriël en Rafaël, is alleen uit elkaar te houden door de gekleurde armbandjes die ze dragen. Ze komt er achter dat de kinderen ziek zijn nadat al hun haar uitvalt. Het wordt duidelijk dat Victor de jongens alleen als experimenten ziet, als de jongens een grapje uit halen en hun armbandjes omwisselen tatoeëert Victor ze. Frau Maenhout wordt hier kwaad om. De jongens zijn erg intelligent, Charlotte gaat ze les geven. Victor wil wel dat ze hen alleen vertelt over Jezus en niet over God.

 

Op de vierde verjaardag van de jongens, valt er een uit het raam, doordat iemand zijn papieren kroontje in de notenboom heeft gegooid. Victor laat de boom omhakken. De werkelijke reden is waarschijnlijk zijn vader geweest, die zich erin heeft opgehangen. Victor behandelt zijn zoon, maar later ontdekt Frau Maenhout dat hij ook een stukje nier heeft weggenomen. Ze besluit om te stoppen en Victor aan te geven, als laatste daad wil ze de drieling meenemen naar het drielandenpunt. Dit is erg dicht bij maar de jongens mogen niet naar buiten. Een van hen klimt op een uitkijktoren, en schrikt van de hoogte. De beheerder haalt hem ervan af en brengt ze terug naar huis.

Eenmaal terug is Victor nog niet thuis, en Charlotte gaat door de spullen van Victor. Ze vindt wat tijdschriften waarin is geschreven over hem en leest dat hij werd beschuldigd van fraude. Daarnaast vindt ze fotoalbums met lichaamsdelen van de kinderen, ieder een eigen boek. Als Victor thuis komt, spreekt ze hem aan en zegt dat hij slecht bezig is. Dit snapt Victor niet, hij geeft leven, dat is goed in zijn ogen. Victor komt tot de conclusie dat het kwaad in haar zit en komt dreigend op Charlotte af. Charlotte stapt achteruit, ze valt van de trap en breekt haar nek. Hierna zegt Victor de woorden: ‘God geeft en God neemt,’, woorden die hij van zuster Marthe heeft geleerd.

 

Deel III: Rex en Victor komen elkaar toevallig tegen en Rex komt naar Wolfheim om de jongens te zien. Victor is er inmiddels achter dat ze waarschijnlijk niet ouder dan zes zullen worden. Hij weet ook al waarom, een fout in de chromosomen.

 

Intussen wordt de dove Gunther Weber, een kind in het dorp, dood gereden. Victor gaat er op bezoek en wil het lijk zien. Hij neemt genetisch materiaal van de jongen weg. Victor probeert zijn de ouderdom problemen op te lossen. Tegen de moeder van Gunther zegt hij dat hij haar een zoon kan geven die op Gunther lijkt.

 

De draagmoeder van Michaël, Rafaël en Gabriël heeft het adres van Victor gekregen van Rex. In het dorp wordt ze gek verklaard, ze ziet ieder kind aan als een van haar. Wanneer ze bij de doktor komt, blijkt dat er Michaël al gestorven is. Victor heeft de kinderen opgegeven en kijkt er niet meer naar om. Hij is bezig met zijn volgende experiment. Rebekka, de draagmoeder, verzorgt de uitgemergelde kinderen van Victor.

Victor heeft problemen met de kloon van Gunther. De eicellen sterven, en hij heeft dringend verse nodig, maar kan deze nergens krijgen. Ook de doofheid krijgt hij niet weg. Hij staat onder grote tijdsdruk. Rafaël en Gabriël zijn ook gestorven en Rebekka wil ze zien, Victor heeft ze op sterk water gezet. Rebekka wordt woedend en steekt hem in zijn zij met een scalpel. Hierna dood Victor haar. Uiteindelijk brengt Victor toch eicellen in in Vera, de moeder van Gunther.

 

Rebekka laat Rex naar Wolfheim komen, als hij er is beschuldigd Victor hem van verraad. Zoals Judas en Jezus. In het huis vindt hij het lijk van Rebekka, Victor heeft bij haar de eicellen weg gehaald, en ziet de kinderen op sterk water. Rex wist alle sporen uit en zet het huis in de fik.

Ondertussen is er een bedevaart aan de gang, dezelfde die Victor ooit heeft gemaakt als schooluitstapje. Het hele dorp komt erop af maar als ze bij de kruisiging komen hangt Victor daar op de plek van Jezus. Hij heeft zichzelf gekruisigd. Zijn werk is voltooit, in de vorm van het ongeboren kind, zijn eigen kloon, dat Vera Weber draagt.

Uiteindelijk heeft het kind van Vera een hazenlip, ze is erg geschrokken toen ze Victor zag hangen en hier schrijven ze het aan toe.

 

Titelverklaring

 

De titel, de Engelenmaker, duidt op het scheppen van leven wat Victor doet.

Victor geeft zijn zoons die hij uit zijn eigen lichaamscellen heeft gemaakt de namen van de drie aartsengelen Michael, Gabriël en Rafaël geeft. Hij is dus de engelenmaker: hij gaat de strijd aan met God, de Vader, die hij personifieert met het Kwaad. Zelf identificeert hij zich als Jezus, het goede. Jezus gaat dood aan het kruis en staat later op uit zijn graf.

 

Plaats en tijd

 

Het verhaal speelt zich af in en rondom het Duitstalige Belgische Wolfheim, dit is een klein dorp dicht bij het drielandenpunt bij Vaals. Het is wat ouderwets en katholiek. Het dorp vormt het decor van het experiment van Victor. In deel II speelt een gedeelte van de experimenten zich ook af aan de universiteit van Aken. De tweede lijn van deel II speelt zich af in de omgeving van het geboortedorp van Victor Hoppe, het gesticht is in La Chapelle en is dicht bij Wolfheim.

 

Door de plek van het verhaal, Wolfheim, krijg je een wat mysterieuze omgeving. Het is al snel duidelijk dat er wat is gebeurd met de vader van Victor en dat er allemaal verhalen in de rondte gaan. Maar dat hij zich heeft opgehangen wordt pas later bekent. Daarnaast is er veel bijgeloof, zoals de hazenlip van Victor, zijn moeder wilde dit absoluut niet en deed hier alles aan. Al wist Victor’s vader dat het in de genen zat, zijn moeder dacht dat het niet zou gebeuren als ze maar op paste.

Daarnaast is iedereen gelovig, de hazenlip werd gezien als het kwade. Als Victor later toch mensen blijkt te helpen, wordt gezegd dat dit komt doordat het gesticht het kwade uit hem heeft gedreven.

 

Victor Hoppe wordt geboren op 4 juni 1945 en hij sterft op zondag 21 mei 1989. Deel I speelt van 14 oktober 1984 tot ruim vier jaar later. Deel II behandelt de geboorte van Victor Hoppe tot aan de tijd van zijn experimenten met zijn drie gekloonde zoons in de zomer van 1984. Deel III behandelt dan weer de periode van 1988 tot 21 mei 1989. Het twaalfde hoofdstuk is een soort epiloog, en deze speelt zich af op zaterdag 19 mei 1990.

De vertelde tijd is dus 45 jaar.

 

Deel I is chronologisch vertelt met hier en daar een terugverwijzing.

Deel II bestaat uit twee verhaallijnen die apart wel chronologisch zijn. Iedere verhaallijn is van elkaar onderscheiden door drie sterretjes.

Deel III volgt deel I op en is weer chronologisch vertelt.

 

Deel II zou je als flashback kunnen zien, verder zijn er geen grote flashbacks in het verhaal.

 

De verteltijd bedroeg ongeveer een week, zo’n zestien/zeventien uur.
 

Thematiek en motieven

 

Goed en Slecht

Het boek gaat duidelijk over het verschil en de strijd tussen goed en slecht. Iets wat Victor nooit goed heeft begrepen, al denkt hij dat zelf wel. Alles is goed of slecht. Victor moet alles zelf ontdekken al is hij hier door zijn ziekte eigenlijk niet toe in staat.

In zijn leven probeert hij het goede te bereiken. Al vanaf zijn peutertijd heeft geloof een grote rol gespeeld. Dagelijks werd hem vertelt over de lijdensweg van Jezus. Onbedoeld wordt God als slechte vader afgebeeld en is Jezus iemand om na op te kijken.

 

Victor weidt zijn leven aan zijn kloon experimenten omdat hij leven wil ‘scheppen’ zoals God.

Jezus is zijn voorbeeld en aan het einde van het boek wordt dit duidelijk als hij zichzelf kruisigt en de baby van Vera Weber een kloon van Victor blijkt te zijn.

Het Thema van het verhaal is dan ook: de strijd tussen goed en slecht.

 

Het leven en de dood zijn belangrijke motieven in het boek. Victor krijgt hier vaak mee te maken. Zelf wil hij het leven scheppen. Zijn vader en moeder sterven beide in het boek. Daarnaast denken de dorpsbewoners dat er een vloek heerst op het huis van Victor. In een bepaalde straal erom heen gebeuren ongelukken en verongelukken mensen.

 

Godsdienst is ook een veelvoorkomend motief. Al is Victor al vanaf zijn geboorte omringd door mensen die God als goed beschouwen en wordt hem dit ook geleerd. Toch ziet hij God zelf als het kwaad en alleen Jezus als goed.

Victor zou ook het kwade in hem hebben en het katholieke gesticht wordt als goed onderkomen gezien.

De bedevaart die hij maakt in een van de laatste jaren in het internaat heeft grote impact op hem.

Het geloof heeft hem niet alleen slechte dingen gebracht. Al dachten de mensen dat het kwade in hem zat. Zuster Marthe was als moeder voor hem en heeft hem ‘gered’ uit het gesticht. Zijn leraar van het internaat, een broeder, zorgde ervoor dat hij goed onderwijs kreeg en naar een goede school kon.

Maar mocht hij dit allemaal niet hebben gehad en was hij gewoon debiel bestempeld gebleven, dan had hij nooit de kennis gehad om mensen te klonen.

 

 

De toekomst is ook een belangrijk motief in het verhaal. Victor behaalt resultaten waar zijn collega’s alleen van dromen. Maar de manier waarop hij ze behaald is ethisch gezien verschrikkelijk.

 

Roddelen is ook iets wat uitgebreid wordt gedaan in het dorpje Wolfheim. Iedereen weet alles van iedereen en een mysterieuze dokter met drie vermikte zoontjes is natuurlijk een prooi voor de huisvrouwen van het dorp om de dag mee te vullen.

 

Belangrijke gebeurtenissen

 

Een van de belangrijkste gebeurtenissen was dat Rebekka Victor aanviel waarop Victor haar vermoordt. Als hij dat niet had gedaan had hij nooit de cellen gehad om zichzelf te klonen of had het op zijn minst langer geduurd. Wat niet kon aangezien zijn plan dan niet zou lukken, de bedevaart was immers al bezig.

Een van de belangrijkste gebeurtenissen was dat Rebekka Victor aanviel waarop Victor haar vermoordt. Als hij dat niet had gedaan had hij nooit de cellen gehad om zichzelf te klonen of had het op zijn minst langer geduurd. Wat niet kon aangezien zijn plan dan niet zou lukken, de bedevaart was immers al bezig.

Dat houdt in dat de dood van Gunther ook wel erg goed van pas kwam, anders hand hij weer opzoek moeten gaan naar iemand anders om de baby ter wereld te brengen.

 

Een andere gebeurtenis die veel impact heeft is de dood van Charlotte Maenhout. Ze wilde net de wereld gaan waarschuwen voor Victor maar ging toen dood. Als ze dit wel had kunnen doen had men hem kunnen stoppen.

 

Het mooiste moment vond ik het einde, Victor kruisigt zichzelf en alles valt op zijn plek. De missie is voltooid. Het hele boek wordt toegewerkt naar dat moment. Er is maar één climax in het verhaal en dat is dat moment.

 

De auteur

 

Stefan Brijs werd geboren op 29 december 1969 in Genk (Belgisch-Limburg), waar hij ook jarenlang woonde en naar school ging. In 1990 studeerde hij af als onderwijzer en begon als opvoeder aan zijn vroegere middelbare school te werken. Van 1994 tot 1997 woonde hij in Zonhoven, daarna vestigde hij zich opnieuw in Genk.

Sinds 1999 schrijft Stefan Brijs voltijds – hij had op dat ogenblik drie boeken gepubliceerd en verscheidene essays en recensies geschreven voor de boekenbijlagen van De Morgenen De Standaard.

In oktober 2005 verscheen zijn nieuwe roman De engelenmaker, waarvan de vertaalrechten aan meer dan tien landen zijn verkocht, waaronder Amerika, Engeland, Frankrijk, Duitsland en Rusland. Het boek ging intussen in Vlaanderen en Nederland al 140.000 keer over de toonbank en werd bekroond met de Gouden Uil Prijs van de Lezer 2006, de Vijfjaarlijkse Prijs voor Proza van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 2006 en door de leesclubs van Vlaanderen en Nederland met de Boek-delenprijs 2007. Ook werd het genomineerd voor de Libris Literatuurprijs 2006 en de AKO Literatuurprijs 2006. In 2010 kreeg de Franse vertaling Le Faiseur d'anges de Prix des Lecteurs Cognac, een jaar later won het boek de Euregio-Schüler-Literaturpreis, toegekend door scholieren uit België, Nederland en Duitsland. In 2011 verscheen de 25ste druk in het Nederlands als Dwarsligger®

(bron: http://www.stefanbrijs.be/index.php?page=biografie)

 

Identificatie met de personages

 

Het is simpelweg onmogelijk om mezelf te identificeren met een personage in het boek, laat staan met twee. Ik zal het proberen maar eigenlijk slaat het nergens op.

 

Ten eerste zuster Marthe. Ze is erg zorgzaam en geduldig. Ze leert een jongetje van vier die Asperge heeft en is bestempelt als debiel om te lezen en schrijven. Dat betuigt sowieso van veel geduld en zorgzaamheid. De meeste zusters in het klooster zien de patiënten meer als last waarvan ze de uitwerpselen moeten opruimen. De patiënten zijn minderwaardig.

 

Daarnaast Charlotte Maenhout. Die is ook erg zorgzaam en ze kan ook nog eens zelf nadenken. Veelal werden dokters beschouwd als alwetende mensen die goed zijn. Charlotte ging zelf opzoek naar antwoorden en toen ze die vond wilde ze de jongens beschermen.

 

Als ik dan moet kiezen, dan kies ik voor Charlotte Maenhout. Niet zozeer om het personage en haar handelingen maar om de eigenschappen.

Verder identificeer ik mezelf met beide niet. Dat is ook lastig, ze komen uit een andere tijd, andere omstandigheden. Ik weet niet wat ik had gedaan als ik toen had geleefd onder die omstandigheden.

 

Mijn mening

 

Ik vond het boek erg goed. Het was totaal niet langdradig, wat ik wel had gedacht, en het was best wel spannend. Dit kwam vooral omdat er veel verwijzingen in staan die pas later veder worden toegelicht. Het verhaal zelf was natuurlijk ook erg interessant en de schrijver heeft het voor elkaar gekregen om het hele boek door een spanning te behouden.

Misschien dat ik dat zo heb ervaren omdat ik het verhaal zelf erg interessant vond. Het thema op zichzelf is niet erg vernieuwend. Maar de manier waarop het wordt vertelt en überhaupt het verhaal waarin het thema wordt behandelt is erg leuk om te lezen.

 

Daarnaast is het boek best wel doordacht. Het is geen goedkoop romannetje geschreven door iemand omdat die geld nodig had. Er is over nagedacht en de uitvoering vind ik erg goed gelukt.

 

De stijl van het boek is ook een pluspunt. Zoals ik al zei, het is niet langdradig, maar er wordt wel veel beschreven. Vooral van de omgeving kom je veel te weten.

 

Door dit boek ben ik best wel benieuwd naar andere boeken van Stefan Brijs en ik raad dit boek dan ook zeker aan. Niet aan iedereen, je moet er wel een beetje energie in stoppen. Het is niet al te ingewikkeld maar even doorlezen gaat hem niet worden. Het is ook 428 bladzijdes, al staat er op iedere bladzijde wat interessants dus aandacht is denk ik geen issue, je moet er wel even de tijd voor nemen.

 

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De Engelenmaker door Stefan Brijs"