De donkere kamer van Damokles door Willem Frederik Hermans

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
Boekcover De donkere kamer van Damokles
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 5504 woorden
  • 9 juni 2004
  • 572 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
572 keer beoordeeld

Boekcover De donkere kamer van Damokles
Shadow

Lees De donkere kamer van Damokles en je wordt meegetrokken in het jonge leven van Henri Osewoudt, sigarenwinkelier te Voorschoten. Het zijn de jaren van de Duitse bezetting: als Osewoudt moet kiezen, is het zonder bedenktijd, met leven of dood als inzet en blind toeval als bepalende factor. Als een watervlugge bokser zet Willem Frederik Hermans ons op het verkeerde b…

Lees De donkere kamer van Damokles en je wordt meegetrokken in het jonge leven van Henri Osewoudt, sigarenwinkelier te Voorschoten. Het zijn de jaren van de Duitse bezetting: als O…

Lees De donkere kamer van Damokles en je wordt meegetrokken in het jonge leven van Henri Osewoudt, sigarenwinkelier te Voorschoten. Het zijn de jaren van de Duitse bezetting: als Osewoudt moet kiezen, is het zonder bedenktijd, met leven of dood als inzet en blind toeval als bepalende factor. Als een watervlugge bokser zet Willem Frederik Hermans ons op het verkeerde been. Steeds komen de gebeurtenissen in een ander licht te staan. De donkere kamer van Damokles biedt superieur schrijverschap, bloedstollende spanning en een sluipend gevoel van ongemak. Osewoudts leven wordt ons leven. Welke keuzes maken wij?

De donkere kamer van Damokles door Willem Frederik Hermans
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Primaire gegevens: Auteur Willem Frederik Hermans Titel De donkere kamer van Damokles Uitgeverij G.A. van Oorschot Verschenen in 1958 Aantal Blz. 335 Verantwoording van de keuze Ik wilde het niveau van mijn literatuurlijst opkrikken en met die vraag ben ik naar dhr. Leeuwrik gegaan. Hij raadde mij dit boek aan. Toen ik hoorde dat het boek over de oorlog zou gaan en toen iemand het mij afraadde wilde ik het al bijna wegleggen, maar nadat dhr. Kuitenbrouwer ook nog eens zei dat het echte literatuur was en een goed boek was, ben ik er toch maar aan begonnen. Verwachting vooraf Een boek over de oorlog waar veel verschillende namen in voor komen.
Eerst reactie achteraf Ik vind dit werk: Spannend: ja, maar meer benieuwd naar de afloop. Meeslepend: een beetje, op zich leefde ik wel mee met de hoofdpersoon, zeker naar het einde toe. Ontroerend: niet echt
Grappig: nee
Realistisch: een beetje, ik weet weinig over de oorlog, omdat ik het niet zo heel interessant vind, maar het kwam
redelijk realistisch over. Alleen weet ik niet goed of het normaal is dat een vreemd persoon iemand zomaar
opdrachten geeft en dat iemand die zomaar opvolgt. Fantasierijk: Ja, als je dit kunt verzinnen, kun je bijna geen leven hebben. De verwikkelingen en namen e.d., ik
vond het al moeilijk te volgen, laat staan dat ik dat geordend in m’n hoofd kan houden om er een boek over te
schrijven. Interessant: een beetje, soms vond ik dat de hoofdpersoon wel iets minder had mogen beleven, dat had ook in
blz’s gescheeld, maar het was niet heel vervelend. Origineel: een beetje. Oorlogsverhalen zijn er zoveel van. Goed te begrijpen: soms. Het was soms lastig namen te onthouden van al die mensen en soms werden gebeurtenissen pas achteraf uitgelegd, maar verder ging het wel. Ik ben voor de verandering wel aan het denken gezet. De vraag blijft: bestaat Dorbeck? Korte samenvatting van de inhoud Henri Osewoudt is de zoon van een sigarenwinkelier te Voorschoten. Als hij nog op de lagere school zit, vermoordt zijn moeder zijn vader in een vlaag van waanzin. Henri wordt opgevoed door zijn oom Bart Nauta in Amsterdam. Op de middelbare school gaat hij niet om met zijn klasgenoten. Hij leeft in een isolement en gaat alleen om met zijn zeven jaar oudere nicht Ria. Hij doet aan judo, waardoor zijn voeten vergroeien. Hij is lelijk, heeft geen baardgroei en een hoge stem. Ook Ria is lelijk. Als Henri 18 is, trouwt hij met Ria; hij zet zijn vaders zaak voort en zijn moeder woont bij hen in. Henri is afgekeurd voor militaire dienst, maar is wel bij de Burgerwacht. Als de oorlog uitbreekt, moet hij op wacht staan bij een postkantoor. Luitenant Dorbeck, op wie Henri als twee druppels water lijkt, geeft hem een filmrolletje, dat ontwikkeld moet worden. Later komt hij weer terug met nog meer films, die ook ontwikkeld moeten worden en opgestuurd aan E. Jagtman. Na het ontwikkelen krijgt Henri niets dan zwarte vlekken te zien. Hij durft de foto's niet terug te sturen, koopt een Leica en maakt zelf foto's van militaire objecten. Tijdens een hevig onweer komt Dorbeck, enige tijd later. Henri krijgt opdracht naar Haarlem te komen. Daar ontmoet hij Dorbeck en Zewuster. Met de laatste gaat hij naar de Kleine Houtstraat, waar ze in een huis twee mensen neerschieten. De zoon van de drogist uit Voorschoten heeft hen gevolgd. Henri ontwikkelt het filmpje dat hij in 1940 van Dorbeck had gekregen. Op een van de foto's staat Dorbeck met twee vriendinnen. Er valt een brandend vliegtuig op het huis van Jagtman, waardoor de hele familie Jagtman omkomt. In 1944 (Dorbeck heeft 3 jaar lang niets van zich heeft laten horen) krijgt Henri een brief van Dorbeck met het verzoek de foto's op te sturen naar een postbusnummer. Henri gaat kijken wie de foto's uit de bus haalt; dat blijkt een heilsoldate te zijn. Een paar dagen later wordt hij opgebeld door Elly Meier, die zegt dat ze uit Engeland is overgekomen. Ze toont hem een van de foto's die hij aan Dorbeck had opgestuurd. Hij brengt haar naar oom Bart. Terug in Den Haag hoort hij van Moorlag, zijn kamergenoot, dat de Duitsers hem in zijn huis opwachten en dat Ria en zijn moeder gevangen zijn genomen. Hij gaat met Moorlag naar Leiden, waar een student valse persoonsbewijzen maakt voor hem en Elly. Zijn haar wordt zwart geverfd door Marianne, een ondergedoken joodse studente. Henri duikt onder en gaat foto's ontwikkelen voor Labare. Hij beseft nu hoe hij veranderd is. Marianne gaat voor hem naar oom Bart met Elly's persoonsbewijs. Deze is echter al verdwenen. Henri gaat naar Amsterdam en vertelt aan oom Bart dat Ria en zijn moeder zitten. Oom Bart maakt hem verwijten. Henri krijgt van Dorbeck opdracht naar het station in Amersfoort te gaan. Daar zal hij een vrouw ontmoeten in leidsteruniform van de Nationale Jeugdstorm. Samen gaan ze naar Lunteren, waar Lagendaal, die voor de Gestapo werkt, uit de weg moet worden geruimd. De aanslag lukt, maar op de terugweg wordt de vrouw aangehouden. In Amsterdam ontmoet Henri Marianna. In de bioscoop ziet Henri een oproep tot zijn eigen aanhouding. Als hij de zaal uitloopt, wordt hij gepakt. Tijdens het verhoor wordt hij zo gemarteld, dat hij naar het ziekenhuis moet. Hij wordt daaruit bevrijd door gemaskerde mannen, die hem naar Leiden brengen. Bij Labare ontmoet hij Marianne weer. 's Nachts worden ze door de Duitsers overvallen. Henri weet te ontkomen, maar wordt later toch gearresteerd. In de cel zoekt de Duitser Ebernuss hem op, die beweert hij hem goedgezind is. Hij heeft ervoor gezorgd, dat Marianne, die een kind verwacht, weer vrij is. Ebernuss houdt zich bezig met het probleem of Dorbeck, de dubbelganger van Henri, bestaat. Daarom moet Henri naar Amsterdam gaan, waar een clandestiene sociëteit is voor ondergrondse helden. Als Dorbeck bestaat, zal Henri hem zeker ontmoeten. Ebernuss geeft Henri zijn Leica en samen gaan ze naar Amsterdam. In de sociëteit is er een man van wie Henri gelooft dat het Dorbeck is. Van hem krijgt hij giftige kristallen, die hij in Ebernuss' borrel doet. Dorbeck en Henri gaan er samen in de auto van Ebernuss vandoor. In een leegstaand huis fotografeert Henri zichzelf met Dorbeck in een spiegel. Dorbeck vertelt hem dat Ria samen woont met de zoon van de drogist die Henri verraden had, toen hij de aanslag in Haarlem pleegde. Henri krijgt een verpleegstersuniform. Dorbeck bericht hem dat Marianne in een kraamkliniek ligt. Daar aangekomen wordt hij naar een kelder gebracht waar hij het lijkje van zijn kind ziet. Een Duitse soldaat neemt hem mee in zijn auto. In Voorschoten doodt hij Ria en in Dordrecht de Duitser; daarna vraagt hij hulp aan een pastoor. Met de hulp van de illegaliteit en een arts komt hij in Breda aan. Hij meldt zich bij het hoofdkwartier van de Nederlandse Strijdkrachten. Daar arresteert men hem, omdat men denkt dat hij een land verrader is. Hij wordt naar Engeland gebracht. Daar behandelt Selderhorst zijn zaak. Henri wordt van vele dingen beschuldigd en Dorbeck, die zal kunnen aantonen dat hij verzetsheld is, is onvindbaar. Jagtman en Moorlag zijn dood en Marianne is in Israel. Oom Barts verklaring is zeer vaag. Eindelijk wordt de Leica van Henri gevonden. Hij ontwikkelt het filmpje, maar de foto met Dorbeck is mislukt. Henri rent naar buiten en wordt neergeschoten.
Tijd en ruimte Het verhaal is chronologisch verteld. In het begin van het boek was er sprake van tijdsverdichting, en later werden er toch ook wel tijdsprongen gebruikt ( 3 weken later). De verteltijd is 336 pagina’s. De vertelde tijd loopt van ongeveer 1932 tot 27 december 1945. Het verhaal speelt dus in een periode van 13 jaar. Het boek heeft 46 ‘hoofdstukken en 334 bladzijden. De hoofdstukken zijn niet genummerd en hebben ook geen titel. De roman begint met een soort parabel. Het verhaal is chronologisch verteld, dit had ik niet verwacht. Het boek bestaat uit 5 chronologische episodes: *Episode 1, hoofdstuk 1-5: Osewoudts jeugd, 1933-1940. *Episode 2, hoofdstuk 6-11: Osewoudt in mei-augustus 1940. *Episode 3, hoofdstuk 12-20: Osewoudt in juni-juli 1944. *Episode 4, hoofdstuk 21-30: Osewoudt in handen van de Duitse politie, juni 1944 - april 1945. *Episode 5, hoofdstuk 31-46: Osewoudt in handen van de Nederlandse politie, april - december 1945. Het verhaal speelt zich af in veel Nederlandse plaatsen: Leiden, Voorschoten, Amsterdam, Den-Haag, Scheveningen e.a, maar ook in Engeland. Verder speelt het boek zich vaak af in kleine donkere ruimtes (de sigarenwinkel, het foto-ontwikkelkamertje, de cellen). Dit duidt op de isolering, de dreiging en de onzekerheid van ons leven. Wanneer het donker is kun je niet zien wat zich in de rest van de kamer bevindt. Dit geeft ons, maar ook hem, een beangstigend gevoel. Vooral de sigarenwinkel is in het verhaal een erg belangrijke plaats omdat hij daar b.v. voor het eerst benadert wordt door Dorbeck. De wijze van vertellen Het verhaal is in de hij-vorm geschreven. Het boek begint met het leven van de jonge Osewoudt, en eindigt met de dood van deze hoofdpersoon. Het boek heeft dus een gesloten eind, maar ook een open einde, want je weet nog niet of Dorbeck heeft bestaan. Het boek is wel in chronologische volgorde verteld, er zaten geen flashbacks en flash forward’s in het verhaal. Spanning Gedurende het boek wordt er een spanning opgebouwd. Naarmate het einde dichterbij komt, komt er een paar keer een climax, maar dan zakt de spanning weer in als blijkt dat het bewijs niet gevonden wordt dat Dorbeck bestaat. Het einde is een anticlimax. Je verwacht nog te horen hoe het nou allemaal zat met Dorbeck, maar dan wordt Osewoudt doodgeschoten. Thema en motieven Het thema van het boek is: zelf de werkelijkheid weten en vervolgens die werkelijkheid niet kunnen aantonen. De eerste helft van het boek is eigenlijk een voorspel van het 2e gedeelte. Het eerste gedeelte gaat over de werkelijkheid, en het 2e gedeelte over het niet kunnen aantonen van die werkelijkheid. De motieven zijn: · Dubbelgangersmotief: Dorbeck is de dubbelganger van Osewoudt en iedereen ziet Dorbeck voor Osewoudt aan, zodat Osewoudt in de problemen komt. Later is er misschien zelfs een 3e dubbelganger namelijk Jagtman. · Foto’s/Leica: Osewoudts leven hangt af van zijn laatste foto en die mislukt. En ook eerdere, belangrijke foto’s zijn mislukt. Eigenlijk is mislukking ook een motief, want als Osewoudt Dorbeck ziet, beseft hij dat hij de mislukte versie is. · Oorlog: het verhaal speelt zich af in de tweede oorlog en de hoofdpersoon is er nauw bij betrokken. · Spiegel/zoeken naar eigen indentiteit: waar Osewoudt Dorbeck in ziet wanneer hij erin kijkt. Dorbeck is wat Osewoudt wil zijn. · Donkere kamer: waar Osewoudt tevergeefs foto’s ontwikkelt en die ook staat voor de cellen waarin hij heeft gezeten. De donkere kamer kan ook als een mislukking gezien worden en duidt isolement en duisternis aan. · Wanhoop, onwetendheid, angst en toeval: de wanhoop komt eigenblijk voort uit de onwetendheid van de hoofdpersoon. Voor de rest zijn dit allemaal factoren waaromheen het verhaal gebouwd is. · Oedipuscomplex: Osewoudt houdt op een vreemde manier van zijn moeder, maar hij houdt wel zielsveel van haar. Want nooit heeft hij het erover gehad dat hij kwaad is, omdat zij zijn vader vermoord heeft en nooit haalt hij herinneringen op aan zijn vader. Ook gaat hij i.p.v. te studeren werken in zijn vaders winkel om voor zijn moeder te zorgen. · Zusterhaat: Hermans kon niet echt goed overweg met zijn zuster en in dit boek staat Ria symbool voor de ‘zuster’ van Osewoudt en hij vindt haar eigenlijk helemaal niks. · Tram: Telkens weer komt de tram in het verhaal weer terug. Alleen in de oorlog reed de tram niet. · INHALEN VERBODEN: Telkens komen in het boek die borden 'inhalen verboden' voor. De betekenis van deze borden heeft te maken met die achterstand die Osewoudt heeft op alle andere mensen. Hij is een 'mislukkeling', vindt hij zelf, en om dat te veranderen voert hij 'verzetsdaden' uit. Uiteindelijk blijft hij toch dat 'mislukkelingetje', die niets heeft ingehaald. Personages De verhaalfiguren: Hoofdpersoon: Henri Osewoudt: volledige naam: Hendrik Maarten Osewoudt. Geboren op 23-4-20 in Voorschoten. Kenmerken van hem waren dat hij blond was en dat hij geen baard had ook was hij niet erg groot en hij was vaak een beetje bleek. Ook heeft Osewoudt een rare hoge stem. In het boek beleef je mee wat hij doet. Hij pleegt een aantal aanslagen en wordt later opgepakt, door de Duitsers, maar ook door de Amerikanen. Uiteindelijk overleeft hij de oorlog niet.
Familie Osewoudt: Vader: Hij werd al in het begin van het boek vermoord door Moeder. Moeder: Ze was niet helemaal 100%. Daardoor moest ze ook nadat ze vader had vermoord ook niet in de cel maar in een inrichting. Daarwas ze al eens eerder geweest. Bart Nauta: Bij hem vond Osewoudt onderdak toen zijn moeder werd opgesloten in een inrichting. Toen was hij nog alleen de oom van Osewoudt. Later toen Osewoudt met Ria was getrouwd was het ook de schoonvader van Osewoudt. Tante Fietje: Overleed al snel nadat Osewoudt was getrouwd met Ria. Deed wel aardig tegen Osewoudt maar mocht hem niet. Fietje was de vrouw van Bart. Ria: De dochter van Bart Nauta en Tante Fietje. Ze trouwt met Osewoudt en later als ze samen met Evert woont vermoord Osewoudt haar, o.a. omdat zij hem verraden had. Vrienden & Kennissen: Moorlag: Goede vriend van Osewoudt. Hij was een student en woonde bij Osewoudt en Moeder in. Later ging Osewoudt nog een keer bij hem op bezoek. Fam. Turlings: Drogisten die aan de overkant van de straat woonde van de sigarenzaak. Evert Turlings: De zoon van de Drogist. Hij was een N.S.B.er, en later was hij samen met Ria. De Vos Clootwijk: Directeur van de Nederlandse Spoorwegen. Elly probeerde informatie bij hem los te peuteren maar dat is haar niet gelukt. Marianne Sondaar (eigenlijk: Mirjam Zettenbaum): Ze kwam met Osewoudt in contact toen hij zijn haar zwart moest laten verven. Ze was eigenlijk de vriendin geworden van Osewoudt, want Osewoudt vond Ria niet meer zo leuk. Ze was half joods en had daarom een schuilnaam. Ze heeft een kind gekregen met Osewoudt wat dood geboren was. Later was ze naar Palestina gegaan en zat ze in een kibboets. Osewoudt heeft haar nadat hij opgepakt was nooit meer gezien. Pater Beer: Hij praatte met Osewoudt toen hij gevangen zat en in de ziekenzaal lag. Toen Osewoudt werd neeggeschoten was hij bij Osewoudt maar kon hem niet meer redden. Verzetsmensen: Dorbeck: De man die alles wist, hij gaf Osewoudt zijn opdrachten en hij hielp Osewoudt. Alleen hielp hij Osewoudt niet toen hij dat zo erg nodig had: op het laatst. Als hij zich had laten zien dan had het best zo kunnen zijn dat Osewoudt nog leefde. Dorbeck is het "geslaagde" exemplaar van Henri, zijn "ideale ik" (dapper, zwart haar en een stoppelbaard). Zéwüster: Hij, Dorbeck en Osewoudt pleegden de aanslag op de Kleine Houtstraat nummer 32. Later kwam Osewoudt hem nog 1 keer tegen bij de bibliotheek. Hij is later gedood door de Duitsers. Elly Sprenkelbach Meijer: Een Engelse agente die naar Osewoudt moest gaan om van hem onderdak te krijgen. Ze had van de Engelsen verkeerde spullen mee die haar verdacht zouden maken. Osewoudt hielp haar, maar dat had uiteindelijk weinig zin, want ze werd opgepakt door de Duitsers. Meinarends: Hij zorgde voor 2 persoonsbewijzen, voor Osewoudt en voor Elly Sprenkelbach Meijer. Labare: Bij hem vond Osewoudt onderdak toen hij dat nodig had. Osewoudt moest bij hem films ontwikkelen. Later is Labare ook opgepakt door de Duitsers. Annelies van Doormaal (Hé jij): Pleegde samen met Osewoudt de aanslag op de Duitser Lagendaal. Cor + Oom Kees en nog 2 anderen: Zorgden voor de ontsnapping van Osewoudt uit het ziekenhuis. Waren waarschijnlijk gestuurd door een dokter of door de Duiters. Suyling: Hij zat bij Labare en deed erg negatief wanneer hij Osewoudt zag. Aliassen Osewoudt: Mijnhardt: Gebruikt hij om Moorlag te kunnen spreken, zonder dat Ria wist wie hij was. Filip van Druten: Gebruikt hij bij Meinarends als hij 2 persoonsbewijzen nodig heeft, als hij bij Marianne is, bij ‘Hé jij’. Dominee Verberne: Gebruikt toen hij wilde weten wat er met moeder en ria gebeurt was. Joost Melgers: Gebruikt hij als hij bij Labare is. Agent bureau Binnenhof: Gebruikte hij toen hij wilde weten wat er met Elly gebeurt was bij De Vos Clootwijk. Clara Boeken: Gebruikt hij als hij verkleed is als verpleegster. Duitsers + Slachtoffers van Osewoudt: Lagendaal: Doodgeschoten door Osewoudt. Mevrouw Lagendaal: Doodgeschoten door Osewoudt. Walter Lagendaal: Door Osewoudt achter gelaten vlak bij het Rokin, nadat ‘Hé jij’ en Osewoudt hem meegenomen hadden. Leidster van de Nationale Jeugdstorm (Marchiena Siemerink): Wordt door Osewoudt en ‘Hé jij’ vermoord. Kriminalrat Wülfing: Laat Osewoudt in elkaar slaan en vertelt hem dat ze alles weten van zijn daden. Hauptsturmführer Ebernuss: Hij zorgde ervoor dat Osewoudt naar het ziekenhuis werd gebracht. Vervolgens probeerde Ebernuss een beetje vriendjes te worden met Osewoudt omdat hij zag dat de Duiters de oorlog aan het verliezen waren. Later in het boek gaat hij met Osewoudt mee en wil zich aansluiten bij de verzetsmensen. Dorbeck is daar ook en vertrouwt Ebernuss niet en geeft Osewoudt gif. Osewoudt doet het gif in het drinken van Ebernuss en vertrekt met Dorbeck. Georg Krügener: Brengt Osewoudt in verpleegstersuniform eerst naar Voorschoten en vervolgens slaat Osewoudt hem neer en rijd naar Dordrecht. Daar vlakbij komt Georg weer bij en vermoord Osewoudt hem door mes in zijn rug te steken. Gustav Malknecht: Hij was de typist die alle gesprekken met Osewoudt moest vastleggen op papier. Later toen hij in handen was van de Nederlanders legde hij een verklaring tegen Osewoudt af.
Engelsen: Kolonel Smears: Deze man legde een verhoor met Osewoudt af. Percy: Hij moest alles noteren met een typemachine wat Kolonel Smears vroeg en Osewoudt antwoordde. Nederlandse politie: Inspecteur Selderhorst: Belast met het onderzoek van Osewoudt. Spuybroek: Een jonge marechaussee die moest letten op Osewoudt zodat hij niet kon ontsnappen als ze opzoek waren naar bewijzen. Belangrijke voorwerpen: Leica: Dit is het fototoestel van Osewoudt. Hij had hem gekocht om foto´s te maken van Duitse militairendoelen nadat foto´s die hij moest ontwikkelen mislukt waren. Later maakt hij ook nog een foto van hem en Dorbeck maar die bleek mislukt toch Osewoudt hem ontwikkelde. Uniform Dorbeck: Dit is voor Osewoudt het enige bewijs dat er een Dorbeck heeft bestaan. Anderen die hem gekend hebben zijn allemaal dood. Inspecteur Selderhorst hecht niet zoveel waarde aan het uniform maar is wel blij dat ze nu eindelijk iets hebben van Dorbeck. 3 Foto´s: Elke keer als Osewoudt iemand tegen kwam dan identificeerde die persoon zich met 1 van de 3 foto´s. Osewoudt heeft van de 3 foto´s er ééntje niet terug gehad. Deze was bijna zeker in het bezit van ‘Hé jij’ maar hij heeft de foto nooit gezien die zij bij zich had. 2 foto’s: Op een foto stond Dorbeck en nog een paar andere personen voor het huis van de Kleine Houtstraat 32. Deze foto had ook als een bewijs voor het bestaan van Dorbeck kunnen dienen, als zijn moeder niet was binnengekomen en het licht had aangedaan. Ook een foto die Osewoudt zelf maakte voor een spiegel van hem en Dorbeck had kunnen bewijzen dat hij heeft bestaan. Ook deze foto mislukt. Titel, ondertitel en motto: De titel De donkere kamer van Damokles is afgeleid van de uitdrukking ‘Het zwaard van Damokles’ en duidt op een voortdurende dreiging. Damokles was een hoveling aan het hof van Dionysius I van Syracuse (406 – 367 v. Chr) Hij mocht voor een dag koning zijn. Maar deze hing een zwaard aan een paardenhaar boven de troon, om hem aan te tonen in welk gevaar een tiran steeds verkeert. De dreiging is in dit geval niet afkomstig van een zwaard, maar van een – mislukte – foto, die de onschuld van de hoofdpersoon had moeten bewijzen. De donkere kamer verwijst, behalve naar de ruimte waar de belangrijke foto’s worden ontwikkeld, ook naar de cellen, waarin de hoofdpersoon verblijft. Ook slaat de donkere kamer op eenzaamheid, op onzekerheid en isolement. Het ‘motto’ staat achter in het boek, en zegt veel over het thema van het boek. Het is geschreven door Ludwig Wittgenstein: “Ik kan hem zoeken als hij er niet is, maar hem niet ophangen als hij er niet is. Men zou kunnen willen zeggen: ‘Dan moet hij er toch ook zijn als ik hem zoek.’ -Dan moet hij er ook zijn als ik hem niet vind, en ook als hij helemaal niet bestaat” Dit slaat op Osewoudt die maar niet kan aantonen dat Dorbeck bestaat. Plaats in de literatuurgeschiedenis / achtergrond schrijver W.F. Hermans werd op 21 september 1921 in Amsterdam geboren als kind van twee leraren. Hij kon het niet goed met ouders, oma en zus vinden en vooral bij de laatste persoon heeft die vrij vaak centraal gestaan in zijn boeken. Op de lagere school was hij het knapste jongetje van de klas, maar het slechtste in gymnastiek. Tijdens zijn jeugd was hij eenzaam, hij had alleen zijn teddybeer als vriend. Op het gymnasium was hij middelmatig. Hij won een eerste prijs in een opstellenwedstrijd. Dit was zijn debuut en het werd ook gepubliceerd in het "Algemeen Handelsblad". Hij studeert fysische geografie aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam en wordt in 1958 aangesteld als lector aan de Rijksuniversiteit van Groningen. In 1973 neemt hij ontslag en vestigt zich als fulltime schrijver in Parijs. De laatste jaren van zijn leven woont hij in Brussel en sterft op 27 april 1995. Hij debuteert met poëzie. Daarna volgen recensies, essays en verhalen. In 1947 verschijnt zijn romandebuut Conserve. Op zijn naam staat een zeer omvangrijk oeuvre in alle mogelijke genres. Sommige van zijn boeken zijn verfilmd en een aantal is vertaald in bijv. het Zweeds, Engels en Duits. Zijn wereldbeeld is samen te vatten als de onkenbaarheid van de waarheid. De realiteit is te ingewikkeld en chaotisch. Mensen zien verbanden tussen gebeurtenissen die er helemaal niet zijn. Het misverstand is ook een belangrijk motief. Zijn belangrijkste thema is verwarring en chaos.Zijn werk gaat vaak over Tweede Wereld Oorlog. Hij beschrijft vaak een wereld waarin geen mens te vertrouwen is

De hoofdpersonen in zijn boeken zijn waarheidszoekers, die de waarheid echter nooit zullen vinden. Ze stuiten op misverstanden of trekken verkeerde conclusies. Ook vinden ze geen zekerheid over hun eigen identiteit. Een andere thema in zijn boeken is dat de personen in zijn boeken op zoek zijn naar hun vader. De ouders zijn autoritair en de zoon zet zich tegen ze af, maar wil vooral zijn vader toch een plezier doen. De hoofdpersonen proberen zichzelf te bevestigen door iets bijzonders te doen. Veel door Hermans gebruikte stijlmiddelen zijn ironie, de herhaling en het groteske. Hij beschrijft de tijden waarin weinig gebeurt vrij kort, terwijl hij als er veel gebeurt dat uitgebreid beschrijft
Er wordt hem wegens anti-katholieke passages in de roman Ik heb altijd gelijk (1951) een proces aangedaan - dat hij overigens gewonnen heeft. Hermans’ perfectionisme met betrekking tot zijn werk leidt ertoe, dat er bij herdrukken vaak belangrijke correcties worden aangebracht. Onder het pseudoniem Age Bijkaart publiceert hij vanaf ’74 opstellen in Het Parool, later gebundeld in Boze brieven van Bijkaart (1977). In 1977 aanvaardt hij de Grote Prijs der Nederlandse Letteren, nadat hij eerder andere literaire prijzen (o.a. P.C. Hooftprijs) geweigerd heeft. Hermans’ werk wordt onder meer beïnvloed door Multatuli, Kafka, Bordewijk en L. Wittgenstein, van wie hij ook werken vertaalt. In 1993 schrijft hij het Boekenweekgeschenk In de mist van het schimmenrijk. Een korte selectie uit zijn oeuvre: Poëzie: Kussen door een rag van woorden (debuut), Overgebleven gedichten (1968); Romans: De tranen der Acacia’s (1949), Nooit meer slapen (1966), Ruisend gruis (1995); Novellen, verhalen: Het behouden huis (1952), De laatste roker (1991). Ook schreef hij studies en essays, dramatische werken en wetenschappelijk werk. De persoonlijke beoordeling: Het onderwerp Ik vond het onderwerp niet uitermate interessant. Ik houd absoluut niet van boeken die over oorlog gaan of ermee te maken hebben. Wel vond ik het dubbelgangers idee wel interessant. Gelukkig zat de oorlog niet echt op de voorgrond, maar het beinvloedde de sfeer toch en dat vond ik jammer. Het onderwerp is absoluut niet herkenbaar in mijn belevingswereld, we leven tenslotte al meer dan 50 jaar zonder oorlog hier in Nederland. Het boek heeft me zeker aan het denken gezet... bestond Dorbeck nou wel of niet? Het onderwerp had voldoende diepgang, soms misschien wel iets te veel. Ik zou misschien wat dingen weglaten die allemaal gebeurde, want het boek duurde ontzettend lang, er kwam maar geen einde aan en ik denk dat dat wel korter had gekund. De gebeurtenissen De gebeurtenissen waren absoluut het belangrijkste in het boek. Daar draaide het om. Osewoudt volgde allerlei bevelen op en daardoor gebeurde er van alles. Later wordt hij van een hoop dingen beschuldigd die gebeurt zijn. Er kwamen net iets te veel gebeurtenissen in voor. Ik vond het boek net iets te lang duren. Het zat soms tegen het randje van saai aan, maar op zich waren de dingen die gebeurde wel spannend, alleen waren er net iets te veel van die momenten. De gebeurtenissen waren soms wat onrealistisch, ik vond het raar dat Osewoudt zomaar mensen ging vermoorden voor een man die hij niet kende. Later snapte ik wel waarom hij het deed, maar dan nog vind ik dat idee wat onrealistisch. Misschien gebeurde dat zo in tijden van oorlog, maar daar weet ik te weinig van om over te oordelen. De gebeurtenissen riepen vooral verbazing op in het begin bij allerlei moorden, aan het eind riepen de gebeurtenissen medelijden op. De afloop is ontzettend onduidelijk en verwarrend. Ik denk dat de schrijver met opzet een open einde heeft geschreven, om het feit dat Osewoudt altijd verward was en in chaos leefde extra te benadrukken. De lezer raakt nu namelijk ook verward door het rommelige einde en heeft zo iets gemeen met de hoofdpersoon. Aan de andere kant vond ik het maar goed ook dat Osewoudt dood was, want het zag er niet uit dat hij ooit zijn onschuld zou kunnen bewijzen. Dus hij zou alleen maar ongelukkiger worden en hij had toch ook verder niet echt iemand meer over. De personen De hoofdpersoon kwam levensecht over. Hij was misschien wat raar, maar verder ging het wel. Ik kon naar het einde toe redelijk goed inleven in de hoofdpersoon, in het begin wat minder, omdat toen nog niet goed duidelijk was waarom hij zomaar in het wilde weg bevelen ging uitvoeren van iemand die hij niet kende. Ik herken niet bepaalde eigenschappen van de hoofdpersoon in mijzelf en ik herken de personen niet in mijn eigen leefwereld. Ik ben niet beïnvloed door het gedrag van de hoofdpersoon. Het achter de waarheid willen komen vond ik een goede eigenschap van de hoofdpersoon, het zomaar naïef bevelen opvolgen en mensen vermoorden een negatieve eigenschap. Ik zou de hoofdpersoon niet anders laten handelen, want dan was het hele effect weg van het boek. De opbouw Ik kon het boek niet vlot lezen. Dit is van de 12 boeken op mijn lijst het boek dat het minst vlot las. Misschien kwam dit door het onderwerp, misschien door de schrijver. Het verhaal was op zich niet moeilijk opgebouwd, alleen werden soms pas achteraf de motieven van daden beschreven of wat er nou gebeurd was, dat was wat lastig. Er waren momenten dat ik het boek zat was en weg wilde leggen, maar ik wilde het perse uitlezen, omdat ik ook gehoord had dat het echt een goed boek was en dat het einde geniaal was. Het boek duurde alleen te lang, het had iets minder lang mogen duren. Elke keer dat Osewoudt weer een opdracht ging doen was spannend. Ook de momenten dat hij dingen probeerde te bewijzen waren spannend. Zou het uniform nog in de tuin liggen? De afloop was goed. Het laat open voor fantasie, maar het sluit het ook af. Het maakt niet meer uit of Dorbeck bestaan heeft. Toen ik het ging lezen heb ik eerst een samenvatting gelezen, omdat iemand gezegd had dat er zoveel namen in voor kwamen en zoveel gebeurtenissen. Ik wist dus al dat je ging twijfelen over het bestaan van Dorbeck. Toch dacht ik dat hij echt had bestaan. Maar vlak voor het einde, kreeg de schrijver het toch voor elkaar mij te laten twijfelen. Dat was het moment dat Osewoudt bij de psychiater was die ook zijn moeder had behandeld. Hoe die man het uitlegde, ik kon er toen niet meer zeker van zijn of Dorbeck toch bestaan had. Dat vond ik erg knap en daardoor vind ik het boek uiteindelijk nog best heel goed. Je moet er maar opkomen en je moet je lezers maar zo kunnen manipuleren. En je kan alles nog op 3 manieren uitleggen. Nou als je zo kunt schrijven, geweldig.
Het taalgebruik Het taalgebruik was niet heel makkelijk. Het was niet populair geschreven, maar duidelijk voor volwassenen. Ook is het een tijd geleden geschreven wat misschien ook meespeelde. De gebeurtenissen werden soms op een heldere manier beschreven, soms kreeg je pas achteraf de duidelijkheid. De dialogen kwamen vooral aan het einde voor en waren duidelijk weergegeven. Verwerkingsopdracht Hoe zit het met Dorbeck? Als het boek uit is blijft de vraag: Wie is Dorbeck en heeft hij echt bestaan? In de verwerkingsopdracht zal ik 3 theorieen toelichten over het wel dan niet bestaan van Dorbeck. Het verhaal met Dorbeck begint als hij Osewoudt vraagt om een fotorolletje te ontwikkelen. Als winkelier doet Osewoudt dit. Vervolgens vraagt Dorbeck hem om een moord te plegen in Haarlem. Dit vond ik vreemd, want Osewoudt heeft geen idee wie die vent is. Later blijkt dat hij tegen hem opkijkt. Dat Dorbeck is wie Osewoudt altijd heeft willen zijn. Vervolgens ontmoet Osewoudt Elly. Ze draagt een van de drie foto’s die hij voor Dorbeck heeft ontwikkeld. Het is onmogelijk dat die foto’s in 3 dagen van Nederland naar Engeland en weer terug zijn gegaan. Osewoudt neemt dan maar aan dat Elly de foto’s in Nederland van Dorbeck heeft gekregen. Tot zover kan het prima dat Dorbeck inderdaad heeft bestaan. Op dit moment is het ook geschreven alsof hij bestaat. Pas aan het einde van het verhaal komt de twijfel of hij echt heeft bestaan, omdat het niemand lukt om Dorbeck te traceren en de bewijzen die Osewoudt noemt bijna allemaal mislukken of uiteindelijk niet overtuigend zijn. Het enige bewijs dat wel gevonden wordt, is het uniform van Dorbeck. Weliswaar is dit zo verteerd dat de stof uiteen valt. Dit uniform is een soort bevestiging van wat je het hele boek hebt gedacht: Dorbeck bestaat toch. De eerste theorie is dat Dorbeck altijd heeft bestaan. Van begin tot eind. Het lijkt namelijk onmogelijk dat Osewoudt alles zelf heeft bedacht. Door Elly wordt hij bijvoorbeeld opgebeld. Die foto’s kan hij nooit aan die mensen die hij ontmoet gegeven hebben. Dit kan nog een stapje verder. Dorbeck werkte misschien wel voor de Duitsers in het geheim. Hij liet Osewoudt zijn vuile klusjes opknappen en liet hem ervoor opdraaien. De Duitsers ontkenden namelijk niet dat Dorbeck bestond. Later bleek namelijk dat de foto’s die Osewoudt gemaakt had, door de Duiters gebruikt werden en er dus heel veel kopieen van waren. Een 2e theorie is dat Dorbeck wel bestaan heeft, maar niet het hele boek door. Misschien van Dorbeck Jagtman wel. Hierdoor zouden de eerst gebeurtenissen wel degelijk echt gebeurd zijn. Later heeft Osewoudt zich teveel door zijn ‘verbeterde ik (Dorbeck)’ laten beinvloeden dat hij de rest zelf bedacht heeft. Dat hij aan waanbeelden lijdde, omdat hij zo graag als Dorbeck wilde zijn. Het uniform dat gevonden wordt, zou voor deze theorie spreken. Dit is namelijk in het begin van het verhaal gebeurd. Jagtman kwam om in een bomaanslag waarbij zijn hele familie omkwam. Voor de gebeurtenissen na de bomaanslag zijn geen bewijzen meer. De 3e theorie is dat Dorbeck niet heeft bestaan. Hij is van het begin af aan een hersenspinsel van Osewoudt, om al zijn oorlogsmisdaden goed te praten. Voor deze theorie spreken de volgende dingen: Op de eerste plaats de uiterlijke overeenkomsten tussen Osewoudt en Dorbeck. Vrijwel iedereen in het verhaal vergist zich in de twee personen, omdat deze twee zo veel op elkaar zouden lijken. Dit zou een aanwijzing kunnen zijn voor het feit dat ze een en dezelfde persoon waren. De andere reden waarom Dorbeck niet bestaan zou hebben, is dat er geen echte bewijzen in het boek te vinden zijn, dat hij wel bestaan zou hebben en dat hij onvindbaar is in de tijd dat Osewoudt in de cel zit. Dit is niet zo verwonderlijk, want Dorbeck zat op dat moment als het ware ook in de cel, omdat hij dezelfde persoon is als Osewoudt. Dit is ook wat de psychiater denkt. Zijn moeder was tenslotte ook niet helemaal 100% en is zou best logisch zijn dat Osewoudt dit ook heeft. De psychiater zegt dat Osewoudt Dorbeck bedacht heeft en dat hij daar niets aan kon doen. In trauma’s bedenken mensen wel vaker een soort 2e persoon, omdat ze de waarheid niet aan kunnen. Verder is het natuurlijk slim om in de oorlog een andere naam te gebruiken.

REACTIES

M.

M.

klein foutje maar. Mevrouw langedaal wordt integestelling tot haar man niet dood geschoten maar de hoofdpersoon breekt haar nek. dit is volgens mij een verwijzing naar het judo verleden van de hoodpersoon.

15 jaar geleden

P.

P.

Ha Karen,

Je hebt nog al wat werk van je uittreksel gemaakt zie ik! Wel erg goed. Er is ook een verfilming van dit boek deze heet: "Als twee druppels water". Ik heb deze film gezien, en het verschilt soms aardig van het boek merk ik. Het slot van deze film is dat Dorbeck en Marianne ergens samen op rotsen liggen aan zee. Dit klopt niet met het boek? Heb jij het boek zelf gelezen?

Alvast bedankt!

19 jaar geleden

M.

M.

Vind de samenvatting heel goed en ben het er ook mee eens. De analyses zijn heel goed en ik herken de vragen die overblijven. Goed werk! Klein minpuntje vind ik de foutjes in de grammatica.

15 jaar geleden

L.

L.

jij bent het niet eens waard dit boek te lezen kijk alleen al naar je Eerst reactie achteraf deel. Je zit op vwo en je kan niet eens een niveau 4 boek lezen? Je hebt als schrijver juist een leven als je dit verzint. Hiervoor kopen mensen een boek. Hiervoor willen mensen dit boek lezen. Als je een kleuterboek met plaatsjes liever hebt ga die dan uitzoeken zeikerd

13 jaar geleden

B.

B.

Levy, heel leuk dat je een reactie plaats. Denk er voortaan even over na hoe je de reactie gaat formuleren. Als je haar probeerde te dissen is dat wel heel erg mislukt, kijk eens eerst naar je eigen spelfouten voordat je iemand haar verslag gaan beoordelen

12 jaar geleden

V.

V.

Ik ben het met Levy eens alleen dan wat genuanceerder. Ik had wel van een 6vwo'er wat meer inzicht en vaardigheid verwacht. Het lijkt meer op een kinderverslag dan die van iemand van rond de 17 jaar.

11 jaar geleden

T.

T.

De schrijfstijl van dit verslag vind ik persoonlijk walgelijk. Hoe durf je te zeggen dat de schrijver van dit boek geen leven heeft? Meerdere delen van dit verslag waren bot en smaakloos.

11 jaar geleden

X.

X.

Ik ben van mijn stoel gevallen na '' niet 100%'', hahaha. En astjeblieft, gebruik je kennis op een nette manier.

11 jaar geleden

J.

J.

Goed verslag, duidelijk geschreven.
Trek maar niks aan van de andere beoordelingen.
Top!

11 jaar geleden

T.

T.

http://www.scholieren.com/boekverslag/52018 Als je de samenvatting van iemand kopiert, zet er dan teminste bij dat je het zelf niet hebt gemaakt.

11 jaar geleden

A.

A.

alle samenvattingen op scholieren van dit boek die ik kan vinden zijn hetzelfde

11 jaar geleden

A.

A.

hee schatjes weet iemand wat de verhaallaag en de betekenislaag van dit boek??

11 jaar geleden

S.

S.

Een typisch voorbeeld van een verslag dat in spreektaal is geschreven. In het algemeen is het wel een goed verslag.

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De donkere kamer van Damokles door Willem Frederik Hermans"