Samenvatting
'Proloog'
Aan de rand van Haarlem staan langs het Spaarne vier villa's. In 'Buitenrust' woont de familie Steenwijk: vader (griffier bij de rechtbank), moeder, Peter (zeventien jaar) en Anton (twaalf jaar). Links van hun huis staat de villa van de familie Beumer en rechts het huis van meneer Korteweg en zijn dochter Karin.
'Eerste episode, 1945'
Op een avond in januari 1945 wordt de familie Steenwijk opgeschrikt door zes schoten. Voor het huis van de buren Korteweg ligt het lijk van Fake Ploeg, hoofdinspecteur van de politie. Korteweg en Karin slepen het lijk voor het huis van de familie Steenwijk. Peter rent naar buiten om het dode lichaam weer weg te zeulen, maar op dat moment komen de Duitsers; Peter vlucht weg en neemt het pistool van Ploeg mee. Anton en zijn ouders worden uit hun huis gehaald en de villa wordt in brand gestoken, nadat eerst de ruiten kapot worden geslagen. Anton wordt in een auto gestopt en weggevoerd. Wat er met zijn ouders gebeurt, weet hij niet. Hij wordt in een cel in het politiebureau in Heemstede geworpen. In deze cel zit al een vrouw. Ze troost Anton en praat met hem over de fascisten ('ze zullen zeggen, dat het de schuld van de illegaliteit is') en over de noodzaak hen te haten.
Anton wordt de volgende dag overgebracht naar de Ortskommandant in Haarlem, van wie hij naar zijn oom en tante in Amsterdam mag gaan. Tijdens de rit van Haarlem naar Amsterdam wordt het konvooi door een Engels vliegtuig beschoten, waarbij enige doden vallen. In Amsterdam komt Anton bij een Duitse generaal terecht, die vriendelijk voor hem is. Oom Peter haalt hem op.
'Tweede episode, 1952'
Anton wordt opgevoed door zijn oom en tante, een kinderloos doktersechtpaar aan de Apollolaan te Amsterdam. Na de oorlog blijkt dat zijn ouders en Peter in de fatale nacht ter plekke zijn doodgeschoten. Anton reageert beheerst, hij gaat niet op onderzoek uit. Na het gymnasium gaat hij medicijnen studeren. Als hij tweedejaars is, wordt hij door een studiegenoot uitgenodigd op een feestje in Haarlem. Zo komt hij in 1952 voor het eerst weer terug in de stad die hij in januari 1945 heeft verlaten. Het feestje wordt voor hem een teleurstelling, omdat een paar brallerige studenten kwetsende opmerkingen maken. Anton wordt hierdoor herinnerd aan hetgeen hij in de oorlog heeft meegemaakt. De aansporingen om zich als vrijwilliger aan te melden voor de oorlog in Korea doen hem besluiten het feestje vroegtijdig te verlaten. Op de terugweg komt hij langs de kade waar zijn ouderlijk huis heeft gestaan. Mevrouw Beumer roept hem binnen. Ze vertelt dat Antons moeder op die fatale januari-avond een Duitser is aangevlogen en dat zij en haar man daarna zijn doodgeschoten. Anton vertrekt zwijgend en loopt langs het monument dat is opgericht voor de slachtoffers van de januari-tragedie. Hij leest de namen van de gefusilleerden, waaronder die van zijn ouders. De naam van Peter staat er niet bij. Bij navraag blijkt dat zijn oom hem wel verteld heeft over het monument, maar dat hij de onthulling niet wilde bijwonen. Anton voelt voor het eerst iets van angst voor het afgesloten verleden
'Derde episode, 1956'
Na zijn kandidaatsexamen gaat Anton op kamers wonen in de binnenstad van Amsterdam. In 1956 vallen de Russen Hongarije binnen. Dagenlang is het rumoerig rond het hoofdkwartier van de CPN in Amsterdam (het gebouw Felix Meritis). Tijdens een relletje ontmoet Anton in het portiek van zijn huis Fake Ploeg jr. Op de kamer van Anton ontwikkelt zich een heftig gesprek. Omdat zijn vader in de oorlog fout was, heeft Fake niet kunnen studeren. Hij werkt nu in een zaak voor huishoudelijke artikelen. Hij is fel anti-communistisch. Anton verwijt Fake dat het de vrienden van zijn vader waren, die Antons familie hebben uitgeroeid. Fake wordt woedend en verbrijzelt de spiegel met een kei. Kort daarop ontploft de oliekachel, waardoor de kamer vol roet komt. (Er is sprake van een herhaling van hetgeen in januari 1945 is gebeurd. De Duitsers sloegen de ruiten kapot en staken het huis van Antons ouders in brand.)
'Vierde episode, 1966'
In 1959 doet Anton artsexamen. Hij krijgt een assistentschap in de anesthesie en gaat in de buurt van het Leidseplein wonen. Hij werkt in het Wilhelmina Gasthuis. In Londen ontmoet hij de stewardess Saskia de Graaff. Een jaar later trouwen ze. Ze kopen een half huis in de buurt van het Concertgebouw. De vader van Saskia is ambassadeur in Athene. In de oorlog speelde hij een belangrijke rol in het verzet. Begin juni 1966 wordt Sjoerd begraven. Hij was een bekend journalist, die in de oorlog in het verzet zat. Omdat hij een vriend was van De Graaff, gaan Anton, Saskia en hun dochtertje Sandra ook naar de begrafenis. Na afloop van de plechtigheid komt Anton in contact met de verzetsstrijder Cor Takes. Deze heeft Fake Ploeg doodgeschoten. Anton wil eigenlijk niet meer over het gebeurde uit de oorlog praten,maar Takes moet zijn hart luchten. Hij tracht zich te rechtvaardigen door te vertellen over de gruweldaden van Ploeg. Over het gezeul met het lijk van Ploeg weet hij niets. Hij vertelt over zijn vriendin Truus Coster. Zij blijkt het meisje te zijn met wie Anton een nacht in de cel heeft gezeten. Anton hoort nu dat ze drie weken voor de bevrijding is terechtgesteld. Takes geeft zijn adres en telefoonnummer aan Anton. Anton gaat met zijn gezin en schoonouders ergens lunchen. Daarna gaat hij met Saskia en Sandra naar het strand. Door de onthullingen van Takes is hij helemaal uit zijn evenwicht. Hij wil de foto van Truus die in het bezit is van Takes, zien. In een foto van Saskia herkent hij het beeld, dat hij sinds 1945 in zijn hoofd heeft van Truus.De volgende dag gaat Anton naar Takes, die nog helemaal met zijn gedachten in het oorlogsverleden leeft. Het vrijlaten van de oorlogsmisdadiger Lages maakt de verzetsheld woedend. Anton ziet de foto van Truus. Takes vertelt over zijn verhouding met Truus. Zij was het die de laatste twee schoten op Ploeg afvuurde. Ploeg heeft haar daarna nog met een schot verwond. Anton is zeer geëmotioneerd
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden