Ciske de rat door Piet Bakker

Beoordeling 7
Foto van een scholier
Boekcover Ciske de rat
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 2182 woorden
  • 5 november 2003
  • 56 keer beoordeeld
Cijfer 7
56 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Piet Bakker
Genre
Jeugdboek
Streekroman
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
1941
Pagina's
638
Geschikt voor
vmbo
Punten
1 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands
Literaire thema's
Kindertijd & Kinderleed
Verfilmd als

Boekcover Ciske de rat
Shadow
Ciske de rat door Piet Bakker
Shadow
Opdrachten

1. De titel van het boek is Ciske de rat

2. Het is geschreven door Piet Bakker

3. Het boek is geschreven in 1941 en werd voor het eerst in 1942 uitgegeven
Ik heb de 26ste uitgave gelezen.

4. De naam van de uitgeverij is Elsevier en is gevestigd in Amsterdam en Brussel.

5. Info schrijver

6. Het boek is een streekroman, het verhaal speelt zich af in Amsterdam, om precies te zijn in “de pijp”. Er wordt regelmatig dialect gebruikt in het boek.

7. Het onderwerp van het verhaal is: verhouding ouders-kind. Ciske heeft het moeilijk met z’n moeder, maar heel fijn bij zijn vader of tante jans.

8. De hoofdpersoon is Ciske, ciske heet eigenlijk Franciscus Aloysius Gerardus Vrijmoeth. Het is een jongen die in zijn bewegingen en zijn gedrag lijkt op een rat, daarom wordt hij ook wel de rat genoemd. Ciske is een jongen die niet zomaar iemand vertrouwd. Hij denkt overal iets achter.Hij is al van vele scholen veranderd, omdat hij er een puinhoop van maakte op school.Ciske is een karakter, want zijn karakter eigenschappen veranderen in de loop van het verhaal. Hij wordt opener tegen mensen, en blijkt school heel erg leuk te vinden. Hij vindt het thuis niet fijn, en zou het liefst altijd naar school gaan.

9. • Ma Vrijmoeth werkt in een café. Ze vindt zichzelf een echte dame, en de stank van poeder en parfum straalt van haar af. Ze zorgt goed voor zichzelf, maar niet voor haar kinderen. Haar zuster doet het huishouden, omdat ze daar zelf niet veel tijd voor heeft. Ze woont niet meer samen met de vader van Ciske, maar ze zijn niet gescheiden. Ze is nu samen met “ome” Henri
• Meneer Bruis is de gezinsvoogd van Ciske, en ook nog zijn meester. Meneer
Bruis is de “ik”Persoon in het verhaal. Hij is getrouwd met Suus. Hij studeert Frans en moet daar in de loop van het verhaal examen in doen. Hij is een typen, want zijn karakter veranderd niet in het verhaal. Hij blijft denken dat Ciske een goede jongen is.
• Mr Vrijmoeth is de vader van Ciske. Hij is niet vaak thuis, maar zit dan vaak op zee. Zijn vriendin heet jans en wordt ook wel tante jans genoemd. Ciske en zijn vader kunnen goed met elkaar opschieten, daarom wil zijn vader Ciske bij hem in huis nemen. Zij is een typen. Ze veranderd niet in de loop van het verhaal. Ze blijft de slechte moeder.
• Doris is de beste vriend van de rat. Hij kan niet lopen en zit in een rolstoel. Ciske ziet hem ook als een echte vriend, want als zijn moeder het boek verscheurd dat hij van zijn vriend hadden geleend wordt hij boos en gooit een mes naar haar. Dorus is ook een typen, want hij blijft de beste vriend van Ciske, wat er ook gebeurd

10. De verhouding tussen de personen is als volgt:
Ma vrijmoeth is de moeder van Ciske, ze hebben geen goede band met elkaar. Ciske haat zijn moeder. Meneer bruis is de meester van Ciske en zijn gezinsvoogd. Hij komt dus vaak met hem in aanraking. Mr Vrijmoeth is de vader van Ciske. Ze hebben een goede band samen, en daarom wil hij Ciske ook bij hem in huis nemen. Doris is de beste vriend van Ciske, en Ciske heeft alles voor hem over. Hij brengt hem steeds in de rolstoel naar huis.

11. De titel van het boek is Ciske de rat. De titel is zo gekozen, omdat de hoofdpersoon Ciske heet, en hij heeft als bijnaam de rat. Het hele verhaal draait om hem, om zijn karakter, zijn daden en zijn gedrag.

12. Het boek verloopt als volgt:
Het is aan het begin van het school jaar in 1930 in Amsterdam. Ciske is weer eens van school getrapt, en komt nu op de school van mr Maatsuyker. Hij komt in de klas bij mr bruis. De klas geschouwd hem als een binnen dringer en Ciske doet ook niet veel moeite om zich in de groep te mengen. Mr Bruis is erg geïnteresseerd in Ciske, en wil graag meer over zijn achtergrond weten. Daarom vraagt hij aan de vader van Ciske om eens bij hem langs te komen. Mr Bruis probeert van alles bij de rat, en langzaamaan begint hij zich bij de klas thuis te voelen. Op een gegeven moment krijgt Ciske ruzie met Jantje Verkerk, een vervelend jongetje dat hem voorheen uit school steeds pesten. Ciske heeft met zijn mes een klein schrammetje op de arm van Jantje gemaakt. Jantje overdrijft het echter, en de kinderpolitie komt er zelfs aan te pas. Mr Mysken heeft een goede band met Ciske, want die kent hij onderhand wel. Het schrammetje van Jantje blijkt niet de moeite waard te zijn. Hoe goed Ciske nu in de klas is opgenomen, blijkt als Ciske en Dirkus, de jongen die naast hem zit, ruzie maken. Ze kiezen partij voor Ciske en Dirkus staat alleen.
Dan krijgt Ciske een vriendje, Dous Keulemans een t.b.c patiëntje, dat door een operatie invalide is en door het lange ziekenhuis verblijf ouder is dan de andere kinderen in zijn klas. Het blijkt een heel slim ventje te zijn, maar hij wil niet naar een andere klas, maar hij wil bij zijn vriend Ciske blijven.
Ciske moet ’s avonds in het café werken waar zijn moeder achter de tap staat. Hij moet glazen omspoelen. Dit is natuurlijk geen omgeving voor zo’n jong kind. Op een dag Ciske een ruit in bij het politie bureau. De politie heeft de bal afgepakt. Die bal was van Dorus, zijn vriendje. Meester Bruis praat nog een met de rechercheur en die vind dat Bruis wel geschikt is als voogd voor Ciske. De klas gaat op schoolreisje. Dankzij Ciske en Betje van Gemert, het liefste maar het domste meisje van de klas, heeft ook Dorus die altijd in een karretje moet rijden een heerlijke dag. Iedereen geniet ervan. Ciskes vader komt op school vertellen dat hij van zijn vrouw wil scheiden om weer te kunnen trouwen zodat Ciske weer een thuis heeft. De trouwdag van mr Bruis is op de laatste dag voor de zomervakantie. Meester Bruis heeft Ciske enkele raad gegeven voor zijn gedrag in de weken dat hij niet naar school hoeft. Na de vakantie zegt Ciske dat alles goed is gegaan maar dat is niet helemaal waar. Ciske’s moeder is jaloers op de toekomstige 2de vrouw van zijn vader, die tante jans genoemd wordt. Ciske wordt naar een andere school gestuurd, maar het hoofd weet dit te voorkomen. Op een avond komt rechercheur Mysken bij meester Bruis met het bericht dat Ciske zijn moeder vermoord heeft. Hij gooide met een mes dat toevallig voor het grijpen lag, met een ongelukkig resultaat. De kinderrechter komt er aan te pas en vind dat er gestraft moet worden. De klas is er helemaal door ontdaan. Dorus raakt er zo van in de war dat hij ziek naar huis gebracht wordt, maar hij wil Ciske zijn vriendje blijven. Ciske komt in een observatiehuis en krijgt voordat hij naar de rechter moet nog één keer bezoek van meester Bruis. Hij probeert hem een hart onder de riem te steken voor hetgeen wat nog komen gaat. Het is en klein bang ventje dat hij nu moet achterlaten.

13a De schrijver werkt chronologisch, maar soms wel met grote stappen in de tijd.
Mr Bruis trouwt 1 dag voor de zomervakantie en na die gebeurtenis is de
zomervakantie al weer afgelopen.
En Ciske zit nog maar net in de klas en een hoofdstuk later zijn ze al weer 3
maanden verder.

13b Het verhaal begint bijna aan het begin van het schooljaar, en is een paar
maanden na de zomervakantie afgelopen.

14 Je hebt te maken met een ik-vertelsituatie
blz 7 …. Ik keek hem een beetje onverschillig aan, want Maatsuyker doet altijd zo opgewonden en gewichtig. Speciaal tegen mij, omdat ik nog maar een blauwe Maandag op z’n school ben.
blz 100… Het lijkt wel of ik de Rat voor het eerst gezien heb. Gezien zoals hij werkelijk is.
blz 155… De sigarenas…! wist ik onmiddellijk, maar ik vroeg zo neutraal mogelijk: ‘Zo , wat was er dan loos…..?’

15 Onderwerp
a. Het onderwerp spreekt mij niet echt aan. Ik heb ook nog nooit over dit onderwerp gelezen, en ik denk ook niet dat ik dat nog een keer zal doen.
b. Ik heb geleerd, dat als je het thuis erg moeilijk hebt of als je het thuis niet thuis niet zo leuk vind, dat is te merken in je gedrag als je niet thuis bent.
c. De schrijver gaat helemaal in de gedachtes van meneer Bruis op, soms heb je wel eens een bladzijde vol hoe meneer Bruis over Ciske denkt. En hoe zijn situatie thuis is.
d. Je ziet het hele verhaal door de ogen van meneer Bruis. Je weet dus niet goed hoe het er bij Ciske thuis aan toe ging. Ik zou graag meer hebben gelezen hoe Ciske en zijn moeder met elkaar omgingen, wat Ciske allemaal tegen zijn moeder zei.

Gebeurtenissen
a. Het verhaal bevat niet genoeg gebeurtenissen om je te blijven boeien. Er wordt teveel aandacht besteed aan de gedachtes van meneer Bruis.
b. Ik vind het boek moeilijk, want er staat veel ouderwetse taal in, en ook streek taal, daarom is het soms moeilijk te volgen. Ik vind het boek schokkend, dat je een mes naar je moeder gooit, omdat ze het boek van je vriendje verscheurd.
Ik vind het boek ook dramatisch, omdat Ciske naar het Oberservatie huis moet.
Hij moest huilen toen meneer Bruis kwam, en dat heeft toch wel heel veel te betekenen, want meneer Bruis had hem nog nooit zien huilen, en had dat ook niet van hem verwacht.
c. De gebeurtenis die de meeste indruk op mij heeft gemaakt is wanneer meneer Bruis bij Ciske op bezoek gaat in het Observatie huis, en Ciske dan moet huilen, want dat past eigenlijk helemaal niet bij hem.

Personen
a. De hoofdpersoon is zeker geen held, het is een jongen die het heel erg moeilijk heeft thuis. Ik zou niet op hem willen lijken, want hij heeft heel veel problemen en is een moeilijk kind. Maar ik zou ook wel op hem willen lijken, want hij is een echte vriend voor Dorus. Ik heb nog nooit zo iemand gezien die zoveel van zijn vriendje houdt.
b. Je komt het meeste te weten van meneer Bruis, want je leest zijn gevoelens en gedachten. Dit is genoeg om zijn gedrag te verklaren, want hij bestudeert de rat heel goed, en ziet dat het heel niet zo’n slecht ventje is. Hij doet er dan ook alles aan om hem een beter leven te geven.
c. De hoofdpersoon, Ciske, lost alles niet echt praktisch op. Hij gebruikt vaag geweld, en zou iets nooit met woorden oplossen, maar met daden. Ik zou het zo niet doen, want hierdoor wordt zijn band met zijn moeder niet sterker. Ik zou de band met mijn moeder wel sterker willen maken, want je leeft wel dag en nacht met haar.
d. De normen van de hoofdpersoon is moord. Hij heeft zijn moeder wel vermoord, maar heeft daar wel ontzettend veel spijt van. Mijn normen liggen bij iemand uitschelden. Je kunt daar iemand ontzettend pijn mee doen vanbinnen, en dat is soms nog erger dan van buiten. Het verschil tussen mij en de hoofdpersoon is, dat ik de meeste ding met woorden oplos en hij met daden.

Bouw
a. Het verhaal is goed opgebouwd, je springt niet van de ene persoon naar de andere persoon. Het is wel een ingewikkeld boek, want er wordt veel moeilijke taal in gebruikt, dit heeft mijn interesse voor het boek wel veranderd. Ik vond het niet zo’n leuk boek meer omdat het eigenlijk te moeilijk was.
b. Er zitten weinig terugblikken in het boek. Er wordt wel verwezen naar het gedrag van Ciske toen hij eerst was en hoe hij nu is. Ik vind dat heel goed, want als er heel veel van die terugblikken in zaten werd het verhaal alleen nog maar ingewikkelder.
c. Ik vind het geen leuk einde. Je weet nu niet wat er met Ciske gaat gebeuren, blijft hij vrienden met Dorus, hoelang moet hij daar blijven, komt hij bij zijn vader terecht, enz… Je blijft met heel veel vragen zitten. Deze vragen worden denk ik wel beantwoord in het vervolg verhaal Ciske groeit op.

Taalgebruik
a. Ik vind het verhaal heel lastig om te lezen, omdat er veel moeilijke zinnen en moeilijke onderwerpen aan bot komen. Ik kan het verhaal daardoor soms niet helemaal volgen.
b. Ik vind het moeilijk, want er wordt veel ouderwetse taal in gebruik, maar ook heel origineel, want er wordt ook wel het Amsterdamse dialect gesproken. Dat is soms best wel grappig.
c. De taal past heel goed bij de hoofdpersoon Ciske, hij is een echte straat rat, en daar past dat taaltje wel bij. Bij de vader en moeder van Ciske past het ook goed. Bij meneer Bruis en Dorus past het iets minder. Zij weten beide heel erg veel, en zou je eigenlijk in een andere omgeving plaatsen.

REACTIES

D.

D.

ik weet dat dit Boek is verfilmd is en
en ik wil graag weten hoe dit Boek
is verfilmd

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.