Zakelijke gegevens
Auteur: onbekend. Titel: Beatrijs, Leeuwarden, 1992/1995, 16 blz. (eerste druk ongeveer 1375). Genre: Legende
Eerste reactie
Keuze: Het was een verplicht boek om te lezen. Inhoud: Ik vond het vond het verhaal soms wel moeilijk te volgen door het taalgebruik. Maar gelukkig stond de vertaling er naast, waardoor ik het hele verhaal toch snap. Ik vond het wel interessant om te lezen. Dat komt natuurlijk omdat het totaal anders is dan verhalen of boeken die je normaal leest. Verdieping
Samenvatting: Beatrijs werkt in een klooster als kosteres, ze was een beschaafde en welgemanierde non en ze werkte ook ijverig en deed al haar taken goed en op tijd. Maar ze was verliefd op een jongeman en haar verliefdheid had haar zo in haar macht dat ze er geen weerstand meer aan kon bieden. Op den duur kon ze de liefde niet meer ontkennen en stuurde de jongeman (die zij al sinds haar twaalfde liefheeft) een brief waarin ze vroeg of de jongeman naar het klooster wou komen. Hij kwam naar het klooster en ze besloten om samen te vluchten. Over acht dagen zou zij onder de elegantier op hem wachter. Die laatste avond liet Beatrijs haar habijt en sleutels achter bij het beeld van Maria. Daarna vlucht ze samen met de jongeman. Met de vlucht uit het klooster schendt Beatrijs haar plechtige geloften van armoede, gehoorzaamheid en kuisheid. Al snel voelt Beatrijs zich schuldig en onzeker, maar de jongeman belooft haar eeuwige trouw. Hij heeft zoveel geld dat ze minstens voor zeven jaar genoeg hebben. In de stad waar ze komen wonen ze zeven jaar zorgeloos. Beatrijs krijgt twee kinderen. Maar na die zeven jaar is er geen geld maar en de jongeman vertrekt en laat Beatrijs achter in armoede. Om haar kinderen niet te laten verhongeren is Beatrijs zich zeven jaar een prostituee (ze blijft al die tijd tot Maria bidden om vergiffenis).Na zeven jaar besluit ze niet langer een prostituee te zijn en trekt met haar kinderen bedelend door het land. Dichtbij haar oude klooster vindt ze onderdak bij een weduwe. In een gesprek met de weduwe vraagt Beatrijs hoe het is met de kosteres die veertien jaar geleden uit het klooster gevlucht zou zijn. De weduwe is verontwaardigd en zegt dat de kosteres juist een toonbeeld is van ijver en deugd. En daarmee bedoeld ze Beatrijs. Blijkbaar heeft nooit iemand wat gemerkt van het vertrek van de kosteres Beatrijs. Drie keer wordt Beatrijs in een visioen gemand om terug te gaan naar het klooster, wat ze uiteindelijk ook doet. Haar kinderen laat ze achter bij de weduwe. Als ze terug is in het klooster vindt ze al haar spullen terug op de plek waar ze het jaren geleden heeft achtergelaten; geen van de kloosterlingen heeft haar gemist, want Maria heeft gedurende die tijd haar taak waargenomen. De weduwe brengt de kinderen van Beatrijs naar de abdis van het klooster; die zegt haar steun toe in het opvoeden van de kinderen. Beatrijs lijdt nu een vroom leven in het klooster, maar ze kan de moed niet opbrengen om haar vroegere zondige leven op te biechten. Maar op een nacht maakt een engel haar duidelijk dat berouw geen nut heeft. Nu besluit Beatrijs toch te gaan biechten bij de abt. Nu krijgt ze vergiffenis voor haar zonden en is haar ziel gezuiverd. De abt verteld het verhaal aan de kloosterlingen zonder haar naam erbij te zeggen. De abt neemt de kinderen van Beatrijs mee en om er monniken van te maken. Onderzoek van de verhaaltechnieken: De schrijfstijl: het verhaal is geschreven in het Middeleeuws en het staat in dichtvorm. De plaats: het verhaal speelt zich af op meerdere plekken, namelijk in het klooster en in een stad waar Beatrijs en de jongeman later wonen, en in de omgeving van het klooster (bij de weduwe). De tijd: er vind veel tijdverdichting plaats, en het verteltempo ligt heel hoor. In 16 bladzijden wordt 14 jaar verteld. Het verhaal speelt zich af in de 14e eeuw. De verhaalfiguren: Beatrijs is de hoofdpersoon in dit boek. Ze is een eerlijke en betrouwbare non die altijd voor iedereen klaar staat, totdat ze zich toegeeft aan haar liefde en de wijde wereld in trekt. Ze blijft Maria echter trouw, en bidt iedere dag. Over het leven dat ze dan leidt wordt niet veel vermeld, wat wel duidelijk is, is dat ze alles over heeft voor de opvoeding van haar kinderen. Om toch aan geld te komen wordt ze prostituee. Ze kan niet met de zonden blijven leven en gaat dan terug naar het klooster, biecht uiteindelijk alles op en wordt weer non. Ze laat alleen nu wel haar kinderen in de steek. De jongeman: het is een impulsief persoon. Voorbeelden hiervan zijn: hij gaat ineens met haar weg van het klooster. Later wil hij ineens met haar de liefde bedrijven (r 340-345) als Beatrijs dat niet wil, zegt hij dat het door Venus kwam (r 365-369). En na 7 jaar gaat hij er ineens vandoor (r 427-431) Maria: ze is de grote redder en beschermengel in dit verhaal. Als zij de taken van Beatrijs niet veertien jaar lang op zich had genomen, dan had Beatrijs nooit ongezien kunnen herintreden in het klooster. De situaties: · Leven in het klooster terwijl ze hopeloos verliefd is. · Met de jongeman uit het klooster vluchten. · Na 7 jaar laat de jongeman haar in armoede achter. · De 7 jaar dat ze prostituee is. · Het besluit om te stoppen met de prostitutie en maar te gaan bedelen met haar kinderen. · Terug naar het klooster. · Het biechten van de gebeurtenissen aan de abt. Motieven: · Mariaverering: Beatrijs is gered door Maria omdat ze al die tijd tot Maria bleef bidden. · De angst voor schande: Beatrijs ging de prostitutie in omdat ze anders moest bedelen. Prostitutie was een minder grote schande dan bedelen. · Het getal 7: ze bleef twee keer zeven jaar weg en ze zei iedere dag trouw de zeven Mariagebeden. · Het getal 3: dat is het heilige getal; Beatrijs werd drie keer geroepen door God dat ze moest terugkeren naar het klooster en pas na de derde keer deed ze het. · Droom/ visioen: Beatrijs krijgt een keer een droom dat ze terug moet gaan naar het klooster en ze krijgt een keer een visioen van een man met een dood kind op zijn arm. · De kleur blauw: Beatrijs krijgt van haar vriend hemelsblauwe kleding. Blauw is ook de kleur van Maria. Verband titel-thema: De titel verwijst naar de hoofdpersoon Beatrijs. Thema:Maria wil iedereen helpen zelfs in de diepste zonde, zolang je maar trouw aan haar blijft en vaak genoeg aan haar bid. De kern van dit verhaal is het wonder van de vergeving. Aardse liefde is vergankelijk, hemelse liefde blijvend. Plaats in de literatuurgeschiedenis: Het werk is voor het eerst gepubliceerd in 1375. Dit is in de Middeleeuwen. De stroming is dan ook de middeleeuwen. Het is geschreven tijdens het katholicisme. De schrijver geeft hier dus duidelijk een oordeel over het katholicisme. Hij gelooft zwaar en wil de mensen overtuigen van zijn mening. De schrijver is onbekend omdat het in die tijd nog niet belangrijk was wie het verhaal had bedacht of heeft geschreven. Er wordt vermoed dat Diederic van Assenede óf Heinric van Aken Beatrijs heeft geschreven. Dit wordt gedacht omdat er veel overeenkomsten zijn tussen hun werk en Beatrijs. Het eerste deel van het verhaal dat al eerder bestond werd waarschijnlijk mondeling doorverteld. De persoon die het verhaal op schrift heeft gesteld heeft er toen een tweede deel bijgemaakt. Beoordeling: Ik vind dat het verhaal geen spannende momenten had. Dit komt omdat het allemaal te voorspelbaar was. Het verhaal zou toch wel goed aflopen. Als ik dan een passage moet kiezen die me het meeste aansprak dan kies ik voor het gedeelte waar Beatrijs besluit met de jongeling mee te gaan. Die gebeurtenis zou heel wat gevolgen met zich meebrengen en toch was Beatrijs bereid om de risico’s te nemen om te vertrekken. De rest van het verhaal was van te voren al te voorspellen (vind ik). Het leek mij logisch dat ze uiteindelijk weer terug zou gaan naar het klooster. Na het vertrek vond ik het boek dus niet meer zo interessant om te lezen. Ik kan dit boek ook niet vergelijken met andere boeken die ik heb gelezen. Dit was namelijk het eerste boek uit de middeleeuwen wat ik las. Ook had ik nog niet eerder een boek gelezen met dit thema. Dit thema vind ik ook niet interessant. Meestal lees ik voor ontspanning en dan pak je toch niet snel een boek met dit thema. Het taalgebruik in het boek vond ik lastig. Ik denk niet dat ik eruit was gekomen als er geen vertaling naast stond. Dit was heel handig want als je iets niet begreep kon je het in ‘normaal’ Nederlands lezen. Ik zou een ander niet aanraden om dit boek te lezen. Ik vind het namelijk geen interessant onderwerp om over te lezen. Mijn eindoordeel is dat ik het een moeilijk te lezen en saai boek vind.
Auteur: onbekend. Titel: Beatrijs, Leeuwarden, 1992/1995, 16 blz. (eerste druk ongeveer 1375). Genre: Legende
Eerste reactie
Keuze: Het was een verplicht boek om te lezen. Inhoud: Ik vond het vond het verhaal soms wel moeilijk te volgen door het taalgebruik. Maar gelukkig stond de vertaling er naast, waardoor ik het hele verhaal toch snap. Ik vond het wel interessant om te lezen. Dat komt natuurlijk omdat het totaal anders is dan verhalen of boeken die je normaal leest. Verdieping
Samenvatting: Beatrijs werkt in een klooster als kosteres, ze was een beschaafde en welgemanierde non en ze werkte ook ijverig en deed al haar taken goed en op tijd. Maar ze was verliefd op een jongeman en haar verliefdheid had haar zo in haar macht dat ze er geen weerstand meer aan kon bieden. Op den duur kon ze de liefde niet meer ontkennen en stuurde de jongeman (die zij al sinds haar twaalfde liefheeft) een brief waarin ze vroeg of de jongeman naar het klooster wou komen. Hij kwam naar het klooster en ze besloten om samen te vluchten. Over acht dagen zou zij onder de elegantier op hem wachter. Die laatste avond liet Beatrijs haar habijt en sleutels achter bij het beeld van Maria. Daarna vlucht ze samen met de jongeman. Met de vlucht uit het klooster schendt Beatrijs haar plechtige geloften van armoede, gehoorzaamheid en kuisheid. Al snel voelt Beatrijs zich schuldig en onzeker, maar de jongeman belooft haar eeuwige trouw. Hij heeft zoveel geld dat ze minstens voor zeven jaar genoeg hebben. In de stad waar ze komen wonen ze zeven jaar zorgeloos. Beatrijs krijgt twee kinderen. Maar na die zeven jaar is er geen geld maar en de jongeman vertrekt en laat Beatrijs achter in armoede. Om haar kinderen niet te laten verhongeren is Beatrijs zich zeven jaar een prostituee (ze blijft al die tijd tot Maria bidden om vergiffenis).Na zeven jaar besluit ze niet langer een prostituee te zijn en trekt met haar kinderen bedelend door het land. Dichtbij haar oude klooster vindt ze onderdak bij een weduwe. In een gesprek met de weduwe vraagt Beatrijs hoe het is met de kosteres die veertien jaar geleden uit het klooster gevlucht zou zijn. De weduwe is verontwaardigd en zegt dat de kosteres juist een toonbeeld is van ijver en deugd. En daarmee bedoeld ze Beatrijs. Blijkbaar heeft nooit iemand wat gemerkt van het vertrek van de kosteres Beatrijs. Drie keer wordt Beatrijs in een visioen gemand om terug te gaan naar het klooster, wat ze uiteindelijk ook doet. Haar kinderen laat ze achter bij de weduwe. Als ze terug is in het klooster vindt ze al haar spullen terug op de plek waar ze het jaren geleden heeft achtergelaten; geen van de kloosterlingen heeft haar gemist, want Maria heeft gedurende die tijd haar taak waargenomen. De weduwe brengt de kinderen van Beatrijs naar de abdis van het klooster; die zegt haar steun toe in het opvoeden van de kinderen. Beatrijs lijdt nu een vroom leven in het klooster, maar ze kan de moed niet opbrengen om haar vroegere zondige leven op te biechten. Maar op een nacht maakt een engel haar duidelijk dat berouw geen nut heeft. Nu besluit Beatrijs toch te gaan biechten bij de abt. Nu krijgt ze vergiffenis voor haar zonden en is haar ziel gezuiverd. De abt verteld het verhaal aan de kloosterlingen zonder haar naam erbij te zeggen. De abt neemt de kinderen van Beatrijs mee en om er monniken van te maken. Onderzoek van de verhaaltechnieken: De schrijfstijl: het verhaal is geschreven in het Middeleeuws en het staat in dichtvorm. De plaats: het verhaal speelt zich af op meerdere plekken, namelijk in het klooster en in een stad waar Beatrijs en de jongeman later wonen, en in de omgeving van het klooster (bij de weduwe). De tijd: er vind veel tijdverdichting plaats, en het verteltempo ligt heel hoor. In 16 bladzijden wordt 14 jaar verteld. Het verhaal speelt zich af in de 14e eeuw. De verhaalfiguren: Beatrijs is de hoofdpersoon in dit boek. Ze is een eerlijke en betrouwbare non die altijd voor iedereen klaar staat, totdat ze zich toegeeft aan haar liefde en de wijde wereld in trekt. Ze blijft Maria echter trouw, en bidt iedere dag. Over het leven dat ze dan leidt wordt niet veel vermeld, wat wel duidelijk is, is dat ze alles over heeft voor de opvoeding van haar kinderen. Om toch aan geld te komen wordt ze prostituee. Ze kan niet met de zonden blijven leven en gaat dan terug naar het klooster, biecht uiteindelijk alles op en wordt weer non. Ze laat alleen nu wel haar kinderen in de steek. De jongeman: het is een impulsief persoon. Voorbeelden hiervan zijn: hij gaat ineens met haar weg van het klooster. Later wil hij ineens met haar de liefde bedrijven (r 340-345) als Beatrijs dat niet wil, zegt hij dat het door Venus kwam (r 365-369). En na 7 jaar gaat hij er ineens vandoor (r 427-431) Maria: ze is de grote redder en beschermengel in dit verhaal. Als zij de taken van Beatrijs niet veertien jaar lang op zich had genomen, dan had Beatrijs nooit ongezien kunnen herintreden in het klooster. De situaties: · Leven in het klooster terwijl ze hopeloos verliefd is. · Met de jongeman uit het klooster vluchten. · Na 7 jaar laat de jongeman haar in armoede achter. · De 7 jaar dat ze prostituee is. · Het besluit om te stoppen met de prostitutie en maar te gaan bedelen met haar kinderen. · Terug naar het klooster. · Het biechten van de gebeurtenissen aan de abt. Motieven: · Mariaverering: Beatrijs is gered door Maria omdat ze al die tijd tot Maria bleef bidden. · De angst voor schande: Beatrijs ging de prostitutie in omdat ze anders moest bedelen. Prostitutie was een minder grote schande dan bedelen. · Het getal 7: ze bleef twee keer zeven jaar weg en ze zei iedere dag trouw de zeven Mariagebeden. · Het getal 3: dat is het heilige getal; Beatrijs werd drie keer geroepen door God dat ze moest terugkeren naar het klooster en pas na de derde keer deed ze het. · Droom/ visioen: Beatrijs krijgt een keer een droom dat ze terug moet gaan naar het klooster en ze krijgt een keer een visioen van een man met een dood kind op zijn arm. · De kleur blauw: Beatrijs krijgt van haar vriend hemelsblauwe kleding. Blauw is ook de kleur van Maria. Verband titel-thema: De titel verwijst naar de hoofdpersoon Beatrijs. Thema:Maria wil iedereen helpen zelfs in de diepste zonde, zolang je maar trouw aan haar blijft en vaak genoeg aan haar bid. De kern van dit verhaal is het wonder van de vergeving. Aardse liefde is vergankelijk, hemelse liefde blijvend. Plaats in de literatuurgeschiedenis: Het werk is voor het eerst gepubliceerd in 1375. Dit is in de Middeleeuwen. De stroming is dan ook de middeleeuwen. Het is geschreven tijdens het katholicisme. De schrijver geeft hier dus duidelijk een oordeel over het katholicisme. Hij gelooft zwaar en wil de mensen overtuigen van zijn mening. De schrijver is onbekend omdat het in die tijd nog niet belangrijk was wie het verhaal had bedacht of heeft geschreven. Er wordt vermoed dat Diederic van Assenede óf Heinric van Aken Beatrijs heeft geschreven. Dit wordt gedacht omdat er veel overeenkomsten zijn tussen hun werk en Beatrijs. Het eerste deel van het verhaal dat al eerder bestond werd waarschijnlijk mondeling doorverteld. De persoon die het verhaal op schrift heeft gesteld heeft er toen een tweede deel bijgemaakt. Beoordeling: Ik vind dat het verhaal geen spannende momenten had. Dit komt omdat het allemaal te voorspelbaar was. Het verhaal zou toch wel goed aflopen. Als ik dan een passage moet kiezen die me het meeste aansprak dan kies ik voor het gedeelte waar Beatrijs besluit met de jongeling mee te gaan. Die gebeurtenis zou heel wat gevolgen met zich meebrengen en toch was Beatrijs bereid om de risico’s te nemen om te vertrekken. De rest van het verhaal was van te voren al te voorspellen (vind ik). Het leek mij logisch dat ze uiteindelijk weer terug zou gaan naar het klooster. Na het vertrek vond ik het boek dus niet meer zo interessant om te lezen. Ik kan dit boek ook niet vergelijken met andere boeken die ik heb gelezen. Dit was namelijk het eerste boek uit de middeleeuwen wat ik las. Ook had ik nog niet eerder een boek gelezen met dit thema. Dit thema vind ik ook niet interessant. Meestal lees ik voor ontspanning en dan pak je toch niet snel een boek met dit thema. Het taalgebruik in het boek vond ik lastig. Ik denk niet dat ik eruit was gekomen als er geen vertaling naast stond. Dit was heel handig want als je iets niet begreep kon je het in ‘normaal’ Nederlands lezen. Ik zou een ander niet aanraden om dit boek te lezen. Ik vind het namelijk geen interessant onderwerp om over te lezen. Mijn eindoordeel is dat ik het een moeilijk te lezen en saai boek vind.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden