De gebeurtenissen speelden zich af op verschillende kleine planeetjes in het heelal en op de planeet aarde. Zo ook op de planeet van de kleine prins waar alleen drie uitgedoofde vulkanen, een bloem en apenbroodboomplantjes te vinden zijn die de kleine prins elke dag moest uitgraven om zijn planeet te beschermen. Op aarde speelde zich het verhaal zich af in een grote woestijn ca. duizend mijl van de bewoonde wereld af. Er was dan ook bijna geen leven te vinden daar in de woestijn. Ik denk dat deze locaties zijn uitgekozen omdat het verlatenheid beschrijft. Op de planeetjes in het heelal woonde je in je eentje, omdat het zo klein was. In de woestijn kwam je ook niemand tegen. En dat was precies hoe de kleine prins zich voelde. Hij voelde zich erg alleen. Er is dus sprake van harmonie tussen de verschillende ruimtes.
De personen
De hoofdpersonen in dit boek waren de kleine prins en de ik-figuur. De kleine prins was iemand die zich alleen voelde en soms bedroefd. Alle dingen die hem aan stonden behandelde hij als kostbaar. Bijvoorbeeld het water drinken. Het lijkt voor ons heel normaal, maar de kleine prins zag dat als een hele bijzondere gebeurtenis. Hij vertelt veel verhalen aan de ik-figuur over dingen die hij heeft meegemaakt en dingen die hem bezighouden. Hij vertelt dit allemaal op een kinderlijke manier, dus ik ga er vanuit dat hij nog een kind is. Wel vond ik dat hij zich met serieuze dingen bezig hield, ondanks dat hij zo kinderlijk lijkt. Hij vindt dat volwassenen minder serieus moeten zijn en hijzelf geniet van elk klein ding in zijn leven. Ook maakte zich ernstig zorgen over de dingen waarvan hij houdt, zoals de bloem op zijn eigen kleine planeet.
De ik-figuur is een volwassen man, maar met veel fantasie. Zo kon hij een slang tekenen en in die tekening zien dat de slang een olifant had opgegeten, terwijl andere volwassenen zouden denken dat deze tekening een hoed moest voorstellen. De ik-figuur kan zich goed inleven in de gebeurtenissen die de kleine prins heeft meegemaakt. Ondanks dat die nogal onwaarschijnlijk lijken, en al helemaal voor een volwassen man. De ik-figuur is piloot van beroep en reist de hele wereld over. In dit verhaal is hij neergestort in een woestijn, omdat zijn vliegtuig kapot ging. Hij was helemaal alleen en had maar voor acht dagen aan drinkwater mee.
Omdat op de kleine prins en de ik-figuur dieper wordt ingegaan op de gedachtes en gevoelens en van deze personen het leven wordt beschreven, zijn dit de hoofdpersonen van het boek.
De ik-figuur kwam levensecht over. Hij leeft een heel normaal leven zoals de meeste volwassenen hier op aarde. Wel heeft hij een grote fantasie, maar dat hebben wel meer mensen. De kleine prins kwam niet levensecht over. Hij zou van een andere planeet komen en kan zo door het heelal reizen. Dat leek mij een beetje onwaarschijnlijk. Ook kon hij van tekeningen van bijvoorbeeld dieren, echte dieren maken. Misschien is het te volwassen gedacht dat ik denk dat de kleine prins niet echt bestaat. In ieder geval heb ik er nog nooit van gehoord en kon ik me dus ook niet echt inleven in de situatie van de kleine prins.
Beide hoofdpersonen hebben de eigenschap dat ze nogal nieuwsgierig zijn en graag het liefst overal een antwoord op willen hebben. Ik heb dat ook wel een beetje. Ik stel veel vragen en ben erg nieuwsgierig. Bijvoorbeeld waarom een bloem doorns heeft als het toch niet heel veel helpt. Dat zijn vragen die ik mij ook serieus kan afvragen.
Ik ben beïnvloed door het gedrag van de hoofdpersonen in de zin van dat ik meer moet genieten van het leven en dat je niet altijd alles serieus moet nemen. Ook moet je je realiseren wat de waarde is van vriendschap. Ook de kleine dingen in het leven zijn mooi, maar dat realiseer je je vaak als je het niet meer hebt. Zo kon de kleine prins het eerst niet zo goed vinden met de bloem op zijn kleine planeet. Maar toen hij afscheid moest nemen van de bloem omdat hij op reis ging had de kleine prins, maar ook de bloem, het erg moeilijk met het afscheid. Ook tijdens de reis realiseerde de kleine prins zich dat de bloem toch wel veel voor hem betekende en miste hij haar heel erg.
Dat de prins van elke klein dingetje in het leven kon genieten vond ik een positieve eigenschap. Iets negatiever vond ik dat hij veel kritiek had op volwassenen dat ze te serieus waren, maar hijzelf hield zichzelf ook met hele serieuze zaken van het leven bezig. Dat was soms een beetje tegenstrijdig. De ik-figuur had een grote fantasie en kon zich heel goed inleven in mensen. Dat vond ik een positieve eigenschap. Iets minder was dat als hij stress had, hij dan nogal geïrriteerd op iemand kon reageren. Zoals hij deed toen hij het vliegtuig aan het repareren was en dat niet helemaal lukte en dat hij toen ook heel chagrijnig op de kleine prins werd, zonder dat daartoe een reden was.
Ik zou als auteur de hoofdpersonen niet hebben veranderd. Op deze manier werd het een erg fantasierijk verhaal en dat vond ik leuk. Ook de positieve en negatieve kanten van personen horen erbij, en ik was blij dat die dus ook naar voren kwamen in het verhaal. Als een persoon alleen maar positieve of negatieve kanten heeft kan je niet goed oordelen over het verhaal of er wat van leren.
De opbouw
Het verhaal werd voor het grootste deel op chronologische wijze verteld. Het begin en het einde was in de tegenwoordige tijd, maar het verhaal wat in het boek voorkomt verloopt chronologisch. Ik denk dat de auteur dat heeft gedaan om het gevoel te geven dat het een verteld verhaal is en je dus voor jezelf moet bepalen of je het verhaal gelooft of niet. Dat was ook eigenlijk de hele intentie van het verhaal: heb je genoeg fantasie? Ook wilde de schrijver het simpel houden. Het was voor de schrijver niet de bedoeling om een ingewikkeld en spannend boek te schrijven, maar meer om mensen dingen in te laten zien, zoals meer genieten van het leven en ook te testen of jij genoeg fantasie hebt. Je kan het verhaal ook wel op een niet-chronologische wijze vertellen, maar dan wordt er meer nadruk gelegd op de gebeurtenissen van een verhaal terwijl de nadruk juist moet liggen op de gevoelens en de gedachten van personen.
Het verhaal was niet moeilijk opgebouwd en vlotjes te lezen. Het grootste deel van het verhaal was chronologisch verteld en de enkele tijdsprongen die erin zaten waren ook heel makkelijk om te lezen. De tijdsprongen kwamen voor in de reistijd tussen de planeten en soms de dagen op aarde. De kleine prins en de ik-figuur waren een afspraak aan het maken voor de volgende dag en het volgende wat je van het verhaal las was dat de kleine prins en de ik-figuur onderweg waren naar hun afspraak. Ook was het boek niet heel lang en kwamen er verschillende kleine gebeurtenissen die de kleine prins op elke planeet beleefde in het boek voor, wat het verhaal zich een beetje liet afwisselen en dat het niet langdradig was om te lezen.
Het verhaal werd verteld door de ik-figuur. Ik vond dit een makkelijke vertelwijze, omdat je zo achter de gedachten en gevoelens kwam van de hoofdpersoon. Het verhaal werd op deze manier persoonlijk gemaakt. Ik denk dat de reden van de auteur om het verhaal in dit perspectief te schrijven was om bij de lezer de vraag neer te leggen of dit fantasie is of niet. Het verhaal zelf gaat al over dat mensen te weinig fantasie hebben, maar dan is de vraag; geloof jij dit verhaal ook? Als het door de ik-figuur is verteld is het dus maar de vraag of het echt gebeurt is. Het kan zijn dat de ik-figuur door de warmte en gebrek aan water en voedsel waanbeelden kreeg. Het is wel fantasieloos, zoals het boek dat noemt, om het verhaal niet te geloven.
De verteller maakt gebruik van een flashback in het verhaal. Eigenlijk is bijna het hele verhaal een flashback. De verteller vertelt namelijk een verhaal die hij zelf heeft meegemaakt vroeger. Alleen het begin en het einde zijn in de tegenwoordige tijd waarin hij of begint of net klaar is met zijn verhaal. De auteur koos hiervoor omdat het dan een persoonlijk verhaal is uit een vroeger verleden en je dus niet weet of het echt gebeurt is.
Een spannend stuk in het verhaal was een beetje tegen het einde van het boek aan. De kleine prins en de ik-figuur hadden op een bepaald tijdstip en plaats afgesproken. Toen de ik-figuur naar de afspraak kwam zag hij de kleine prins met bengelende benen op een muurtje zitten. Dat was niet de plek waar ze hadden afgesproken. Toen zag de ik-figuur recht voor de kleine prins een grote gele slang die een mens zo in een keer kan doden. De ik-figuur pakte zijn revolver en wilde hem doodschieten, maar de slang gleed al weg door het zand. Toen de ik-figuur de kleine prins van de muur aftilde voelde hij zijn hart heel hard kloppen.
Het boek eindigde met dat de kleine prins weer terug ging naar zijn eigen planeet. Ik vond dit een bevredigend gevoel, want de ik-figuur moest ook weer terug naar huis vanwege het gebrek aan water en dan zou de kleine prins ook niet alleen dwalen door de woestijn. Ook was het voor de kleine prins fijn om weer terug te kunnen gaan naar de bloem op zijn planeet waarvan hij zoveel hield en zich gedurende de reis zo’n zorgen om maakte.
De thematiek/motieven
De zoektocht naar een vriend kwam steeds weer in het boek terug naar voren. De kleine prins ging van planeet naar planeet om een vriend te zoeken. Ook de ik-figuur zocht naar iemand in de woestijn die hem kon helpen. Hij was daar namelijk helemaal alleen. Deze elementen zijn in het boek gemakkelijk te vinden, want dat zijn eigenlijk de meeste gebeurtenissen die in het boek voorkomen en de vriendschap staat steeds centraal in het verhaal.
Ik denk dat deze motieven in het boek de waarde van vriendschap aangeven. En dat het niet uitmaakt waar je vandaan komt of hoe oud je ook bent. Vriendschap kent geen grenzen. Dat zie je aan dat de kleine prins ergens van een kleine planeet heel ver weg van de aarde vandaan komt en dat de ik-figuur hier van de aarde komt, maar dat de twee alsnog goeie vrienden worden. Vandaag de dag vergeten we soms nog wel eens dat er geen verschillen tussen groeperingen mensen zijn, het maakt niet uit waar je vandaan komt.
Het thema van het boek is vriendschap. Ik vind dit een leuk onderwerp want we vergeten soms hoe belangrijk het is. Het thema wordt heel duidelijk verwerkt. Het is waar het hele boek om draait.
Het taalgebruik
De woordkeuze en de zinsopbouw van het boek was makkelijk te begrijpen. Het verhaal werd op een kinderlijke manier verteld en dat maakte dat de franse woorden ook niet heel moeilijk waren. Alle woorden die ik niet begreep heb ik opgezocht in een woordenboek en op een blaadje naast me geschreven zodat ik ze zou onthouden voor in de rest van het verhaal. Dat hielp mij heel erg. Een voorbeeld van een zin in het boek:
“J’ai vu une belle maison en briques roses, avec des geraniums aux fenêtres et des colombes sur le toit…” elles ne parviennent pas à s’imaginer cette maison. Il faut leur dire: “J’ai vu une maison de cent mille francs.” Alors elles s’écrient: “Comme c’est joli!”
‘Ik heb een prachtig huis gezien van roze baksteen, met geraniums voor de ramen en duiven op het dak…’ dan kunnen ze zich dat huis niet voorstellen. Je moet zeggen: ‘Ik heb een huis van vijftigduizend gulden gezien’ Dan roepen ze: ‘Wat mooi!’
Als je naar deze zin kijkt zie je dat het niet hele moeilijke woorden zijn. Het was goed te begrijpen.
De gebeurtenissen werden op een heldere manier verteld en ik kon me er een goede voorstelling van maken. Het verhaal was eigenlijk heel logisch, ook al zat er veel fantasie in.
De schrijver heeft gebruik gemaakt van symboliek. Er waren heel veel kleine planeetjes in het heelal, maar allemaal waren ze nogal alleen en op zichzelf. Zo voelde de kleine prins zich ook. Hij voelde zich alleen. Ook de woestijn staat symbool voor verlatenheid.
De schrijver heeft gebruik gemaakt van symboliek. Er waren heel veel kleine planeetjes in het heelal, maar allemaal waren ze nogal alleen en op zichzelf. Zo voelde de kleine prins zich ook. Hij voelde zich alleen. Ook de woestijn staat symbool voor verlatenheid.
Er kwamen een aantal dialogen voor in het verhaal. Ze waren makkelijk te begrijpen en voor mij was het ook duidelijk wie wat zei. Dat kwam omdat er vaak maar twee personen aan het woord waren per hoofdstuk. Als het dialogen waren waarbij veel mensen betrokken zijn is het al lastiger om te achterhalen wie wat zei. Er kwamen dialogen voor in het boek, omdat je dan achter de gedachtes en gevoelens van beide personen kwam en omdat het om een mogelijke vriendschap ging tussen twee personen. Er werd dus steeds ingezoomd op twee personen in plaats van dat de nadruk werd gelegd op één persoon.
‘Het geheugen van ’t hart zeeft slechte herinneringen weg en maakt de goede mooier. Dat stelt ons in staat om met het verleden te leven.’ Ik vind dit de mooiste zin van het boek. Het is een hele verdiepende zin waar je over gaat nadenken en ook nog waar is. Een hart kan mensen en dingen vergeven en maakt alles ook nog eens mooier door liefde. Liefde maakt alles beter in de wereld.
Bronnen:
http://www.hobby-info.nl/boeken-informatie/recensies/le-petit-prince/
http://www.scholieren.com/boekverslag/45370
http://www.tsh-teunisol.com/data/mediablocks/kleineprins.pdf
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden