1. Samenvatting
I : Het eerste hoofdpersonage, Antoine (de schrijver), vertelt over zijn jeugd en tekeningen die hij maakte: een slang langs de buitenkant, en een doorgesneden slang. Niemand begrijpt hem.
II: Antoine is een piloot maar heeft boven de woestijn motorpech en crasht in de woestijn. Als hij wakker wordt in de woestijn ontmoet hij een jongen: de kleine prins.
De kleine prins vraagt aan Antoine om een schaap te tekenen. Het eerste schaap dat Antoine tekent is te ziek, het tweede een ram en het derde te oud. Antoine besluit dan om een kist te tekenen en vertelt de kleine prins dat zijn schaap in de kist zit.
III : Antoine probeert te weten te komen waar de kleine prins vandaan komt, maar die stelt alleen maar vragen en beantwoordt er geen. Wanneer Antoine zijn vliegtuig toont aan de prins ontdekt Antoine dat de prins van een andere planeet komt. De prins lacht veel.
IV : Antoine heeft geleerd dat de planeet van de prins niet groter was dan een huis!
Hij denkt dat het asteroïde B 612 is, die is maar 1 keer waargenomen in 1909 door een turkse astronoom. De turk werd pas geloofd toen hij een pak droeg.
V : Op de planeet van de prins zijn er baobabs, dit zijn bomen zo groot als 2 olifanten op elkaar. Elke baobab echter begint als een klein zaadje, dit zijn de slechte zaadjes, er zijn ook goede zaadjes. Daarom moet de prins alle slechte zaadjes verwijderen. Anders zouden de baobabs de planeet overheersen.
VI : e zon gaat onder, de prins vertelt dat hij, als hij triest is, graag naar de zonsondergang kijkt. Zijn planeet is echter zo klein dat hij als hij zijn stoeltje verzet wel 42 zonsondergangen kan zien in 1 dag.
VII : Antoine probeert zijn vliegtuig te reparen terwijl de prins hem vragen stelt over schapen, Antoine raakt hierdoor geïrriteerd. De prins is zeer geïnteresseerd in bloemen. De prins heeft namelijk een bloem op zijn planeet. Hij vreest dat de bloem in gevaar is dus tekent Antoine een kooitje voor de bloem.
VIII : De prins dacht eerst dat er een baobab uit het zaadje zou komen maar het werd een bloem met 4 blaadjes, de prins doet alles wat de bloem vraagt, maar besluit hij te vertrekken omdat het tijd was voor nieuwe vrienden.
XI : De ochtend van zijn vertrek maakte hij zijn 3 vulkanen schoon, 2 actieve en 1 uitgedoofde, je weet maar nooit. Vlak voor zijn vertrek zegt de bloem nog sorry.
X : Hij bevond zich in de buurt van de asteroïden B325, B326, B327, B328, B329 en B330. De eerste die hij bezocht was bewoond door een koning, deze vertelde hem dat hij regeerde over alles en noemde de prins een onderwerp en gaf hem orders. De prins vond dat vrienden elkaar geen orders zouden mogen geven en besloot te vertrekken.
XI : De tweede planeet was bewoond door een ijdel iemand, hij noemde de prins een bewonderaar en liet hem klappen. Na 5 minuten klappen vond de prins dat vriendschap van 2 kanten moet komen en vertrekt.
XII : Op de derde planeet ontmoet hij een dronken man, die vertelt hem dat hij drinkt om de te vergeten dat hij zich schaamt dat hij drinkt.
XIII : Op de vierde planeet, ontmoet hij een businessman die de hele tijd zit te tellen, hij beweerd dat hij alle sterren bezit omdat hij ze het eerst heeft geclaimd.
XIV : Op de vijfde planeet, de kleinste planeet die hij ooit zag ontmoet hij een lantaarnaansteker. Die heeft het echter heel druk want door de grootte van de planeet duurt een dag maar 1 minuut. Hij heeft bijna geen tijd meer om te slapen en is zeer melancholisch.
XV : Op de zesde planeet ontmoet hij een kaartenmaker, die vraagt aan de prins om zijn planeet te beschrijven. De prins vertelt over zijn planeet: de vulkanen en de baobabs, en ook over het bloempje. De kaartenmaker zegt hem dat hij enkel schrijft over dingen die eeuwig zijn. De prins is hierdoor overstuur. Hij vraagt welke planeet hij nog kan bezoeken en de kaartenmaker raadt hem de planeet Aarde aan.
XVI : De zevende planeet was dus de aarde, er wonen heel veel mensen op de Aarde, en de planeet is heel erg groot, er moeten ook heel veel lantaarnaanstekers zijn.
XVII : De prins landt in Afrika, het is daar heel erg rustig en de prins denkt dat hij een foutje heeft gemaakt , maar dan komt hij een slang tegen die spreekt in raadsels. De slang vertelt hem dat hij weldegelijk op de Aarde is, en dat hij de prins op een dag wel kan helpen, als hij terug naar zijn eigen planeet wil.
XVIII : Terwijl de prins de woestijn doorkruist komt hij een bloem tegen, hij vraagt aan de bloem of er wel mensen bestaan. De bloem zegt dat ze wel 6 of 7 bestaan.
XIX : De prins gaat over bergen en is verwonderd omdat hij enkel de 3 vulkanen kent. Hij praat met de Echo. Op Aarde moet de prins altijd het gesprek opstarten, terwijl zijn bloem zelf begon te praten.
XX : Na een lange tocht komt hij aan bij een bloementuin, hij praat er met de rozen maar merkt op dat ze allemaal dezelfde zijn, terwijl hij op zijn planeet een unieke bloem heeft, hij vindt dat zijn bloem meer waard is dan alle bloemen in de tuin samen.
XXI : Er verschijnt een vos, de vos vertelt over zijn relatie met de mensen. Het leven van de vos is erg eenduidig daarom vraagt de vos aan de prins om hem te temmen en een band te creëren. Dit doet de prins door elke dag op hetzelfde moment naar een bepaalde plek te gaan, de vos zou daar op hem wachten en uitkijken naar zijn komst. Vanaf nu zou de vos, elke keer als hij de bloeiende granen ziet, denken aan de prins. Hij vertelt ook dat de bloem van de prins weldegelijk speciaal en uniek is omdat het de bloem is waar de prins van houdt.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden