1) Zakelijke gegevens:
a. auteur: J.R.R. Tolkien
b. boeken: The Lord of the Rings (part II) The two Towers, The Lord of the Rings (partIII) The return of the king Allen & Unwin, nu: New line cinema, London, 2001, 439 blz. (eerste druk: 1954)
c. genre: fantasy roman
2) Eerste reactie:
a. keuze: Ik heb deze boeken gekozen omdat ik na het zien van de eerste film (The fellowship of the Ring) wilde weten hoe het verder ging. Dus begon ik aan het tweede boek. Ik vond het heel leuk om te lezen, vooral ook omdat het in de taal van de schrijver zelf is weergegeven. Na het tweede boek en het zien van de tweede film wilde ik ook weer weten hoe het daarna nou verder ging, dus ging ik ook het derde boek maar lezen. Ik ben nu een groot fan van het boek, maar toch vind ik de films nog ietsje beter.
b. inhoud: Ik vond dit fantastische boeken. Ze vallen helemaal samen met wat ik de leukste vorm van fantasy vind. Elven, Orcs, Dwergen en tovenaars zijn mijn favoriete wezens in verhalen, spellen en films, dus deze boeken waren gewoon al goed voordat ik begon met lezen.
3) Samenvatting
a. samenvatting: En dan nu het grootste deel van dit boekverslag. De samenvatting. Om de twee laatste delen te begrijpen geef ik eerst een beknopte samenvatting van wat er daarvoor gebeurt is.
Bilbo, een hobbit (kleine mensjes, soort lilliputter), wordt door Gandalf gevraagd om mee op avontuur te gaan. Bilbo gaat met de dwergen mee naar de Eenzame Berg en vecht daar tegen orcs en goblins. Uiteindelijk komen ze bij de draak Smaug, die een schat bewaakt. Ook vindt Bilbo een ring in Gollems grot. De ring maakt hem onzichtbaar zodat hij hem van Gollem kan stelen. Eenmaal thuis viert Bilbo jaren later zijn 111e verjaardag. Gandalf komt op bezoek en het wordt een groot feest. Dan verdwijnt Bilbo plotseling. Gandalf vindt hem weer terug in zijn huisje en vraagt waar Bilbo naartoe gaat. Bilbo gaat naar de elven om daar de rest van zijn leven te blijven. Hij draagt alles over aan Frodo. Ook de ring wordt van hem. Dan vertrekt Bilbo. Frodo krijgt het te horen en vraagt zich af wat er nou zo speciaal is aan de ring, aangezien Gandalf er zo geheimzinnig over doet. Na wat onderzoek komt Gandalf erachter dat de ring vroeger van de duistere heerser Sauron was. Sauron werd verslagen, maar zijn geest bleef bestaan in de ring. Gandalf besluit dat de ring moet worden weggebracht en gaat naar Saruman (zijn superieur in magie) om te overleggen. Saruman verteld Gandalf dat Saurons legers al weer heel sterk zijn en dat hij op zoek is naar de ring. Volgens Saruman moeten hij en Gandalf Sauron helpen. Gandalf is het hier niet mee eens en er volgt een gevecht wat Gandalf verliest. Frodo en zijn tuinman Sam zijn inmiddels bij de herberg van De Steigerende Pony aangekomen, maar vinden Gandalf er niet. Ze worden achtervolgd door Ringgeesten (vroegere mensenkoningen die overgenomen waren door de ringen) en ontmoeten Aragorn die hen tegen de geesten beschermt. Frodo wordt echter geraakt door één van de gifmessen van de Ringgeesten en moet snel naar Rivendell gebracht worden. Dat gebeurt door een Elf die ze ontmoeten. Eenmaal in Rivendell geneest Frodo en komt ook Gandalf er weer bij. Hij is toch nog ontsnapt aan Saruman en er wordt overlegt wat er met de ring moet gebeuren. Alle rassen zijn aanwezig: Elven, Dwergen, Mensen en ook Hobbits (Frodo en Sam en twee vrienden van hun). Er wordt besloten dat de ring in Mount Doom (Doemberg) moet worden gegooid. Frodo bied zich vrijwillig aan en krijgt steun van Gandalf, Gimly de Dwerg, Legolas de Elf en Aragorn en Boromir (twee belangrijke mensen). Zij vormen samen met de vier Hobbits de Fellowship of the Ring. Ze reizen ver, komen door Moria waar ze achterna worden gezeten door een Balrog (een demon uit de oude wereld). Gandalf verliest hierbij het leven en stort samen met de Balrog neer in de diepte onder de brug van Gazad Dun. De groep trekt verdrietig verder en komt bij Loth Lorien (de elven). Daar rusten ze en krijgen ze geschenken. Dan gaat de groep weer verder richting Mordor (waar Mount Doom ligt). Vanuit Sarumans toren komen Uruk Hai’s, die de reisgenoten achternazitten. Boromir wordt gedood en Pepin en Merin (de twee vrienden van Frodo en Sam) worden gevangen genomen. Frodo komt er ook achter (door Boromir) dat de ring die hij heeft er corrupt maakt. Boromir viel hem er namelijk voor aan. Hij besluit alleen verder te trekken, maar Sam staat erop dat hij meegaat. Aragorn, Gimly en Legolas gaan achter Merin en Pepin aan met de hoop ze te bevrijden. Hier eindigt het eerste boek van the Lord of the Rings. Nu komt de eigenlijke samenvatting die ik van de twee laatste boeken heb gemaakt:
II The two Towers: begint met een soort begrafenis voor Boromir, als Legolas, Gimly en Aragorn hem in een bootje de waterval afduwen. Dan gaan ze snel achter Merin en Pepin aan en rennen dag en nacht. Ze kunnen de Uruk-Hai’s echter niet inhalen, maar Legolas ziet ze af en toe wel al lopen in de verte. Ook vinden ze sporen van een gevecht tussen de Uruk-Hai’s van Saruman en de Orcs van Mordor. Ook probeert Merin een keer te ontsnappen, maar dat mislukt en de Uruks kijken vanaf dan aan nog beter uit. Dan is er op een avond een aanval van de ruiters van Rohan en de slechte monsters worden afgeslacht. Merin en Pepin weten doordat ze een mes vinden waarmee ze hun touwen doorsnijden, te ontsnappen. Ze vluchten het bos van Fangorn in. Daar komen ze bij Treebeard, een ent (boomachtige), die vertelt dat hun bos in groot gevaar is. Saruman zit er met zijn toren naast en zijn Orcs hakken het hele bos weg voor brandstof. Merin en Pepin worden in een rassenlijst van de Enten opgenomen, aangezien de enten nog nooit Hobbits gezien hadden. Na lang overleg besluiten de Enten Isengard (Saruman’s Toren) aan te vallen. Legolas, Gimly en Aragorn (het boek kijkt in stappen terug) denken dat Merin en Pepin door de Rohirim zijn gedood als ze de hoop as zien die die heeft achtergelaten. Ze bekijken wat ze nu moeten doen als Aragorn plotseling een spoor van Hobbits vindt. Ze gaan er achteraan en aan de rand van Fangorn komen ze Gandalf tegen. Hij is toch niet gedood toen hij met de Balrog naar beneden stortte en heeft het monster verslagen. Toen is er iets gebeurd met hem. Hij werd superieur aan Saruman, omdat deze de slechte kant had gekozen en Gandalf nu al zoveel dingen gedaan heeft. Gandalf gaat met zijn drie vrienden mee en ze komen bij Rohan. De koning van Rohan: Theodon, wordt daar gemanipuleerd door Wormtongue. Gandalf komt erachter dat het Saruman is die de koning via Wormtongue manipuleert en heft de spreuk op. Theodon komt weer goed bij zinnen en Gandalf wordt zijn nieuwe raadsman. Wormtongue wordt er uitgegooid en verbannen. Gandalf verteld aan Theodon dat er Uruk-Hai’s van Isengard aankomen. Saruman heeft zijn hele vesting geleegd en een stuk of 10000 vijanden komen naar Rohan. Theodon besluit naar Helm’s Deep te gaan om daar de aanval af te slaan. Dit lukt, mede door de heldhaftige acties van Aragorn, Gimly en Legolas. Dat was echter niet genoeg geweest als Gandalf niet met Theoden terug was gekomen. Theoden en zijn honderden ruiters waren door toedoen van Wormtongue verbannen door Theodon. Gandalf ging ze zo snel mogelijk halen en zo wordt de aanval toch nog afgeweerd. Na de slag gaan Gandalf, Theoden, Theodon, Gimly, Legolas en Aragorn naar Isengard om het aan te vallen. Als ze er aankomen zien ze dat het in as ligt. De enten hadden het al eerder vernietigt en zo ontmoeten ze daar Merin en Pepin weer. Saruman heeft zich verschanst in zijn Toren, maar Gandalf ontbindt hem van zijn krachten. Wormtongue, die daar ook is gooit vervuld van woede een bol naar het gezelschap. Pepin raapt het op. Later komt hij te weten van Gandalf dat het een Palentir is. Een kijksteen. Dit was het middel van communicatie tussen Isengard en Mordor (the Two Towers). S’avonds probeert Pepin erin te kijken en hij komt per ongeluk in contact met de geest van Sauron. Gandalf ziet het en kan tijdig ingrijpen. Sauron dacht dat Pepin een slaafje van Saruman was, en dat er dus nog niets aan de hand was. Dan gaat Perpin met Gandalf mee op Gandalfs paard, gekregen van Theodon, richting Gondor. Hier eindigt dit deel voor deze hele groep. Het verhaal gaat verder met Frodo en Sam, die richting Mordor trekken. Dan komen ze erachter dat Gollem hen volgt. Het beest kan niet zonder de ring en ze besluiten hem gevangen te nemen. Dit lukt en Gollem geeft zich over. Dan bedenkt Frodo dat ze Gollem goed kunnen gebruiken als gids en het geschied. Gollem leidt ze naar de zwarte poort, maar die is dicht, dus vraagt Frodo aan Gollem of er misschien nog een andere route naar Mordor is. Die is er en Gollem leidt de weg. Een tijdje later zien ze een veldslag tussen mensen en raken ze plotseling Gollem kwijt. Frodo en Sam worden gevangen genomen door Faramir, de broer van Boromir. Sam verspreekt zich en Faramir komt erachter dat Frode de machtige ring bij zich heeft. Hij maakt een geintje als hij net zo doet als Boromir, maar dan zegt hij dat hij sterker is en niet aan de wil van de ring zal toegeven. Dan vertelt een wacht dat hij een raar wezen bij de bron heeft gezien. Het blijkt Gollem en hij wordt gevangen genomen. Als hij ondervraagd wordt blijkt hij gevlucht te zijn voor de mensen die Frodo en Sam gevangen namen. Faramir laat de drie verder trekken en geeft hen vers proviand mee. Vervolgens trekken ze door de dode moerasse en worden bijna onmerkbaar in het oog gehouden door Sauron en Ringgeesten (op draakachtige monsters). Eenmaal erdoor komen ze bij de bergen die Mordor omringen. Ze klimmen heel veel trappen op en komen uiteindelijk in een grot terecht, die door de bergen heenleid. In het duister van de grot raken Frodo en Sam Gollem weer kwijt en worden ze achtervolgt door een groot spinachtig wezen: Shelob. Het wezen bewaakt de doorgang en spint Frodo in met zijn rag. Sam, die Frodo wilde helpen, werd aangevallen door Gollem, die plotseling weer tevoorschijn springt. Gollem blijkt nu voor Shelob te ‘werken’ en heeft hen expres naar haar grot geleid. Sam verslaat Gollem echter en die vlucht. Dan steekt Sam een elvenzwaard in Shelob’s hoofd en ook die vlucht. Fordo is echter gestoken door de spin en lijkt dood. Sam besluit Frodo achter te laten en neemt de ring. Dan komen er Orcs en moet hij toezien hoe Frodo door hen word meegenomen. Sam hoort van de Orcs dat Frodo nog leeft en volgt ze stiekem. Dit gaat goed, tot de Orcs plotseling een andere route nemen en door een deur gaan. Ze doen hem dicht en staat Sam voor een gesloten deur. Hier eindigt dit deel van de trilogie
III The return of the King: begint met Pepin en Gandalf die verder rijden richting Gondor. Ze komen aan en worden binnen gelaten. Gandalf overlegt met de grote heerser van Gondor en de hoofdstad Minas Terith (waar ze zich nu bevinden): Denethor. Denethor wil niet naar Gandalf luisteren en rouwt nog steeds om zijn zoon Boromir. Pepin leert in Minas Terith ook Beregond van de wacht kennen en wordt ingelijfd bij het leger van Gonder door Denethor zelf. Denethor wil echter geen advies van Gandalf horen. Hij verdenkt Gandalf ervan mensen de manipuleren. Intussen trekken de ruiters van Rohan verder om Gondor te hulp te komen en te helpen bij de komende strijd tegen de legers van Mordor. Aragorn besluit het pad van de doden (Paths of the Dead) te nemen om sneller bij Gondor aan te komen. Theodon en Theoden trekken verder via de gewone route. Eowyn (dochter van Theodon) gaat ook met deze groep mee. Ze mocht niet van Aragorn, omdat die vond dat het de taak van de mannen is te vechten. Merin, die nog bij Theodon was gebleven na de veldslag, wil ook met hem mee. Dat mag echter niet, omdat zijn paard geen twee wezens kan dragen. Dus mag Merin niet mee. Hij wil toch en krijgt hulp van één van de ruiters in een donker gewaad. Later blijkt het Eowyn, die toch ook stiekem meeging. Zo rijden Merin, Eowyn, Theodon, Theoden en de ruiters van Rohan naar Gondor. Legolas, Gimly en Aragorn (die gesteund wordt door de Dunedain: andere dolers) trekken door het pad van de doden (een grot) en worden achtervolgt door geesten. Aragorn weet dat het een verloren volk was, wat vroeger nagelaten had Gondor bij te staan in tijden van nood en nu gedwongen was hier rond te dolen. Eenmaal door dit pad heen begeeft Aragorn zich naar een heuvel waar een grote hoorn staat. Wanneer Aragorn op de hoorn blaast komen de geesten tevoorschijn om hem te helpen. Gondor wordt inmiddels al hevig aangevallen en er wordt op de poort geramd. Gandalf rent van kanteel naar kanteel om de mannen aan te sporen dapper terug te vechten. Het is inmiddels al dagen donker door een onnatuurlijke duisternis, veroorzaakt door Sauron, en Ringgeesten vliegen door de lucht en maken de manschappen van Gondor bang. Dan komt Rohan te hulp en de ruiters vallen de belagers van achteren aan. Theodon sterft hier door een Ringgeest. Dan komt plotseling Eowyn tevoorschijn en met haar paard rijd ze op de Ringgeest op de draak in. De snijd de draak dood en deze stort neer. De Ringgeest leeft echter nog wel en Eowyn ligt gewond op de grond. Net als de Ringgeest haar wil doden steekt Merin (die bij Eowyn achterop zat) hem neer met zijn zwaard. Dan komen er meer vijanden en ook Faramir (de tweede zoon van Denthor) valt. Denethor draait helemaal door en wil zichzelf in de fik steken met zijn zoon, die misschien niet eens dood is. Pepin is getuige en gaat snel Gandalf waarschuwen. Die komt net op tijd aan en red Beregond, die Faramir aan het beschermen was. Denethor steekt zichzelf neer en Gandalf neemt de leiding over. Dan komt Aragorn te hulp. Uit boten, die hij eerst veroverd had van de vijand. Zijn leger verdrijft de rest van de legers uit Gondor. Eowyn en Theoden worden hierna genezen door Aragorn, omdat hij een soort gave heeft, waarmee hij dat kan. Met alle manschappen die willen trekt Aragorn vervolgens naar Mordor om bij de zwarte poort halt te houden. De poort gaat open en een zwarte ruiter laat de kleren van Frodo en Sam zien. De mensen denken dat de queeste van de ring verloren is gegaan en Frodo en Sam vermoord zijn. Dan komen er uit de poort van Mordor ook nog eens duizenden Orcs en worden ze omringd door een zee van vijanden. Vervolgens gaat het boek verder met het verhaal over Frodo en Sam. Sam Heeft Frodo teruggevonden, dankzij de Orcs, die elkaar afmaakten om iets onbenulligs. Frodo komt bij en neemt de ring weer over. Sam gaat kleren zoeken en ze vermommen zich als Orcs. Ze zijn inmiddels in Mordor en zien Mount doom al liggen. De berg is echter zeer moeilijk te bereiken en ze worden op een gegeven moment door Orcs betrapt. Ze worden als Orcs herkent en moeten mee marcheren met een groep soldaten. Dit gaat heel moeizaam en kost veel energie (wat ze toch al weinig hadden). Dan krijgen ze de kans ertussenuit te knijpen en ze trekken verder. Dan komen ze na nog een lange tocht uiteindelijk aan bij Mount doom. Frodo is zo moe dat Sam hem een stuk naar boven moet dragen. Ongeveer op de helft van de berg komen ze op een pad, wat in een spiraal omhoog loopt. Ze volgen het, maar worden weer aangevallen door Gollem. Ze overmeesteren het wezen gemakkelijk en zeggen dat het zich niet meer moet laten zien. Dan komen ze bij een opening en gaan ze de berg binnen. Ze staan boven het lava waar de ring ingegooid moet worden als Frodo zich omdraait en zegt dat hij de ring wil houden en dus ook in de ban van de ring is gekomen. Dan wordt Sam op de grond geduwd en ziet hij hoe Gollem tegen een onzichtbaar iets aan het vechten gaat. Gollem bijt Frodo’s vinger eraf en pakt de ring. Terwijl hij het ding pakt verliest hij echter zijn evenwicht en tuimelt hij met ring en al het lava in. De queeste is behaalt. Dan gaat het boek weer verder bij de zwarte poort, waar het gevecht net goed wilde losbarsten. Nu Saurons geest is vernietigt, door het smelten van de ring verdwijnt de haat uit de tegenstander, die al snel vlucht. De goeden winnen en keren triomfantelijk terug. Gandalf haalt met de windheer (een grote arend) Frodo en Sam op bij Mount doom en vliegt ermee terug naar veilig gebied. Alle Hobbits (Pepin, Merin, Frodo en Sam) worden geëerd door de mensen, door hun heldenmoed en worden naar huis geëscorteerd door hun vrienden. Legolas en Gimly gaan met elkaar naar bossen en grotten, die ze elkaar wilden laten zien. Aragorn wordt koning van de mensen (hij is van koninklijke afkomst). Uiteindelijk rijdt alleen Gandalf nog met de Hobbits mee en bezoeken ze Bilbo nog een keertje bij Rivendell. Op de weg naar huis komen ze ook Saruman met Wormtongue nog een keertje tegen. Dan komen ze thuis en neemt ook Gandalf afscheid. De vier Hobbits worden echter niet binnengelaten in de Shire (waar Hobbiton ligt). Ze gaan echter toch gewoon en negeren allerlei regels die tijdens hun weg zijn gemaakt zijn. Ze horen dat verraderlijke wezens de Shire in ijzeren greep houden en als ze er een paar zien dagen ze ze uit. De wezens gaan meer halen en de vier Hobbits gaan ergens anders heen. Ze komen bij een dorpje en vragen de Hobbits daar in opstand te komen. Dat gebeurt gelijk en als de wezens met een hele groep terugkomen worden ze in een hinderlaag gelokt. Sharkly blijkt na ondervraging heel de Shire in zijn macht te hebben. Ze vechten met nog meer wezens en komen uiteindelijk bij de burgemeester. Die is vermoord en als ze daarachter zijn gekomen en weer zijn huis uitkomen staan ze plotseling voor Saruman. Hij is Sharkly en verteld dat Wormtongue de burgemeester heeft vermoord. Wormtongue heeft er genoeg van dat Saruman hem altijd op zijn nek zit en snijd Sarumans nek door en vlucht. En zo loopt alles ten einde en goed af.
b. onderzoek van de verhaaltechniek: De schrijfstijl: Is heel rustgevend, beeldend en duidelijk. Zo worden alle dingen zorgvuldig uitgelegd en besproken, behalve dan de veldslagen, wat een beetje jammer is, want dat zijn juist de acties die veel spanning met zich meebrengen. Toch zijn er nauwelijks moeilijke woorden en als die er toch waren was er wel uit zinsverband te onttrekken wat het moest voorstellen. Sommige dingen kon ik ook heel goed erbij fantaseren, waardoor ik een goed beeld kreeg van de wereld. Tolkien verteld ook heel veel over de kleuren en het weer. Over dat de lucht op een gegeven moment langzaam zwart wordt en dat de zonsopgang en ondergang zo mooi zijn en met kleuren als grijs, zilver en goud beschrijft hij heel mooi hoe in zijn wereld de zon opkomt en ondergaat.
De ruimte: De gehele trilogie speelt zich af in ‘Middle Earth’, Tolkiens grootste creatie van een wereld, waar The Hobbit, Lord of the Rings en nog andere boeken van hem zich afspelen. Hij heeft die wereld letterlijk zelf gemaakt, omdat alle afstanden en al het leven er perfect in is uitgebalanceerd. Zo leeft Gollem in een grot, net als Shelob. De Balrog zit in de diepe mijnen van Moria waar hij per ongeluk is wakker gemaakt door de Dwergen die te diep groeven en hobbits leven flierend en fluitend aan de oppervlakte, in een haast vergeten valei. De mensen leven tussen Moria en de elven en dwergen in, zodat zij als bufferzone tegenover het kwade Mordor dienen. De elven en Enten leven in bossen en geven dit een sterke bescherming. Dit alles creëert de perfecte omgeving voor een groot verhaal.
De verhaalfiguren: Frodo: (Round) De ringdrager en dus degene die het het zwaarst heeft. Hij moet belangrijke beslissingen nemen en ziet zijn queeste eigenlijk niet zitten. Hij denkt dat hij toch te nietig is om het klaar te spelen. In deel I heeft hij nog nauwelijks problemen met het dragen van de ring, maar in deel II krijgt hij het zwaarder en raakt hij meer en meer gehecht aan de ring. In deel III raakt hij langzamerhand zo in de ban van de ring dat hij Sam (zijn beste vriend) een dief noemt en hem ervan verdenkt hem te willen bestelen. Van Frodo krijg je al zijn gedachten te lezen en vooral hoe zwaar hij het wel niet heeft. Hij is ook altijd de pineut omdat ieder slecht wezen eerst hem probeert aan te vallen en daarna pas een andere groepsgenoot. Zo was het met de Cave-Troll, Shelob en de Ring Wraiths. Dit komt doordat hij de ring draagt en al het kwade dus als eerste door hem wordt aangetrokken. Frodo heeft medelijden met Gollem en denkt dat hij hem kan veranderen. Uiteindelijk blijkt dit tevergeefs en verliest hij er een vinger door, wat overigens heel typisch is voor vertrouwen.
Sam: (Round) Hij is de tuinman en beste vriend van Frodo en helpt hem overal bij. Hij ziet hoe moeilijk Frodo het krijgt en is uiterst pessimistisch over Gollem die op een gegeven moment met hen meetrekt. Volgens hem konden ze het wezen dan ook beter gelijk vermoorden. Sam is een goed voorbeeld van een pure vriend. Een vriend die alles voor zijn maat over heeft en er niets voor terug verwacht. Zo draagt hij Frodo Mount doom op, terwijl het al dapper van hem is Frodo zover te volgen.
Pepin en Merin: (Flat) Van hen kom je niet de gedachten te weten en lees je alleen wat ze doen. Zo proberen ze van de orcs te ontsnappen en ontmoeten ze de Enten. Wel zijn ze heel dapper en vervullen ze ook een rol als held, wanneer Pepin bijvoorbeeld Gandalf waarschuwt over Denthor en Merin de Eowyn red van de Ringgeest.
Gandalf the grey en later white: (Round) Hij overleeft tegen alle verwachtingen in het gevecht met de Balrog en weet het tij te keren in de grote oorlog en het beleg van Helms Deep en Gondor. Hij is samen met Saruman een van de laatste van zijn Orde en een soort Goddelijke afstammeling. Voor de gewone mens is hij een tovenaar en een weldoener. Van hem kom je al zijn gedachten te weten omdat hij uitleg en mening geeft over heel veel dingen.
Aragorn son of Arathorn/ straider: (Round) Geboren leider en enige echte erfgenaam op de troon die over alle mensen regeert. Hij koos ballingschap maar ziet in dat zijn leiderschap heel erg nodig is. Overal ziet hij mensen die verdeeld zijn over het land in verspreide koninkrijken die allemaal los van elkaar staan. Hij ziet in dat ze verenigd moeten worden, maar dat gaat hij waarschijnlijk pas in deel III doen. Hij is goed en verlangt zoals alle mensen naar de ring, maar weet zich eraan te onthouden.
Legolas: (Round) Hij is een elf en dus licht, afstandelijk en onsterfelijk. Zo zakt hij niet weg in de sneeuw, is hij niet echt geroerd als er iemand doodgaat of als iemand hem omhelst en kan hij alleen dood door wapens en niet door ouderdom. Hij is ook heel poëtisch en daarin lees je ook veel van zijn gedachten. Hij heeft als tegenovergestelde van Gimly, waar hij wel goed bevriend mee raakt een liefde voor bossen.
Gimly son of Gloin: (Round) Gimly heeft een voorkeur aan grotten en berghallen, waar zijn volk leeft. Hij verafschuwt bossen. Ook kan hij niet op een paard rijden en nauwelijks springen. In de film wordt daar op humoristische wijze gebruik van gemaakt door hem een paar keer van zijn paard te laten donderen en hem te laten zeggen dat hij liever niet ‘getossed’ wordt als ze een keer moeten springen. In het tweede deel van de film is het helemaal lachen als Aragorn en Gimly met elkaar boven wat Orcs staan. Gimly zegt dan dat Aragorn hem dan voor deze keer wel mag tossen met als voorwaarde dat hij het niet aan Legolas vertelt. Gimly is dus duidelijk de komische noot in het verhaal. Dit komt ook goed naar voren als Gimly als enige bang is in de Paths of the Dead (wat ook een grot is) en hiervan baalt. Gimly is verder heel nors, maar ook heel strijdlustig en vooral klein. Zo kan hij nauwelijks boven kantelen uitkijken wat er ook wat grappig uitziet als je een rij van mensen en elven ziet achter kantelen, waarbij in het midden een helm als enige boven de kanteel uitkomt, wat dan Gimly voor moet stellen. Dit soort dingen maken hem tot mijn favoriete karakter(tje).
Faramir: (Flat) Frodo en Sam komen bij hem en horen dat hij de broer is van Boromir. Anders dan Boromir heeft Faramir geen behoefte aan de ring en laat hij de Hobbits verder trekken zonder de ring voor zichzelf te houden.
Theodon: (Flat) Hij is de koning van Rohan en is in het begin van het verhaal onder de slechte invloed van Wormtongue. Dan wordt hij echter gered door Gandalf, waardoor hij zijn taak weer goed op zich neemt en Wormtongue verbant. Hij wordt nadat Wormtongue weg is weer de trotse koning die hij altijd was en leidt zijn volk vol vertrouwen en moed. Toch is hij flat, omdat je zijn precieze gedachten niet te weten komt.
Eowyn: (Round) Bij haar gaat het vooral om wat ze het belangrijkste vind. Het enige waarvoor ze echt bang is, is een kooi (gevangenschap) en daarvoor wil ze koste wat kost meevechten in de oorlog tegen Sauron. Ze is daar ook heel dapper en belangrijk in en verslaat een draak van een Ringgeest.
Gollem: (Round) Hij heeft liefde en haat voor de ring en wil het ding altijd en eeuwig terug hebben. Gollem heeft vaak een tweestrijd met zichzelf omdat zijn goede kant, die langzaam hervormd wordt door Frodo, het opneemt met zijn slechte kant. Hierdoor ontstaan hele discussies met zichzelf. Uiteindelijk wint de slechte kant het en leidt Gollem ze naar Shelob, waardoor hij als verrader het tweede deel uitloopt. Dit schepsel is trouwens ooit zelf een Hobbit geweest, maar door de ring helemaal veranderd, waardoor hij een andere huidskleur heeft gekregen.
c. op zoek naar de thematiek: De thematiek: Is gemakkelijk, omdat het verhaal er echt op gefocust is. Het is de altijd terugkerende en eeuwig durende strijd die heerst tussen goed en kwaad. Het boek laat telkens zien hoe het goede door heldendaden het slechte overwint. Het boek is erop gefocust omdat het draait om het vernietigen van de ring van macht, die als veroorzaker wordt gezien van kwaad, omdat het door Sauron gemaakt is en omdat macht altijd naar kwaad neigt. Zo wordt het kwaad uitgebeeld in het kleinste ding wat maar gedragen kan worden en laat het zien dat het niet om het object gaat, maar om de kracht die het uitstraalt. Een ander thema zou dus ook kunnen zijn: zelfs de kleinste dingen kunnen verandering veroorzaken en er zou dus niet naar uiterlijk gekeken moeten worden, maar meer naar wat er binnen in iemand schuilt. Vooral kenmerkend in het tweede deel is de vraag en de achterdocht die gewekt wordt, of een neutraal iemand nou slecht is/ wordt, of dat hij juist goed is. Toch is dit niet het uiteindelijke thema. Ook een thema is vriendschap. Bijvoorbeeld die tussen Frodo en Sam.
Welke tekstgedeelten en motieven zijn typerend voor dat thema: De gedeelten waarin er het meest naar de ring en naar de macht verlangd wordt. Zo is Gollem altijd in de ban van de ring en verlangt hij er vaak naar. Boromir probeert op een gegeven moment (voor zijn dood) de ring af te pakken. Ook Faramir lijkt in het begin de ring te willen, maar blijkt toch aan de kant van het goede te staan. Kenmerkende passages zijn dat Faramir erachter komt dat Frodo en Sam de ring hebben en dat Gollem Frodo in zijn slaap benadert, maar toch niets doet omdat dat hem zijn kop zou kunnen kosten. Ook wordt Frodo steeds vijandiger tegenover Sam, zijn beste vriend, omdat hij gemanipuleerd wordt door de ring. Een motief voor het thema vriendschap, is dat Sam Frodo Mount doom op draagt en hem tot daar aan toe altijd heeft bijgestaan, zonder dat hij er iets voor terug wil. Dit is ook al besproken bij personages.
Wat is het verband tussen titel en thema: Het verband is uit de titel: ‘The lord of the Rings’ niet zo goed te trekken. Hiermee wordt alleen bedoeld, dat The lord (Sauron) de ring heeft gemaakt en dat het kwaad door hem door de ring stroomt en het macht geeft wat dit kwaad ook veroorzaakt, of in ieder geval verleidt. Het verband is beter te trekken in de Nederlandse titel: ‘In de ban van de ring’. Hier word ditzelfde verband een stuk duidelijker. Dit boek heeft de tweede naam ‘The two Towers’ omdat het in dit boek gaat om de communicatie van Orthanc (de toren van Isengard) met Saruman en het fort in Mordor (Barad Dur) met Sauron. Dit zijn allebei een soort torens en hebben communicatie met elkaar, via de Palentir, die verbroken wordt omdat Pepin hem op een gegeven moment bemachtigd omdat Wormtongue hem in woede naar buiten smijt. De derde naam ‘The return of the King’, slaat op Aragorn, die zijn rechtmatige plek als koning weer inneemt. Hij had eerst de lijn van koningen verbroken en ballingschap gekozen, maar zag dat zijn land hem nodig had en verenigde hen om Sauron te weerstaan. Na afloop in het derde boek wordt hij dan ook koning, zoals hij al eerder had moeten zijn en is hij als het ware teruggekeerd uit ballingschap.
d. plaats in de literatuurgeschiedenis: De boeken zijn voor het eerst gepubliceerd in 1954.
Over Tolkien, de schrijver der schrijvers:
John Ronald Reuel Tolkien (1892-1973) was een hoogleraar van de Engelse taal, gespecialiseerd in Oud en Middel Engels. Twee keer Professor van Anglo-Saxisch (Oud Engels). Bij de Universiteit van Oxford schreef hij ook een aantal verhalen, inclusief de bekendste The Hobbit (1937) en The Lord of the Rings (1954-1955), welke zich afspelen in een prehistorisch tijdperk in een uitgevonden versie van de wereld die hij volgens de Middel Engelse naam Middle-earth noemde. Hij is vaak vervloekt door de Eng. Lit. Establishment, met eerbare uitzonderingen, maar geliefd door letterlijk miljoenen lezers over de hele wereld. In 60er jaren werd hij opgenomen bij veel leden van de nascent "counter-culture" largely voor zijn betrekking tot milieuzaken. In 1997 werd het boek de top van de drie British polls. Tolkien begon met schrijven al ver voor de oorlog en is daar gedurende de oorlog mee doorgegaan. Dit is misschien typerend als je kijkt naar de oorlogen die hij beschrijft, met grote dreunen en ontzettend veel wezens, wat misschien een beetje lijkt op een oorlog met tanks en mitrailleurs. Verder had Tolkien een grote liefde voor bomen en de natuur wat ook grotendeels terugkomt in zijn boeken waar bijvoorbeeld Enten als pratende en bewegende bomen in voorkomen. Andere werken van Tolkien zijn:
“De Hobbit”
“Pearl and Sir Orfeo”
“Finn & Hengest”
4) Beoordeling
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden