Joe Speedboot door Tommy Wieringa

Beoordeling 5
Foto van een scholier
Boekcover Joe Speedboot
Shadow
  • Balansverslag door een scholier
  • 3e klas vwo | 1265 woorden
  • 1 april 2020
  • 1 keer beoordeeld
Cijfer 5
1 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Tommy Wieringa
Lezen voor de lijst
Niveau 4 (15-18 jaar)Lezen voor de lijst Niveau 4 (15-18 jaar)
Genre
Psychologische roman
Coming of age
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
januari 2005
Pagina's
316
Geschikt voor
bovenbouw havo/vwo
Punten
4 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands
Literaire thema's
Coming of age,
Desillusie,
Jaloezie,
Lichamelijk gehandicapt,
Jeugdliefde,
Seksualiteit,
Vriendschap
Prijzen
NS Publieksprijs (2006 Genomineerd), Libris Literatuur Prijs (2006 Genomineerd), F.Bordewijkprijs (2006 Winnaar)

Boekcover Joe Speedboot
Shadow

Fransje Hermans, de verteller van het verhaal, is na een ongeluk invalide geraakt en heeft voorgoed zijn spraakvermogen verloren. Hij is de zelfbenoemde chroniqueur van het dorp Lomark. Zijn fascinatie voor de nieuweling Joe Speedboot is grenzeloos: Joe Speedboot, de jongen die zijn eigen naam gekozen heeft en op zijn vijftiende al bommenlegger, vliegtuigbouwer en bew…

Fransje Hermans, de verteller van het verhaal, is na een ongeluk invalide geraakt en heeft voorgoed zijn spraakvermogen verloren. Hij is de zelfbenoemde chroniqueur van het dorp Lo…

Joe Speedboot door Tommy Wieringa
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

Verhaalanalyse Nederlands

Joe Speedboot 

De ruimte:

Het verhaal speelt zich af in Lomark, een klein dorpje met vooral platteland. Het is erg afgezonderd van de buitenwereld door het water wat er omheen ligt, maar later in het boek ook wanneer de snelweg E981, met een grote geluidswal ernaast, wordt gebouwd. 

Fransje heeft na een tijdje een eigen huisje achter in de tuin gekregen wat uitzicht heeft op de oude begraafplaats die erachter ligt dat waar in de lente vrolijke bloemen groeien en in de herfst, in de regen, nog een van de laatste begrafenissen wordt gehouden. Dat heeft ook met ruimte te maken want een begrafenis is natuurlijk erg droevig en de regen versterkt dat weer. Ook toen het definitief was dat de E981 langs Lomark aangelegd zou worden (waar de bewoners niet zo blij mee waren) waaide er een harde oostenwind en waren er voorjaarsstormen. De begraafplaats was verlaten. Allemaal best wel droevig en negatief, net als hoe de inwoners van Lomark er over dachten. 

Perspectief/vertelwijze:

Het verhaal wordt verteld vanuit de ik-persoon (Fransje Hermans) doordat hij na zijn ongeluk niet meer goed kan praten wordt hij soms minder betrokken bij de rest, maar dat weerhoudt hem er niet van om niet meer met hun mee te gaan. Hij observeert namelijk alles, gesprekken, mensen, noem maar op. Op een gegeven moment gaat hij ook alles opschrijven in boeken die hij PJ later ook laat lezen. Maar dat je alles door Fransje zijn ogen ziet betekent ook dat als hij een in negatieve stemming is hij ook anders naar dingen gaat kijken, zoals het stukje waarin Fransje een heel zwaar eind over de dijken heeft afgelegd naar een krib waar hij hoopt dat Joe daar zit en dan daar Joe en Christof ziet zitten vissen. Joe heeft een vis gevangen en Christof springt zenuwachtig om hem heen, dan zegt Fransje; “eigenlijk had ik Joe’s vriend moeten zijn. Christof is geen goede vriend voor hem, die is te voorzichtig, hij houdt Joe tegen. Hij is een rem op Joe’s snelheid en dat moet niet, Joe moet zichzelf kunne opvoeren tot hij vliegt. Mijn ongeluk is te vroeg gekomen. Het heeft de loop van dingen in de war geschopt. Ik had naast hem moeten zitten, niet Christof.” Dit is een duidelijk voorbeeld van Fransjes Jaloezie, door zijn beperking heeft hij het gevoel niet te kunnen zijn wie hij had moeten zijn en zegt hij ook dat Christof geen goede vriend voor Joe is terwijl er eigenlijk volgens Joe niks mis is met Christof’s ‘voorzichtigheid’

Maar sommige stukjes is er ook een beetje een alwetende verteller. Bijvoorbeeld wanneer Engel weggaat, wordt er gezegd dat dit ook de laatste keer is dat ze hem zullen zien, wat Fransje natuurlijk helemaal niet kan weten.

Tijd:

Het verhaal heeft geen informatieve opening maar je komt juist middenin het verhaal binnen gestapt. Daardoor zijn er ook soms wat flashbacks om duidelijk te maken wat er eerder is gebeurd. Zoals wanneer Fransje in een flashback verteld hoe hij is coma is geraakt; “Het was de dag van de cyclomaaiers. Ik moet hem hebben gehoord, de trekker die de hapgrage messen voorttrok de het gras en de bloemen sneden. Tsjak tsjak tsjak. Geen slaap zo diep dat je die niet hoort. Wie hoort nou een 190-pk-John Deere niet aankomen? Wie gaat er nou in het gras liggen slapen als ze maaien? Wie doet er nou zoiets? Dan heb je het ook wel aan jezelf te wijten.”(blz. 180) Verder wordt het verhaal wel op chronologische volgorde verteld. Soms worden er wel tijdversnellingen gemaakt, bijvoorbeeld van het tweede deel 2 ‘zwaard’, naar deel drie ‘en toen’; “het is later, vele jaren later.” 

Het boek heeft op zich een best wel gesloten einde. Er zijn eigenlijk geen onbeantwoorde vragen of onduidelijkheden. 

Personages:

Fransje Hermans: 

De hoofdpersoon en verteller van het verhaal. Door zijn ongeluk zit hij nu in een rolstoel met een hendel waarmee hij zich met zijn ene super sterke en gespierde arm voortbeweegt. Wordt daarom later in het verhaal door Joe ook wel Frans de Arm genoemd. Fransje gaat ook dagboeken schrijven over wat er allemaal gebeurd, hij noemt het ‘horizontale geschiedschrijving’. 

Joe Speedboot:

De jongen die als een ‘meteoriet’ het dorp of beter gezegd Christof’s huis, binnen kwam rijden. Hij is volgens Fransje ‘de verlosser’.  Joe Speedboot is niet zijn echte naam, eigenlijk heet hij Achiel Stephaan Ratzinger maar hij wist dat hij met deze naam nooit de jongen zou worden die hij wou zijn dus veranderde hij zijn naam in Joe Speedboot.

Engel Eleveld: 

Fransjes ‘gezegende pismaat’. Engel is een erg slimme, sympathieke en (op het begin) onopvallende jongen die na zijn middelbare school naar de kunstacademie gaat maar een tijdje later overlijd omdat er een hond op zijn hoofd was gevallen.

Christof Maandag:

Stille jongen die er later toch nog vandoor gaat met PJ.


Stijl:

Tommy Wieringa heeft naar mijn idee een zeer fijne schrijfstijl. De zinnen zijn niet te lang maar alles wordt wel heel duidelijk (en in bedrijvende vorm) beschreven waardoor je heel erg bij het verhaal betrokken wordt, en je alles ook goed voor je kunt zien. Ik heb namelijk een hele goed beeld bij hoe het dorpje Lomark eruit ziet. Het is ook erg leuk dat Tommy Wieringa veel gebruikt maakt van ironie, vooral op het gebied van zelfspot; “Er loopt een guts kwijl uit mijn mond als ik naar hem opkijk. Liters heb ik van dat spul. Ik kan er goudvissen in houden.” (blz. 24)

Thema en Motieven:

Het thema van het boek is denk ik: 

Een jongen die na zijn ongeluk half verlamd is en zijn leven niet meer kan leven zoals hij gepland had, maar door het boek heen ontwikkeld hij zich wel heel erg. In het eerste deel observeert hij veel en in het tweede deel ontwikkeld hij zich juist lichamelijk, omdat zijn vriend Joe hem opgeeft voor armdruk wedstrijden.    

Motieven zijn:

Beweging en stilstand: in het boek is er een tegenstelling tussen Joe, die staat voor beweging en Fransje die staat voor stilstand. ‘Joe’s obsessies gingen altijd over beweging. Beweging aangedreven door de verbrandingsmotor.’ (blz. 249) Fransje, staat eigenlijk stil door zijn beperking.

Ook kun je het dorp Lomark zien als een plaats waar stilstand heerst en waar de bewoners niet veranderen, bijvoorbeeld in de laatste alinea van het boek waar Lomark is ‘verdwenen’ achter een grote geluidswal van de E981. ‘We horen inderdaad niks, net zomin als wij nog worden gehoord, Maar daarachter zijn wij niet gestorven, noch zijn wij van gedaante veranderd. Wij zijn hier nog.’ (blz. 316)

Een ander motief is denk ik desillusie, omdat alle personages een soort van verwachting van de toekomst hebben en bij velen komt die eigenlijk niet uit:

Fransje: Fransje krijgt dus een ongeluk en zijn toekomst is al vanaf het begin van het verhaal veranderd.

Joe Speedboot: denkt zijn droom waar te kunnen maken door op de kunstacademie te gaan studeren maar dat blijkt niet zo te zijn.

Engel Eleveld: sterft door een hond die op zijn hoofd valt. Dat verwacht niemand natuurlijk.

Mahfouz: dacht zijn ware liefde (mevrouw Ratzinger) gevonden te hebben maar dat bleek niet zo te zijn. 

PJ: is eigenlijk heel erg mooi maar ook heel onzeker en wordt daardoor uiteindelijk een soort seksverslaafde, ze zoekt bevestiging bij mannen.

Boekenquiz 21 vragen

Nieuw! Open vragen worden nagekeken door AI
De hoofdfiguur in het boek is onder een andere naam geboren. Wat is zijn echte naam?
Op zijn tiende jaar besloot Joe de achternaam Speedboot aan te nemen. Hoe komt hij later aan zijn nieuwe voornaam?
De eerste Lomarker die Joe Speedboot ontmoet, is
Door welke oorzaak is Fransje Hermans in een rolstoel geraakt?
Wat is de fysieke handicap van Fransje?
Welke bewering over het perspectief is de juiste?
De plaats van handeling is het dorpje Lomark. Waar ligt dit dorp in Nederland?
Over de tijd worden niet erg veel mededelingen gedaan. Wat is de meest waarschijnlijke van de vier onderstaande beweringen?
Joe Speedboot bouwt in het eerste deel een vliegtuig. Wat is de reden daarvoor?
Wat gebeurt er na het eindexamen vwo met Fransje Hermans ?
Een minder goede eigenschap van PJ in deze roman is:
In deel III komt Joe Speedboot de bruiloft van PJ en Christof verstoren. Op welke wijze doet hij dat?
Hoe heet het boek dat Arthur Metz over PJ heeft geschreven?
Arthur Metz noemt zijn hoofdfiguur Tessel. Waarom?
Wat suggereert Fransje Hermans aan het einde van de roman?
Hoe is Engel Eleveld om het leven gekomen?
De indeling in twee delen (Penseel en Zwaard) heeft te maken met een van de onderstaande beweringen. Welke is de juiste?
De roman van Tommy Wieringa heeft een veelomvattende thematiek.
Wat zie je als thema van het boek?
De stijl van Tommy Wieringa in deze roman kenmerkt zich door:
Welke bewering(en) is/zijn juist?
Bewering I: Joe’s moeder heeft het paspoort van Mahfouz ingenomen.
Bewering II: Mahfouz is net als Joe Speedboot een buitenstaander in het dorp.
Bewering III: Mahfouz ontwerpt een eigen primitieve zeilboot.
Bewering IV: Na de tewaterlating verdwijnt Mahfouz voorgoed uit Lomark.
Welke literaire motieven zie je terug in de roman?
Meerdere antwoorden mogelijk

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.