Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

De procedure door Harry Mulisch

Beoordeling 7.5
Foto van een scholier
Boekcover De procedure
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 7393 woorden
  • 10 februari 2015
  • 2 keer beoordeeld
Cijfer 7.5
2 keer beoordeeld

Boekcover De procedure
Shadow

Victor Werker doet onderzoek naar het geheimzinnige moment waarop dode materie overgaat in leven. De verteller in De Procedure lokt de lezer met de belofte dat die in de geheimen van dit moment zal worden ingewijd. Om deze belofte gestand te kunnen doen is een duivels spel met het goddelijke vereist, dat Victor Werker noodlottig zal worden.
De Procedure (1998) …

Victor Werker doet onderzoek naar het geheimzinnige moment waarop dode materie overgaat in leven. De verteller in De Procedure lokt de lezer met de belofte dat die in de geheimen v…

Victor Werker doet onderzoek naar het geheimzinnige moment waarop dode materie overgaat in leven. De verteller in De Procedure lokt de lezer met de belofte dat die in de geheimen van dit moment zal worden ingewijd. Om deze belofte gestand te kunnen doen is een duivels spel met het goddelijke vereist, dat Victor Werker noodlottig zal worden.
De Procedure (1998) is een aangrijpend boek waarin Mulisch wederom alle registers bespeelt.

De procedure door Harry Mulisch
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu

Formele Gegevens De Procedure, Harry Mulisch Eerste druk in oktober 1998 Motto's : Akte 1: Dat het slechts kunst was, was verborgen door kunst. Ovidius, Metamorfosen Akte 2: De tranen van de dood / De maden van kristal Lucebert, Het vlees is woord geworden Akte 3: Iemand moest (...) hem overleven. Franz Kafka, Het proces Harry Mulisch (1927-2010) groeide op als zoon van een Oostenrijks-Hongaarse vader die tijdens de Eerste Wereldoorlog officier was in het leger. Al voor de Tweede Wereldoorlog scheidden zijn ouders en verhuisde zijn moeder naar Amsterdam. Zijn moeder emigreerde naar Amerika, terwijl hij in Nederland achterbleef en zijn schrijversdebuut maakte. In 1946 schreef Mulisch zijn eerste verhaal, 'De kamer', dat een jaar later in Elseviers Weekblad gepubliceerd werd. Pas na zijn eerste publicatie begon Mulisch zich in literatuur te verdiepen. Daarnaast liet hij zich inspireren door toneel. In 1951 verscheen zijn debuutroman Archibald strohalm, waarvoor hij de Reina Prinsen Geerligs-prijs kreeg. Dit boek waarin de jongen Archibald jammerlijk faalt in het ontwerpen van een alomvattende filosofie, vormt het begin van een reeks romans, novellen en toneelstukken, die hun kracht ontlenen aan een superieur evenwicht tussen mythologische, magische en psychologische motieven. Na Het stenen bruidsbed (1959) trad een verandering op; de realiteit kwam meer op de voorgrond te staan. In 1961 verscheen Voer voor psychologen en niet lang daarna De zaak 40/61, over het proces in Jeruzalem tegen Eichmann. De verteller verteld (1971) introduceerde een nieuwe periode: het boek bevat een fragmentatie van parodieën op stijlen en genres, aforismen en invallen. De roman Twee vrouwen (1975) en de novelle Oude lucht (1977) zijn voorbeelden van glasheldere verhalen waarachter zich echter een complex mythologisch gebeuren vol Mulisch-motieven afspeelt. In 1977 werd hij, op zijn vijftigste verjaardag, benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau en in 1992 tot Officier. In het jaar dat Mulisch 65 jaar werd, verscheen De ontdekking van de hemel (1992), door critici een meesterwerk genoemd en unaniem bejubeld. In deze roman komen alle thema's die Mulisch in de loop de jaren in zijn boeken heeft verwerkt bij elkaar. Ook in het buitenland, met name in het Duitse taalgbied, was het boek een ongekend succes. In 1998 verscheen de veelgeprezen roman De procedure, die zich moeiteloos voegt in het rijkgeschakeerde, en zich voortdurend vernieuwende oeuvre. Het boek werd in 1999 bekroond met de Libris Literatuurprijs. In 2000 verscheen de meest recente roman van Mulisch, Siegfried, een zwarte idylle, die nominaties kreeg voor de AKO Literatuurprijs en de NS Publieksprijs. Harry Mulisch ontving op 8 januari 2007 een eredoctoraat aan de Universiteit van Amsterdam bij gelegenheid van de 375ste dies natalis van de Amsterdamse universiteit. De ontdekking van de hemel werd in 2007 verkozen tot de beste Nederlandse roman aller tijden. Mulisch ontving zeer veel literaire prijzen, zowel voor afzonderlijke werken als zijn gehele oeuvre. Werk van Harry Mulisch is vertaald in meer dan twintig talen. Inhoud Samenvatting: Akte A – Het Spreken Het eerste stuk, De mens, is een pseudo-wetenschappelijke uitleg over het begin van de schepping: het hebreeuws. Hierin wordt uit gezegd dat JHVH de hele schepping gemaakt zou hebben van taal, letters, door middel van allerlei combinaties, en de eerste mens uit klei heeft gemaakt. Het tweede stuk, Het personage, geeft overwegingen over het schrijven van een roman, en introduceert Victor Werker, de hoofdpersoon. Hij is een vermaard wetenschapper die het gelukt is om uit dode materie leven te creëren, een zogenaamde golem. Het derde stuk, De golem, handelt over een rabbijn, Löw, uit het Praag van de 16e eeuw, die in opdracht van de keizer uit klei een golem creëert middels de taal van de schepping. Op het eind vermoordt de golem de schoonzoon van de rabbijn. Het vierde stuk dan, Victor Werker, gaat over de geboorte van Victor Werker en de relatie tussen zijn ouders. Akte B – De Zegsmant Deze akte gaat over de drie geschreven brieven van Victor Werker aan zijn vroegere relatie Clara, maar eigenlijk aan hun dood geboren dochtertje Aurora. In het Eerste Schrijven vertelt Werker voornamelijk over zichzelf, zijn leven en zijn werk. Werker heeft uit dode materie, klei, leven gecreëerd, een eobiont, en dat heeft hem in de wetenschap eeuwige roem opgeleverd. Een medewerker van hem, Brock, is echter van mening dat het zijn werk is en dat Werker hem bestolen heeft. Het Tweede Schrijven schrijft Werker in Venetië, waar hij is voor een congres. In dit deel legt hij aan Aurora uit hoe hij de eobiont geschapen heeft. Hij schrijft dat hij over zijn werk een boek wil gaan schrijven: Aurora’s Key to Life. De brieven worden steeds persoonlijker. Werker zoekt naar geschikte citaten voor zijn boek, en schrijft dat hij in Venetië terechtkwam in Harry`s Bar, waar hij een aparte heer ontmoette. Dat is de laatste brief van het Tweede Schrijven. Het Derde Schrijven volgt nu, vanuit Caïro. Werker schrijft over zijn bezoek aan de piramiden, de sfinx, de contacten die hij legt met een drieling die ook het melk van zijn moeder heeft gekregen (voor hem erg speciaal), en over de rampzalige bevalling van wat zijn dochter zou moeten worden, Aurora. Ze is gewurgd door haar navelstreng en wordt dood geboren. Tijdens deze bevalling vreest voor Werker, de schepper van het leven, plotseling de dood, en vlucht weg naar een andere kamer. Een paar dagen na de bevalling gaan Clara en Victor er even uit in Frankrijk, Arles. Hier verlaat Clara hem door het ongeval in het ziekenhuis. Wanneer Werker even op pad gaat, pakt zij al haar spullen en laat een briefje achter waarin zijwil dat zij elkaar nooit meer zullen zien. De laatste brief komt uit Jeruzalem, en eindigt met een smeken aan Clara om vergiffenis. Akte C –Het Gesprek Dit deel bestaat uit 5 stukken, met als eerste Avond, welke begint waar Het personage eindigde. Werker ontvangt, op de dag voor de Nobelprijsuitreiking de drieling en vraagt hen om raad over de kwestie met Clara. Het stuk Nacht bestaat helemaal uit gedachtegangen van Werker, nadat hij uit verdriet zichzelf nogal heeft dronken gezopen. Hij denkt vooral over Clara. Zal hij haar bellen of niet? Hij verzint in zijn hoofd drie verschillende gesprekken. Uiteindelijk hakt hij de knoop door en belt haar op, maar het is het antwoordapparaat die hij inspreekt. Hij overweegt of zijn verlangen naar Clara eigenlijk het verlangen naar zijn moeder kan zijn en zo verder allemaal dingen die nogal vaag worden besproken. Ook heeft een bizarre, beangstigende droom over de vreemde overeenkomsten tussen dingen en de sfinx die zich stort op zijn prooi. (wel allemaal symboliek) In het stuk Ochtend heeft hij spijt van zijn telefoontje, belt opnieuw, maar ontvangt een vreemd gesprek waarin een moord wordt beraamd. Werker gaat naar de politie, maar omdat zij niet willen luisteren probeert hij er zelf achteraan te gaan. Hij dwaalt door delen van de stad. In Middag komt hij de man uit Harry`s Bar weer tegen, Kurt Netter, die hem uitnodigt opnames voor een tv-programma bij te wonen, waarin de kunstenaar van de eeuw zal worden uitgekozen. Werker zit in het publiek, maar dan wordt hij plotseling door Netter op een onheilspellende manier uitgeroepen tot kunstenaar van de eeuw door zijn werk met de eobiont. Geschokt gaat hij naar huis. Hij staat op het punt na jaren eindelijk Aurora`s babykamer open te doen wanneer er gebeld wordt. Mannen dringen binnen en Werker wordt door de mensen die hij aan de telefoon hoorde vermoord. Nu heeft hij ook het geheim van de dood ontdekt. Thema: Het thema is zoals in wel meer boeken van Mulisch het leven en de dood. Vooral het scheppen van leven is het belangrijkste. Ook het leven als doel speelt een grote rol in het verhaal, omdat er op verschillende manieren wordt gezocht naar een manier om leven te creëren. Het leven uit de dood maken dus. Motieven: - Liefde - Religie en Wetenschap - De Idee: Hij legt de nadruk op het toeval in het leven en dit verhaal is misschien een soort antwoord op de vragen die mensen stellen over het leven. Hij is dus op zoek naar de antwoorden op deze levensvragen en dat is waarschijnlijk de hoofdgedachte achter dit boek. Verteltechniek Historische tijd: Het boek speelt zich in verschillende tijden af. Het begin is geschreven toen Mulisch aan dit boek begon. Hierna vertelt hij het verhaal over de geboorte van Victor Werker, de hoofdpersoon, wat rond de jaren '50/'60 geweest zal zijn. In het volgende stuk gaat hij helemaal terug in de tijd naar het Praag in de 16e eeuw. De aktes hierna spelen zich af rond het jaar 2000, waarin het leven al enigszins gemoderniseerd is zoals nu. Tijdsduur: De eerste stukken die zich in een andere tijd afspelen duren niet langer dan een week, omdat het vooral de gebeurtenis vertelt. Het hoofddeel duurt niet langer dan een jaar. Er zitten enige flashbacks in, waarin hij bijv. vertelt over ervaringen met zijn werk. Maar verder zijn het maar een paar maanden waarin hij zijn brieven schrijft. Tijdsvolgorde: De volgorde in het verhaal is dus niet helemaal chronologisch. Dit is wel duidelijk aangeven doordat de volgorde meestal veranderde wanneer er een nieuw hoofdstuk begon. Per hoofdstuk is het nagenoeg wel chronologisch verteld. Perspectief: Het perspectief verschilt. In Akte A is er sprake van een alwetende vertelsituatie. In het eerste hoofdstuk richt de auteur, of de verteller, zich direct tot de lezer, en in het tweede ook. In Akte B is er een ik-vertel situatie, Werker vertelt in zijn brieven over zichzelf en gebruikt de ik-vorm. Omdat het brieven zijn is het logisch dat er een ikvorm is. Wat betreft Akte C twijfel ik tussen een personale vertelsituatie en een alwetende vertelsituatie. Alles wordt in de hij-vorm beschreven en vanuit het perspectief van Victor Werker, maar zinnen als “Victor Werker is gelukkig. Het licht van een verblindende dageraad omgeeft hem. Ik ben onsterfelijk, denkt hij, terwijl zijn ogen breken” (blz. 301) doen denken aan een alwetende verteller. Maar het geheel heeft meer weg van een personale vertelsituatie, omdat je niet de gedachten en gevoelens van andere personages te weten komt. Alles draait om de gevoelens van Victor Werker Personages: - Löw is een Rabbi. Hij krijgt de moeilijke de opdracht krijgt om een “Golem” (een mens uit klei) te maken. Löw heeft blauwe ogen en verder alle kenmerken van een Jood; haarlokken, een zwarte toga, een hoge hoed. Hij krijgt ruzie met zijn familie en zijn broer wordt door de Golem vermoord. Er wordt weinig over zijn innerlijk gezegd. - Ferdinand Werker is een militair die al in vele oorlogen heeft meegevochten. Hij heeft een harde persoonlijkheid. Dit zorgt voor een slechte relatie met zijn vrouwen, ondanks dat krijgen zij wel een kind: Victor. In Akte B krijg je weinig over hem te horen. Victor vertelt verder in Akte C over zijn vader, dat hij eigenlijk maar een somber leven leidde vooral door zijn werk. - Victor Werker is zowel een scheikundige als microbioloog. Hij heeft een belangrijke ontdekking gedaan, namelijk een levend wezen gecreëerd uit anorganische stoffen. Hij noemt het de eobiont. Hij is hierdoor een zeer geslaagd chemicus en komt wellicht in aanmerking voor een Nobelprijs. Hij is een echte denker, over zijn vakgebied maar ook over zijn privéleven. Dit laatste is succesvol als zijn werk. Hij is door zijn vrouw verlaten, omdat hij niet bij de geboorte van hun (dode) dochtertje was, terwijl hij beloofd had erbij te zullen zijn. En ook net als zijn vader komt hij soms hard over. - Clara Veith De vrouw van Victor. Ze wordt niet echt heel duidelijk beschreven maar haar karakter is heel sterk en ze neemt zelf grote beslissingen die ze door niemand in de weg laat staan. Ze houdt van Victor maar scheidt van hem als hij bij de bevalling van de dode Aurora het niet volhoudt en weggaat voor een tijdje. Structuur: Het boek is verdeeld in drie 'Akten' die in stukken uiteenvallen, die doorgeteld worden. Het zijn er alles bijeen twaalf, wat misschien niet zonder betekenis is, (twaalf is een 'volmaakt' getal). Akte A bestaat uit vier stukken: samen zijn deze een inleiding en voorspel. Akte B bestaat uit drie stukken, akte C uit vijf. Vier van deze stukken (Avond, Nacht, Ochtend en Middag) vormen de klassieke tijd van 24 uur, waarin een handeling afgewerkt behoort te zijn. Het vijfde stuk geeft dan de ontknoping. In Akte A wordt het personage Werker gemaakt. In Akte B vertelt hij over zijn leven en zijn grote succes, de Eobiont, de eerst uitgevonden kunstmatige totstandkoming van leven. In Akte C wordt de rekening opgemaakt. Het boek heeft geen epi- of proloog. Je zou kunnen zeggen dat de Akte A wel een proloog is, omdat hier informatie wordt gegeven die je in andere delen goed kunt gebruiken. Literaire Achtergronden Invloed biografie auteur: In dit boek komen heel veel kenmerken in waar Mulisch vaker of schrijft, vooral het leven en de dood hebben hem altijd al geïnteresseerd. Het boek is eigenlijk een soort autobiografie over de hoofdpersoon. Waarschijnlijk zijn de opvattingen van deze persoon dan ook hetzelfde als die van Harry Mulisch zelf. Veel in Victors levensverhaal herinnert aan Mulisch' eigen biografie, van de scheiding van zijn ouders, de opvoeding door zijn vader, tot aan het met opvallende beschreven wenken van de Nobelprijs toe. In zekere zin belichaamt hij wat 'prof.dr.mr.ir. H.K.V. Mulisch Esq.' (zoals te lezen stond op de deur naar het 'laboratorium' van de jonge Harry) had kunnen zijn als hij geen schrijver was geworden. Mulisch zou je een gemankeerd chemicus kunnen noemen, Victor wordt expliciet een 'gemankeerd schrijver' genoemd. Wat zij beiden delen is een passie voor 'hiëroglyfen' en voor 'ontcijferen'. Bij de een heeft deze passie tot de literatuur geleid, bij de ander tot de scheikunde. Ook de plaatsen waar Victor zijn brieven aan Aurora schrijft, San Francisco, Venetië, Cairo, zijn niet willekeurig gekozen. Ze markeren een parcours dat de doorgewinterde Mulisch-lezer niet onbekend zal voorkomen. In San Francisco woont Victors moeder (net als ooit Mulisch' eigen moeder), in Venetië wordt Victor (nota bene in de - werkelijk bestaande - 'Harry's Bar') De procedure is ook een nieuwe variant van het bij Mulisch zo vaak opduikende verhaal van Orpheus en Eurydice. Als de man die leven wil halen uit de dood is Victor Werker een soort Orpheus, hij is dat ook als zanger van zijn treurige huwelijksleven, het verdwijnen van zijn Clara (= delichtende). Dat hij haar uitgerekend uit Wenen terug moet halen, heeft natuurlijk met Freud te maken (onderbewuste = onderwereld. Relatie tussen inhoud en tijd van ontstaan: Er is niet echt een relatie te noemen tussen de inhoud en de tijd van schrijven. Er zijn geen duidelijke verwijzingen etc. Verder wordt er een wel een brug geslagen naar het werk van Victor en de golem die werd gemaakt in de 16e eeuw. Bij beide eindigt hetzelfde, namelijk dat wanneer je je gaat bemoeien met een scheppingsproces de dood erop volgt. Waardering: Trouw “Het heeft mij nogal verbaasd dat 'De procedure' van Harry Mulisch is genomineerd voor de Trouw Publieksprijs. 'De procedure' bevat namelijk geen autobiografisch gekwezel waarin vrouwen van middelbare leeftijd zich gemakkelijk kunnen herkennen, noch een hoop quasi-scherpzinnigheid waar burgermannen op een verjaardag nog eens leuk mee uit de hoek kunnen komen. Het zou wel eens kunnen zijn dat de nominatie Mulisch zelf ook heeft verrast. Hij heeft er alles aan gedaan om de lezer van het hierboven geschetste profiel al op de eerste bladzijde te verjagen: ,,Wie onmiddelijk meegesleept wil worden, ten einde de tijd te doden, kan dit boek beter meteen dichtslaan, de televisie aanzetten en op de bank achterover zakken als in een warm schuimbad.' Vervolgens duikt Mulisch een hoofdstuk lang onder in de filosofie, de geschiedenis van de Bijbel, de 'krochten en kieren van het geschrevene', de kabbalistiek van getallen en het Hebreeuwse alfabet - kortom, in formules die moeten leiden tot de procedure tot het scheppen van leven uit de dood. Dat is, in een zin, waar de roman over gaat. Het eerste hoofdstuk is zo zwaar, stug en soms zo onbevattelijk dat veel lezers hier al moeten zijn afgehaakt. En dat was ook de bedoeling. ,,Ziezo, de opzet is gelukt', schrijft Mulisch aan het begin van het tweede hoofdstuk. ,,Wij zijn onder elkaar.' In tegenstelling tot romans als 'De aanslag' en 'De ontdekking van de hemel', die ook zonder begrip van de achtergronden als onversneden thrillers zijn te lezen, is 'De procedure' geen boek voor een groot publiek. Dan rest de vraag: is dat erg? Nee, helemaal niet. Het is juist goed dat Mulisch geen knieval voor het publiek heeft gemaakt en zich na 'De ontdekking van de hemel' opnieuw heeft gezet aan een alomvattend en gewaagd project. Mulisch verschilt in dit opzicht maar weinig van zijn hoofdpersoon, de briljante wetenschapper en Nobelprijskandidaat Victor Werker, die niet versaagt tot hij erin denkt te zijn geslaagd het geheim van de schepping te hebben gevat in een mathematische constructie: de 'eobiont'. Victor Werker doet, met andere woorden, iets wat vroeger alleen aan God was voorbehouden. In een boek van Mulisch kan het met iemand die zo'n megalomane vondst doet alleen maar slecht aflopen. Eerst lijkt Victor van hogerhand te worden gestraft als zijn eigen dochtertje dood wordt geboren en zijn vrouw, Clara Veith, hem gedesillusioneerd verlaat. Later raakt hij op het spoor van iemand die op de laatste bladzijde zijn moordenaar zal blijken te zijn. De ijzersterke plot bepaalt wel mede de kracht van de roman, maar vormt uiteindelijk niet de essentie. Die zit 'm in het ontrafelen van 'De procedure' zelf. Het is fascinerend om te volgen hoe Mulisch - op weg naar een oplossing die tegelijk de ondergang betekent - in zijn verhaal in soepele stijl de dubbele helix van het DNA, het oude verhaal van de rabbi die zich een golem tovert, knipogen naar Kafka, absurde spelingen van het lot, en een ontroerende brief aan zijn dode dochtertje onlosmakelijk met elkaar verbindt. Het is zelfs nog sterker: veel van die duizelingwekkende elementen uit 'De procedure' zijn al bekend uit eerder werk van de schrijver. Om een voorbeeld te noemen: in 'De compositie van de wereld', Mulisch' filosofische magnum opus uit 1980, was al sprake van de 'eobiont'. Met deze vervlechting van oud en nieuw lost Mulisch zijn eigen uitspraak in: ,,Het oeuvre van een schrijver is, of behoort te zijn, een totaliteit, een groot organisme waarin elk onderdeel met alle andere verbonden is door ontelbare draden, zenuwen, strengen en kanalen (...)' De duizelingwekkende kracht van 'De procedure' en de verbintenis met zijn gehele oeuvre waren dit voorjaar reden om Mulisch de Libris Literatuurprijs 1999 toe te kennen. Maar of hij er ook de Trouw Publieksprijs mee wint? Het zou me verbazen. Maar als het lukt, levert Harry Mulisch een prestatie die niet onderdoet voor die van Victor Werker.” Door: Onno Blos, 02/10/98 Volkskrant DE WERELD terugbrengen tot een systeem, tot mathematisch geordende formules, de toverachtige schoonheid van die cijfer- en lettercombinaties die aan de oorsprong liggen van wat was, is en komen zal.... Daarbij is het zijn opvatting dat een astrologisch of kabbalistisch systeem als basisprincipe alleen al in aanmerking komt, omdat het eeuwen her is uitgedacht. Bijgevolg reikt Mulisch dikwijls terug naar de Grieken en de Egyptenaren. We leven in een wereld waarin God door de techniek is vervangen. De magie en de mythe dreigen verloren te gaan, ja de mensheid zelf wordt door haar eigen uitvindingen belaagd. Gelukkig is daar de schrijver nog. Hij is godgelijk, want hij kan een wereld scheppen. Hij is vrouwgelijk, want hij baart een boek dat een eigen wil heeft en een eigen leven begint, zodra het de maker verlaat. Hij is, als we helemaal teruggaan, een collega van Thoth, de Egyptische god die het hiërogliefenschrift uitvond. In den beginne was het woord. Die verhalen zijn zo oud, daar moet wel iets hogers en waars inzitten. Harry Mulisch is hier op zijn beurt nu al zo lang mee bezig, dat die volharding alleen al op een prestatie begint te lijken. Alles hangt met alles samen, de fysische wereld met de metafysische, en het is de schrijver die deze band intact houdt. Dixit Mulisch, maar intussen heeft hij een organisch oeuvre op zijn naam staan, waarin de dwarsverbanden en referenties zo opzichtig zijn aangebracht dat je moet vrezen dat de schrijver zijn eigen gelijk bewerkstelligt, in plaats van dat derden hem dat eventueel kunnen geven. Zijn tiende roman De procedure helpt ongetwijfeld weer menig neerlandicus aan een onderwerp voor een doctoraalscriptie of dissertatie. Kunnen ze motieven en metaforen gaan turven en aanstrepen. Tip: let op de keren dat klei ter sprake komt, het materiaal waarvan ooit de golem werd geboetseerd én dat bestaat uit microscopische kristallen, het begin van DNA. Tip twee: houdt het getal drie in de gaten, en je ontdekt verscheidene drielingen, de drie Egyptische piramides, de drie Aktes waaruit De procedure bestaat. Pluis uit welke uitspraak verwijst naar eerder werk van de meester, en welke naar joodse, Griekse en Egyptische geschriften. Toen deden ze dit soort dingen ook al, is de procedure die Mulisch opnieuw volgt, en als ik een nieuw verhaal verzin, klinken die oude daarin mee. Dat is zulk een toeval dat het geen toeval meer is. En dat is weer een parallel, om niet te zeggen een paradox, en daarop rust de compositie van de wereld. Pure magie en alchimie, dat schrijven, de transcendentie in uitvoering. Deze roman bevat evenveel letters als het DNA van de kleinste wezens die wij op het ogenblik kennen, de extremofiele Archaea. Dat kan geen toeval zijn. Nee, maar om die kale reden hoeft het ook niet meteen waar en mooi te zijn. Dat wij met dit boek de kern van alle leven in handen zouden houden, die wij gaan bezielen door De procedure te lezen, is meer een spelletje voor de Chemische Jongensclub. Mensenwerk dus, geen godenwerk. Harry Kurt Victor Mulisch splitste zich op in Victor Werker en Kurt Netter. De ene is een scheikundige die een vermaard microbioloog is geworden, die uit anorganische materie een primitief organisme heeft gefabriceerd. Hij is de twintigste-eeuwse technische mens die alles kan maken, zelfs leven, door het toepassen van formules die uit letters bestaan. Zo beroemd is hij dat hem wel eens de Nobelprijs kan worden toegekend (die kan Mulisch gevoeglijk vergeten, want een dergelijke brutale sollicitatie zal het Zweedse comité niet behagen). In Harry's Bar (zoiets verzin je niet) te Venetië komt hij Kurt Netter tegen, een arrogante 70-jarige schrijver en dialectische wijsgeer met de oogopslag van een 17-jarige ('Zeventig? Ik? Quatsch. Zeventien eerder', schreef Mulisch onlangs in de rede Het zevende land). De schrijver heeft een jonge vrouw, een kindje en een teckel, en ook heeft hij een tentoonstelling georganiseerd. Later in het boek komt hij nog een keer terug, net als Willem Frederik Hermans, die het in Au pair (1989) evenmin kon laten tweemaal op zijn creatie Pauline af te stappen. Kurt Netter begrijpt Victor Werker beter dan Victor Werker zichzelf. Niet vreemd, immers een schrijver ziet de grote verbanden nog wel, waar de moderne wetenschapper dat overzicht is verloren. Netter is een absolutist, een extremofiel zogezegd: De radicalen hebben de hele wereld. Kijk maar naar Picasso, Lenin of Einstein. Wie over de schreef gaat, heeft het voor het zeggen. Netter zal Werker aanmerken als tweede Pygmalion (die een ivoren beeld maakte van een vrouw, dat tot leven kwam). Het aanwijzen is de kunst. Dat is wat Mulisch deed, doet en zal doen, en op zo'n manier steekt hij met elk boek zichzelf een pluim op de hoed. Het schema dat aan De procedure ten grondslag ligt, wordt braaf uitgewerkt. De roman is een genot voor pluizer en puzzelaar: dat restaurant Mirafiori, zit Mulisch daar niet regelmatig zelf te eten? En zien wij niet ook bijrolletjes weggelegd voor Frits Staal, Rudi Fuchs en Marcel van Dam (hier Arthur Marcelis), leden van de ouderejongenskletsclub onder voorzitterschap van Harry Mulisch? Met de bravoure en de verwijzingen zit het snor. Met het vertellen minder. Mulisch heeft de hinderlijke tic voortdurend de woorden 'bijkans' en 'kennelijk' te gebruiken. Hij is nonchalant in de afwerking, wat niet alleen blijkt uit 'de stapel post, dat', of 'een pak melk, die,' maar ook uit de gemakzuchtige schets van het Praagse jodengetto vol met zweren en puisten overdekte kreupelen en dwergen, die zich vastklampen aan passerende benen, of uit de clichématigheid waarmee het jaar 1950 wordt geïllustreerd: een vrouw maakt een fles wijn open en zet een plaat van Georges Brassens op. Alsof Mulisch de wereld uit de krant of een geschiedenisboek kent, en aan die samenvattingen genoeg heeft voor de zijne - hetzelfde manco kortom waardoor de De aanslag (1982) bleef steken in een voorbeeldige invuloefening. Echt beschamend slecht geschreven is een erotische scène waarin vader Werker zijn hand tussen de benen van zijn vrouw werkt. Daar bleek zich opeens een tropisch moeras te bevinden, zoals hij die op Sumatra had gezien, en waarin hij nu allereerst met zijn bewustzijn wegzonk, terwijl zij haar activiteiten staakte maar daarop met verdubbelde furie aan zichzelf begon te rammelen. Wat een feest, staat er ook nog. Was hij leerling aan de Schrijversvakschool, Mulisch zou met strafwerk naar huis zijn gestuurd. Geen magie, geen raadsels. Geen universum, maar de huisbioscoop van Harry Mulisch. In de derde eeuw, vertelt hij, vatte een joodse neo-pythagoreeër de schepping van de wereld samen in vijf A4-tjes. Woorden, en geordende combinaties van woorden, bleken aan de oorsprong te liggen van het leven. In 1994, gaat Mulisch verder, is er een wetenschapper die de overgang van dode naar levende materie in vijf A4-tjes met DNA-tekstcombinaties beschreef. Frappant? Neu, want die overeenkomst, die dan op een mythische samenhang moet wijzen waar de schrijver alles van weet - die zit de hele dag van niets iets te maken -, is door Mulisch zelf in het leven geroepen. Je begrijpt wel steeds beter waarom het met zijn natuurwetenschappelijke ambities nooit wat is geworden. De universiteit ziet hem aankomen. Naast dit gegoochel, waar niet veel mysterie aan te ontdekken is, doet Mulisch een poging een menselijk drama in zijn systeem onder te brengen. Victor Werker is namelijk niet alleen een jaloersmakende kei in zijn vak, hij is ook verdrietig omdat zijn vriendin Clara Veith een jaar geleden bij hem is weggelopen. Zij zou een kind van hem krijgen. Het meisje werd drie weken te vroeg en dood geboren. Victor was daar niet bij aanwezig. Hij vluchtte het ziekenhuis uit, omdat de herinnering aan zijn moeder die hem al vroeg verliet (zie Mulisch' leven) hem te veel werd. Dat heeft Clara hem niet vergeven. Hij wil de binnenhuisarchitecte terug. Met dat doel schrijft hij haar brieven, zogenaamd gericht aan zijn ongeboren kind Aurora, wie hij zijn leven en fascinaties uit de doeken doet. Zoals Jostein Gaarder de filosofie verkleutert, en Hans Magnus Enzensberger de wiskunde, zo krijgen de lezertjes van De procedure een les te behappen microbiologie voorgeschoteld. Wilde ik, vraagt Werker zich na een zoveelste abstraherende gedachte af, uit zelfbehoud ons ongeluk in een groot kader van ruimte en tijd plaatsen, zodat het klein werd, een miniem incident, dat op een dag vergeten zou zijn, als mama en ik er niet meer waren. Er komt geen antwoord, want Aurora is dood en Clara geeft geen sjoege. Ook niet in het beste hoofdstuk, 'Nacht', wanneer de vertwijfelde Victor zich de verschillende reacties inbeeldt die Clara kan geven als hij belt, tegen haar verbod in. In feite praat hij tegen zichzelf. Uit zelfbehoud? Dáár had het gekund. Werkelijk over de schreef gaan. Het lek in de voetbal. De sabel in het eigen hart gedreven. De praatjes en grapjes tot zwijgen gebracht, om zonder omtrekkende beweging te kunnen onderzoeken wat een schepper met zijn leven moet aanvangen - niet met Het Leven of Het Universum. De reflectie op het eigen werk en op de pretenties daarvan, die je mag verwachten wanneer de romantitel erop wijst dat Mulisch de onderkant van zijn tapijt gaat tonen, blijft echter uit. De schrijver treedt niet buiten zijn eigen werkstuk, zoals Atte Jongstra (Disgenoten) en Nanne Tepper (De vaders van de gedachte) in hun jongste romans wel aandurven. Die twee morrelen aan de harmonie van het kunstwerk. Zúlke radicaliteit brengt onrust en vitaliteit in de letteren. Slechts even spant het erom, maar op het hoofdstuk 'Nacht' volgt helaas weer 'Dag'. De fabriek draait vervolgens op volle toeren, Pygmalion en Thoth komen weer uit de kast (want alles wat twee keer gebeurt, heeft alleen daarom al een buitengewone betekenis), en met een bekende schrijverstruc breit Netter/Mulisch een einde aan het leven van Victor Werker, hetgeen tegelijk een zaligverklaring betekent. Victor staat te boek, is opgenomen in de hemel van Mulisch-personages (het Verzameld Werk, VW!), dus kan de lezer hem nu tot in de eeuwigheid tot leven wekken. De vrouw Clara en het kind Aurora zijn alleen ter sprake gebracht om iets te kunnen beweren over het baren, de dood, en de overgang tussen een en ander. Pas op zijn zeventigste verrichtte de rabbi Jehuda Löw in het zestiende-eeuwse Praag een wonder, door een golem te maken. Zou Mulisch met dat verhaal de hint willen geven dat hij zelf pas nu dit nieuwe hoogtepunt in zijn oeuvre kon schrijven? Heel wel denkbaar, want waar het Harry, Kurt & Victor aan ontbreekt, is zelfkennis. Dit boek bevat 72.654 nieuwe woorden, die er al waren. Ergens, in een andere wereld, lagen ze te wachten. Ze hoefden enkel nog bezield te worden. Maar Harry Mulisch was niet de geschikste kandidaat om de woorden bloed te geven. De procedure is een smetteloos geconstrueerde roman. Och heden, hoezeer is De procedure smetteloos geconstrueerd. Wie een rustgevend boekske zoekt in deze onttoverde tijden, weet waar hij terecht kan. Door: Arjan Peters, 02/10/98 Eigenlijk had de roman 'De schepper' moeten heten. Mulisch' nieuwste gaat over niets anders. En tegelijk over alles waar ook zijn vorige boeken over gaan. Zo bouwt de schrijver voort aan dat ene hechte, organische oeuvre. door Xandra Schutte 30-09-1998 OP DE EEN of andere manier liep ik met het hardnekkige idee rond dat de nieuwe roman van Harry Mulisch De schepper zou heten. Die titel heeft ook iets logisch. Zes jaar geleden publiceerde Mulisch De ontdekking van de hemel, de vuistdikke meesterproef waarin hij zijn verbeelding en ideeën samenbalde. Het is niet meer dan vanzelfsprekend dat als de hemel eenmaal is ontdekt, men een tweede stap zet en de schepping onder de loep neemt. De nieuwe Mulisch heet echter bescheiden De procedure - iets wat op van alles en nog wat kan slaan. Maar als in het tweede hoofdstuk van het boek het woord procedure onnadrukkelijk opduikt, is meteen duidelijk dat het om het scheppen van leven gaat. Preciezer gezegd: om manieren van scheppen. En na lezing van de roman is het duidelijk dat mijn hardnekkige idee zo raar nog niet is: De procedure had net zo goed De schepper kunnen heten. De procedure is, zij het in korter bestek, net als De ontdekking van de hemel een zeer veelomvattende roman waarin het weidse gebaar, de brede verbanden en de verplettende pretentie niet worden geschuwd. Om het even voert Mulisch de lezer van het hedendaagse Nederland naar het zestiende-eeuwse Praag, van Californië naar Venetië en Cairo. Alsof het niets is verwijst hij naar kabbalistische studies, Paracelsus, Nietzsche, Hegel, Kafka, Freud, Ovidius en Watson & Crick, de ontdekkers van het DNA-molecule. Aan de meest uiteenlopende zaken weidt hij essayistische bespiegelingen. Een willekeurige greep: de geboorte van Adam en Lilith, hiëroglyphen, het schrijven, piramides, het Hebreeuwse alfabet, biochemie, het monster van Frankenstein, de hegeliaanse dialectiek en muziek. MAAR ALS Mulisch' nieuweling één centraal thema heeft, dan betreft dat het scheppen. Natuurlijk schrijft hij over het schrijven, over het scheppen van een andere wereld dan die waarin hij leeft. Schrijven is, betoogt hij hier niet voor het eerst, een wonderlijke manier van scheppen. De schrijver vertelt een verhaal, maar tegelijk is hij niet de verteller daarvan omdat het verhaal, als het goed is, uiteindelijk zichzelf vertelt. De eigenlijke verteller van het verhaal is het verhaal zelf. Juist omdat de verteller bestaat en niet bestaat - en dus een logische onmogelijkheid is - is hij vergelijkbaar met een scheppende god. De procedure handelt niet alleen over de wording van een roman. Op alle mogelijke manieren gaat het boek over het ontstaan van leven. Er worden kinderen in geboren - tot in de kleinste details beschrijft Mulisch daarbij de conceptie, de eerste kiem van leven, en de bloederige geboorte. Hoe lijflijk je de geboorte ook beschrijft en hoeveel je er ook van weet, het onthult niets over het raadsel van het ontstaan van leven. Het is een oergebeurtenis waar je als man al helemaal buiten staat. Vandaar dat vrouwen moeders zijn en mannen makers. Omdat vrouwen kunnen baren zijn zij misschien de ware heren van de schepping; omdat mannen niet kunnen baren, proberen ze, of het nu in de kunst is, de magie of de wetenschap, de kiem van het leven te vinden. Mulisch probeert het raadsel niet alleen te ontrafelen door na te denken over het schrijven, hij gaat ook te rade bij alchimisten, kabbalisten en biochemici. Wat deze gemeen hebben is dat ze uit dode materie iets levends te voorschijn willen toveren. De alchimisten probeerden de homunculus, een kunstmatig gemaakte miniatuurmens te fabriceren; sommige kabbalisten trachtten, door het ontcijferen van de symboliek achter schrifttekens en cijfers, de golem te maken; de biochemici zoeken naar een procedure die uit iets doods iets levends wekt. Het is bekend dat bij Mulisch, al alchimist in de wieg, de wording van de roman en het - kunstmatig - doen ontstaan van leven nauw samenhangen. HET BOEK begint met een waarschuwing. Al in de eerste zin van De procedure is een ik aan het woord die je als de ik van de schrijver identificeert. Die ik reflecteert over het begin van een roman. Hij kan met de deur in huis vallen en beginnen met een zin als: 'De telefoon ging.' Dat doet hij niet. Aan 'spanning' en 'actie' is hij nog niet toe. 'Wie onmiddellijk meegesleept wil worden', schrijft hij, 'ten einde de tijd te doden, kan dit boek beter meteen dichtslaan, de televisie aanzetten en op de bank achterover zakken als in een warm schuimbad.' Wat volgt is een lange beschouwelijke excursie naar de bijbel en de kabbala over de geboorte van leven. Het is een ingewikkelde excercitie waarin wordt beschreven hoe God uit klei Adam schept, hoe de wereld en Adam zijn begonnen met het woord, en hoe in de joodse mystiek de linguïstische creatie letterlijk wordt genomen. Er wordt ook in gerept over Sefer Jetsirah, 'Het Boek van de Schepping', een uiterst kort en ondoorgrondelijk geschrift dat waarschijnlijk door God zelf vervaardigd is en dat, als je het begrijpt, de sleutel tot het scheppen van leven bevat. In dit bespiegelende begin van de roman staan ook de opmerkingen over het schrijven als scheppen. En dan wendt de schrijvende ik zich opeens tot zijn 'transcendente collega' en wordt door middel van een imitatio dei de hoofdpersoon van de roman geboren. Zijn naam: Victor Werker. HET IS, als je De procedure uit hebt, thematisch allemaal heel verantwoord: het scheppen van leven en het maken van een roman hebben veel met elkaar gemeen. Maar in die eerste hoofdstukken van het boek heeft de manier waarop Mulisch dit wil demonstreren behalve iets intrigerends ook iets onnozels en kinderachtigs. Na de geboorte en een korte introductie van het personage Victor Werker verplaatst Mulisch de handeling abrupt naar het zestiende-eeuwse Praag. Dat doet hij zo: 'Hou je vast! Onderaards gerommel, kraken, de wereld schudt, plotseling valt een dreigende slagschaduw over dit protocol. Wat is dit? Wat heb ik aangehaald? Er is plotseling iets in beweging gekomen en aan het botsen geraakt, als schuivende continentale schollen, ik moet de fabel van Victor Werker meteen weer onderbreken (...). Uit de kosmogonische chaos verrijst een kolossale, eruptieve formatie. Al die torens en bruggen! Die Burcht daar in de verte op de heuvel! Is dat niet Praag?' In het gedeelte over Praag vertelt Mulisch uitgebreid over de beroemde rabbi Jehudah Löw ben Bezalel, die naar verluidt een golem heeft gemaakt om het joodse volk een beter lot te bezorgen. Mulisch laat rabbi Löw en zijn assistent aan de slag gaan met het geheime geschrift Sefer Jetsirah en hem uit maagdelijke, onbewerkte klei een mensenfiguur maken. Na het prevelen van kabbalistische formules verrijst uit de klei een golem, een kunstmatige mens die, eenmaal tot leven gewekt, een onvoorspelbaar eigen bestaan gaat leiden. Een gevaarlijk leven, want de golem vermoordt de assistent van de rabbi. In de onvoorspelbaarheid, dat moge duidelijk zijn, lijkt de golem op een roman. Eenmaal in gang gezet zijn beiden - 'hou je vast!' - onbestuurbaar. DE WAT kinderlijke, al te expliciete demonstratie van de overeenkomst tussen golem en roman is een schoonheidsfoutje van een verder virtuoos en vermakelijk boek. De gewaarschuwde lezer kan maar beter niet afhaken: na het bespiegelende begin en het verhaal over rabbi Löw ontvouwt zich vanaf het vierde hoofdstuk de geschiedenis van Victor Werker. Die geschiedenis is wel degelijk vol 'spanning' en 'actie'. En meer dan dat: het verhaal over Victor Werker is niet alleen meeslepend, het is ook onverwacht ontroerend. De in november 1951 geconcipieerde en in augustus 1952 geboren Victor Werker is biochemicus en in die hoedanigheid heeft hij veel weg van rabbi Löw. Als middelbare scholier las hij het boek van James Watson en Crick over de vondst van het DNA-molecule, de zogenaamde 'double helix'. Vanaf dan wil hij in hun voetsporen treden. Net als beide grote geleerden doet hij een baanbrekende ontdekking, en wel die van de eobiont. Die ontdekking, die van hem een potentiële Nobelprijswinnaar heeft gemaakt, komt op het volgende neer: met de modernste middelen heeft hij een primitief organisme gefabriceerd uit anorganische materie. Met andere woorden: hij heeft uit iets doods iets levends gemaakt. De eobiont is een machine die zichzelf bouwt, legt Victor Werker uit, het resultaat van generatio spontanea. Hij stelt ook dat de eobiont daarin op de roman lijkt, want ook die 'is een machine die zichzelf bouwt en de lezer moet maar zien'. In De procedure wordt niet alleen Victor Werkers wetenschappelijke loopbaan belicht, het gaat evenzeer over diens 'gewone' leven. Dat gebeurt in brieven die Victor Werker aan zijn ex-vriendin Clara schrijft. Of beter gezegd: de brieven zijn gericht aan hun eenjarige dochtertje Aurora, maar via haar probeert hij Clara te bereiken. Die brieven, die Victor Werker een soort dagboekachtige vorm heeft gegeven, meanderen nonchalant van zijn leven naar zijn werk en van zijn jeugd naar het moment van schrijven. Ze zijn tegelijkertijd een oefening voor een populair wetenschappelijk boek dat hij over de eobiont wil schrijven en een verklaring voor de kardinale fout die hij in zijn relatie met Clara heeft gemaakt. Die kardinale fout en de schrijnende gebeurtenis die deze veroorzaakte, laat ik in het vage. Alleen dit: als Victor Werker ze in zijn brieven opbiecht, zorgen ze voor een plotselinge schok en ontroering. NET ALS MULISCH' andere romans is De procedure voer voor exegeten. Het boek bevat volop spiegelingen, thematische herhalingen en betekenisvolle verbanden die niet onmiddellijk te doorgronden zijn. Een klein voorbeeld van zo'n herhaling: de dochter van de rabbi Löw heeft een drieling. De moeder van Victor Werker had bij diens geboorte zoveel moedermelk in overvloed dat ze behalve haar zoontje ook een op dezelfde dag geboren drieling zoogde. In de roman gaat Victor Werker op zoek naar zijn 'melkbroeders'. Net als in bijvoorbeeld De ontdekking van de hemel speelt Mulisch in De procedure een pesterig spelletje met gegevens uit zijn eigen biografie. Victor is een van zijn eigen namen - hij is immers Harry Kurt Victor Mulisch gedoopt. In de uiterlijke beschrijving van verschillende mannelijke personages is een nauwelijks verhuld zelfportret van Mulisch te herkennen. Victor was, zo laat hij weten, negen pond toen hij werd geboren; dat is volgens Mijn getijdenboek precies evenveel als Mulisch zelf. Een precieus geklede oudere heer heeft een innige band met een teckel - laat Mulisch zelf twee teckels hebben. De moeder van Victor verhuist na haar scheiding met zijn vader, net als de moeder van Mulisch, naar San Francisco. En zo is er meer. In Mijn getijdenboek gaf Mulisch daar al een verklaring voor: 'Iedere schrijver werkt natuurlijk met het materiaal dat zijn leven hem verschaft, want hij heeft niets anders; zijn ervaringen en zijn verbeelding gaan steeds nieuwe combinaties aan en leiden zo tot zijn oeuvre.' Mulisch heeft het vaak gezegd, en in De procedure zegt hij het andermaal: hij is een oeuvrebouwer. En dat oeuvre, stelde hij al decennia geleden, 'is, of behoort te zijn, een totaliteit, één groot organisme, waarin elk onderdeel met alle andere verbonden is door ontelbare draden, zenuwen, spieren, strengen en kanalen. (...) Het oeuvre is het nieuwe lichaam van de schrijver - een lichaam, dat hij zichzelf geschapen heeft, hechter, duurzamer dan hetwelk hij van zijn moeder heeft meegekregen.' HET VERGELIJKEN van het schrijven met een alchimistisch proces en het inzicht dat een boek een levend organisme is, het is bijna zo oud als Mulisch zelf is, en nog veel ouder. In die zin zit De procedure met zenuwen, spieren, strengen en kanalen aan zijn oeuvre vastgehecht. Ook op de belangrijke rol die de lezer al in veel van Mulisch' vroege beschouwingen over het schrijverschap speelt, wordt gezinspeeld. Of het nu om het fabriceren van de golem gaat of om het maken van de eobiont, er zijn er twee voor nodig om uit niets iets te maken. Rabbi Löw heeft zijn assistent; Victor Werker is bijgestaan door zijn collega proximus Brock. Al helemaal in het begin van de roman, als het geschrift Sefer Jetsirah ter sprake komt, wordt gewezen op 'het voorschrift tot tweezaamheid'. Bij het levende organisme dat de roman is, bestaat de tweezaamheid uit schrijver en lezer. Al is veel bekend, De procedure bevat allerlei gedachten en noties die je - opnieuw - aan het denken zetten over Mulisch' concept van de schrijver als schepper naast God. In De ontdekking van de hemel moeten de Tien Geboden terug naar de hemel omdat de mensen zich niet aan de goddelijke wet houden. De technologie heeft de mens eigenschappen gegeven die vroeger aan God waren voorbehouden. Vroeger kon God alles en de mens niets; nu kan de mens alles en is God machteloos. In De procedure borduurt Mulisch verder op de technologie die de mens van God los maakt, waarmee hij een eigentijds en verontrustend thema aanroert. De moraal van de roman lijkt niet mis te verstaan. Het is een overbekende moraal bovendien: wie op de troon van de schepper gaat zitten en wil ingrijpen in leven en dood, sluit een pact met de duivel. Daarmee roept de technoloog onheil af over zichzelf en zijn naasten. Victor Werker heeft in zijn laboratorium dan wel een levend organisme geschapen, in zijn werkelijke leven heeft hij de dood voortgeplant. Met zijn eobiont legt hij tevens zijn eigen leven in de waagschaal. Tegenstanders van abortus en religieuze fundamentalisten verketteren zijn vinding en bedreigen hem met de dood. Maar de moraal is bij Mulisch niet alleen herkenbaar, zij is vooral dubbelzinnig en dubieus. Want niet alleen de wetenschapper is een schepper naast God, de schrijver is dat eveneens. Eigen Menig: Ik vond dit zeker geen makkelijk boek om te lezen. Toen ik aan het boek was begonnen had ik ook nog geen idee wat voor niveau het was. Voor mij, als ‘beginnend’ lezer moest ik goed zoeken naar de terug- en vooruitwijzingen en de kennis die je van sommige dingen nodig hebt ervoor. Naarmate ik nu dit boekverslag heb gemaakt is het naar mijn mening wel echt goed geschreven. (misschien omdat ik ook wel niet vaak van dit soort boeken lees) Af en toe vond ik het nog wel een soort informatie boek. Victor Werker probeert je soms uitleg te geven over zijn vakgebied. Ik vind het wel leuk dat het boek je meeneemt in de gedachtes van deze chemicus en hoe hij over sommige dingen die hij het ziet met zichzelf een soort discussie voert.

Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Formele Gegevens De Procedure, Harry Mulisch Eerste druk in oktober 1998 Motto's : Akte 1: Dat het slechts kunst was, was verborgen door kunst. Ovidius, Metamorfosen Akte 2: De tranen van de dood / De maden van kristal Lucebert, Het vlees is woord geworden Akte 3: Iemand moest (...) hem overleven. Franz Kafka, Het proces Harry Mulisch (1927-2010) groeide op als zoon van een Oostenrijks-Hongaarse vader die tijdens de Eerste Wereldoorlog officier was in het leger. Al voor de Tweede Wereldoorlog scheidden zijn ouders en verhuisde zijn moeder naar Amsterdam. Zijn moeder emigreerde naar Amerika, terwijl hij in Nederland achterbleef en zijn schrijversdebuut maakte. In 1946 schreef Mulisch zijn eerste verhaal, 'De kamer', dat een jaar later in Elseviers Weekblad gepubliceerd werd. Pas na zijn eerste publicatie begon Mulisch zich in literatuur te verdiepen. Daarnaast liet hij zich inspireren door toneel. In 1951 verscheen zijn debuutroman Archibald strohalm, waarvoor hij de Reina Prinsen Geerligs-prijs kreeg. Dit boek waarin de jongen Archibald jammerlijk faalt in het ontwerpen van een alomvattende filosofie, vormt het begin van een reeks romans, novellen en toneelstukken, die hun kracht ontlenen aan een superieur evenwicht tussen mythologische, magische en psychologische motieven. Na Het stenen bruidsbed (1959) trad een verandering op; de realiteit kwam meer op de voorgrond te staan. In 1961 verscheen Voer voor psychologen en niet lang daarna De zaak 40/61, over het proces in Jeruzalem tegen Eichmann. De verteller verteld (1971) introduceerde een nieuwe periode: het boek bevat een fragmentatie van parodieën op stijlen en genres, aforismen en invallen. De roman Twee vrouwen (1975) en de novelle Oude lucht (1977) zijn voorbeelden van glasheldere verhalen waarachter zich echter een complex mythologisch gebeuren vol Mulisch-motieven afspeelt. In 1977 werd hij, op zijn vijftigste verjaardag, benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau en in 1992 tot Officier. In het jaar dat Mulisch 65 jaar werd, verscheen De ontdekking van de hemel (1992), door critici een meesterwerk genoemd en unaniem bejubeld. In deze roman komen alle thema's die Mulisch in de loop de jaren in zijn boeken heeft verwerkt bij elkaar. Ook in het buitenland, met name in het Duitse taalgbied, was het boek een ongekend succes. In 1998 verscheen de veelgeprezen roman De procedure, die zich moeiteloos voegt in het rijkgeschakeerde, en zich voortdurend vernieuwende oeuvre. Het boek werd in 1999 bekroond met de Libris Literatuurprijs. In 2000 verscheen de meest recente roman van Mulisch, Siegfried, een zwarte idylle, die nominaties kreeg voor de AKO Literatuurprijs en de NS Publieksprijs. Harry Mulisch ontving op 8 januari 2007 een eredoctoraat aan de Universiteit van Amsterdam bij gelegenheid van de 375ste dies natalis van de Amsterdamse universiteit. De ontdekking van de hemel werd in 2007 verkozen tot de beste Nederlandse roman aller tijden. Mulisch ontving zeer veel literaire prijzen, zowel voor afzonderlijke werken als zijn gehele oeuvre. Werk van Harry Mulisch is vertaald in meer dan twintig talen. Inhoud Samenvatting: Akte A – Het Spreken Het eerste stuk, De mens, is een pseudo-wetenschappelijke uitleg over het begin van de schepping: het hebreeuws. Hierin wordt uit gezegd dat JHVH de hele schepping gemaakt zou hebben van taal, letters, door middel van allerlei combinaties, en de eerste mens uit klei heeft gemaakt. Het tweede stuk, Het personage, geeft overwegingen over het schrijven van een roman, en introduceert Victor Werker, de hoofdpersoon. Hij is een vermaard wetenschapper die het gelukt is om uit dode materie leven te creëren, een zogenaamde golem. Het derde stuk, De golem, handelt over een rabbijn, Löw, uit het Praag van de 16e eeuw, die in opdracht van de keizer uit klei een golem creëert middels de taal van de schepping. Op het eind vermoordt de golem de schoonzoon van de rabbijn. Het vierde stuk dan, Victor Werker, gaat over de geboorte van Victor Werker en de relatie tussen zijn ouders. Akte B – De Zegsmant Deze akte gaat over de drie geschreven brieven van Victor Werker aan zijn vroegere relatie Clara, maar eigenlijk aan hun dood geboren dochtertje Aurora. In het Eerste Schrijven vertelt Werker voornamelijk over zichzelf, zijn leven en zijn werk. Werker heeft uit dode materie, klei, leven gecreëerd, een eobiont, en dat heeft hem in de wetenschap eeuwige roem opgeleverd. Een medewerker van hem, Brock, is echter van mening dat het zijn werk is en dat Werker hem bestolen heeft. Het Tweede Schrijven schrijft Werker in Venetië, waar hij is voor een congres. In dit deel legt hij aan Aurora uit hoe hij de eobiont geschapen heeft. Hij schrijft dat hij over zijn werk een boek wil gaan schrijven: Aurora’s Key to Life. De brieven worden steeds persoonlijker. Werker zoekt naar geschikte citaten voor zijn boek, en schrijft dat hij in Venetië terechtkwam in Harry`s Bar, waar hij een aparte heer ontmoette. Dat is de laatste brief van het Tweede Schrijven. Het Derde Schrijven volgt nu, vanuit Caïro. Werker schrijft over zijn bezoek aan de piramiden, de sfinx, de contacten die hij legt met een drieling die ook het melk van zijn moeder heeft gekregen (voor hem erg speciaal), en over de rampzalige bevalling van wat zijn dochter zou moeten worden, Aurora. Ze is gewurgd door haar navelstreng en wordt dood geboren. Tijdens deze bevalling vreest voor Werker, de schepper van het leven, plotseling de dood, en vlucht weg naar een andere kamer. Een paar dagen na de bevalling gaan Clara en Victor er even uit in Frankrijk, Arles. Hier verlaat Clara hem door het ongeval in het ziekenhuis. Wanneer Werker even op pad gaat, pakt zij al haar spullen en laat een briefje achter waarin zijwil dat zij elkaar nooit meer zullen zien. De laatste brief komt uit Jeruzalem, en eindigt met een smeken aan Clara om vergiffenis. Akte C –Het Gesprek Dit deel bestaat uit 5 stukken, met als eerste Avond, welke begint waar Het personage eindigde. Werker ontvangt, op de dag voor de Nobelprijsuitreiking de drieling en vraagt hen om raad over de kwestie met Clara. Het stuk Nacht bestaat helemaal uit gedachtegangen van Werker, nadat hij uit verdriet zichzelf nogal heeft dronken gezopen. Hij denkt vooral over Clara. Zal hij haar bellen of niet? Hij verzint in zijn hoofd drie verschillende gesprekken. Uiteindelijk hakt hij de knoop door en belt haar op, maar het is het antwoordapparaat die hij inspreekt. Hij overweegt of zijn verlangen naar Clara eigenlijk het verlangen naar zijn moeder kan zijn en zo verder allemaal dingen die nogal vaag worden besproken. Ook heeft een bizarre, beangstigende droom over de vreemde overeenkomsten tussen dingen en de sfinx die zich stort op zijn prooi. (wel allemaal symboliek) In het stuk Ochtend heeft hij spijt van zijn telefoontje, belt opnieuw, maar ontvangt een vreemd gesprek waarin een moord wordt beraamd. Werker gaat naar de politie, maar omdat zij niet willen luisteren probeert hij er zelf achteraan te gaan. Hij dwaalt door delen van de stad. In Middag komt hij de man uit Harry`s Bar weer tegen, Kurt Netter, die hem uitnodigt opnames voor een tv-programma bij te wonen, waarin de kunstenaar van de eeuw zal worden uitgekozen. Werker zit in het publiek, maar dan wordt hij plotseling door Netter op een onheilspellende manier uitgeroepen tot kunstenaar van de eeuw door zijn werk met de eobiont. Geschokt gaat hij naar huis. Hij staat op het punt na jaren eindelijk Aurora`s babykamer open te doen wanneer er gebeld wordt. Mannen dringen binnen en Werker wordt door de mensen die hij aan de telefoon hoorde vermoord. Nu heeft hij ook het geheim van de dood ontdekt. Thema: Het thema is zoals in wel meer boeken van Mulisch het leven en de dood. Vooral het scheppen van leven is het belangrijkste. Ook het leven als doel speelt een grote rol in het verhaal, omdat er op verschillende manieren wordt gezocht naar een manier om leven te creëren. Het leven uit de dood maken dus. Motieven: - Liefde - Religie en Wetenschap - De Idee: Hij legt de nadruk op het toeval in het leven en dit verhaal is misschien een soort antwoord op de vragen die mensen stellen over het leven. Hij is dus op zoek naar de antwoorden op deze levensvragen en dat is waarschijnlijk de hoofdgedachte achter dit boek. Verteltechniek Historische tijd: Het boek speelt zich in verschillende tijden af. Het begin is geschreven toen Mulisch aan dit boek begon. Hierna vertelt hij het verhaal over de geboorte van Victor Werker, de hoofdpersoon, wat rond de jaren '50/'60 geweest zal zijn. In het volgende stuk gaat hij helemaal terug in de tijd naar het Praag in de 16e eeuw. De aktes hierna spelen zich af rond het jaar 2000, waarin het leven al enigszins gemoderniseerd is zoals nu. Tijdsduur: De eerste stukken die zich in een andere tijd afspelen duren niet langer dan een week, omdat het vooral de gebeurtenis vertelt. Het hoofddeel duurt niet langer dan een jaar. Er zitten enige flashbacks in, waarin hij bijv. vertelt over ervaringen met zijn werk. Maar verder zijn het maar een paar maanden waarin hij zijn brieven schrijft. Tijdsvolgorde: De volgorde in het verhaal is dus niet helemaal chronologisch. Dit is wel duidelijk aangeven doordat de volgorde meestal veranderde wanneer er een nieuw hoofdstuk begon. Per hoofdstuk is het nagenoeg wel chronologisch verteld. Perspectief: Het perspectief verschilt. In Akte A is er sprake van een alwetende vertelsituatie. In het eerste hoofdstuk richt de auteur, of de verteller, zich direct tot de lezer, en in het tweede ook. In Akte B is er een ik-vertel situatie, Werker vertelt in zijn brieven over zichzelf en gebruikt de ik-vorm. Omdat het brieven zijn is het logisch dat er een ikvorm is. Wat betreft Akte C twijfel ik tussen een personale vertelsituatie en een alwetende vertelsituatie. Alles wordt in de hij-vorm beschreven en vanuit het perspectief van Victor Werker, maar zinnen als “Victor Werker is gelukkig. Het licht van een verblindende dageraad omgeeft hem. Ik ben onsterfelijk, denkt hij, terwijl zijn ogen breken” (blz. 301) doen denken aan een alwetende verteller. Maar het geheel heeft meer weg van een personale vertelsituatie, omdat je niet de gedachten en gevoelens van andere personages te weten komt. Alles draait om de gevoelens van Victor Werker Personages: - Löw is een Rabbi. Hij krijgt de moeilijke de opdracht krijgt om een “Golem” (een mens uit klei) te maken. Löw heeft blauwe ogen en verder alle kenmerken van een Jood; haarlokken, een zwarte toga, een hoge hoed. Hij krijgt ruzie met zijn familie en zijn broer wordt door de Golem vermoord. Er wordt weinig over zijn innerlijk gezegd. - Ferdinand Werker is een militair die al in vele oorlogen heeft meegevochten. Hij heeft een harde persoonlijkheid. Dit zorgt voor een slechte relatie met zijn vrouwen, ondanks dat krijgen zij wel een kind: Victor. In Akte B krijg je weinig over hem te horen. Victor vertelt verder in Akte C over zijn vader, dat hij eigenlijk maar een somber leven leidde vooral door zijn werk. - Victor Werker is zowel een scheikundige als microbioloog. Hij heeft een belangrijke ontdekking gedaan, namelijk een levend wezen gecreëerd uit anorganische stoffen. Hij noemt het de eobiont. Hij is hierdoor een zeer geslaagd chemicus en komt wellicht in aanmerking voor een Nobelprijs. Hij is een echte denker, over zijn vakgebied maar ook over zijn privéleven. Dit laatste is succesvol als zijn werk. Hij is door zijn vrouw verlaten, omdat hij niet bij de geboorte van hun (dode) dochtertje was, terwijl hij beloofd had erbij te zullen zijn. En ook net als zijn vader komt hij soms hard over. - Clara Veith De vrouw van Victor. Ze wordt niet echt heel duidelijk beschreven maar haar karakter is heel sterk en ze neemt zelf grote beslissingen die ze door niemand in de weg laat staan. Ze houdt van Victor maar scheidt van hem als hij bij de bevalling van de dode Aurora het niet volhoudt en weggaat voor een tijdje. Structuur: Het boek is verdeeld in drie 'Akten' die in stukken uiteenvallen, die doorgeteld worden. Het zijn er alles bijeen twaalf, wat misschien niet zonder betekenis is, (twaalf is een 'volmaakt' getal). Akte A bestaat uit vier stukken: samen zijn deze een inleiding en voorspel. Akte B bestaat uit drie stukken, akte C uit vijf. Vier van deze stukken (Avond, Nacht, Ochtend en Middag) vormen de klassieke tijd van 24 uur, waarin een handeling afgewerkt behoort te zijn. Het vijfde stuk geeft dan de ontknoping. In Akte A wordt het personage Werker gemaakt. In Akte B vertelt hij over zijn leven en zijn grote succes, de Eobiont, de eerst uitgevonden kunstmatige totstandkoming van leven. In Akte C wordt de rekening opgemaakt. Het boek heeft geen epi- of proloog. Je zou kunnen zeggen dat de Akte A wel een proloog is, omdat hier informatie wordt gegeven die je in andere delen goed kunt gebruiken. Literaire Achtergronden Invloed biografie auteur: In dit boek komen heel veel kenmerken in waar Mulisch vaker of schrijft, vooral het leven en de dood hebben hem altijd al geïnteresseerd. Het boek is eigenlijk een soort autobiografie over de hoofdpersoon. Waarschijnlijk zijn de opvattingen van deze persoon dan ook hetzelfde als die van Harry Mulisch zelf. Veel in Victors levensverhaal herinnert aan Mulisch' eigen biografie, van de scheiding van zijn ouders, de opvoeding door zijn vader, tot aan het met opvallende beschreven wenken van de Nobelprijs toe. In zekere zin belichaamt hij wat 'prof.dr.mr.ir. H.K.V. Mulisch Esq.' (zoals te lezen stond op de deur naar het 'laboratorium' van de jonge Harry) had kunnen zijn als hij geen schrijver was geworden. Mulisch zou je een gemankeerd chemicus kunnen noemen, Victor wordt expliciet een 'gemankeerd schrijver' genoemd. Wat zij beiden delen is een passie voor 'hiëroglyfen' en voor 'ontcijferen'. Bij de een heeft deze passie tot de literatuur geleid, bij de ander tot de scheikunde. Ook de plaatsen waar Victor zijn brieven aan Aurora schrijft, San Francisco, Venetië, Cairo, zijn niet willekeurig gekozen. Ze markeren een parcours dat de doorgewinterde Mulisch-lezer niet onbekend zal voorkomen. In San Francisco woont Victors moeder (net als ooit Mulisch' eigen moeder), in Venetië wordt Victor (nota bene in de - werkelijk bestaande - 'Harry's Bar') De procedure is ook een nieuwe variant van het bij Mulisch zo vaak opduikende verhaal van Orpheus en Eurydice. Als de man die leven wil halen uit de dood is Victor Werker een soort Orpheus, hij is dat ook als zanger van zijn treurige huwelijksleven, het verdwijnen van zijn Clara (= delichtende). Dat hij haar uitgerekend uit Wenen terug moet halen, heeft natuurlijk met Freud te maken (onderbewuste = onderwereld. Relatie tussen inhoud en tijd van ontstaan: Er is niet echt een relatie te noemen tussen de inhoud en de tijd van schrijven. Er zijn geen duidelijke verwijzingen etc. Verder wordt er een wel een brug geslagen naar het werk van Victor en de golem die werd gemaakt in de 16e eeuw. Bij beide eindigt hetzelfde, namelijk dat wanneer je je gaat bemoeien met een scheppingsproces de dood erop volgt. Waardering: Trouw “Het heeft mij nogal verbaasd dat 'De procedure' van Harry Mulisch is genomineerd voor de Trouw Publieksprijs. 'De procedure' bevat namelijk geen autobiografisch gekwezel waarin vrouwen van middelbare leeftijd zich gemakkelijk kunnen herkennen, noch een hoop quasi-scherpzinnigheid waar burgermannen op een verjaardag nog eens leuk mee uit de hoek kunnen komen. Het zou wel eens kunnen zijn dat de nominatie Mulisch zelf ook heeft verrast. Hij heeft er alles aan gedaan om de lezer van het hierboven geschetste profiel al op de eerste bladzijde te verjagen: ,,Wie onmiddelijk meegesleept wil worden, ten einde de tijd te doden, kan dit boek beter meteen dichtslaan, de televisie aanzetten en op de bank achterover zakken als in een warm schuimbad.' Vervolgens duikt Mulisch een hoofdstuk lang onder in de filosofie, de geschiedenis van de Bijbel, de 'krochten en kieren van het geschrevene', de kabbalistiek van getallen en het Hebreeuwse alfabet - kortom, in formules die moeten leiden tot de procedure tot het scheppen van leven uit de dood. Dat is, in een zin, waar de roman over gaat. Het eerste hoofdstuk is zo zwaar, stug en soms zo onbevattelijk dat veel lezers hier al moeten zijn afgehaakt. En dat was ook de bedoeling. ,,Ziezo, de opzet is gelukt', schrijft Mulisch aan het begin van het tweede hoofdstuk. ,,Wij zijn onder elkaar.' In tegenstelling tot romans als 'De aanslag' en 'De ontdekking van de hemel', die ook zonder begrip van de achtergronden als onversneden thrillers zijn te lezen, is 'De procedure' geen boek voor een groot publiek. Dan rest de vraag: is dat erg? Nee, helemaal niet. Het is juist goed dat Mulisch geen knieval voor het publiek heeft gemaakt en zich na 'De ontdekking van de hemel' opnieuw heeft gezet aan een alomvattend en gewaagd project. Mulisch verschilt in dit opzicht maar weinig van zijn hoofdpersoon, de briljante wetenschapper en Nobelprijskandidaat Victor Werker, die niet versaagt tot hij erin denkt te zijn geslaagd het geheim van de schepping te hebben gevat in een mathematische constructie: de 'eobiont'. Victor Werker doet, met andere woorden, iets wat vroeger alleen aan God was voorbehouden. In een boek van Mulisch kan het met iemand die zo'n megalomane vondst doet alleen maar slecht aflopen. Eerst lijkt Victor van hogerhand te worden gestraft als zijn eigen dochtertje dood wordt geboren en zijn vrouw, Clara Veith, hem gedesillusioneerd verlaat. Later raakt hij op het spoor van iemand die op de laatste bladzijde zijn moordenaar zal blijken te zijn. De ijzersterke plot bepaalt wel mede de kracht van de roman, maar vormt uiteindelijk niet de essentie. Die zit 'm in het ontrafelen van 'De procedure' zelf. Het is fascinerend om te volgen hoe Mulisch - op weg naar een oplossing die tegelijk de ondergang betekent - in zijn verhaal in soepele stijl de dubbele helix van het DNA, het oude verhaal van de rabbi die zich een golem tovert, knipogen naar Kafka, absurde spelingen van het lot, en een ontroerende brief aan zijn dode dochtertje onlosmakelijk met elkaar verbindt. Het is zelfs nog sterker: veel van die duizelingwekkende elementen uit 'De procedure' zijn al bekend uit eerder werk van de schrijver. Om een voorbeeld te noemen: in 'De compositie van de wereld', Mulisch' filosofische magnum opus uit 1980, was al sprake van de 'eobiont'. Met deze vervlechting van oud en nieuw lost Mulisch zijn eigen uitspraak in: ,,Het oeuvre van een schrijver is, of behoort te zijn, een totaliteit, een groot organisme waarin elk onderdeel met alle andere verbonden is door ontelbare draden, zenuwen, strengen en kanalen (...)' De duizelingwekkende kracht van 'De procedure' en de verbintenis met zijn gehele oeuvre waren dit voorjaar reden om Mulisch de Libris Literatuurprijs 1999 toe te kennen. Maar of hij er ook de Trouw Publieksprijs mee wint? Het zou me verbazen. Maar als het lukt, levert Harry Mulisch een prestatie die niet onderdoet voor die van Victor Werker.” Door: Onno Blos, 02/10/98 Volkskrant DE WERELD terugbrengen tot een systeem, tot mathematisch geordende formules, de toverachtige schoonheid van die cijfer- en lettercombinaties die aan de oorsprong liggen van wat was, is en komen zal.... Daarbij is het zijn opvatting dat een astrologisch of kabbalistisch systeem als basisprincipe alleen al in aanmerking komt, omdat het eeuwen her is uitgedacht. Bijgevolg reikt Mulisch dikwijls terug naar de Grieken en de Egyptenaren. We leven in een wereld waarin God door de techniek is vervangen. De magie en de mythe dreigen verloren te gaan, ja de mensheid zelf wordt door haar eigen uitvindingen belaagd. Gelukkig is daar de schrijver nog. Hij is godgelijk, want hij kan een wereld scheppen. Hij is vrouwgelijk, want hij baart een boek dat een eigen wil heeft en een eigen leven begint, zodra het de maker verlaat. Hij is, als we helemaal teruggaan, een collega van Thoth, de Egyptische god die het hiërogliefenschrift uitvond. In den beginne was het woord. Die verhalen zijn zo oud, daar moet wel iets hogers en waars inzitten. Harry Mulisch is hier op zijn beurt nu al zo lang mee bezig, dat die volharding alleen al op een prestatie begint te lijken. Alles hangt met alles samen, de fysische wereld met de metafysische, en het is de schrijver die deze band intact houdt. Dixit Mulisch, maar intussen heeft hij een organisch oeuvre op zijn naam staan, waarin de dwarsverbanden en referenties zo opzichtig zijn aangebracht dat je moet vrezen dat de schrijver zijn eigen gelijk bewerkstelligt, in plaats van dat derden hem dat eventueel kunnen geven. Zijn tiende roman De procedure helpt ongetwijfeld weer menig neerlandicus aan een onderwerp voor een doctoraalscriptie of dissertatie. Kunnen ze motieven en metaforen gaan turven en aanstrepen. Tip: let op de keren dat klei ter sprake komt, het materiaal waarvan ooit de golem werd geboetseerd én dat bestaat uit microscopische kristallen, het begin van DNA. Tip twee: houdt het getal drie in de gaten, en je ontdekt verscheidene drielingen, de drie Egyptische piramides, de drie Aktes waaruit De procedure bestaat. Pluis uit welke uitspraak verwijst naar eerder werk van de meester, en welke naar joodse, Griekse en Egyptische geschriften. Toen deden ze dit soort dingen ook al, is de procedure die Mulisch opnieuw volgt, en als ik een nieuw verhaal verzin, klinken die oude daarin mee. Dat is zulk een toeval dat het geen toeval meer is. En dat is weer een parallel, om niet te zeggen een paradox, en daarop rust de compositie van de wereld. Pure magie en alchimie, dat schrijven, de transcendentie in uitvoering. Deze roman bevat evenveel letters als het DNA van de kleinste wezens die wij op het ogenblik kennen, de extremofiele Archaea. Dat kan geen toeval zijn. Nee, maar om die kale reden hoeft het ook niet meteen waar en mooi te zijn. Dat wij met dit boek de kern van alle leven in handen zouden houden, die wij gaan bezielen door De procedure te lezen, is meer een spelletje voor de Chemische Jongensclub. Mensenwerk dus, geen godenwerk. Harry Kurt Victor Mulisch splitste zich op in Victor Werker en Kurt Netter. De ene is een scheikundige die een vermaard microbioloog is geworden, die uit anorganische materie een primitief organisme heeft gefabriceerd. Hij is de twintigste-eeuwse technische mens die alles kan maken, zelfs leven, door het toepassen van formules die uit letters bestaan. Zo beroemd is hij dat hem wel eens de Nobelprijs kan worden toegekend (die kan Mulisch gevoeglijk vergeten, want een dergelijke brutale sollicitatie zal het Zweedse comité niet behagen). In Harry's Bar (zoiets verzin je niet) te Venetië komt hij Kurt Netter tegen, een arrogante 70-jarige schrijver en dialectische wijsgeer met de oogopslag van een 17-jarige ('Zeventig? Ik? Quatsch. Zeventien eerder', schreef Mulisch onlangs in de rede Het zevende land). De schrijver heeft een jonge vrouw, een kindje en een teckel, en ook heeft hij een tentoonstelling georganiseerd. Later in het boek komt hij nog een keer terug, net als Willem Frederik Hermans, die het in Au pair (1989) evenmin kon laten tweemaal op zijn creatie Pauline af te stappen. Kurt Netter begrijpt Victor Werker beter dan Victor Werker zichzelf. Niet vreemd, immers een schrijver ziet de grote verbanden nog wel, waar de moderne wetenschapper dat overzicht is verloren. Netter is een absolutist, een extremofiel zogezegd: De radicalen hebben de hele wereld. Kijk maar naar Picasso, Lenin of Einstein. Wie over de schreef gaat, heeft het voor het zeggen. Netter zal Werker aanmerken als tweede Pygmalion (die een ivoren beeld maakte van een vrouw, dat tot leven kwam). Het aanwijzen is de kunst. Dat is wat Mulisch deed, doet en zal doen, en op zo'n manier steekt hij met elk boek zichzelf een pluim op de hoed. Het schema dat aan De procedure ten grondslag ligt, wordt braaf uitgewerkt. De roman is een genot voor pluizer en puzzelaar: dat restaurant Mirafiori, zit Mulisch daar niet regelmatig zelf te eten? En zien wij niet ook bijrolletjes weggelegd voor Frits Staal, Rudi Fuchs en Marcel van Dam (hier Arthur Marcelis), leden van de ouderejongenskletsclub onder voorzitterschap van Harry Mulisch? Met de bravoure en de verwijzingen zit het snor. Met het vertellen minder. Mulisch heeft de hinderlijke tic voortdurend de woorden 'bijkans' en 'kennelijk' te gebruiken. Hij is nonchalant in de afwerking, wat niet alleen blijkt uit 'de stapel post, dat', of 'een pak melk, die,' maar ook uit de gemakzuchtige schets van het Praagse jodengetto vol met zweren en puisten overdekte kreupelen en dwergen, die zich vastklampen aan passerende benen, of uit de clichématigheid waarmee het jaar 1950 wordt geïllustreerd: een vrouw maakt een fles wijn open en zet een plaat van Georges Brassens op. Alsof Mulisch de wereld uit de krant of een geschiedenisboek kent, en aan die samenvattingen genoeg heeft voor de zijne - hetzelfde manco kortom waardoor de De aanslag (1982) bleef steken in een voorbeeldige invuloefening. Echt beschamend slecht geschreven is een erotische scène waarin vader Werker zijn hand tussen de benen van zijn vrouw werkt. Daar bleek zich opeens een tropisch moeras te bevinden, zoals hij die op Sumatra had gezien, en waarin hij nu allereerst met zijn bewustzijn wegzonk, terwijl zij haar activiteiten staakte maar daarop met verdubbelde furie aan zichzelf begon te rammelen. Wat een feest, staat er ook nog. Was hij leerling aan de Schrijversvakschool, Mulisch zou met strafwerk naar huis zijn gestuurd. Geen magie, geen raadsels. Geen universum, maar de huisbioscoop van Harry Mulisch. In de derde eeuw, vertelt hij, vatte een joodse neo-pythagoreeër de schepping van de wereld samen in vijf A4-tjes. Woorden, en geordende combinaties van woorden, bleken aan de oorsprong te liggen van het leven. In 1994, gaat Mulisch verder, is er een wetenschapper die de overgang van dode naar levende materie in vijf A4-tjes met DNA-tekstcombinaties beschreef. Frappant? Neu, want die overeenkomst, die dan op een mythische samenhang moet wijzen waar de schrijver alles van weet - die zit de hele dag van niets iets te maken -, is door Mulisch zelf in het leven geroepen. Je begrijpt wel steeds beter waarom het met zijn natuurwetenschappelijke ambities nooit wat is geworden. De universiteit ziet hem aankomen. Naast dit gegoochel, waar niet veel mysterie aan te ontdekken is, doet Mulisch een poging een menselijk drama in zijn systeem onder te brengen. Victor Werker is namelijk niet alleen een jaloersmakende kei in zijn vak, hij is ook verdrietig omdat zijn vriendin Clara Veith een jaar geleden bij hem is weggelopen. Zij zou een kind van hem krijgen. Het meisje werd drie weken te vroeg en dood geboren. Victor was daar niet bij aanwezig. Hij vluchtte het ziekenhuis uit, omdat de herinnering aan zijn moeder die hem al vroeg verliet (zie Mulisch' leven) hem te veel werd. Dat heeft Clara hem niet vergeven. Hij wil de binnenhuisarchitecte terug. Met dat doel schrijft hij haar brieven, zogenaamd gericht aan zijn ongeboren kind Aurora, wie hij zijn leven en fascinaties uit de doeken doet. Zoals Jostein Gaarder de filosofie verkleutert, en Hans Magnus Enzensberger de wiskunde, zo krijgen de lezertjes van De procedure een les te behappen microbiologie voorgeschoteld. Wilde ik, vraagt Werker zich na een zoveelste abstraherende gedachte af, uit zelfbehoud ons ongeluk in een groot kader van ruimte en tijd plaatsen, zodat het klein werd, een miniem incident, dat op een dag vergeten zou zijn, als mama en ik er niet meer waren. Er komt geen antwoord, want Aurora is dood en Clara geeft geen sjoege. Ook niet in het beste hoofdstuk, 'Nacht', wanneer de vertwijfelde Victor zich de verschillende reacties inbeeldt die Clara kan geven als hij belt, tegen haar verbod in. In feite praat hij tegen zichzelf. Uit zelfbehoud? Dáár had het gekund. Werkelijk over de schreef gaan. Het lek in de voetbal. De sabel in het eigen hart gedreven. De praatjes en grapjes tot zwijgen gebracht, om zonder omtrekkende beweging te kunnen onderzoeken wat een schepper met zijn leven moet aanvangen - niet met Het Leven of Het Universum. De reflectie op het eigen werk en op de pretenties daarvan, die je mag verwachten wanneer de romantitel erop wijst dat Mulisch de onderkant van zijn tapijt gaat tonen, blijft echter uit. De schrijver treedt niet buiten zijn eigen werkstuk, zoals Atte Jongstra (Disgenoten) en Nanne Tepper (De vaders van de gedachte) in hun jongste romans wel aandurven. Die twee morrelen aan de harmonie van het kunstwerk. Zúlke radicaliteit brengt onrust en vitaliteit in de letteren. Slechts even spant het erom, maar op het hoofdstuk 'Nacht' volgt helaas weer 'Dag'. De fabriek draait vervolgens op volle toeren, Pygmalion en Thoth komen weer uit de kast (want alles wat twee keer gebeurt, heeft alleen daarom al een buitengewone betekenis), en met een bekende schrijverstruc breit Netter/Mulisch een einde aan het leven van Victor Werker, hetgeen tegelijk een zaligverklaring betekent. Victor staat te boek, is opgenomen in de hemel van Mulisch-personages (het Verzameld Werk, VW!), dus kan de lezer hem nu tot in de eeuwigheid tot leven wekken. De vrouw Clara en het kind Aurora zijn alleen ter sprake gebracht om iets te kunnen beweren over het baren, de dood, en de overgang tussen een en ander. Pas op zijn zeventigste verrichtte de rabbi Jehuda Löw in het zestiende-eeuwse Praag een wonder, door een golem te maken. Zou Mulisch met dat verhaal de hint willen geven dat hij zelf pas nu dit nieuwe hoogtepunt in zijn oeuvre kon schrijven? Heel wel denkbaar, want waar het Harry, Kurt & Victor aan ontbreekt, is zelfkennis. Dit boek bevat 72.654 nieuwe woorden, die er al waren. Ergens, in een andere wereld, lagen ze te wachten. Ze hoefden enkel nog bezield te worden. Maar Harry Mulisch was niet de geschikste kandidaat om de woorden bloed te geven. De procedure is een smetteloos geconstrueerde roman. Och heden, hoezeer is De procedure smetteloos geconstrueerd. Wie een rustgevend boekske zoekt in deze onttoverde tijden, weet waar hij terecht kan. Door: Arjan Peters, 02/10/98 Eigenlijk had de roman 'De schepper' moeten heten. Mulisch' nieuwste gaat over niets anders. En tegelijk over alles waar ook zijn vorige boeken over gaan. Zo bouwt de schrijver voort aan dat ene hechte, organische oeuvre. door Xandra Schutte 30-09-1998 OP DE EEN of andere manier liep ik met het hardnekkige idee rond dat de nieuwe roman van Harry Mulisch De schepper zou heten. Die titel heeft ook iets logisch. Zes jaar geleden publiceerde Mulisch De ontdekking van de hemel, de vuistdikke meesterproef waarin hij zijn verbeelding en ideeën samenbalde. Het is niet meer dan vanzelfsprekend dat als de hemel eenmaal is ontdekt, men een tweede stap zet en de schepping onder de loep neemt. De nieuwe Mulisch heet echter bescheiden De procedure - iets wat op van alles en nog wat kan slaan. Maar als in het tweede hoofdstuk van het boek het woord procedure onnadrukkelijk opduikt, is meteen duidelijk dat het om het scheppen van leven gaat. Preciezer gezegd: om manieren van scheppen. En na lezing van de roman is het duidelijk dat mijn hardnekkige idee zo raar nog niet is: De procedure had net zo goed De schepper kunnen heten. De procedure is, zij het in korter bestek, net als De ontdekking van de hemel een zeer veelomvattende roman waarin het weidse gebaar, de brede verbanden en de verplettende pretentie niet worden geschuwd. Om het even voert Mulisch de lezer van het hedendaagse Nederland naar het zestiende-eeuwse Praag, van Californië naar Venetië en Cairo. Alsof het niets is verwijst hij naar kabbalistische studies, Paracelsus, Nietzsche, Hegel, Kafka, Freud, Ovidius en Watson & Crick, de ontdekkers van het DNA-molecule. Aan de meest uiteenlopende zaken weidt hij essayistische bespiegelingen. Een willekeurige greep: de geboorte van Adam en Lilith, hiëroglyphen, het schrijven, piramides, het Hebreeuwse alfabet, biochemie, het monster van Frankenstein, de hegeliaanse dialectiek en muziek. MAAR ALS Mulisch' nieuweling één centraal thema heeft, dan betreft dat het scheppen. Natuurlijk schrijft hij over het schrijven, over het scheppen van een andere wereld dan die waarin hij leeft. Schrijven is, betoogt hij hier niet voor het eerst, een wonderlijke manier van scheppen. De schrijver vertelt een verhaal, maar tegelijk is hij niet de verteller daarvan omdat het verhaal, als het goed is, uiteindelijk zichzelf vertelt. De eigenlijke verteller van het verhaal is het verhaal zelf. Juist omdat de verteller bestaat en niet bestaat - en dus een logische onmogelijkheid is - is hij vergelijkbaar met een scheppende god. De procedure handelt niet alleen over de wording van een roman. Op alle mogelijke manieren gaat het boek over het ontstaan van leven. Er worden kinderen in geboren - tot in de kleinste details beschrijft Mulisch daarbij de conceptie, de eerste kiem van leven, en de bloederige geboorte. Hoe lijflijk je de geboorte ook beschrijft en hoeveel je er ook van weet, het onthult niets over het raadsel van het ontstaan van leven. Het is een oergebeurtenis waar je als man al helemaal buiten staat. Vandaar dat vrouwen moeders zijn en mannen makers. Omdat vrouwen kunnen baren zijn zij misschien de ware heren van de schepping; omdat mannen niet kunnen baren, proberen ze, of het nu in de kunst is, de magie of de wetenschap, de kiem van het leven te vinden. Mulisch probeert het raadsel niet alleen te ontrafelen door na te denken over het schrijven, hij gaat ook te rade bij alchimisten, kabbalisten en biochemici. Wat deze gemeen hebben is dat ze uit dode materie iets levends te voorschijn willen toveren. De alchimisten probeerden de homunculus, een kunstmatig gemaakte miniatuurmens te fabriceren; sommige kabbalisten trachtten, door het ontcijferen van de symboliek achter schrifttekens en cijfers, de golem te maken; de biochemici zoeken naar een procedure die uit iets doods iets levends wekt. Het is bekend dat bij Mulisch, al alchimist in de wieg, de wording van de roman en het - kunstmatig - doen ontstaan van leven nauw samenhangen. HET BOEK begint met een waarschuwing. Al in de eerste zin van De procedure is een ik aan het woord die je als de ik van de schrijver identificeert. Die ik reflecteert over het begin van een roman. Hij kan met de deur in huis vallen en beginnen met een zin als: 'De telefoon ging.' Dat doet hij niet. Aan 'spanning' en 'actie' is hij nog niet toe. 'Wie onmiddellijk meegesleept wil worden', schrijft hij, 'ten einde de tijd te doden, kan dit boek beter meteen dichtslaan, de televisie aanzetten en op de bank achterover zakken als in een warm schuimbad.' Wat volgt is een lange beschouwelijke excursie naar de bijbel en de kabbala over de geboorte van leven. Het is een ingewikkelde excercitie waarin wordt beschreven hoe God uit klei Adam schept, hoe de wereld en Adam zijn begonnen met het woord, en hoe in de joodse mystiek de linguïstische creatie letterlijk wordt genomen. Er wordt ook in gerept over Sefer Jetsirah, 'Het Boek van de Schepping', een uiterst kort en ondoorgrondelijk geschrift dat waarschijnlijk door God zelf vervaardigd is en dat, als je het begrijpt, de sleutel tot het scheppen van leven bevat. In dit bespiegelende begin van de roman staan ook de opmerkingen over het schrijven als scheppen. En dan wendt de schrijvende ik zich opeens tot zijn 'transcendente collega' en wordt door middel van een imitatio dei de hoofdpersoon van de roman geboren. Zijn naam: Victor Werker. HET IS, als je De procedure uit hebt, thematisch allemaal heel verantwoord: het scheppen van leven en het maken van een roman hebben veel met elkaar gemeen. Maar in die eerste hoofdstukken van het boek heeft de manier waarop Mulisch dit wil demonstreren behalve iets intrigerends ook iets onnozels en kinderachtigs. Na de geboorte en een korte introductie van het personage Victor Werker verplaatst Mulisch de handeling abrupt naar het zestiende-eeuwse Praag. Dat doet hij zo: 'Hou je vast! Onderaards gerommel, kraken, de wereld schudt, plotseling valt een dreigende slagschaduw over dit protocol. Wat is dit? Wat heb ik aangehaald? Er is plotseling iets in beweging gekomen en aan het botsen geraakt, als schuivende continentale schollen, ik moet de fabel van Victor Werker meteen weer onderbreken (...). Uit de kosmogonische chaos verrijst een kolossale, eruptieve formatie. Al die torens en bruggen! Die Burcht daar in de verte op de heuvel! Is dat niet Praag?' In het gedeelte over Praag vertelt Mulisch uitgebreid over de beroemde rabbi Jehudah Löw ben Bezalel, die naar verluidt een golem heeft gemaakt om het joodse volk een beter lot te bezorgen. Mulisch laat rabbi Löw en zijn assistent aan de slag gaan met het geheime geschrift Sefer Jetsirah en hem uit maagdelijke, onbewerkte klei een mensenfiguur maken. Na het prevelen van kabbalistische formules verrijst uit de klei een golem, een kunstmatige mens die, eenmaal tot leven gewekt, een onvoorspelbaar eigen bestaan gaat leiden. Een gevaarlijk leven, want de golem vermoordt de assistent van de rabbi. In de onvoorspelbaarheid, dat moge duidelijk zijn, lijkt de golem op een roman. Eenmaal in gang gezet zijn beiden - 'hou je vast!' - onbestuurbaar. DE WAT kinderlijke, al te expliciete demonstratie van de overeenkomst tussen golem en roman is een schoonheidsfoutje van een verder virtuoos en vermakelijk boek. De gewaarschuwde lezer kan maar beter niet afhaken: na het bespiegelende begin en het verhaal over rabbi Löw ontvouwt zich vanaf het vierde hoofdstuk de geschiedenis van Victor Werker. Die geschiedenis is wel degelijk vol 'spanning' en 'actie'. En meer dan dat: het verhaal over Victor Werker is niet alleen meeslepend, het is ook onverwacht ontroerend. De in november 1951 geconcipieerde en in augustus 1952 geboren Victor Werker is biochemicus en in die hoedanigheid heeft hij veel weg van rabbi Löw. Als middelbare scholier las hij het boek van James Watson en Crick over de vondst van het DNA-molecule, de zogenaamde 'double helix'. Vanaf dan wil hij in hun voetsporen treden. Net als beide grote geleerden doet hij een baanbrekende ontdekking, en wel die van de eobiont. Die ontdekking, die van hem een potentiële Nobelprijswinnaar heeft gemaakt, komt op het volgende neer: met de modernste middelen heeft hij een primitief organisme gefabriceerd uit anorganische materie. Met andere woorden: hij heeft uit iets doods iets levends gemaakt. De eobiont is een machine die zichzelf bouwt, legt Victor Werker uit, het resultaat van generatio spontanea. Hij stelt ook dat de eobiont daarin op de roman lijkt, want ook die 'is een machine die zichzelf bouwt en de lezer moet maar zien'. In De procedure wordt niet alleen Victor Werkers wetenschappelijke loopbaan belicht, het gaat evenzeer over diens 'gewone' leven. Dat gebeurt in brieven die Victor Werker aan zijn ex-vriendin Clara schrijft. Of beter gezegd: de brieven zijn gericht aan hun eenjarige dochtertje Aurora, maar via haar probeert hij Clara te bereiken. Die brieven, die Victor Werker een soort dagboekachtige vorm heeft gegeven, meanderen nonchalant van zijn leven naar zijn werk en van zijn jeugd naar het moment van schrijven. Ze zijn tegelijkertijd een oefening voor een populair wetenschappelijk boek dat hij over de eobiont wil schrijven en een verklaring voor de kardinale fout die hij in zijn relatie met Clara heeft gemaakt. Die kardinale fout en de schrijnende gebeurtenis die deze veroorzaakte, laat ik in het vage. Alleen dit: als Victor Werker ze in zijn brieven opbiecht, zorgen ze voor een plotselinge schok en ontroering. NET ALS MULISCH' andere romans is De procedure voer voor exegeten. Het boek bevat volop spiegelingen, thematische herhalingen en betekenisvolle verbanden die niet onmiddellijk te doorgronden zijn. Een klein voorbeeld van zo'n herhaling: de dochter van de rabbi Löw heeft een drieling. De moeder van Victor Werker had bij diens geboorte zoveel moedermelk in overvloed dat ze behalve haar zoontje ook een op dezelfde dag geboren drieling zoogde. In de roman gaat Victor Werker op zoek naar zijn 'melkbroeders'. Net als in bijvoorbeeld De ontdekking van de hemel speelt Mulisch in De procedure een pesterig spelletje met gegevens uit zijn eigen biografie. Victor is een van zijn eigen namen - hij is immers Harry Kurt Victor Mulisch gedoopt. In de uiterlijke beschrijving van verschillende mannelijke personages is een nauwelijks verhuld zelfportret van Mulisch te herkennen. Victor was, zo laat hij weten, negen pond toen hij werd geboren; dat is volgens Mijn getijdenboek precies evenveel als Mulisch zelf. Een precieus geklede oudere heer heeft een innige band met een teckel - laat Mulisch zelf twee teckels hebben. De moeder van Victor verhuist na haar scheiding met zijn vader, net als de moeder van Mulisch, naar San Francisco. En zo is er meer. In Mijn getijdenboek gaf Mulisch daar al een verklaring voor: 'Iedere schrijver werkt natuurlijk met het materiaal dat zijn leven hem verschaft, want hij heeft niets anders; zijn ervaringen en zijn verbeelding gaan steeds nieuwe combinaties aan en leiden zo tot zijn oeuvre.' Mulisch heeft het vaak gezegd, en in De procedure zegt hij het andermaal: hij is een oeuvrebouwer. En dat oeuvre, stelde hij al decennia geleden, 'is, of behoort te zijn, een totaliteit, één groot organisme, waarin elk onderdeel met alle andere verbonden is door ontelbare draden, zenuwen, spieren, strengen en kanalen. (...) Het oeuvre is het nieuwe lichaam van de schrijver - een lichaam, dat hij zichzelf geschapen heeft, hechter, duurzamer dan hetwelk hij van zijn moeder heeft meegekregen.' HET VERGELIJKEN van het schrijven met een alchimistisch proces en het inzicht dat een boek een levend organisme is, het is bijna zo oud als Mulisch zelf is, en nog veel ouder. In die zin zit De procedure met zenuwen, spieren, strengen en kanalen aan zijn oeuvre vastgehecht. Ook op de belangrijke rol die de lezer al in veel van Mulisch' vroege beschouwingen over het schrijverschap speelt, wordt gezinspeeld. Of het nu om het fabriceren van de golem gaat of om het maken van de eobiont, er zijn er twee voor nodig om uit niets iets te maken. Rabbi Löw heeft zijn assistent; Victor Werker is bijgestaan door zijn collega proximus Brock. Al helemaal in het begin van de roman, als het geschrift Sefer Jetsirah ter sprake komt, wordt gewezen op 'het voorschrift tot tweezaamheid'. Bij het levende organisme dat de roman is, bestaat de tweezaamheid uit schrijver en lezer. Al is veel bekend, De procedure bevat allerlei gedachten en noties die je - opnieuw - aan het denken zetten over Mulisch' concept van de schrijver als schepper naast God. In De ontdekking van de hemel moeten de Tien Geboden terug naar de hemel omdat de mensen zich niet aan de goddelijke wet houden. De technologie heeft de mens eigenschappen gegeven die vroeger aan God waren voorbehouden. Vroeger kon God alles en de mens niets; nu kan de mens alles en is God machteloos. In De procedure borduurt Mulisch verder op de technologie die de mens van God los maakt, waarmee hij een eigentijds en verontrustend thema aanroert. De moraal van de roman lijkt niet mis te verstaan. Het is een overbekende moraal bovendien: wie op de troon van de schepper gaat zitten en wil ingrijpen in leven en dood, sluit een pact met de duivel. Daarmee roept de technoloog onheil af over zichzelf en zijn naasten. Victor Werker heeft in zijn laboratorium dan wel een levend organisme geschapen, in zijn werkelijke leven heeft hij de dood voortgeplant. Met zijn eobiont legt hij tevens zijn eigen leven in de waagschaal. Tegenstanders van abortus en religieuze fundamentalisten verketteren zijn vinding en bedreigen hem met de dood. Maar de moraal is bij Mulisch niet alleen herkenbaar, zij is vooral dubbelzinnig en dubieus. Want niet alleen de wetenschapper is een schepper naast God, de schrijver is dat eveneens. Eigen Menig: Ik vond dit zeker geen makkelijk boek om te lezen. Toen ik aan het boek was begonnen had ik ook nog geen idee wat voor niveau het was. Voor mij, als ‘beginnend’ lezer moest ik goed zoeken naar de terug- en vooruitwijzingen en de kennis die je van sommige dingen nodig hebt ervoor. Naarmate ik nu dit boekverslag heb gemaakt is het naar mijn mening wel echt goed geschreven. (misschien omdat ik ook wel niet vaak van dit soort boeken lees) Af en toe vond ik het nog wel een soort informatie boek. Victor Werker probeert je soms uitleg te geven over zijn vakgebied. Ik vind het wel leuk dat het boek je meeneemt in de gedachtes van deze chemicus en hoe hij over sommige dingen die hij het ziet met zichzelf een soort discussie voert.

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De procedure door Harry Mulisch"