Honden

Het beste eten. Honden eten vooral vlees en hebben daarom een stevig gebit. Een hond heeft ook voedingstoffen nodig die bijna het zelfde zijn als die van de mens. De beste maaltijd bestaat uit 30% eiwitten, 50% koolhydraten en 5% vetten. De rest is opgevuld met vitaminen en mineralen. Welke voeding op welke leeftijd. Bij samenstelling van voedsel moet je ook rekening houden met de leeftijd en de conditie. Energie en voedsel zijn bij pups groter dan bij oudere honden. Honden hebben op jonge leeftijd ook vaak water bij de brokjes nodig zodat ze het makkelijker kunnen eten als ze ouder worden dan kunnen ze beter eten en hebben ze geen water meer nodig. Slapen en Rusten. Een hond slaapt net als mensen ook en bij 20% van het slapen gaat hij dromen. Honden hebben meer slaap nodig dan mensen en rusten daarom heel vaak. Ze kunnen gewoon rustig liggen met hun ogen dicht, ze kunnen diep slapen en kunnen dan ook dromen, ze kunnen licht slapen en ze kunnen ook nog gewoon tegen de warmte op de koude vloer liggen zodat ze weer een beetje afkoelen.
Spelen met botten en speeltjes. Dat honden met speeltjes en botten spelen is heel normaal. Ze beschouwen het als een soort spelletje of iets anders, net zoals wij computeren, tv-kijken en een bordspel doen. Maar als ze geen speeltjes hebben kunnen ze te veel gaan slapen en voelen ze zich niet goed. Ieder mens wil ook iets hebben om iets mee te doen. GEDRAG Waakinstinct. Honden hebben een instinct om te waken en worden daar soms ook voor gebruikt. Ze hebben bijna allemaal een speeltje waar ze een beetje de baas over zijn en proberen het dan ook te verdedigen. Maar als er een hele grote hond aankomt dan gaat de hond meestal toch wel weg omdat hij of zij dan bang is. Meestal als ze toch verdedigen dan grommen ze en dan kunnen ze gaan vechten. Opgewondenheid. Honden houden van gezelschap en kun je het beste als je met een hond gaat wandelen vragen aan iemand met een hond of die meegaat dan kunnen de honden spelen. Veel honden begroeten hun baasjes door te kwispelen en te schudden met de kont. Maar honden kunnen ook tegen mensen opspringen als begroeting. Maar een hond heeft heel soms ook andere begroetingen en dan klampt hij zich tegen een been aan en maakt hij paarbewegingen. Leervermogen. Honden blijven hun leven lang leren. Wij trainen honden op verschillende manieren werk voor ons te verrichten van blindengeleidehond tot waakhond. Gezelschapshonden hebben ook trainingen nodig voor gehoorzaamheid. Je kunt honden bevelen aanleren zoals stokken brengen en laten liggen. Een bejaarde hond kan ook nog leren. Hij kan in zijn gedachten toch nog fit blijven en kan dus nog dingen onthouden. Bij oudere honden duurt het wel wat langer. Vechten of vluchten. Een hond heeft meer moeite om te vechten nodig dan wanneer hij vlucht. Bij vechten heb je meer kans dat hij of zij gewond raakt en dat wil het beest nooit. Als hij of zij een andere hond aan ziet komen gaat hij of zo dicht mogelijk langs het baasje lopen of hij gaat grommen. Met blaffen kan hij al proberen om de andere hond af te schrikken en dan hoeft hij niks te doen. Als hij of zij zich niet kan verstoppen dan verdedigt hij zich heel agressief. Een hond kijkt dan de andere hond of vijand strak aan en blijft ook kijken.
Vachtverzorging Hecht bij oudere honden meer aandacht aan de vachtverzorging. Zo voelt de hond zich goed en blijft hij gezond. Een geborstelde vacht heeft een prachtige glans en vervilt niet zo snel. Tijdens het regelmatige borstelen kunt je opvallende zaken waarnemen zoals haaruitval, wondjes, irritaties of aanwijzingen op een vlooien- of parasietenbesmetting. Bovendien kun je het lichaam van uw hond onderzoeken op zweren en huidproblemen. Veel honden die al wat ouder zijn, vertonen wratten of andere goedaardige vetbulten. Wanneer deze nu niet optreden op die plekken, waar ze andere lichaamsdelen en –functies hinderen (bijv. op de oogleden), tot verwondingen leiden of voor de hond op een andere manier onaangenaam kunnen zijn, leiden ze in het algemeen niet tot problemen. Evenwel dien je bij alle ongebruikelijke zwellingen (vooral wanneer deze veranderen) de dierenarts te bezoeken. Tandverzorging
Van tijd tot tijd dient je de bek en de tanden van je hond te bekijken. Tandsteen in de vorm van bruine aanslag leidt niet alleen tot slechte adem, maar ook tot tandvleesziekten en –ontstekingen, die zelfs het verlies van de tanden tot gevolg kunnen hebben. De dierenarts kan tandsteen en ook los zittende tanden verwijderen, waarvoor meestal een volledige narcose noodzakelijk is. Om tand- en tandvleesziekten te voorkomen, zijn diverse kauwartikelen in de handel te verkrijgen, die de vorming van tandaanslag kunnen verminderen. Daarnaast dient je regelmatig zijn tanden te poetsen. Hiervoor bestaan speciale hondentandenborstels en hondentandpasta. Honden paspoort
Dit paspoort bevat een beschrijving van het dier, de naam en het adres van de eigenaar en het bewijs van vaccinatie tegen hondsdolheid (rabiës). Eigenaren zijn verplicht een identificatie bij hun dier te laten aanbrengen. Dit kan de dierenarts doen. In Nederland wordt vooral de "elektronische transponder" (chip) gebruikt, die onderhuids wordt aangebracht. Naast de chip is een tatoeage ook als identificatie toegestaan. Lichaam van de hond In het onderstaande schema zie je op eenvoudige wijze weergegeven waar zich de belangrijkste organen bevinden. Bij de volgende bijschrijving van de infectieziekte bij de hond wordt het zelfde schema gebruikt, om de plaatsen waar deze infectieziekte de meeste schade aanricht, aan te geven. Ziektes bij de hond PARVO: Wordt veroorzaakt door een klein virus (het parvovirus) deze ziekte kenmerkt zich vaak door koorts en braken gevolgd door diarree, bij jonge dieren kan soms ook de hartspier aangetast worden. HONDENZIEKTE(ziekte van Carré): wordt veroorzaakt door een virus waarvoor vooral jonge honden gevoelig zijn. De ziekte begint vaak met oog- en neusuitvloeiing gecombineerd met koorts. INFECTIEUZE LEVERZIEKTE (HCC): vaak ziet men een acuut optredende ziekte die zich kenmerkt door ooguitvloeiing, hoge koorts, opeenhopingen met bloederig vocht in de lichaamsholten en een vergrootte lever. ZIEKTE VAN WEIL(LEPTOSPIROSE) : deze ziekte wordt veroorzaakt door de zogenaamde leptospiren; dit zijn bacteriën die door geïnfecteerde dieren voornamelijk met de urine worden uitgescheiden. KENNELHOEST: Dit ziektebeeld kan veroorzaakt worden door een aantal infectieuze oorzaken waarvan de belangrijkste het “Para-Influenzavirus”, het “Canine Adenovirus type 2”en de “Bordetella bacterie” zijn. HERPESVIRUS: het herpesvirus dat deze ziekte veroorzaakt wordt ofwel tijdens de dracht of vlak na de geboorte van de teef op de pups overgedragen, waarbij de teef het virus bij zich kan dragen zonder er zelf ziek van te zijn. Deze ziekte uit zich door vruchtbaarheidsproblemen bij de teef en eventueel abortus
HONDSDOLHEID: het hondsdolheidvirus is besmettelijk voor alle warmbloedige dieren, waaronder b.v. hond, kat én mens. Na enige tijd treden gedragsveranderingen op die zich kunnen uiten als agressief gedrag. Het verloop van de ziekte is meestal fataal.