Feitelijke gegevens
- 1e druk, 2010
- 209 pagina's
- Uitgeverij: Anthos
Flaptekst
Een oude Spaanse man zit in het vliegtuig naast een jonge Nederlandse vrouw. Ze raken met elkaar aan de praat. ‘Hij overleed tijdens de landing,’ vertelt zij aan het begin van deze raadselachtige roman. Zij heeft het kistje dat de man bij zich had mee naar huis genomen.
Hij is in de jaren zestig als gastarbeider naar Nederland verhuisd, trouwde een Nederlandse vrouw en zij kregen drie zoons. Na vijftien jaar moest het gezin verhuizen van Someren naar het noordoosten van Spanje omwille van de gezondheid van zijn vrouw.
Zij werkt bij de belastingdienst, zit niet graag alleen thuis en eet daarom vaak bij het eetcafé van de bevriende barvrouw Karen Abrams. De weekeinden gebruikt ze om mensen te bezoeken wier namen voorkomen op een lijst. Tussen de honderd namen verwacht ze de
Samenvatting
Bij het samenvatten kun je je afvragen wat de beste methode is om het overzichtelijk voor scholieren/studenten te houden.
De volgorde van het boek als uitgangspunt nemen, betekent in dit geval dat het overzicht al snel verloren gaat. Ik heb er als samensteller van dit verslag voor gekozen om eerst het verhaal van de oude Spanjaard te vertellen en daarna dat van de jonge vrouw. Op die manier ontstaat er wel een logische en chronologische volgorde. In de structuur worden heden en verleden voortdurend afgewisseld. Zie daarvoor onder het kopje “structuur”.
Het verhaal van Salgado
Salgado woont in Spanje in de streek Extremadura. In 1962 worden er jonge mannen aangetrokken om in Nederland te gaan werken. De man heeft een jeugdvriendin Mariana van wie hij denkt dat hij ooit met haar zal trouwen.. Hij zegt haar vaarwel en gaat met andere mannen met de trein naar Nederland. Ze komen aan in februari 1963 in Someren, waar ze in een woonoord worden geplaatst. Het is een heel koude winter.
Hij denkt aan het werk te gaan in een gloeilampenfabriek van Philips, maar het eerste jaar is hij slechts een schoonmaker (veger) Wanneer hij in de zomer teruggaat naar Spanje, vertelt hij niet dat hij slechts een veger is, maar schept hij op in zijn dorp over het werk. Terug in Nederland mag hij voortaan televisies maken. Hij ontmoet het meisje Willemien die eerst nog de vriendin van zijn vriend/tolk Miquel is. Maar Willemien ziet het later wel in hem zitten. Ze heeft een kunstopleiding gevolgd en is eigenzinnig en vaak tegen de draad.
In tegenstelling tot haar ouders die van een gastarbeider niet veel moeten hebben, ziet zij wel wat in de Spanjaard. Op oudejaarsdag 1963 vraagt hij haar ten huwelijk. Ze is heel eigenwijs en tegen de zin van haar ouders stemt ze toe. Ze trouwen en in mei1966 komt hun eerste zoon Arjen. Ze krijgen later nog twee kinderen: Simon en Robert. Willemien wordt ziek (wat voor soort ziekte wordt niet verteld) en de dokters adviseren haar naar Zuid-Europa te verhuizen. Ze gaan naar Spanje terug in 1977 (Arjen is dan 11 jaar) en komen terecht in Fiqueras, de plaats waar het Dali Museum is gevestigd. Het inburgeren gaat moeizaam: er moet Catalaans gesproken worden. Vooral Arjen doet daarbij erg zijn best. Later gaat het beter wanneer ook Willemien Spaanse vriendinnen krijgt. Ze bezoekt het museum van Dali en ziet zijn grote voorliefde voor Gala. Ze is wel gecharmeerd van zijn surrealistische schilderijen, ook al heeft ze een andere opvatting van kunst. Ze gaat ook lesgeven aan een kunstschool. Arjen wil als hij achttien jaar is, terug naar Nederland om te studeren. Hij schrijft vanuit Someren lange brieven met foto’s aan zijn vader. In 1987 is hij getuige van een auto-ongeluk. Hij laat foto’s zien van een uitgebrande auto waaruit hij een kind van zeven/acht heeft gehaald. Hij weet niet wie het kindje is. Maar hij heeft haar wel kunnen redden.
Willemien heeft haar echtgenoot op een keer haar laatste kunstwerk laten zien. Het is een kistje waarin alleen een briefje onder een dubbele bodem zit: de tekst op het briefje probeert Salgado uit te spreken: “Breiszat.” Ze vraagt of hij gevoeld heeft wat het betekent. Hij heeft het gevoeld. Maar het is een onbekend woord.
In 1995 sterft Willemien: ze wordt in Nederland begraven. De oudere Salgado (hij is dan 57 jaar) weet niet wat hij wil. Hij heeft vrij veel geld van zijn schoonouders geërfd en hij hoeft niet meer te werken. Hij gaat terug naar Extremadura naar zijn geboortestreek, maar ook daar kan hij niet meer aarden. Wanneer hij in de trein naar Barcelona wil stappen, wordt hij door een steward aangesproken. Het is Roberto, een zoon van een ex-collega uit Nederland. Die brengt hem naar een oudere Spaanse man die een collega van Salgado was in Someren. Hij reist dan enkele maanden op en neer in de trein van die zoon: gratis mag hij meerijden en hij kan ook overnachten bij de jongen. In de dialoog met hem praat hij over de zin van het bestaan: blijven zoeken naar geluk of het leven op je laten afkomen. In 2010 reist hij per vliegtuig naar Nederland om zijn zoon Arjen te bezoeken. Hij heeft het kistje van Willemien meegenomen. In het vliegtuig van Transavia ontmoet hij een jonge vrouw.
Het verhaal van de jonge vrouw
In 2010 ontmoet een 30-jarige Nederlandse vrouw een oude Spaanse man op een vlucht van Barcelona naar Amsterdam. Ze raken in gesprek en hij vertelt over zijn zoon Arjen die in Nederland is gaan wonen. Tussen hen in staat een klein juwelenkistje. Tijdens de landing sterft de man. De vrouw wil er eigenlijk niets mee te maken hebben, geeft een verkeerd naamkaartje af en neemt het kistje mee uit het toestel. Wanneer ze dat later laat openen bij een sleutelmaker, blijkt dat er as in zit (waarschijnlijk van papier, niet van een mens) en onder een dubbele bodem zit een papiertje waarop Bistresa of Bistraze staat. Na het opzoeken op Google blijkt dat dit woord in geen enkele taal voorkomt.
De vrouw werkt bij de Belastingdienst en ze bezoekt een café waarin barvrouw Karen Abrams werkt. Stukje bij beetje onthult de vertelster wat er in haar leven is gebeurd. Als achtjarig kind heeft ze in Someren een auto-ongeluk gekregen, waarbij haar ouders zijn omgekomen. Zij was zelf gered door een jonge man in wie ze altijd een “engel”heeft gezien. Daarna is ze opgegroeid bij haar tante Anneke (de zus van haar moeder) Deze heeft nooit haar moeder kunnen vervangen en bovendien is ze niet altijd vriendelijk tegen haar tante geweest. Wanneer ze 12 jaar is, wil ze dolgraag weten wie haar redder was. Ze probeert een adressenlijst los te krijgen bij het gemeentehuis van Someren. Dat lukt via de politie later wel en op die lijst staan wel 100 namen van mogelijke “redders’ “
Twee jaar geleden (2008) is ze de lijst alfabetisch gaan aflopen en ze bezoekt de mensen die op de lijst staan. De eerste op die lijst was Karen Abrams, maar die had niets met de kwestie te maken. De meeste mensen hebben dat tot dat moment trouwens niet. De hoofdpersoon komt net uit Barcelona waar ze een andere vrouw van de lijst heeft bezocht, die zich bezig hield met het uitvinden van woorden in allerlei talen. Van haar had ze het visitekaartje aan de stewardess in het vliegtuig gegeven. Ze gaat ook nog een keer naar Berlijn, waar ze een jonge man treft. Ook hij is het niet die haar gered heeft, weet ze al snel. Ze ontmoet er wel een andere vrouw Jenny van wie ze later rondstrooit dat het haar vriendin is, wat niet waar is. Eigenlijk leidt ze een eenzaam bestaan.
Dan gaat ze naar de volgende persoon op de lijst en dat is een journaliste Lianne Perez-Horst. Via internet is ze aan het adres gekomen en de vrouw is geïnteresseerd in haar geval. Ze wil een interview afnemen en daarbij de lijst met 100 namen publiceren. Het interview vindt plaats in het huis van Karen Abrams. Wanneer het interview in de krant verschijnt, is de jonge vrouw er niet zo blij mee. Ze stort zelfs even in. Wel krijgt ze daarna meer waardering voor haar stiefmoeder. Die had zelf wel een kind gewild en het zelfs willen adopteren, maar toen gebeurde het ongeluk en moest ze het kind van haar zus opvoeden. Ze geeft in een gesprek met ook Lianne daarbij aan dat ze het zoeken naar de “engel” van vroeger beter kan stoppen en dat ze moet beginnen haar leven op te pakken. De queeste is dan weliswaar onvoltooid, maar soms moet je ergens een punt achter zetten. Dat besluit de hoofdpersoon te doen.
In het laatste hoofdstuk echter ontmoet ze de veertiger Arjen Salgado. Hij is te weten gekomen dat zij naast zijn vader in het Transavia-toestel zat en hij wil het kistje terug dat ze heeft meegenomen. Hij wil het meteen meenemen en hij vraagt of ze in zijn auto wil stappen. Dat durft ze niet (sinds het ongeluk heeft ze namelijk autovrees) Ze neemt de fiets , maar die wordt voor het café van Karen gestolen. Ze wilde Karen namelijk vragen mee te gaan. Dan dwingt Arjen haar in de auto plaats te nemen. Ze heeft eerst weer autovrees, maar gedurende de rit overwint ze de angst om auto te rijden. Daar heeft deze Arjen maar mooi voor gezorgd. Slotzin: “ Misschien was Arjen Salgado zo’n engel die ik al zo lang had gezocht. “
Het aardige is nu dat de lezer intussen door de structuur van de roman weet dat Arjen de gezochte redder/engel is die haar uit het autowraak heeft getrokken. Maar beide personages weten niet hoe dichtbij ze tot elkaar gekomen zijn door het toeval dat in deze roman zo’n grote rol heeft gespeeld. Daarmee heeft Fàbregas een prachtig einde gemaakt aan haar roman. De verhaalfiguren blijven in het ongewisse: de lezer weet dat twee mensen die in 1987 door het toeval bij elkaar zijn gekomen, nu opnieuw door het toeval elkaar ontmoeten, terwijl ze beiden niet weten wie ze voor zich hebben.
Thematiek
QueesteLaia Fàbregas beschrijft in deze roman vooral de queestethematiek. De jonge vrouw van de “Zij-hoofdstukken” is op 8-jarige leeftijd door een “engel“ uit het wrak van de verongelukte auto gehaald en is sinds haar twaalfde jaar op zoek naar deze weldoener. Ze heeft een lijst met 100 namen gekregen en twee jaar daarvoor is ze begonnen die lijst af te werken op alfabetische wijze. Daarbij heeft ze Karen Abrams ontmoet die haar mentaal steunt in de zoektocht naar haar redder. Door het ongeluk is de jonge vrouw haar ouders kwijt geraakt en ze wordt opgevoed door haar tante Anneke. Die vrouw doet haar uiterste best, maar in de ogen van de wees doet ze het niet goed en kan ze haar moeder nooit vervangen. Mede daardoor voelt ze zich ontheemd staan in het leven. Ze durft ook niet meer in een auto te rijden en fietst en vliegt daarom wat af. Nadat ze een aantal mensen op de lijst heeft afgewerkt, heeft ze nauwelijks resultaat geboekt. Met hulp van een journaliste Lianne die ook op de lijst voorkomt, wordt er extra publiciteit gemaakt voor de zoektocht. Maar ook dat levert in feite niets op. De brieven die haar worden toegestuurd, blijven ongeopend. Zo’n zoektocht is blijkbaar tot mislukken gedoemd. Het heeft geen zin om maar te blijven zoeken naar zaken in het verleden, is de boodschap die onder het verhaal verborgen lijkt te zitten. Want het aardige is dan dat de hoofdpersoon wel in contact komt met haar redder zonder dat ze het weet. Het toeval speelt in het leven van mensen dus blijkbaar ook een grote rol. Arjen, die toevallig getuige is geweest van het auto-ongeluk in 1987, en de jonge vrouw die toevallig getuige is van de dood van de oude Salgado, omdat hij naast haar in het toestel zit en tijdens de landing overlijdt. Diezelfde Salgado is in het leven dat aan zijn laatste vlucht naar Schiphol voorafgaat ook altijd zoekende geweest. Als één van de eerste gastarbeiders werd hij in Nederland maar moeizaam geaccepteerd, maar bij terugkomst in Spanje wordt hij ook niet meteen weer geaccepteerd door de Spanjaarden. Daarom wordt hij door de schrijfster geplaatst in Catalonië, het “land” dat zich weer afscheidt van de rest van Spanje o.a. door de taal. Maar hij kan zelfs niet meer aarden in Extremadura waar hij is opgegroeid. Hij is een nomade geworden. In zijn huwelijk is hij ook één weekend op zoek naar iets anders gegaan. Hij had de trein genomen vanuit Fiqueras en via Barcelona was hij naar Madrid gegaan. Hij was overigens zonder iets noemenswaardig uit te vreten weer teruggegaan naar zijn huis. Waarheen hij op zoek is geweest, weet niemand.
Motieven
Liefde
Een ander motief dat in het verhaal voorkomt, is de onvoorwaardelijke liefde. De gastarbeider Salgado raakt verliefd op de eigenzinnige en kunstzinnige Willemien. Tegen de wil van haar ouders in wil ze met hem wel een liefdesrelatie aangaan. Helaas wordt ze ziek en daarom besluiten de geliefden terug te gaan naar Spanje. Ze gaan niet toevalligerwijs in Fiqueras wonen; de plaats waar de schilder Salvador Dali gewoond heeft en zijn museum heeft. Diens grote liefde Gala wordt op heel veel schilderijen van de surrealist afgebeeld. Hun liefde staat symbool voor de liefde tussen Willemien en Salgado. Toen hij een weekend was weggegaan en weer teruggekomen, was werd er nooit meer over gesproken.
Symbool
Het eerst geschonken, gevonden, meegepikte en tenslotte geopende juwelenkistje dat Salgado ooit aan Willemien heeft gegeven en dat ze had gevuld met zand uit Scheveningen, is een symbool. In Spanje (Fiqueras) blijkt het later een dubbele bodem te bevatten en een onbekend woord (het meest komt misschien “bruidsschat” [Breiszat] in aanmerking); het woord dat Karen en de jonge vrouw later aantreffen eindigt op -tresa en dat kan ook verwijzen naar 'schat'." Het woord 'Bistresa' lijkt een Catalaans woord te zijn. In elk geval staat het kistje en het woord daarin wel symbool voor de liefde tussen Willemien en Salgado. Ze vraagt hem of hij het “gevoeld heeft”, toen ze het woord voor de eerste keer liet zien. Salgado zegt dat hij het gevoeld heeft, waarmee hij aangeeft dat ze beiden op hetzelfde gevoelsniveau zitten, wat nodig is voor een onvoorwaardelijke liefde. Een dergelijk kistje met een boodschap of een woord komt wel vaker in de literatuur voor vgl. het klassieke boek “De Kleine Johannes” van Frederik van Eeden, waarin de betekenis van geluk wordt weergegeven.
Titelverklaring
De titel kan waarschijnlijk met op diverse manieren worden verklaard.
1. Voor de hand ligt in de eerste plaats te denken aan de landing van het Transaviatoestel waarbij de oude Salgado komt te overlijden. Ze krijgt dan namelijk het kistje dat hij meegenomen heeft dat haar tenslotte bij het subject van haar zoektocht brengt.
Landen is dan een zelfstandig werkwoord nl. “het landen.”
2. Maar het boek gaat ook over het inburgeren /integreren in landen. Salgado gaat als gastarbeider naar Nederland, waar hij niet helemaal wordt geaccepteerd (schoonouders) Daarna gaan ze naar Fiqueras (Catalonië) waar ze aanpassingsproblemen hebben (taal) wanneer hij teruggaat naar zijn geboortestreek na de dood van Willemien is Salgado ook daar niet meer op zijn plaats. Hij voelt zich een “nomade” zegt hij tegen de zoon van zijn oud-collega Roberto. Ook die jongen die in Spanje is geboren voelt zich niet thuis omdat hij een kind van een vertrokken gastarbeider was. Hij blijft heen en weer rijden in Europa als steward in de trein. Ook Salgado reist daarom een tijdje met hem mee, totdat hij weet wat hij wil. Het boek gaat daarom ook over mensen die zich nergens thuis voelen. “Landen”wordt hier gebruikt in de betekenis van het meervoud van het zelfstandig naamwoord.
3. Daarmee houdt natuurlijk de symbolische betekenis van de titel verband. Een mens moet ergens “landen.” Dat moet je zien in de betekenis van “ergens een huis vinden, een plek vinden waar je geaccepteerd wordt.” Dat geldt voor Salgado (die in drie decors moet leven) maar ook voor de jonge vrouw. Zij is opgegroeid bij haar ouders, maar ze moet later naar het gezin van haar tante die liever eerst zelf een kind had gekregen of geadopteerd. Lange tijd voelt ze zich niet thuis bij deze Anneke. Pas in het verhaalheden beseft ze dat deze vrouw altijd voor haar heeft gezorgd. Wanneer ze dat beseft, is ze eigenlijk “geland.”
Structuur & perspectief
Structuur
Er zijn twee vertellers. Een jonge dertigjarige vrouw (zonder naam) zit naast een 72-jarige Spanjaard. Hij overlijdt tijdens de landing. In afwisselende hoofdstukken die met “Zij”en “Hij “ worden aangeduid beschreven ze hun beider zoektocht.
“Zij” zoekt naar de man die haar 22 jaar geleden uit een brandende auto heeft gered en die ze als een “engel”beschouwt.
“Hij”vertelt over zijn leven sinds hij in 1963 naar Nederland als gastarbeider was geëmigreerd, naar Spanje teruggekeerd is en nu zijn zoon in Nederland wil bezoeken.
Het bijzondere van de structuur is natuurlijk dat er een man vertelt die in het hoofdstuk ervoor overleden is. Doordat de lezer de gegevens van beide vertellers krijgt te zien, weet die op ongeveer de helft van het boek al dat de zoon van de oude Spanjaard de reddende engel van de vrouw was. Zij zelf moet naar hem op zoek blijven en als ze tot het inzicht gekomen is dat ze de zoektocht moet opgeven, vindt ze hem, zonder dat ze het overigens weet.
Het is natuurlijk duidelijk dat beider levens door het toeval met elkaar verbonden zijn. Bovendien is het aardige in deze structuur dat de lezer meer weet dan het personage dat op zoek is naar haar redder. Dat blijft ook zo. Fàbregas houdt namelijk met opzet een aantal tekstgegevens vaag (vgl. de ziekte waaraan Willemien lijdt, de betekenis van het woord)
Een ander kenmerk is dat de gegevens mondjesmaat worden prijsgegeven . Hierdoor ontstaat natuurlijk spanning in de roman. De lezer bevindt zich als het ware in een soort doolhof. Maar er staan steeds piketpaaltjes (lees: mededelingen die de vertellers doen) die een oplettende lezer kan gebruiken om uit het doolhof te komen.
Perspectief
Er zijn twee ik-vertellers die worden gepresenteerd in de hoofdstukken “Zij”en “Hij”
De eerste is een 30-jarige vrouw (naamloos) die in de o.v.t. vertelt over haar zoektocht naar de reddende engel uit 1987. Een man in het vliegtuig overlijdt en haar tocht naar haar vroegere redder wordt dan beschreven.
De tweede ik-verteller is een 72-jarige man van wie je later uit één tekstgegevens kunt opmaken dat hij Salgado heet. (Zijn zoon heet nl. in het laatste hoofdstuk Arjen Salgado) Hij vertelt eveneens als achteraf-verteller. Het bijzondere van het perspectief is hier wel dat de man in het eerste hoofdstuk van het “Zij”-personage gestorven is.
Decor
De tijdlagen van het verhaal
De tijdlaag van de verteller Salgado loopt van 1962 tot aan de dood van zijn vrouw Willemijn 1995 en waarschijnlijk het jaar erna, wanneer hij op zoek is naar de zin van zijn bestaan.
De tijdlaag van de vertelster moet liggen in 2010-2011. Ze zit in het vliegtuig en Salgado vertelt dat zijn zoon Arjen 44 jaar is. Die is geboren in mei 1966. Dat betekent dat we in ieder geval in mei 2010 zitten. Daarna ontspint zich een zoektocht die in ieder geval enkele maanden duurt. Wanneer ze Arjen Salgado ontmoet, staat op de laatste pagina van het verhaal dat ze een lentegevoel ervaart. Het moet dan dus in ieder geval al 2011 zijn. Daarmee kun je aangeven dat deze tijdlaag van het verhaal-Nu loopt van 2010-2011.
Het decor van de handeling
Er zijn diverse decors.
1. Het verhaal begint in Spanje waar de jonge Salgado in Extremadura opgroeit. Hij vertrekt in 1963 naar Nederland.
2. Hij komt aan in Someren, een plaatsje 20 kilometer van Eindhoven. Daar brengt hij de eerste jaren van mijn migratie naar Nederland door. Later verhuist hij naar Eindhoven.
3. In 1977 vertrekken ze weer naar Spanje waar ze een tijd lang in Fiqueras wonen. Hier is het museum van Salvador Dali gevestigd, die bekend om zijn surrealistische schilderijen en zijn grote liefde voor zijn vrouw Gala.
4. Later vertrekt hij weer uit Fiqueras om in treinen een aantal maanden door te brengen. Hij reist door Spanje en Frankrijk als een nomade. Die belangenruimte van de trein is natuurlijk symbolisch voor de zwervende hoofdpersoon, die zich nergens thuis voelt.
5. Een andere plaats is Amsterdam: daar woont het vrouwelijke personage dat na haar jeugd in Someren te zijn opgegroeid voor haar studie en werk naar Amsterdam verhuist. Bijna alle “Zij” hoofdstukken spelen zich in Amsterdam af.
Beoordeling
“Landen“ is een prachtig geconstrueerde roman, waarmee Fàbregas het bewijs levert opnieuw een goed schrijfster te zijn na haar eerder opvallende debuut “Het meisje met de negen vingers.” Doordat ze mondjesmaat informatie prijsgeeft, moet ze wel kunnen rekenen op lezers die met haar willen meelopen in het doolhof van de vertelling. Wie oplet, krijgt steeds subtiele aanwijzingen te verwerken. Knap is ook dat Fàbregas bepaalde feiten uit het relaas van de beide vertellers weglaat, waardoor de lezer ook zijn eigen fantasie moet gebruiken. De discrepantie tussen wat de lezer weet en de personages niet, zorgt voor een “Jan Klaassen-effect.” Je zou als lezer tegen de jonge vrouw aan het einde willen roepen dat haar redder van 22 jaar geleden nu naast haar zit. Fàbregas weet de spanningsboog wel tot het einde toe te kunnen aanspannen.
Ook bij de thematiek blijf je als lezer met vragen zitten.
Fabregas is een moderne auteur die de vraagstukken niet allemaal voor hem oplost.
Daarmee is "Landen" een uitstekend nummer voor de literatuurlijst. De inhoud van het verhaal is ook aantrekkelijk voor scholieren om te lezen. De amusementswaarde ligt m.i. hoog. Een prettige bladspiegel maakt het lezen aangenaam.
Ook de literaire waarde voor onze lijst ligt boven het gemiddelde: 3 punten.
Laia Fàbregas is m.i. een aanwinst voor onze Nederlandse letterkunde.
Recensies
"Landen is een intrigerend boek, een boek vol vragen, die niet allemaal beantwoord worden, en dat hoeft ook niet." http://www.8weekly.nl/art...rnaar.html
"Landen, een aanrader!" http://www.nu.nl/boek/219...anden.html
"Leven als een vliegreis zonder landing." http://nrcboeken.vorige.n...er-landing
Bronnen
Website van de schrijfster.
http://www.laia.nl/Geschreven door Cees

Ik heb verreweg het grootste deel van mijn leven voor de klas gestaan. Eerst vijf jaar op een basisschool, daarna veertig jaar op diverse scholen voor voortgezet onderwijs: havo en vwo, onder- en bovenbouw. Leraar Nederlands zijn vond ik veel leuker dan directielid spelen. De laatste jaren was ik conrector. In 2004 begon ik aan mijn eerste boekverslag voor scholieren.com. Dat is dus ruim twintig jaar geleden.
Ik vond het destijds mijn 'missie' om de vaak verouderde en 'afgezaagde' literatuurlijsten voor Nederlands te vernieuwen en mijn leerlingen kennis te laten maken met onbekende en / of jonge schrijvers. Lezen kan namelijk gewoon leuk zijn. Het is de taak van een docent om het lezen te stimuleren.
Docenten kunnen je met het aanprijzen van aantrekkelijke en/of spannende boeken enthousiast maken. Passages die interessant zijn, kun je voorlezen in de klas. Kort vertellen waarover een boek gaat, kan ook een stimulans voor je keuze zijn. En vergeet niet dat je van je medeleerlingen ook kunt horen welk boek ze (erg) leuk gevonden hebben. Dat is vaak de beste manieren om te weten te komen of een boek aantrekkelijk is. Hoewel smaken altijd blijven verschillen..
Ik heb tot nu ( 1 juli 2025) 1530 boekverslagen gemaakt, waarvan vrijwel de meeste Zeker-Weten-Goed-verslagen zijn. Er staan de laatste jaren aan het einde van het verslag vragen over de inhoud en de structuur, zodat je kunt controleren of je je het boek in grote lijnen begrepen hebt.
Bij Scholieren.com probeer ik zo veel mogelijk boeken van nieuwe schrijvers te bespreken. Elke maand ontvang ik boeken van diverse uitgeverijen die hun schrijvers uit 'hun fonds' onder de aandacht van de lezer willen brengen.
Ik hoop altijd dat de 'leraar Nederlands' het zijn leerlingen toestaat om de wat minder bekende of zelfs beginnende schrijvers op de leeslijst te accepteren.
Lezen kan leuk zijn, maar boekverslagen maken doe je meestal niet voor je lol. Ikzelf vond dat vroeger namelijk helemaal niet leuk. Ik kocht in die tijd daarom ook alle uittrekselboeken van alle talen. (Bijvoorbeeld Literama (Ne), Aperçu (Fa), Survey (En), Der Rote Faden (Du). En als ik heel eerlijk ben, heb ik ook wel eens uit tijdgebrek alleen met een boekverslag een mondeling tentamen gedaan. Maar dan voelde je je toch niet altijd op je gemak. Nu maak ik zelf al jaren boekverslagen voor scholieren.com.
Nog een welgemeend advies: wees verstandig en lees altijd het boek. Dan kan een boekverslag op scholieren.com een prima geheugensteun voor je mondeling zijn.
En geloof me, docenten kunnen vanwege tijdgebrek echt niet alle boeken lezen die jaarlijks verschijnen; zij raadplegen daarom ook wel de boekverslagen die scholieren.com aanlevert. Daar is natuurlijk helemaal niks mee.
Waarschuwing van mijn kant : Pas op met het opvragen van verslagen via Chatgpt. Ik heb verslagen gelezen waarin pertinente onjuistheden staan.
REACTIES
1 seconde geleden