Feitelijke gegevens
- 1e druk, 2010
- 300 pagina's
- Uitgeverij: L.J. Veen
Flaptekst
Held en verteller van Een klein ploegje is Bert, die we volgen vanaf zijn geboorte in 1942 tot en met zijn volwassenwording (‘wat dat ook mag zijn’) eind jaren vijftig. Hij groeit op in de Dapperbuurt, waar iedereen domweg gelukkig is. Ondanks de armoede heerst er optimisme, want het kan alleen maar beter gaan.
De tv staat nog in de kinderschoenen, net als het profvoetbal. Er wordt maar één auto in de straat geparkeerd, de rijweg is voor jongens die voetballen. En om de hoek staat de National, de bioscoop waar Roy Rogers op Trigger over het witte doek galoppeert. Aan het eind van de Middenweg lonkt het Ajax-stadion met midvoor Rinus Michels.
Bert fietst naar de Veluwe waar een vakantie in het water valt, luistert naar Sprong in het heelal op de radio, zit op de rand van het podium bij de nachtconcerten in het Concertgebouw en ziet alle films van Doris Day tot zij door Marilyn Monroe wordt verdrongen.
Dit is een roman waar een hele generatie op heeft gewacht. In een volstrekt eigen stijl en met dwingende vertelkunst brengt Bert Hiddema de jaren vijftig tot leven. Met zoveel verve dat de lezer er middenin zit.
Bert Hiddema (1942), schrijver en biograaf, schreef eerder onder meer Ik loop en Scheuren in het asfalt. Een Kees de jongen over de jaren vijftig.
Eerste zin
Het leven is simpel. De man is de baas en vrouwen werken alleen buitenshuis als het moet.Samenvatting
In het eerste hoofdstuk “Mijn held” vertelt Bert Hiddema over zijn vader die agent was in Amsterdam. In de laatste maanden van de oorlog was hij opgepakt en ineens stond hij weer voor hun neus. Hij was een goede vaderlander en lapte ook na de oorlog soms bureaucratische regels aan zijn laars.
Wanneer Bert twaalf jaar is (1954) is het een heel koude winter. Bijzonderheid is dan het kruiend ijs in het IJsselmeer. Hij gaat op de fiets met zijn moeder er naar toe. Maar ze zien helemaal geen kruiend ijs. Ze keren om en rijden naar Amsterdam terug, waar ze bij Rutecks erwtensoep eten en ook nog een dessert nemen. Zijn moeder geeft er niet om hoe ze er op dat moment uitziet, maar Bert schaamt zich wel een beetje.
Er gaat ook een hoofdstuk over het eenvoudige eten na de oorlog: er werd natuurlijk nooit iets weggegooid. Patat is een nieuw verschijnsel. Het vertier voor jongens is voetballen op straat. Slechts één buurman heeft een auto. Van agenten mocht je natuurlijk niet voetballen. Bert schiet regelmatig een ruitje bij de buren in. Sjaak Swart (de Ajax-speler) woont in de buurt bij Bert. Hij wint een keer een penaltycompetitie van hem. Swart zegt later dat hij dat niet kan herinneren. Kermis en Circus zijn natuurlijk ook attracties. De jongens kijken hun ogen uit. Bert ziet voor het eerst een naakte vrouw (in een circuscaravan).
Vanwege zijn rode haardos wordt Bert nogal eens uitgescholden: voor jongens is rood haar niet zo leuk. Met voetballen wordt hij beter als ze hem “rooie”noemen. Hij is een uitgesproken Ajaxfan, bezoekt de wedstrijden en hij leert Rinus Michels kennen.
In het gezin is ook een geestelijk gehandicapt zusje, die op den duur niet meer thuis handelbaar is. Ze wordt in een inrichting opgenomen in Apeldoorn. Ze gaan er niet vaak naar toe.
Bij een schoolvoetbaltoernooi spelen Bert en zijn neef Dicky goed samen. de laatste is een goalgetter en Bert bereidt de acties voor. Ze komen ver maar in de halve finales is Dicky er niet bij , omdat hij is geëmigreerd. Bert heeft gespijbeld van school om zijn neefje uit te zwaaien. Hij krijgt fysiek op zijn donder van de meester. In de halve finale wordt de school uitgeschakeld. Tot overmaat van ramp schiet Bert in eigen doel. Het leven speelt zich in die tijd veel af op straat: na de kerst kerstbomen ophalen, straatvoetbal spelen, met de jongens over de meiden praten.
In een van de hoofdstukken gaat het gezin op fietsvakantie naar Garderen. Ze vinden het landelijke karakter erg leuk. Helaas wordt zus Ria ziek en moeten ze terug naar huis.
Voetbal blijft de rode draad in het boek. Ook de combinatie met de eerste tv/uitzending gaat over voetballen. De finale van het WK in 1954 gaat tussen het onverslaanbaar geachte Hongarije (Puskas) tegen Duitsland. Maar helaas winnen de Duitsers met 3-2. Bert baalt ervan.
Zijn nichtje Jopie komt een tijdje in Amsterdam logeren. Voor die tijd is ze erg sexy. Ze bezoeken veel films. Er komt ook een nieuwe muziekstijl. Jazz en daarna rock-’n-roll. Bert is er gek op. Zo ontstaat er in Amsterdam ook een subcultuur: de pleiners (nozems) tegen de dijkers (artistiekelingen), maar eigenlijk vindt Bert het een strijd tussen jeugd en ouderen. Hij beschrijft ook de invloed van Radio Luxemburg. Zijn muziekvoorkeur is ook te zien in het bezoeken van concerten: jazz. Zo bezoekt hij een concert van Louis Armstrong samen met zijn schoolvriendin Gerie. Het is een sport om gratis in de voorstelling te komen (glippen) hij wordt echter een keer door de politie betrapt en opgepakt. Zijn moeder moet hem komen halen en ze vindt het helemaal niet erg.
In het laatste deel van het boek wordt Bert steeds ouder. Hij is een puber op de hbs en hij gaat films bekijken. In de zaal loopt een zeer aantrekkelijke ouvreuse. Hij haalt zich allerlei fantasieën in zijn hoofd, en hij ontmoet haar een keer wanneer hij zijn hondje uitlaat. Ze heeft ook rood haar en ze krijgen een seksuele relatie, omdat ze op jong valt. Hij weet niet hoe oud ze is, maar ze heeft een eigen appartementje en een televisietoestel. Hij ziet op donderdagavond alles bij haar. Misschien heeft ze oudere, rijkere vrienden die haar onderhouden, wordt er in de buurt gesuggereerd. Is ze een hoertje? Door de opkomst van de televisie gaat het met de bioscoop steeds slechter.
In het laatste hoofdstuk is het meisje ineens verdwenen. Er wordt geroddeld dat ze vermoord zou zijn. Maar Bert ziet haar later als een prostituee achter de ramen zitten. Ze kijkt dwars door hem heen. Bert is volwassen geworden. Zijn zus die bij de bezige Bij werkt, heeft Het Stenen Bruidsbed meegenomen. Het is 1959.
Quotes
"De manier waarop hij de straat in rijdt op zijn zwarte dienstfiets, een Simplex met een reusachtig zadel, ferme trappers en een stuur dat hem dwingt op rechtop te zitten zodat hij alles kan zijn, maar waar hij bijna net zo hard op kan rijden als Ruud Lankhorst op zijn racefiets met versnellingen." Bladzijde 19
"Meester Hulsman hokt met juffrouw Kosten, die ik in de derde en vierde klas had na twee gelukkige schooljaren met juffrouw Leeuwendorf, die helaas jong stierf." Bladzijde 119
"Ons team hangt als los zand aan elkaar, maar op een of andere manier weten de Duitsers de bal er niet in te krijgen en winnen we zowaar 'goud' door een strafschoppenserie die ik in ons voordeel beslis door ze er alle drie in te knallen." Bladzijde 213
Thematiek
Historische gebeurtenisEigenlijk is het werk van Hiddema een caleidoscoop van de jaren vijftig in Amsterdam. Hoe groeien kinderen na de oorlog en tijdens de babyboomperiode op in een grote stad.
Motieven
Muziek
De opkomst van nieuwe muziekstijlen zoals jazz en rock 'n' roll wordt behandeld.
Familiebetrekkingen
Bert vertelt veel over zijn familie en de onderlinge relaties, bijvoorbeeld met het gehandicapte zusje.
Armoede
De armoede na de oorlog wordt weergegeven in de bundel.
Puberteit
Bert vertelt over zijn puberteit, zijn opkomende seksuele gevoelens en zijn volwassenwording (coming of age).
Voetbal
Bert hield veel van voetballen op straat en dat is wel het belangrijkste motief uit deze bundel anekdotes uit de vijftiger jaren.
Titelverklaring
“Een klein ploegje” is de titel die al in het eerste hoofdstuk/verhaal enkele keren voorkomt. Het wordt gebruikt door de vader van de verteller, wanneer die gaat trakteren. Er zijn maar weinig leden in het gezin en daarom gebruikt hij die uitdrukking.
Structuur & perspectief
Structuur
De roman heeft de structuur van een verhalenbundel. Er zijn 17 hoofdstukken die min of meer op zichzelf staan. Alle verhalen gaan over de jeugd van Bert Hiddema, min of meer van zijn geboorte in de oorlog tot aan het einde van de jaren vijftig. Er is eigenlijk geen sprake van een roman, omdat er nauwelijks een doorlopende verhaallijn is. Het gaat over een aantal thema’s in de jeugd van Bert Hiddema. Voetballen op straat neemt daarin wel de belangrijkste plaats in , maar ook motieven als de armoede na de oorlog, het eten, de opkomende muziekstijlen, het uitzenden van de televisie etc. De volgorde van de verhalen is echter niet chronologisch gestructureerd, eerder thematisch. De schrijver snijdt een onderwerp aan (bijv. de uitvinding van de televisie) en beschrijft dan die ontwikkeling. Het nadeel van deze structuur is dat je als lezer geen moment het gevoel hebt dat je een roman aan het lezen bent. Het verhaal heeft daardoor een wat te vrijblijvend karakter.
Perspectief
De verteller is Bert Hiddema, die ook met naam in de tekst wordt genoemd. Hij vertelt in de ik-figuur en doet dat in de o.v.t. Maar het gezichtspunt van de verteller ligt in de 21 eeuw. Op een bepaald moment heeft hij het nl. over de moordenaar van Theo van Gogh. Het verhaal is dus in ieder geval na 2004 opgetekend. Dat geeft de verteller gelegenheid om flink afstand te nemen van zijn jeugd. Hij kan dan vertellen in een humoristisch perspectief van de oudere man. Alle ellende (maar ook de leuke dingen) is immers lang geleden geschied en het is toch nog goed gekomen met de verteller.
Decor
De tijdlagen van het verhaal
De tijd die verteld wordt is in feite die van het einde van de Tweede Wereldoorlog tot aan het einde van de vijftiger jaren. We zien een opgroeiende jongen die van voetballen (vooral Ajax) houdt en die ons laat kennismaken met de eerste jaren van de televisie, de nieuwe muziekstijlen en de films die hij met zijn nichtje bekijkt. In het laatste hoofdstuk is zijn zus Ria werkzaam bij De Bezige Bij. Ze heeft Het Stenen Bruidsbed bij zich. Dat boek is verschenen in 1959. Daarmee eindigt het boek. Bert is volwassen geworden. Waarschijnlijk is het daarom 1960.
Het decor van de handeling
Hiddema groeit op in Amsterdam en dat is duidelijk te merken aan de verwerking van zijn gegevens. Hij beschrijft louter Amsterdamse toestanden. Hij is fan van Ajax (Rinus Michels).
Slotzin
Ik voel me volwassen, wat dat ook mag zijn.Beoordeling
Hierboven werd al bij de structuur aangegeven dat er eigenlijk geen sprake is van een roman. Daarvoor zijn de hoofdstukken te veel als losse draden gepresenteerd. Het boek geeft wel een mooi beeld van het leven in de vijftiger jaren in een grote stad. Maar er ontstaat geen echt gevoel dat je een roman aan het lezen bent.
Een pluspunt is wel dat Hiddema zijn vertelstandpunt achteraf weergeeft (zelfs na de dood van Theo van Gogh) daardoor is er voldoende afstand tot het verleden genomen om met humor de tijd van “toen geluk nog heel gewoon was” te beschrijven.
Maar voor de huidige generatie van scholieren is dat bijna de tijd van hun opa of oma. Ik weet niet of het boek daarom aantrekkelijk is voor die categorie lezers. Waarschijnlijk staat de inhoud te ver van hen af.
Bovendien zijn er nogal wat herhalingen in het verhaal. Het gaat in (te) veel hoofdstukken over straatvoetbal (waarschijnlijk de passie van de schrijver), maar een zorgvuldige dosering en in mijn ogen een chronologische opbouw (met groeien in het leven van Bert) zou het verhaal spannender hebben gemaakt. Dan zou het boek ook m.i. een honderdtal bladzijden korter hebben gekund. De laatste hoofdstukken over de zich ontplooiende seksualiteit zijn dan ook het leukst om te lezen. Ook over de schooltijd zou wel wat te verzinnen zijn geweest.
Niettemin is de (daardoor te dikke) roman literair gezien wel 2 punten waard. De generatie van de babyboomers zal zich wel weten te herkennen in het verhaal. De herkenning van de fenomenen als nieuwe muziekstijlen, naoorlogse films, patat en televisie zal de schok der herkenning (of de herinneringen uit de heimweefabriek) doen ontwaken. Maar ook voor hen geldt dat het boek evenzo goed tot het genre van de non-fictie kan worden gerekend.
Recensies
"Ik verwachtte veel van dit boek, omdat ik altijd wel van nostalgie houd en ik op veel herkenning hoopte, maar dat viel reuze tegen. Rommelig geschreven, van de hak op de tak en op een opsommende manier." http://dizzie.nl/boek/een...9020419511
"Hiddema houdt zich ver van psychologisering, zijn inzet is meer journalistiek dan literair, maar ’Een klein ploegje’ is bij gebrek aan een spanningsboog voor ’buitenstaanders’ ook een beetje saai op den duur. Toch is hij zeker een begaafd verteller met een vlotte, heldere stijl en beschikt hij over een bewonderenswaardig gedetailleerd geheugen. Voor generatiegenoten zullen juist al die levendige details het feestje maken." http://www.trouw.nl/tr/nl...heid.dhtml
Bronnen
Website van de uitgever.
http://www.ljveen.nl/resu...ema#boekenGeschreven door Cees

Ik heb verreweg het grootste deel van mijn leven voor de klas gestaan. Eerst vijf jaar op een basisschool, daarna veertig jaar op diverse scholen voor voortgezet onderwijs: havo en vwo, onder- en bovenbouw. Leraar Nederlands zijn vond ik veel leuker dan directielid spelen. De laatste jaren was ik conrector. In 2004 begon ik aan mijn eerste boekverslag voor scholieren.com. Dat is dus ruim twintig jaar geleden.
Ik vond het destijds mijn 'missie' om de vaak verouderde en 'afgezaagde' literatuurlijsten voor Nederlands te vernieuwen en mijn leerlingen kennis te laten maken met onbekende en / of jonge schrijvers. Lezen kan namelijk gewoon leuk zijn. Het is de taak van een docent om het lezen te stimuleren.
Docenten kunnen je met het aanprijzen van aantrekkelijke en/of spannende boeken enthousiast maken. Passages die interessant zijn, kun je voorlezen in de klas. Kort vertellen waarover een boek gaat, kan ook een stimulans voor je keuze zijn. En vergeet niet dat je van je medeleerlingen ook kunt horen welk boek ze (erg) leuk gevonden hebben. Dat is vaak de beste manieren om te weten te komen of een boek aantrekkelijk is. Hoewel smaken altijd blijven verschillen..
Ik heb tot nu ( 1 maart 2025) 1513 boekverslagen gemaakt, waarvan vrijwel de meeste Zeker-Weten-Goed-verslagen zijn. Er staan de laatste jaren aan het einde van het verslag vragen over de inhoud en de structuur, zodat je kunt controleren of je je het boek in grote lijnen begrepen hebt.
Bij Scholieren.com probeer ik zo veel mogelijk boeken van nieuwe schrijvers te bespreken. Elke maand ontvang ik boeken van diverse uitgeverijen die hun schrijvers uit 'hun fonds' onder de aandacht van de lezer willen brengen.
Ik hoop altijd dat de 'leraar Nederlands' het zijn leerlingen toestaat om de wat minder bekende of zelfs beginnende schrijvers op de leeslijst te accepteren.
Lezen kan leuk zijn, maar boekverslagen maken doe je meestal niet voor je lol. Ikzelf vond dat vroeger namelijk helemaal niet leuk. Ik kocht in die tijd daarom ook alle uittrekselboeken van alle talen. (Bijvoorbeeld Literama (Ne), Aperçu (Fa), Survey (En), Der Rote Faden (Du). En als ik heel eerlijk ben, heb ik ook wel eens uit tijdgebrek alleen met een boekverslag een mondeling tentamen gedaan. Maar dan voelde je je toch niet altijd op je gemak. Nu maak ik zelf al jaren boekverslagen voor scholieren.com.
Nog een welgemeend advies: wees verstandig en lees altijd het boek. Dan kan een boekverslag op scholieren.com een prima geheugensteun voor je mondeling zijn.
En geloof me, docenten kunnen vanwege tijdgebrek echt niet alle boeken lezen die jaarlijks verschijnen; zij raadplegen daarom ook wel de boekverslagen die scholieren.com aanlevert. Daar is natuurlijk helemaal niks mee.
REACTIES
1 seconde geleden