Feitelijke gegevens
- 1e druk, 2021
- Uitgeverij: CPNB
Flaptekst
Rwanda, januari 1994. Het is voor Roméo Dallaire, generaal van de VN Vredesmissie ter plaatse, glashelder dat als de VN de komende 36 uur niet ingrijpt, de animositeit tussen de Hutu’s en de Tutsi’s zal ontaarden in een ongekend bloedbad. Wanhopig probeert hij de rest van de wereld hiervan te overtuigen, maar die weigert verantwoordelijkheid te nemen.
Het vergt een haast bovenmenselijke moed om je binnen eigen kring uit te spreken tegen onrecht. Bijna niemand doet het, omdat loyaliteit en de drang naar verbondenheid vaak sterker blijken. In De genocidefax vertelt Van Iperen op adembenemende wijze het relaas van een man die machteloos moet toezien hoe een van de wreedste conflicten van de 20e eeuw zich voor zijn ogen ontvouwt. Daarbij houdt ze niet alleen zichzelf een spiegel voor, maar ook de lezer.
Eerste zin
De Belgen vertrekken. Uitgerekend de Belgen. Precies een halve eeuw geleden nadat zijn vader zijn leven had gewaagd om ze uit de wurggreep van de nazi's te bevrijden, lieten ze hem hier doodleuk achter.Samenvatting
Dit essay behandelt twee thema's. Het eerste betreft de genocide van de Tutsi's in 1994 door de Hutu's. Er werd door een waarnemer ter plekke voor gewaarschuwd, maar de wereld keek de andere kant op.
Een tweede element van dit essay is dat Roxane van Iperen verklaart hoe groepsprocessen werken. Hoe zou jij als mens reageren op misstanden? In deze samenvatting zijn beide delen apart verwerkt. In het essay zelf zijn ze met elkaar verweven.
De genocide
De Canadese VN-commandant Roméo Dallaire ziet in Rwanda in april 1994 dat de Belgen hem in de steek laten en het land halsoverkop verlaten. In een fax aan de VN heeft hij al in januari 1994 aan de bazen van de VN meegedeeld dat er een humanitaire ramp in Rwanda staat te gebeuren. De stammenoorlog tussen Hutu's en Tutsi's loopt erg uit de hand.
De directe aanleiding van de massamoord in april is het uit de lucht schieten van de Rwandese president Habyarimana. Hij was zelf een Hutu, die overigens wel wilde overleggen met de Tutsi's, maar een extreme vleugel van de Hutu's wil de alleenheerschappij hebben. Door in de media te verklaren dat de president door de Tutsi's is gedood, wekken ze de woede van de grote groep Hutu's op en die gaan hun gram halen.
Roméo Dallaire ziet in dat hij moet handelen en geeft opdracht het huis van de premier Madame Agathe te bewaken. Maar hij is te laat: ze is al gedood net als tien Belgische paratroepers. Mede daardoor verlaten de Belgen het land. Er wordt daarbij ook meer gekeken naar het veiligstellen van landgenoten dan aan de uitgemoorde inheemse bevolking. Juist de Belgische regering met hulp van rooms-katholieke missionarissen had in haar kolonisatiepolitiek het verschil tussen Hutu's en Tutsi's geïnstitutionaliseerd. Daarvóór leefde de twee stammen in relatieve vrede.
Roméo ergerde zich ook aan de middelen die hij van de VN kreeg: het was een vredesmissie, dus veel wapens had hij niet tot zijn beschikking. Het regent daarom lijken en de Westerse landen hallen snel hun landgenoten weg uit het gevaarlijke gebied. Als de VN-Veiligheidsraad op 21 april besluit ook de soldaten van de vredesmissie terg te roepen, hebben de milities van de Hutu's vrij spel. De vernietiging van de Tutsi's wordt gezien als een langverwachte rechtvaardiging: de beslissing van een onderlinge tweestrijd die nota bene door de gezamenlijk overheerser (België) in het leven is geroepen.
Roméo en zijn manschappen werden door de wereld schandalig in de steek gelaten. Bitter constateerde hij later dat "als er 320 berggorilla's met de dood waren bedreigd de wereld sneller zou hebben ingegrepen dan bij de slachtpartijen onder de burgers."
Groepsprocessen
Het wegkijken door normale mensen bij groepsprocessen is van alle tijden, beweert Roxane van Iperen. Ze geeft als voorbeelden: de recente toeslagenaffaire van de belastingdienst, de #metoo-affaires in de film-, kunst- en sportwereld en de politionele acties in Nederlands-Indië (1949). Als je in verzet komt tegen je eigen groep of eigen land dreigt immers verstoting uit de groep. Pieter Omtzigt van het CDA weet daar inmiddels alles van. Hij werd persona non grata, zowel bij zijn eigen CDA als bij premier Mark Rutte.
Beslissingen op eigen geweten leggen het meestal af tegen beslissingen van de groep waartoe je behoort. Als Roxane lezingen geeft over haar roman "Het hooge nest" wordt vaak de vraag gesteld: "Wat zou jij gedaan hebben in de oorlog?" Het is een gegeven dat ook veel Nederlanders in de oorlog niet zo heldhaftig waren geweest. Liefdevolle vaders kunnen immers ook mensen martelen.
Joden werden volgens een jarenlang heersend vooroordeel gedemoniseerd, waardoor gewone mensen het "normaal gingen vinden" dat ze in de oorlog werden opgepakt.
Maar er zijn gelukkig ook altijd mensen die hun eigen norm stellen, de klokkenluiders.
Vooroordelen, uitsluiting, discriminatie gebeurt ook op gewone terreinen dicht in je omgeving: in de zandbak bij kleuters, op schoolpleinen bij kinderen die afwijkende kleding dragen, bij sportwedstrijden vanwege seksuele geaardheid. Denk ook aan de enorme intimidatie van turntrainers op hun pupillen op weg naar een medaillestrijd.
Roxane geeft ook toe er zelf aan meegedaan te hebben, wanneer in bedrijven wat meelijwekkend werd gedaan over de positie van de vrouw (zwanger worden, kinderen krijgen etc.) Ze wilde "one of the guys" zijn en besefte later dat ze voor de belangen van de vrouw moest opkomen. Ze roept mensen op om na te denken over de vraag: "Wat doe jij als het erop aankomt?"
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden