Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Als je de stilte ziet door Thomas Verbogt

Zeker Weten Goed
Foto van Cees
Boekcover Als je de stilte ziet
Shadow
Zeker Weten Goed

Boekcover Als je de stilte ziet
Shadow
Als je de stilte ziet door Thomas Verbogt
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Feitelijke gegevens

  • 1e druk, 2020
  • 256 pagina's
  • Uitgeverij: Nieuw Amsterdam

Flaptekst

De hoofdpersoon in de nieuwe roman van Thomas Verbogt wil graag een verbond vormen met Sander, zijn pleegbroer, maar dat lukt niet. Er staat iets in de weg - iets wat hij niet kan duiden, maar wat hem een leven lang achtervolgt. Wanneer hij afscheid neemt van zijn ouderlijk huis en daarmee ongewild ook zijn grote liefde uit het oog verliest, begint hij aan de zoektocht naar zijn eigen leven. Die zoektocht is onlosmakelijk verbonden met het geheim dat tussen Sander en hem in stond. Als je de stilte ziet is een diep ontroerende roman over verlangen, vluchtigheid en betekenis geven aan het leven.

Eerste zin

Ingehouden, besmuikt hoesten hoor ik haar. En lachen tegelijk, heel kort. De lach van Marleen, even maar, verontrustend in de stilte van het huis, de lach waarmee ik niets te maken mag hebben, maar die ik toch horen moet. Er gaat me iets niet aan, dát moet ik begrijpen, maar ik weet niet hoe. Dat is mijn verontrusting. Haar lach moet me raken, ik weet het zeker, zij ook.

Samenvatting

DE HONDERDEN KLEURENGROEN, DE ZWERMEN VOGEL

De ik-figuur is een 65-jarige toneelschrijver die in Amsterdam op een woonboot woont en zich afvraagt wat hij zich allemaal van vroeger precies of juist niet precies meent te herinneren. Hij woonde in zijn jeugd in Nijmegen.  Het verhaal  begint met de passage waarin de oudere zus Marleen samen in bed kruipt met de pleegbroer van de verteller. Deze  Sander (Alex) is in huis opgenomen, toen diens vader in een psychose raakte. Hij was oorlogsslachtoffer in het Verre Oosten en werkte o.a. aan de Birmaspoorlijn. Op een middag draait hij door en de vader van de verteller schiet z,n buurvrouw te hulp. Maar hij wordt ook toegetakeld. Sander wordt in huis op genomen, maar erg goed kan hij niet opschieten met de verteller. Die is in zijn coming of age-fase en ontdekt meisjes. Wel hebben ze een gemeenschappelijke passie voor de muziek van Bach en voor de songs van Bob Dylan. De verteller  heeft enkele schoolvriendinnetjes, wordt verleid en ontknaapt door de (tien jaar oudere) tante Dorien van één van zijn vriendjes, waardoor weer een lopende 'verkering' met Patricia  uitgaat. Hij noemt Sander vaak "Pleeg." 
De grote jeugdliefde van de verteller is het meisje Marthe, met wie hij als eens een heerlijke vijf minuten en dus eeuwig durende zoen heeft uitgewisseld. Als hij twintig jaar is, schrijft hij haar een briefje. Hij wil met haar afspreken om zijn verjaardag te vieren, maar door een misverstand (zoals later blijkt)  ontmoeten ze elkaar niet. De ik-figuur voelt zich afgewezen. Sander gaat in Groningen studeren en ze zien elkaar een heel lange tijd niet meer.

WEGZINKEN IN EEN HEMELSBLAUWE ZEE
In  dit deel leest de verteller in de krant een rouwadvertentie van Ginie, een vrouw met wie hij een jaar lang een relatie heeft. Ze is de vrouw van een druk bezette politicus die daar niet om geeft. Bij het verbreken van de relatie had ze hem een boek gegeven.
"Het boek zie ik ineens, Complete Stories van Flannery O’Connor. Voorin staat: We weten wat geluk is, omdat we het sámen weten, V.
Daarna hadden ze elkaar nooit meer gezien. 

Dit gedeelte van de roman staat vol herinneringen over de relaties van de hoofdfiguur met andere vrouwen. Na een nachtje met een Franse actrice in Parijs (Isa) stapt hij in de trein en in  Brussel  komt Lena in een verder lege coupé bij hem zitten. Ze heeft in Amstelveen een stervende vader en ze wil in de laatste weken bij hem zijn. Maar ze zoekt onderdak. De verteller biedt haar zijn woning aan. Ze hebben in de vijf weken dat het nog duurt veel contact, maar geen seks. Hij gaat vlak voor de vaders dood nog een keer met Lena mee. De man is bewonderenswaardig dapper. Hij heeft een mooi leven gehad. Hij spreekt over weemoed en verlangen. Bij de crematie wordt het leven van de man in enkele foto's en enkele woorden samengevat. Dat is het noodlot van ieders leven.  Wat je gedaan hebt, is in enkele zinnen samen te vatten.
Na de crematie neemt Lena afscheid. Ze gaat terug naar haar man. Ze zullen elkaar nooit meer zien, behalve in de herinnering.

HARDE REGEN
In dit deel staat Kaia centraal.  Ze was ooit actrice in een soapserie en ze komen elkaar bij toeval tegen(Toeval komt vaak voor als motief in de romans van Verbogt) . Ze leven vier jaar samen, reizen naar de VS en hebben een vrolijk en onbezonnen leven. In het derde jaar wordt Kaia zwanger, maar ze weet niet van wie. De verteller is niet heel enthousiast over de zwangerschap. Op 3 januari wordt dochter Iris geboren. Kaia vertrekt met kind naar Marseille en gaat weer werken voor een illusionist (mooi symbolisch beroep voor deze roman). Kaia keert vier jaar later terug en de hoofdpersoon wandelt met zijn dochter Iris.
Ineens denkt de verteller terug aan de dood van zijn vader, die altijd edelmoedigheid nastreefde.

ALTIJD DIE DOMME VERLEGENHEID
Na het overlijden van zijn moeder krijgt de hoofdpersoon weer contact met zijn zus Marleen. Die heeft een heel aardige man Fernand, die ion Amsterdam aan de kunstacademie werkt. Ze hebben later contact en op een dag zegt Fernand dat Sander ook voor de academie taken verricht. Marleen zegt dan of hij weet dat Sander destijds ook iets had gehad met Marthe (de grote liefde van de "ik.") Pleeg ontmoet hij inderdaad. Hij vertelt dat Marthe een kleindochter heeft, die ook aan de voorstelling van Fernand meedoet. Hij bezoekt de voorstelling en ziet er na afloop Martha terug. Ze is heel vriendelijk, heeft een moeilijk leven achter de rug en heeft heel lang voor haar kleindochter Sonja gezorgd.

Ze praten ook over de niet nagekomen afspraak van Martha op de verjaardag van de verteller. Ze zegt dat ze er wel geweest is, maar een dag later. Omdat in de brief stond 'morgen.' Ze had zelfs een boek voor hem gekocht. Door een misverstand is hij dus de liefde van zijn leven misgelopen. Ze zoenen elkaar weer ten afscheid en misschien zullen ze elkaar nog eens ontmoeten. De verteller zegt dat hij  zelfs nog kladjes van de brief heeft.
Het is zevenenveertig jaar geleden. Zevenenveertig jaar! Maar je hebt gelijk, je kunt ook zeggen dat het niets is, een knip met je vingers, een oogopslag, even een andere kant opkijken.

Marleen komt naar de boot van haar broer. Ze vertelt dat ook Iris aan de productie heeft meegedaan. Ze is zijn dochter. Ze wilde geen contact zoeken.
Als de verteller weet waar Sander een appartement heeft gaat hij hem opzoeken. Sander wordt ook in verband gebracht met een soort  #metoozaak. Hij weet zich eruit te redden.

Als ze elkaar ontmoeten is Sander heel bos. De wrok zit diep omdat hij op de bewuste namiddag toen zijn vader een psychose kreeg, gezien heeft dat de verteller (die zijn eigen vader te hulp schoot) Sanders vader flink had verwond. (Als je het eerste deel terugkrijgt zie je ene heel andere versie die de verteller heeft opgedist. Ook dat hoort bij het spel der herinneringen)
(Blz. 240) "Het is niet waar, denk ik, hij dénkt het maar, hij dénkt dat het waar is, zijn waarheid. Die waarheid denkt in hem. Zo moet ik het zeggen als ik het zou kunnen zeggen. Zo’n waarheid kun je nodig hebben."
Het wordt een harde confrontatie  met zijn pleeg.

IK VERZIN HET NIET
Sonja komt naar de woonboot van de "ik. "Ze vertelt hem dat oma Martha met een vriendin een reis om de wereld maakt. Martha heeft haar gevraagd af en toe om te kijken naar de "ik."  ("Ik verzin het niet, hoor.") Ze zou wel graag de kladjes van de liefdesbrief krijgen. De verteller zoekt ze op. Intussen zegt Sonja dat hij hier wel heel mooi woont. 

Dit verslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Personages

de ik-verteller

De ik-verteller is een 65-jarige toneelschrijver. Hij is geboren in een harmonieus gezin in Nijmegen. Hij heeft een oudere zus over wie hij steeds denkt dat ze niet hebben kunnen opschieten. Maar het gedrag van de zus jaren later getuigt daar niet van. Waarschijnlijk heeft de verteller een verkeerde kijk daarop. Hij krijgt een pleegbroer, is een soort van jaloers en de twee kunnen elkaar niet goed luchten. Later blijkt dat deze Sander een rolletje heeft gespeeld in de 'grote liefde'; van de verteller. Op zijn beurt heeft Sander een wrange nasmaak over de gebeurtenissen met zijn vader die aan een PTSS lijdt. De verteller heeft wel relaties waarin hij zich zeker geen sul toont, maar hij kan op de een of andere manier die ook niet in stand houden. Ook de vrouwen wie hij die relatie heeft, lijken er geen behoefte aan te hebben. Komt die houding van de verteller voort uit een vorm van bindingsangst? Overigens houdt die verteller ook van zijn rust, de stilte en de eenzaamheid van zijn woonboot. Het is een melancholische man die verlangens heeft (o.a. naar zijn grote liefde) en weemoedig voortleeft, terugdenkend aan zijn weemoedige bestaan.

Quotes

"Ik sta bij mijn vader, hij kijkt me aan, hij lacht verontschuldigend. ‘Papa,’ zeg ik. Er nadert nog een sirene. Een van de agenten heeft meneer Hempel vast bij zijn bovenarm. Meneer Hempel kijkt alsof hij daar niet is. De psychisch gestoorde. Dan ziet hij mij. Hij lacht naar me alsof ik belachelijk ben, alsof alles belachelijk is." Bladzijde 55
"Toen ik de blauwe kamer verliet en de trap af liep, dacht ik niet dat ik iets had meegemaakt waarover ik al zo vaak koortsachtig had gedroomd en hunkerend naar uit had gezien, maar het leek alsof ik zichtbaarder was, voor mezelf. Dat ik daarom leefde" Bladzijde 75
"Weer besefte ik dat iemand die zo praatte als de vader van Lena iets pedants kon hebben, maar dat had hij niet. Hij sprak vanuit een sterke rust en het was aan hem te merken dat hij zijn best deed die vast te houden, anders zou waarschijnlijk alles uit zijn handen vallen, alles wat er van zijn leven was overgebleven. Ik wilde ook meer vasthouden dan ik deed, maar ik wist niet of ik dat kon." Bladzijde 120
"Waar ik vaak aan denk is dat er gezegd wordt dat je vlak voordat je doodgaat je leven in een paar flitsen aan je voorbijtrekt, ‘als een film’. Ik probeer me daar een voorstelling van te maken en dat vind ik niet moeilijk, want die flitsen zijn er niet alleen als je stervende bent, maar het leven is zo, terwijl het dus nog volop leven is en niet een periode die spoedig voorbij is." Bladzijde 100
"Wat had ik mijn vader nog willen vragen toen hij stervende was? Toen niets, en nu, zo veel jaren later? Wat wist ik niet wat ik had moeten weten? Wat kon ik over hem vertellen, hoe maakte ik duidelijk wat hij voor mij had betekend? Wat was het raadsel waarmee hij me achterliet, het effect van dat raadsel? Dat ik niet wist wat ik had moeten willen weten? Het raadsel is ook dat je een andere zoon bent als je vader er niet meer is. Vader en zoon zijn dan alleen nog maar woorden." Bladzijde 130
"Het is een gebeurtenis, iemand nooit meer zien. Dat dacht ik toen ik haar bij me vandaan zag lopen, ik weet niet waarheen, ineens was ze weg, zag ik haar niet meer, en kwam de stad in de verte dichterbij, het leven daar, het leven dat ik hoorde, de onrust erin, de chaos: het is een gebeurtenis, iemand nooit meer zien. Zijn dat de gebeurtenissen waar je uiteindelijk in verdwaalt." Bladzijde 134
"Alles begon pas toen Sander bij ons kwam wonen, ook het begin van een nieuw leven. Ik was trots op zijn aanwezigheid. Op school zei ik dat hij mijn pleegbroer was. Dat woord kwam van mijn moeder, ik kende het niet, ik kende ook niemand met een pleegbroer of -zus. Af en toe zei ik Pleeg tegen Sander, wat hij leuk vond, Marleen belachelijk. Hij schreef het zelfs een keer onder een briefje dat hij voor me had klaargelegd: 'Ik doe de boodschappen wel! Pleeg.'" Bladzijde 25

Thematiek

De zin van het bestaan

Zoals zo vaak in zijn oeuvre beschrijft Thomas Verbogt de zin van het leven voor een meestal solitair levend personage. Niet dat zijn personages wereldvreemd zijn. Het zijn ook zeker geen losers. Meestal hebben ze een verbroken relatie, bijvoorbeeld door een bijzondere omstandigheid of door toeval. Soms worden relaties zomaar verbroken. Dat komt in deze roman voor bij de relaties van de verteller met Martha, Lena, Ginie en Kaia. Ook denkt de verteller op een bepaald moment in zijn leven (hij is aan zijn pensioen toe) over wat het leven hem tot nu toe eigenlijk gebracht heeft. Wat hebben de dingen ertoe gedaan? Die gedachte komt vooral naar voren als hij naar de crematiespeech van Lena luistert. Het leven van haar vader valt in een paar foto's en een paar zinnen samen te vatten. Wat zullen ze bij zijn eigen dood zeggen? Hij heeft het begr[p edelmoedigheid van zijn vader geleerd. Doet dat ertoe? Ja, als je vriendelijk bent naar andere mensen, krijg je dat terug. De verteller echter heeft gemerkt dat dit in het dagelijks leven lang niet altijd het geval is. Hij is daardoor te weinig vertrouwd geraakt met cynisme van de buitenwereld, wat hem dan ook afschrikt. Hebben je ouders je dan voldoende voorbereid op het leven? Ook raak je naarmate je ouder wordt een heldere blik op de gebeurtenissen kwijt. Je kunt je lang niet alles meer zo herinneren als je altijd gedacht heeft. Heel fraai is dat uitgewerkt in de passage van de psychose van Sanders vader. Op de gebeurtenissen van die namiddag heeft de verteller een heel andere kijk dan zijn pleegbroer Sander. Maar ook het omgekeerde kan waar zijn. Naarmate hij ouder wordt, gaat hij zijn zus Marleen meer waarderen. Zij vertelt overigens dat ze vroeger helemaal geen slechte band hadden, wat de verteller zich wel heeft ingebeeld.

Motieven

Coming of age

Vooral in deel I is er sprake van een coming of age motief. De verteller zit in dat deel in de leeftijd van veertien tot twintig jaar. Er zijn bekende elementen als de eerste vriendinnetjes, de ontmaagding van een jonge man, het slagen voor het eindexamen, het bejubelen van een popidool als Bob Dylan.

Dood

De dood speelt een rol in het verhaal. Lena's vader is terminaal, sterft en de verteller heeft hem nog een keer bezocht. Hij doet verslag van de crematie van de man. Tussendoor vertelt hij over de dood van zijn vader en van zijn moeder. Ook sterft een oude vriendin van hem, Ginie die met een politicus was getrouwd.Hij leest haar rouwadvertentie in de krant. Het motief is ook van belang, omdat de verteller bij de begrafenis van Lena's vader opmerkt dat je hele leven in een paar foto's en in een paar woorden kan worden samengevat. Net alsof je er niet toe doet, maar "alles doet ertoe", is eigenlijk zijn conclusie.

Inwijding

De verteller wordt in de liefde / seks ingewijd door de fatale tante van een van zijn vrienden. Ze verleidt hem en ontmaagdt hem. Dat is natuurlijk een bijzondere gebeurtenis voor een jonge knul en hij vertelt er dus over aan Sander. Die geeft het advies het toch maar op te biechten aan zijn vriendinnetje Patricia. Die maakt daarop de verkering uit.

Liefdesrelaties

De verteller zal niet onaantrekkelijk zijn, want er komen wel steeds vrouwen in zijn leven. maar de relaties worden allemaal verbroken zonder dat er veel over wordt verteld. Ze eindigen gewoon. Komt het omdat de verteller bindingsangst heeft? De eerste liefde is Liesje, maar na een paar dates gaat dat uit. De relatie met Patricia wordt verbroken, als hij opbiecht dat hij seks heeft gehad met Dorien. De relatie met zijn 'Grote Liefde' Martha wordt door een stom misverstand niet beantwoord, blijkt later. Ginie is een (overspelige ) relatie. Ze is getrouwd met een politicus die geen bezwaar heeft dat ze vreemd gaat de relatie duurt ongeveer een jaar en is plots over. Lena komt in de trein naar Amsterdam bij toeval in zijn coupé zitten. Ze is ingestapt in Brussel. Die relatie duurt zes weken. Na de crematie vertrekt ze ineens weer uit zijn leven. Ze gaat terug naar Brussel en ze zien elkaar nooit meer. Kaia ontmoet hij ook bij toeval.De relatie duurt ongeveer vier jaar/ In het derde jaar wordt Kaia zwanger, al weet ze niet precies van wie. De verteller hoeft niet zo nodig een kind (de bindingsangst? . Dan vertrekt Kaia tijdelijk uit zijn leven en komt vier jaar later terug. Martha komt aan het einde van het verhaal weer in zijn leven terug. Ze bezoekt een voorstelling van haar kleindochter. Ze bejegent hem vriendelijk en mogelijk zit er nog iets moois in het vat. Maar ze gaat eerst een wereldreis maken van twee jaar.

Psychische afwijking

De vader van Sander lijdt aan een PTSS. Hij heeft aan de Birmaspoorweg gewerkt en in een Jappenkamp gezeten, waar hij bijna dagelijks gemarteld werd. Na terugkomst in Nederland kan hij de ellende niet aan; hij is een schrik voor zijn gezin en op een namiddag mishandelt hij zijn vrouw. De vader van de verteller grijpt in, net als later in de roman blijkt de verteller zelf.

Relatie tussen broers(pleegbroer)

De relatie tussen de verteller en zijn pleegbroer Sander is niet erg goed. Ze delen wel een passie: de muziek van Bach en de songs van Bob Dylan. Verder is Sander introvert. Hij blijkt later nog iets gehad te hebben met Martha, nota bene de 'grote liefde'van de verteller. Hij bezoekt ook 's nachts de zus van de verteller, Marleen. Daarmee begint de roman zelfs. Aan het eind wordt duidelijk dat Sander toch een wrok koestert tegen de verteller. Hij meent zich te herinneren dat die zijn vader op de bewuste namiddag ook toegetakeld heeft. De verteller zelf was dat vergeten of had het verdrongen.

Queeste

Het leven van de verteller wordt een zoektocht naar de ware liefde, het geluk, de liefde en / of de zin van het bestaan. Hij is er een leven lang naar op zoek waarom Marthe nooit is komen opdagen, waarom Sander en hij niet hebben kunnen opschieten.

Motto

My childhood is so far away… it’s like I don’t even remember being a child.
I think it was someone else who was a child.  Did you even think like that?
I’m not sure that what happened to me yesterday was true.
But you seem sure of yourself. I’m sure of my dream self.
I live in my dreams. I don’t really live in the actual world.

Bob Dylan, interview in Rolling Stone, Jonathan Cott, januari 1978

 

Is it the sea you hear in me,
Its dissatisfactions?
Or the voice of nothing, that was your madness?

– Sylvia Plath, ‘Elm

Motto's die verwijzen naar de bijna vergeten jeugd van de verteller.

Titelverklaring

De titel komt letterlijk in de tekst voor.
Het is Kerstochtend en Sander is net  te gast in het gezin van de verteller.  Het sneeuwt.
Het hoofdstuk in deel 1 heet "Kerstochtend."
Op kerstochtend denk ik dat ik de eerste ben die op is, maar Sander is al beneden en staat voor de tuindeuren. De sneeuw glanst in de vroege ochtendzon. ‘Het is zo stil dat je de stilte kunt zien,’ zeg ik. [....] 
en: 
"Ik ga naast hem staan, leg mijn arm om zijn schouders, denk aan de puntige schouders van zijn vader, en zeg: ‘Je moet je afvragen wat je ziet als je de stilte ziet."

Het is daarnaast opmerkelijk hoe vaak het woord 'stil' of  'stilte'  door de schrijver in de roman wordt gebruikt.

Structuur & perspectief

De roman wordt onderverdeeld in vijf delen met een titel. Die worden ook onderverdeeld in relatief korte hoofdstukken, ook allemaal met een titel.Heden en verleden lopen steeds door elkaar heen. Dat zie je ook in de gebruikte tijd: o.t.t. en o.v.t terug.
Er is een naamloze ik-verteller (die 65 jaaren toneelschrijver is) en terugkijkt op de gebeurtenissen uit zijn jeugd. Ze heeft hij in Sander een pleegbroer getroffen. Diens vader die een jappenkamp verleden had, moest worden opgenomen in een inrichting en de ouders van de verteller hebben  hun buurjongen in het gezin opgenomen. De verteller was daar zelf niet heel gelukkig mee.

Decor

Het decor van de roman concentreert zich op twee plaatsen. De jeugd van de verteller en zijn pleegbroer Sander speelt zich af in Nijmegen. Na het gymnasium vertrekt Sander om te studeren naar Groningen. (Hij is negentienjaar) Het is dan 1971. Hij raakt buiten beeld bij de verteller.
De verteller verhuist naar Amsterdam en woont later op een woonboot, aan de rand van de stad.

De tijdlagen van het heden en verleden lopen in deze roman over herinneringen door elkaar heen. De eerste tijdlaag van de verteller is als hij veertien jaar is (2e klas Gym) als hij de oorlogspsychose van Sanders vader meemaakt en daarin nog een belangrijke rol speelt, blijkt achteraf. (1966)
Als de verteller twintig jaar is, schrijft hij de uitnodiging aan Martje. Het is dan 1972.
Daarna volgende liefdesrelaties elkaar op: met Ginie die overspel pleegt, weet de verteller zich niet eens te herinneren wanneer het was.
Daarna komt Lena een paar weken in zijn leven.
Vervolgens ontmoet hij bij toeval Kaia, bij wie hij een dochter krijgt, ofschoon hij nooit zeker weet of het zijn dochter wel is. Iris is ongeveer twintig jaar als ze meespeelt in de productie. De situatie met Katja moet zich dan net voor de eeuwwisseling afspelen.
In het heden (de toneelvoorstelling van Fernand, Sonja en Iris, waarbij hij Martha weer ontmoet) zegt hij dat het zevenenveertig jaar geleden is, Dat zal dan de eerste zoen tussen hen beiden  betreffen, want de verteller zegt dat hij bijna 65 jaar is. Die tijdlaag zou zich dan in 2017 afspelen. De verteller is namelijk in 1952 geboren.
Maar eigenlijk speelt de tijd in deze roman een diffuse rol. Veel weet de verteller zich niet exact te herinneren. Mede daarom bekommert hij zich niet om exacte data en jaartallen.

Stijl

De stijl van Verbogt is beeldrijk en kun je vaak poëtisch noemen. Over de kleur van zijn stijl  hangt altijd een walm van verlangen, weemoed en melancholie. Dat maakt het lezen aamgenaam. Je wordt niet opgejaagd. Die gehanteerde stijl hoort precies bij de inhoud van de roman over een half vergeten jeugd, vergane of verspilde liefdes en een voortdurend verlangen naar rust en eenzaamheid.
In de titels van de vijf delen kun je de poëzie ook terugzien.

Slotzin

Ze loopt naar het raam, kijkt naar het uitzicht, staat daar een tijdje en zegt: ‘Mooi.’ Ik heb de kladjes van de brieven gevonden. Het maakt niet uit welk ik aan Sonja geef. Ze draait zich om, ze heeft haar handen in de zakken van haar blauwe broek gestoken, ze ziet er kordaat uit en edelmoedig, dat ook. Van hoe ze naar me kijkt, word ik verlegen, en weer zegt ze het: ‘Mooi.

Beoordeling

En ... opnieuw heeft Thomas Verbogt een prachtige roman geschreven over de zin van het bestaan.

Mooi en beeldrijk van stijl, gedoseerd van opbouw van het verleden van zijn jeugd  naar heden, en vice versa.
Verbogt  vult lang niet alles in(daar is immers de lezer voor)  in deze roman die ook nog over vergeten herinneringen gaat.
Een genot om te lezen. Als je er volledig van wilt genieten, zul je de roman minstens twee keer moeten lezen want dan vallen puzzelstukjes , zoals gewoonlijk bij Verbogt, weer keurig in elkaar.
Het is echter wel mogelijk dat scholieren van een jaar of zeventien bij  zichzelf denken waarom gebeurt er eigenlijk zo weinig.
Thomas Verbogt is m.i. een te weinig erkend schrijver. Dat bewijst hij keer op keer.

Recensies

"Hij zou zich er maar al te graag niets van aan willen trekken dat hij niets deed waar een ander last van kon hebben. Voor de roman zou dat ook goed geweest zijn, iets minder zich er iets van aantrekken en iets meer last veroorzaken, nu is het te braaf, te weinig ondernemend." https://www.tzum.info/202...ilte-ziet/
"Het verhaal is klein, mooi geschreven en ontroert je soms zelfs een beetje. Natuurlijk had ik als lezer soms mijn ideeën over wat er zich had kunnen hebben afgespeeld in het verleden. Deze kwamen totaal niet overeen met de “werkelijkheid”. Maar wat is precies de werkelijkheid? Want iedereen heeft een eigen herinnering en wat wanneer die van jou niet overeenkomt met die van de ander, komt dan wel de waarheid aan het licht?" https://www.hebban.nl/rec...tilte-ziet
"Maar dat is alleen bij vlagen storend, en valt in het niet bij wat de roman op bijna elke pagina wél is: rijk en wijs, inzichtelijk, ontroerend, spannend. Misschien is het trouwens niet helemaal waar dat Verbogt geen standpunt inneemt. Zoals al zijn beste werk kun je Als je de stilte ziet zien als een hartstochtelijk, diep doorvoeld verzet tegen onverschilligheid. Een overtuigend, schitterend bewijs dat alles, álles ertoe doet." https://www.parool.nl/kun...~b3145b55/
"Met zijn verhalen over voorbije liefdes en gedane zaken is Thomas Verbogt de tekstschrijver van ons tekortschieten, het besef dat alles over gaat en toch ook blijft. Ik ken geen auteur voor wie het verleden , in al zijn vaagheid en onherhaalbaarheid, zo’n concrete aanwezigheid is waar hij almaar mee blijft spelen. Tegelijkertijd is hij de stilist van zijn eigen melancholie, hij formuleert in mooie, gevoelige zinnen." https://www.trouw.nl/cult...~b16fdf2b/
"In Als je de stilte ziet rijgt Thomas Verbogt zijn melancholische bespiegelingen in pure poëzie aaneen. Keer op keer vertelt hij hetzelfde verhaal, met vergelijkbare personages, dezelfde thematiek. Maar het verveelt nooit, sterker nog, het is de grote kracht van een auteur die van kwetsbaarheid zijn kracht heeft gemaakt." https://www.telegraaf.nl/...eelt-nooit
Je hebt nog 2 Zeker weten goed verslagen over.

Wil je onbeperkt toegang tot alle Zeker Weten Goed verslagen? Meld je dan aan bij Scholieren.com.

35.461 scholieren gingen je al voor!

Geschreven door Cees

Foto van Cees

Ik heb verreweg het grootste deel van mijn leven voor de klas gestaan. Eerst vijf jaar op een basisschool, daarna veertig jaar op diverse scholen voor voortgezet onderwijs: havo en vwo, onder- en bovenbouw. Ik vond het destijds  mijn taak om de verouderde en 'afgezaagde' literatuurlijsten voor Nederlands te vernieuwen en mijn leerlingen kennis te laten maken met nieuwe en/of jonge schrijvers. Lezen kan namelijk ook gewoon leuk zijn. Docenten kunnen je met het aanprijzen van leuke en/of spannende boeken enthousiast maken. Stukken die interessant zijn, voorlezen in de klas. Kort vertellen waarover een boek gaat.  Ik heb nu ruim 1460 verslagen gemaakt, waarvan een heleboel Zeker-Weten-Goed-verslagen. Er staan vragen over de inhoud aan het eind om je te laten zien of je het boek begrepen hebt.

Bij Scholieren.com probeer ik daarom zo veel mogelijk boeken van nieuwe schrijvers te bespreken. Ik hoop altijd dat de 'moderne leraar Nederlands' het zijn leerlingen toestaat om de wat minder bekende schrijvers ook op de leeslijst te zetten. Uittreksels maken vond ikzelf vroeger helemaal niet leuk. Ik kocht daarom ook uittrekselboeken. (Bijvoorbeeld Literama, Apercu, Der Rote Faden) Nu maak ik zelf boekverslagen voor  scholieren.com. Nog een gemeend advies: wees verstandig en lees altijd wel het boek. Dan kan een boekverslag op scholieren.com een een prima geheugensteun voor je mondeling zijn.
En geloof me, docenten kunnen vanwege tijdgebrek ook niet alle boeken lezen die jaarlijks verschijnen; zij raadplegen daarom ook wel de boekverslagen die scholieren.com levert.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Ook geschreven door Cees