Verboden liefde: Pyramus en Thisbe (Metamorphoses IV 55-166)

Beoordeling 8.5
Foto van Maya
  • Vertaling door Maya
  • Klas onbekend | 1193 woorden
  • 11 mei 2023
  • 19 keer beoordeeld
Cijfer 8.5
19 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak

Verboden liefde: Pyramus en Thisbe (Metamorphoses IV 55-166)

Heimelijk verliefd

Pyramus en Thisbe, de ene de mooiste van de jongemannen , de andere die verkozen was boven de meisjes die het Oosten had, bezaten aangrenzende huizen, waar men zegt dat Semiramis de stad ommuurd heeft met hoge muren van bakstenen. Het feit dat ze buren waren, zorgde voor de kennismaking en de eerste stappen; de liefde groeide met de tijd; ze zouden ook  tot een wettelijk huwelijk zijn samengekomen, maar de ouders verboden het; maar wat ze niet konden verbieden, dat ze beiden even hevig brandden, (als je gaat voor LA: nadat hun geesten gegrepen waren door de liefde). Elke medeplichtige was afwezig, ze spraken met een hoofdknik en tekens en hoe meer het verborgen werd, des te meer brandde de verborgen passie. De muur, die aan elk van beide huizen gemeenschappelijk was, was gebarsten met een dunne spleet, die hij eens had gekregen toen hij gemaakt werd. Dit gebrek ,dat door niemand opgemerkt was gedurende lange eeuwen, hebben jullie als eerste gezien (wat bemerkt de liefde niet?), geliefden en jullie hebben er een tocht voor de stem van gemaakt en langs deze (weg) waren liever woordjes gewoon met heel zacht gefluister veilig over te steken.

Een afspraakje in het donker

Dikwijls, wanneer ze waren gaan staan ,aan de ene kant Thisbe, Pyramus aan de andere kant en de ademhaling van de mond over en weer was opgevangen, zeiden ze: “Jaloerse muur, waarom sta jij geliefden in de weg? Hoeveel zou het hebben gekost, als jij zou toelaten dat wij verbonden worden met heel ons lichaam of, als het te veel (gevraagd) is, dat je tenminste zou openstaan voor het geven van kussen? Wij zijn toch niet ondankbaar: wij bekennen dat wij aan jou verschuldigd zijn dat er een toegang gegeven is voor woorden naar onze geliefde oren.” Nadat ze dergelijke dingen tevergeefs gezegd hadden vanop hun verschillende zitplaats, zeiden ze omstreeks de nacht: “Tot ziens!” en ze gaven ieder kussen aan hun kant die de andere kant niet bereikten. 

De volgende dageraad had de nachtelijke vuren verwijderd en de zon had het bedauwde gras met haar stralen gedroogd: ze kwamen samen naar hun gebruikelijke plaats. Nadat ze onder licht gefluister eerst veel geklaagd hadden, besloten ze dat ze in de stille nacht zouden proberen de bewakers te misleiden en langs de deur weg te gaan en, wanneer ze het huis zouden verlaten hebben, dat ze dan ook de daken van de stad zouden achterlaten en, opdat er niet mocht rondgezworven worden door de rondwandelaars in het open veld, dat ze zouden samenkomen aan het grafmonument van Ninus en dat ze zich zouden schuilhouden onder de schaduw van de boom. De boom daar, rijkbeladen met sneeuwwitte vruchten, was een hoge moerbeiboom, vlakbij een koele bron. De afspraken bevielen hen en het licht dat traag scheen weg te gaan, stortte zich in het water en uit hetzelfde water kwam de nacht. 

Thisbe op de afspraak

De slimme Thisbe ging naar buiten door de duisternis, nadat ze het scharnier gedraaid had, en ze misleidde ‘de haren’ en nadat ze haar gelaat bedekt had (ik verkies letterlijk om adoperta in nom te houden!), kwam ze aan bij de grafheuvel en ze zette zich onder de afgesproken boom: de liefde maakte haar stoutmoedig. Kijk, een leeuwin, haar muil druipt nog volop van vers runderbloed, komt daar om haar dorst weg te nemen in het water van de naburige bron; haar zag de Babylonsiche Thisbe al van ver bij de stralen van de maan en met angstige voeten vluchtte ze naar een duistere grot (of misschien ga je hier voor hypallage: op haar voeten vluchtte ze angstig naar een duistere grot) en terwijl ze vluchtte, liet ze haar sluier achter die gegleden was van haar rug. Toen de leeuwin haar dorst gelest had met veel water, terwijl ze terugkeerde naar de bossen, verscheurde ze de dunne sluier, die ze toevallig gevonden had zonder haarzelf, met haar bebloede mond.

De metamorfose

Nadat hij later buitengegaan was, zag Pyramus in het diepe zand zekere sporen van een wild dier en hij verbleekte over heel zijn gelaat; toen hij echter ook het kledingstuk vond, dat gekleurd was met bloed, zei hij: 'Eén nacht zal twee geliefden verliezen, waarvan zij het meest een lang leven waardig was. Mijn geest is schuldig. Ik heb jou, beklagenswaardige, de dood in gejaagd; ik die bevolen heb dat je ‘s nachts kwam naar een plaats vol angst en ik die niet eerder hierheen ben gekomen. Ruk mijn lichaam uiteen en eet mijn misdadige ingewanden op met wilde  beten. Al wie van jullie onder deze rots wonen, o leeuwen.

Maar het is eigen aan een bangerik een gewelddadige dood te wensen. Hij nam de sluier van Thisbe op en droeg hem met zich mee naar de schaduw van de afgesproken boom en toen hij tranen gaf, toen hij kussen gaf aan het bekende kledingstuk, zei hij: 'Ontvang nu ook de stralen van mijn bloed!’ en hij stak het zwaard, waarmee hij omringd was in zijn onderbuik. En geen getreuzel: terwijl hij stierf, trok hij het uit de gloeiende wonde, en hij legde zich op zijn rug op de grond. Het bloed spoot hoog op, niet anders dan wanneer een buis met beschadigd lood scheurt en terwijl de dunne opening sist, spuit het lange waterstralen naar buiten en het breekt de lucht met stoten. De vruchten van de boom veranderen door het spatten van het bloed naar een donker uitzicht. De wortel die nat gemaakt was met bloed, kleurde de hangende moerbeibessen met een purperen kleur.

De terugkeer van Thisbe

spijtig genoeg niet vertaald :) 

Voor altijd samen

En zij, nadat ze het kledingstuk herkend had en de ivoren schede gezien had, vrij van een zwaard, zei: ‘Jouw hand en jouw liefde hebben jou ten onder doen gaan, ongelukkige. Ik heb ook een dappere hand voor ditzelfde, ik heb ook een liefde. Dit zal krachten geven voor de wonden. Ik zal jou volgen, jij, die gestorven bent, en ik zal de zeer ongelukkige reden van jouw dood genoemd worden en jouw metgezel: en jij, die enkel door de dood van mij weggerukt kon worden, helaas, jij zal niet kunnen weggerukt worden door de dood. Wees hierom toch verzocht met de woorden van beiden, oh zeer ongelukkige ouders van mij en van hem, namelijk dat jullie niet weigeren dat wij, die een zekere liefde heeft verbonden, (wij) die het laatste uur heeft verbonden, samen geplaatst worden in dezelfde grafheuvel. Maar jij, boom, die nu met je takken het beklagenswaardige lichaam van één bedekt, je staat op het punt weldra dat van twee te bedekken, hou de tekens van de moord en heb altijd donkere vruchten en vruchten, aangepast aan de rouw, de aandenkens aan het bloed van twee.’ Ze heeft gesproken en, nadat ze het zwaard onderaan haar borst had geplaatst, stortte ze zich op het ijzer (zwaard), dat nog altijd warm was door de moord. De wensen bereikten toch de goden, ze bereikten de ouders; want, de kleur in de vrucht is, zodra hij rijp geworden is, donker, en wat er overblijft van de brandstapels, rust in één urne.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.