Sil de strandjutter door Cor Bruijn

Beoordeling 7.7
Foto van een scholier
Boekcover Sil de strandjutter
Shadow
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas mavo | 2240 woorden
  • 19 december 2012
  • 10 keer beoordeeld
Cijfer 7.7
10 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Cor Bruijn
Genre
Streekroman
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
1940
Pagina's
336
Geschikt voor
vmbo
Punten
1 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands

Boekcover Sil de strandjutter
Shadow
Sil de strandjutter door Cor Bruijn
Shadow

algemeen

Het boek wat ik heb gelezen heet Sil de strandjutter en is geschreven door Cor de Bruin. Het is voor het eerst uitgegeven in 1940 door uitgeverij Callenbach uit Utrecht. de eerste verscheen dus ook in 1940. Het genre waarin het boek is geschreven is een streekroman want je leert veel over de ruimte waar het verhaal zich afspeelt.

inhoud

Het thema van het boek is liefde want eerst gaat het over de liefde tussen sil en lobke en dan over de liefde tussen jelle en lobke. De samenvatting van het boek:

Het boek “Sil de Strandjutter” speelt zich af op Oost-Terschelling. In een boerderij wonen Sil met zijn vrouw Jaakje en zijn zonen Jelle en Wietse. Drie jaar geleden kregen Sil en Jaakje een dochtertje dat stierf bij de geboorte. Sil is boer van beroep, daarnaast jut hij aks de kans zich voordoet. Sil is niet alleen boer, hij jut daarnaast ook nog als de kans zich voordoet. 

Bij Sil en Jaakje leeft een stil verlangen naar een kindje, een dochtertje. Deze wens werd niet vervuld, omdat Jaakje onvruchtbaar werd. In een zware stormnacht ligt Jaakje hierover te piekeren. Maar in die stormnacht gebeurt er iets, wat hun leven totaal zou veranderen. Die nacht wordt Sil gewekt met het geroep dat er een schip in de problemen is, zodat er kans op jutten is. Als Sil bij het strand komt is het schip nog niet vergaan en proberen de schepelingen een reddingsboot uit te zetten. Dit lukt, alleen vallen er een heleboel mensen uit. Sil gaat dan op zijn paard naar de reddingsboot. Het lukt hem om bij de sloep te komen. Daar slaat hij de sloep met een haak vast en trekt hem samen met zijn paard op het strand. In die sloep liggen twee mensen een vrouw en haar kind, de vrouw is overleden, meisje leeft nog. Sil neemt haar mee naar huis en adopteert haar. Dit gaat niet zonder problemen, want de gemeente weet niet of er nog familie is die dat kind terug wil hebben. Gelukkig voor Sil blijkt dit niet het geval te zijn. Sil en Jaakje geven hun pleegdochtertje nu de naam Lobke. Een ander probleem dat er nu voordoet is dat de dominee Lobke niet wil dopen voor ze een jaar bij Sil en Jaakje woont. Sil wordt hier woedend om en breekt de band met de kerk. Zijn kinderen mogen niet naar de zondagschool en hij gaat niet meer naar de kerk voor er een andere dominee is. Na een jaar laat hij Lobke toch dopen al gaat het met veel moeite gepaard.

Op het eiland wordt Lobke door iedereen geaccepteerd en krijgt ze de naam Sils Lobke Swede, dit omdat ze uit Zweden kwam. Lobke en Jelle en Wietse groeien gewoon op, ze gaan naar school en helpen thuis mee. Thuis helpt Lobke Jaakje en de zoons Sil. Jelle is erg onberekenbaar de ene keer werkt hij voor twee en de andere dag dwaalt hij over het wad of in de duinen. ‘s Avonds gaat hij ook nog op meidenjacht. Sil is hier niet op tegen, als hij het overbuurmeisje Maam maar pakt. Dit omdat zij enig kind is en haar vader een grote boerderij heeft. Zo krijgt Jelle dat land en Wietse het land van Sil.

Wietse is net zo als zijn vader; een echte doorzetter. Op de boerderij helpt hij erg goed, als hij maar uit de buurt van Sil blijft. Dit komt omdat hij en Sil een verschil van mening hebben over het jutten. Wietse vindt dat de gevonden spullen naar de strandvonderij moeten worden gebracht, maar Sil vindt dat je ze gewoon zelf mag houden. (De strandvonderij bewaart dus de gebrachte spullen en verkoopt ze. De opbrengst hiervan wordt verdeeld tussen de vinder, burgemeester en de strandvonderij. De meeste jutters brachten de spullen niet hierheen, maar hielden ze zelf.) 

Wietse ging toen niet meer jutten met zijn vader, maar ging zijn moeder helpen. Sil vindt dit jammer, maar niet verschrikkelijk. Sil is vreselijk kwaad als hij van Jelle hoort dat Wietse weer is gaan jutten en alles naar de strandvonderij brengt. Sil verbiedt hem dan om nog eens met de wagen weg te gaan. Hij gehoorzaamt niet. Als op een ochtend weer een schip verloren gaat is Wietse er eerder bij dan Sil. Wietse die brengt alles wat hij vindt naar de strandvonderij. Als hij halverwege de morgen terugkomt laat hij het formulier aan Sil zien waarop staat wat hij allemaal bij de strandvonderij heeft gebracht. Dan wordt Sil ongelofelijk kwaad op Wietse en slaat hem. Dit is iets wat een bewoner van Terschelling nooit zou doen. Wietse besluit om naar zee te gaan. En vertrekt zo snel mogelijk naar zee. Dit krijgen ze te horen via de afscheidsbrief die hij laat bezorgen. Sil verbiedt zijn huisgenoten naar Wietse te schrijven en wil Wietse niet meer zien. Als ze een brief van Wietse krijgen wil Lobke hem al meteen terug schrijven, maar daar wordt Sil erg kwaad om. Na enkele brieven te hebben gekregen schrijft Lobke met toestemming van Jaakje toch een brief naar Wietse. Sil vindt het niet goed, maar kan niet tegen Lobke en Jaakje op. 

Jelle en Lobke maken op een dag, met de wagen, een flinke tocht naar de Bosplaat. Dit is een stuk wad dat bij eb droog staat. Als ze bij een drenkelingenhuisje zijn gaan ze te voet verder en maken dan een flinke wandeling. Dan barst opeens het noodweer los. Dit is erg gevaarlijk omdat de Bosplaat dan snel onderloopt. Ze proberen zo snel mogelijk het huisje weer te bereiken om nog met de wagen naar huis te gaan. Als ze daar zijn is het paard weggelopen, zodat ze daar niet mee naar huis kunnen gaan. Nu slaan ze daar alarm. Jelle wil daar blijven wachten, omdat Lobke dat eind lopen waarschijnlijk niet redt. Lobke wil wel gaan en zegt dat ze het wel haalt. Het water stijgt snel en Lobke wordt al snel vermoeid. Als het water tot hun knieën komt kan ze niet meer en moet Jelle haar dragen. Ternauwernood komen ze bij de duinen aan en zijn ze veilig. Daar ontmoeten ze Sil en een reddingswerker die naar hun toe waren gekomen, door het alarm dat Jelle sloeg. Jelle krijg gelijk een preek van Sil waarom hij zover weg is geweest. Lobke die neemt het nog wel voor Jelle op, maar dat helpt niet. Zo wordt de relatie tussen Jelle en Sil nog slechter. Door deze tocht is Sil ook bang dat Jelle met Lobke zal gaan vrijen. Lobke vindt dit onzin, omdat ze er zelf ook nog bij is.

Op zes december is er het feest van de Sunderums, de jongens gaan dan onherkenbaar verkleed met de meisjes dansen op een plein. Lobke die gaat er ook heen, samen met Maam. Die avond danst zij met Jelle, terwijl zij denkt dat het Aike is. Maam wordt ook beet genomen, want die danst die avond met Aike, terwijl zij denkt dat het Jelle is. Als aan het eind van de avond de maskers worden afgedaan komen Lobke en Maam er achter. Terwijl het feest nog verder gaat loop Lobke woedend weg. 

Als Lobke in bed ligt komt Jelle naar haar toe, ze stuurt hem weg, maar hij blijft toch. Hij zegt tegen Lobke dat hij van haar houdt, en niet van Maam. Sil die hoort hen en komt naar hen toe en verkoopt Jelle een klap. De nachten erna probeert Jelle nog vaker bij Lobke te komen, maar ze doet haar kamertje op slot. Als Lobke op een avond zich aan het wassen is komt Jelle weer. Hij wil haar zeggen dat hij van haar houdt, maar Sil komt en wordt woedend op Jelle en stuurt hem weg.

In de vroege morgen hoort Sil dat er een schip in nood is, zodat er gejut kan worden. Bij het strand aangekomen zien ze het schip. Er zijn nog mensen op, maar de zee is te wild om bij het schip te komen. Dan rijdt iemand met behulp van een lijn op een paard de zee in. Sil ziet dat het Jelle is. Jelle redt het om bij het schip te komen. Eenmaal op het schip valt hij eraf. Zo sterft Jelle en raakt Sil zijn tweede zoon kwijt. Jelle’s lichaam wordt nog wel de zee uit gehaald en hij wordt als een held begraven. Sil die rouwt hier erg om en gaat ook weer naar de kerk. Ondanks dat hij geholpen wordt door de dominee pijnigt Sil zich, omdat hij zichzelf de schuld ervan geeft.

Wietse schrijft een brief naar huis, waarin hij zegt dat hij van plan is om in de zomer naar huis te komen. Hij kan toch eerder komen en is al in mei op het eiland. Lobke die naar West-Terschelling moet komt hem tegen. Als Wietse thuis komt begroet iedereen hem hartelijk en is hij weer welkom. Door de thuiskomst van Wietse fleurt Sil weer helemaal op. Ondertussen heeft Maam verteld dat zij in verwachting is door Jelle. Wietse die dit ook heeft gehoord, vindt het een schande voor de familie, vooral omdat Jelle dood is. Hij wil dat dus rechtzetten. Hij vindt dat een kind niet zonder vader kan en wil dus wel gaan trouwen met Maam. Maam komt dan met de echte waarheid en zegt dat het kind van Aike is. Zo touwen Aike en Maam dus met elkaar. 

Wietse is opgelucht en kan dus trouwen met wie hij echt wil trouwen, namelijk Lobke.

Het verhaal heeft een gesloten einde want het verhaal eindigt wanneer Wietse met Lobke trouwt.

personages

De hoofdpersonen in het verhaal zijn:

Sil Droeviger: 

Sil een strandjutter. Karakter; lang koppig en driftig maar op een gegeven moment verandert zijn karakter wel naar zorgzaam en lief.

Lobke:

Zij is in de familie Droeviger opgenomen. Thuis is ze het lievelingetje van iedereen en zorgt voor een goed sfeer in huis. Dikwijls als Sil driftig is komt Lobke naar hem toe en vergeet zijn driftbuien. Ze houd veel van leren.

De bijfiguren in het verhaal zijn:

Jaakje Droeviger

Jelle Droeviger

Wietse Droeviger

Buren.

tijd.

Het verhaal speelt zich af rond 1940 en het verhaal neemt in totaal ongeveer 20 jaar in. Het verhaal is in chronologische volgorde geschreven maar er zitten een paar flashbacks in.

plaats

Het verhaal speelt zich af op Terschelling en dat is zeer belangrijk voor het  verhaal want anders had het verhaal niet kunnen ontstaan met Sil want die is strandjutter.

perspectief

Het verhaal is niet door de ogen van een iemand geschreven maar door de ogen van meerdere mensen want je weet precies wat ze denken. Daaruit blijkt dus ook de conclusie dat het geschreven is door de alwetende verteller.

spanning

Er zit spanning in het verhaal. Het spannendste vind ik als Jelle dood gaat. Dat komt ook omdat je Jelle al lang kent en dan wordt het extra spannend als hij van het paard afvalt en hij daarbij verdrinkt. Ook zijn er andere spanningsmiddelen gebruikt. Zoals het feest waar alle jongens zijn verkleed. Je wilt dan weten wie er onder dat masker zit. Maar dat wordt dan heel lang voorgehouden door de schrijver.

mijn mening

ik vond het een interessant onderwerp. Het onderwerp was niet herkenbaar in mijn eigen belevingswereld. Ik heb nu het idee gekregen van wat er in die tijd op zo’n eiland afspeelde. Het strandjutten wordt goed beschreven, waardoor ik een beeld heb gekregen van het strandjutten. Daarom vind ik het origineel.

De gebeurtenissen vond ik spannend, maar ook triest. Het was triest omdat Jelle dood ging en omdat Wietse van huis weg liep, het was allemaal erg geloofwaardig.

De hoofdpersoon kwam levensecht over. Het verhaal had een goede opbouw, ik kon er makkelijk doorheen lezen. Er zaten geen onbegrijpelijke dingen in. Als die erin zaten, werden die gelijk uitgelegd. De afloop was goed. Er was nog een epiloog zodat je wist wat er met die mensen in de toekomst ging gebeuren.

Het taalgebruik was niet moeilijk. Soms werd er dialect gebruikt, maar dan stond er onderaan de bladzijde de betekenis ervan. De gebeurtenissen werden op heldere wijze beschreven en het was op een natuurlijke wijze weergegeven.

Het mooiste gedeelte in het boek vind ik wanner Wietse terug komt. Hij ontmoet n Lobke op de dijk maar eerst herkent zij hem niet maar later wel. En als Wietse dan samen met Lobke in huis komt gaat het gelijk heel veel beter met Sil want die komt dan opeens veel positiever in het leven te staan; hij is minder snel boos en kan meer waarderen. Dat was wel anders toen Jelle stierf want ton sloot Sil zich steeds meer buiten de groep.

Het boek kan wel in de christelijke bibliotheek want er wordt ten eerste niet in gevloekt en er word veel gesproken over het geloof.

Auteur

De schrijver is Cor Bruijn. Hij is geboren op 17 mei 1883 in het plaatsje Wormerveen. Hij was een onderwijzer en schreef boeken voor de jeugd en voor de volwassenen. In 1957 schreef hij het geschiedenisboek Ons Hilversum dat door de gemeente Hilversum aan de schooljeugd werd uitgedeeld. Verder heeft hij ook het liefdesdrama Arjen geschreven en ook heeft hij een jeugdboek ver de oorlog geschreven (De Vlucht naar Kautokeino)

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.