Eindexamens 2025

Wij helpen je er doorheen ›

Unit 2 grammatica

Beoordeling 0
Foto van Gwen
  • Samenvatting door Gwen
  • 5e klas vwo | 874 woorden
  • 20 oktober 2023
  • nog niet beoordeeld
Cijfer
nog niet beoordeeld

Vak
Methode
ADVERTENTIE
De ultieme examengids voor mensen die echt niet willen slagen

Eindexamens. Die periode waar je al tijden naar uitkijkt (not) en waar je je super goed op hebt voorbereid (ook not). Geen paniek: wij hebben de ultieme survivalgids voor je samengesteld. Met deze tips ga je het (waarschijnlijk niet) redden. Maar ze zijn wel leuk. 

Bekijk de tips

Unit 2:

Grammar:

Plural and Singular forms: 

Zelfstandig naamwoord + s

  • One car / two cars

Zelfstandig naamwoord + es (na -s klank)

  • one bus / two buses

Zelfstandig naamwoord + es (na medeklinker + o)

  • one potato / two potatoes

Zelfstandig naamwoord + y = ies

  • one city / two cities

* Een meervouds-s schrijf je altijd aan het woord vast in het Engels

Uitzonderingen:

f > ves

a > e

overige

life - lives

man - men

child - children

knife - knives

woman - women

foot - feet

leaf - leaves

Dutchman - Dutchmen

goose - geese

himself - themselves

 

mouse - mice

hief - thieves

 

louse - lice

loaf - loaves

   

Let op!: In het Nederlands meervoud, kan enkelvoud zijn in het Engels

  • Where can I get further information? = Waar kan ik verdere inlichtingen krijgen?

* een bewijs = a piece of evidence

** een advies = a piece of advice

Let op!: in het Engels meervoud, is in het Nederlands meervoud. (Police = politie, cattle = vee, wages = loon, surroundings = omgeving)

  • The police are investigating the case = De politie doet onderzoek naar de zaak.

Voorwerpen met gelijke helften zijn meervoud: glasses, trousers

* Na a of een telwoord gebruik je pair(s)

  • One pair of shorts

Sommige woorden hebben dezelfde vorm in het enkelvoud als in het meervoud:

Nationaliteiten:

  • A Chinese / all the Chinese
  • A Swiss / the Swiss

Sommige dieren:

  • A sheep / lots of sheep

Sommige woorden die op -s eindigen

  • a series / three series 

Gerund: 

Werkwoord + ing

Na de voorzetsels about, without, to, from, for, on, of

  • I look forward to meeting you.

Na werkwoorden als hate, like, stop, prefer, enjoy, avoid, remember, refuse, to mind, keep, spend

  • He spends his time reading.

Als onderwerp:

  • Following his advice can get you in trouble

Na de uitdrukkingen als feel like, it’s no use, it’s worth, there’s no, be busy, can’t help

  • It’s no use telling him

Let op!: bij sommige uitdrukkingen kun je zowel de Gerund als het infinitief gebruiken. De betekenis is dan anders.

  • I stopped smoking (ik stopte met roken)
  • I stopped to smoke (ik stopte om te roken)

Passive: 

To be + voltooid deelwoord

Als het onderwerp de handeling niet zelf verricht:

  • The book will be sent tomorrow (het boek wordt morgen verzonden)

Er worden / zijn + voltooid deelwoord + dat. 

* Er wordt vertaald met It

  • Er wordt / is gezegd dat..
  • Er wordt  / is aangenomen dat..
  • Er wordt / is geadviseerd dat..
  • Er wordt / is afgesproken dat…
  • Er wordt / is gevreesd dat… 

Bijv. It is / has been said that he is very ill (Er wordt / is gezegd dat hij erg ziek is)

* Vaak wordt er bij het passief men hetzelfde vertaald als er

  • It is said that he is very ill (Men zegt / er is gezegd dat hij erg ziek is)

Prepositions: 

aan

at

on

of

achter

behind (plaats)

after (volgorde)

behalve

except (uitgezonderd)

besides 

apart from

bij

at

near

by (aan de rand van)

with

boven

above (hoger dan)

over (recht boven

beyond (figuurlijk

over (bij getallen)

door

by (veroorzaakt door)

through (dwars door)

throughout (heel)

over (in de loop van)

down

across

gedurende

for (+periode)

during (tijdens)

over (in de loop van)

in

in (ergens binnen)

into (geeft een beweging aan)

on (openbaar vervoer)

at

met

with

by (per / door middel van / via)

at (bij feestdagen)

on

onder

under (recht onder)

below (lager dan, beneden)

among (te midden van)

op

on (bij dagen / boven op iets)

in

at

over

about

in (na een periode)

over (bij iets bedekken)

sinds

for (+ periode)

since (+ tijdstip)

tegen

against

towards (kort voor)

by (kort voor)

to

tot

till (tijd)

until (tijd)

to (getallen)

up to

up to and including (t/m)

tussen

between (tussen twee)

among (tussen meer dan twee)

at

in

uit

out od

from (afkomstig)

from

off (geeft een scheiding aan)

in

van

from (afkomstig)

of (behoren tot)

of

by

by (gemaakt door)

with (geeft een oorzaak aan)

off (geeft een scheiding aan)

voor

for (bestemming)

before (tijd)

in front of (+plaats)

of 

to

Linking words:

actually = eigenlijk / in feite

after all = immers / trouwens

all in all = al met al

(al)through = (al)hoewel

as a result of that = als gevolg daarvan

as soon as = zodra / meteen als

as well as = zowel … als …

at first = aanvankelijk

because = omdat

because of = vanwege / wegens

but = maar

consequently = als gevolg daarvan

despite = ondanks

due to = vanwege / wegens

even if = zelfs als

finally = ten slotte

first of all = op de allereerste plaats

firstly = op de eerste plaats

for example = bijvoorbeeld

for instance = bijvoorbeeld

furthermore = verder

however = echter

if = indien

in fact = in feite / eigenlijk

in order to = om te

in other words = met andere woorden

in general = over het algemeen

in short = kortom

in spite of = ondanks

moreover = bovendien

neither … nor = noch … noch

nevertheless = niettemin

on the contrary = integendeel

on the one hand = aan de ene kant

on the other hand = aan de andere kant

on top of that = daar komt nog bij

plus the fact that = daar komt nog bij

secondly = op de tweede plaats

so = dus

so that = zodat

taking everything into consideration = alles in aanmerking genomen

that’s (the reason) why = daarom

the reason why =de reden waarom

then = toen

till = tot(dat)

until = tot(dat)

unless = tenzijn

what’s more = sterker nog 

whatever = wat ook

whereas = terwijl (tegenstelling)

whether = of

while = terwijl

why = waarom

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.