Dit is een beknopte samenvatting van het boek Kunsthistorisch overzicht 2 - De 19e en 20e eeuw door L.J.A.A. van den Akker.
DE NEGENTIENDE EEUW: - Neo-Classicisme (1) (1760-1812)
- Romantiek (2) (1790-1840)
- Realisme (3) (1840-1870)
- Impressionisme (4) (1870-1880)
- Post-Impressionisme (5) (1880-1900)
- Jugendstil (6) (1890-1906)
1: - Algemeen: gebaseerd op klassieke Oudheid. Voornamelijk Grieks. Door:
gevoel krijgt aandacht, vrijdenkers (qua godsdienst), absolutisme
onder druk, kennis op breed terrein is ideaal.
Zuivere, strenge vormen naar klassieke Oudheid.
- Bouwkunst: functionaliteit. Zuiver en sober. Momumentaal -> imitatie. Openba-
re gebouwen benadrukken macht staat/overheid.
- Schilderkunst: lichtjes naar klassieke Oudheid. Strenge, eenvoudige composi-
tie, duidelijke vormgeving; omtreklijn, reliefachtige dieptewerking,
koel kleurgebruik, statische/geposeerde weergave van personen.
Emoties liggen in voorstelling/het verhaal, niet uitbeelding.
- Beeldhouwkunst: afgietsels klassieke Oudheid voorbeeld. Technische perfect-
heid; statisch, bloedeloos.
Gepolijst, wit marmer; zuiverheid.
Grafmonumenten; nieuwe houding tov dood.
- Empire: versierende stijl in interieur en meubelkunst. Romeins keizerrijk.
Horizontalen, verticalen en cirkels. Heldere kleuren.
- Rol kunstenaar: kunst om de kunst, los van tradities en normen. Kunstenaar
gaat eigen weg.
- Namen: Diderot, Ledoux, Kent, David, Canova.
2: - Algemeen: afzetten tegen neo-classicisme, vrijheidsgevoel, nationaal bewust-
zijn.
Geen eigen stijl. Uitdrukking aan gemeenschappelijk beleven:
Heroïsch, nostalgisch etc. Middelen oud, alleen kleur nieuw.
- Schilderkunst: individueel gevoel. Emotioneel-dynamisch of rustig gedramati-
seerd. Kleur gebruik en lichtval versterken dit.
Onderwerpen: historisch/uit literatuur, religieus, menselijke drama-
Tiek -> natuur lieflijk, doch bedreigend voor mens, exotisch, irratio-
neel.
Onderzoek naar invloed primaire kleuren -> nieuwe wijze weergave
kleuren.
Twee broederschappen late middeleeuwen en renaissance: zuiver,
helder, ambachtelijk, verhalend.
- Bouwkunst: historische belangstelling voor middeleeuwen. Gotiek belangrijk;
navolging constructies en monumentenzorg.
Naar aard en functie gebouw wordt keuze uit alle stijlen gemaakt.
- Beeldhouwkunst: overwegend neo-classicistisch.
- Namen: Constable, Delacroix, Turner, Gericault, Violet-le-Duc, Cuypers,
Rude.
3: - Algemeen: harde arbeiderswereld. Rijken omringden zich door schijnwereld.
Groep kunstenaars wendt zich hiervan af. Courbet verzint naam.
- Schilderkunst: gewone volk; echt/eerlijk. Natuur in, Barbizon. Kleuren helder,
maar beheerst, compositie eenvoudig. Salon v/h realisme door
Courbet: eigen tijd, arbeid, gewone mensen, natuur.
Fabrieksverf vergemakkelijkt schilderen.
- Beeldhouwkunst: weinig echt realisme. Veel romantiek bij gebouwen, pleinen
en straten.
- Bouwkunst: gietijzer maakt tesamen met glas doorbraak met Crystal Palace.
Staalsoort “Bressener” leidt tot spectaculaire toepassingen.
- Namen: Millet, school v. Barbizon, Gericault, Courbet, Corot, Daumier,
Paxton.
4: - Algemeen: verschillende interpretaties werkelijkheid. Manet zet alles in. Los
van tradities. Schilderij zelfstandig object -> zelf invullen met eigen
werkelijkheid.
Aspecten: niet kennis omtrent vorm, maar op netvlies vallende licht-
en kleureffecten weergegeven - lichtsterkte wisselt, elk tijdstip
anders - hierom snel verfopbrengen, hierdoor minder gedetailleerd.
Geen aandacht voor detail of perspectief.
Werken buiten of in bar, cafe, theater, om met werkelijkheid gecon-
fronteerd te worden.
Japanse prenten en fotografie -> beeldafsnijdingen.
Begin: lichtschifting en atmosfeer. Later: helderheid dmv comple-
mentaire kleuren.
- Kunsthandel: 19e eeuw brengt handel en kritiek. Salonjury's verdwijnen
geleidelijk. Kunsthandel wekt stimulatie, toch worden kunstwerken
steeds meer gezien als speculatie- en bellegingsobjecten.
- Namen: Manet, Salon des Refuses, Monet, Courbet, Baudelaire, Tanguy,
Vollard.
5: - Algemeen: zet zich af tegen louter visuele van Impressionisme. Geestelijke in-
houd. Structuur gesteund door kleur, invloed kleur op vorm in relatie
tot oog, persoonlijk doorvoelde, weergeven gevoelens dmv allego-
rische voorstellingen, onverwachte associaties en primitieve weer-
gaven.
Symbolisme ontstaat uit post-Impressionisme. Niet een grondslag of stijl. Inspiratie uit gedichten, visioenen en dromen.
Het hoeft niet meer naar realiteit -> kunstwerk krijgt eigen werkelijk-
heid.
Kunstenaar geen beroep; levenswijze/levensbeschouwing.
Invloed Afrika en Japan groot. Versterkt gevoel beelden niet uit aca-
demische tradities hoeven te komen.
- Beeldhouwkunst eind 19e eeuw: academische traditie hield hier wel stand.
Rodin maakt deze kunstvorm uiteindelijk ook los.
- Namen: Cezanne, Seurat, Van Gogh, Guagain, Rodin.
6: - Algemeen: industriele produktie wekt weerstand. Herbezinning alledaagse
voorwerpen. Door massaproduktie dreigt vakmanschap verloren te
gaan. Hierom gaan kunstenaars zich bezig houden met toegepaste
kunst.
- Toegepaste kunst: Men wil eerlijke produkten voor het dagelijks leven maken.
Door duur handwerk produkten onbereikbaar voor groot deel bevol-
king. Toch mechanisatie. Vormgeving: eigen aan machinale bewer-
king, gericht op gebruiksdoel en juiste materiaaltoepassing. Indus-
triele vormgeving begint (Henri v/d Velde).
Neo-stijlen definitief afgewezen. Nieuwe inspiratiebron wordt natuur.
Beeldende aspecten lijn en kleur worden extra benadrukt. Zwierig,
asymmetrisch; organisch.
- Architectuur: Ijzerconstructies. Nadruk op lijn, open plattegronden en grote ra-
men.
Oostenrijk en Engeland: geometrische, strenge opzet.
Belgie, Duitsland, Nederland: asymmetrisch, organische elementen
Spanje: geheel eigen vorm, nieuwe stijl (Gaudi).
Streven naar samenspel alle kunstvormen.
DE EERSTE HELFT VAN DE 20e EEUW: - Expressionisme (1) (1900-….)
- Kubisme (2) (1906-1916)
- De Stijl (3) (1917-1934)
- Constructivisme (4) (1916-`22)
- Het Bauhaus (5) (1919-1933)
- Dadaïsme (6) (1913-1920)
- Surrealisme (7) (1922-1940)
- Bouwkunst (8) (1900-1950)
1: - Algemeen: verandering in het denken en geloven wat doorwerkt in de kunst. Dit
alles vanwege turbulente ontwikkelingen in politiek, samenleving,
techniek, wetenschap.
Weergave innerlijk beleven (emoties). Felle, rauwe kleuren, hoekig
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden