Hoofdstuk 2: Klimaat

Beoordeling 5.4
Foto van Jasmijn
  • Samenvatting door Jasmijn
  • 2e klas vwo | 806 woorden
  • 8 januari 2016
  • 41 keer beoordeeld
Cijfer 5.4
41 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

2 Klimaat

2 Klimaten wereldwijd

Kenmerken voor soort begroeiing

  1. Neerslag
  2. Temperatuur
  3. Lengte van groeiseizoen

Klimaten Wereldwijd

Weerbericht = voorspellen maximum en minimum temperatuur

Die temperaturen worden al lang gemeten= gemiddelde temperatuur

Klimaat = gemiddelde temperatuur over 30 jaar

Klimaten Op Lage Breedte

Weer is meestal heel voorspelbaar

Tropisch regenwoud = nooit kouder dan 180C, geen seizoenen, vochtige lucht (Ivoorkust) Er komen veel dieren en planten door

Savanneklimaat = regentijd; april - oktober, altijd stoffig op straat, warm (Zuid - Mali)

Steppeklimaat = weinig mensen, bijna geen regen, nomaden (Noord - Mali)

Klimaten Op Hogere Breedte

Alle klimaten op hoge breedte hebben winter- zomer seizoen. Verschil is hoogte van winter- en zomertemperatuur

Landklimaat = zomer; heel warm, winter; heel koud: grond bevriest. Voorjaar; grond = blubberboel. Bossen = naaldbomen = kunnen goed tegen landklimaat. Korte lente en zomer = groeiseizoen. (zuid – Rusland)

Toendraklimaat = niet warmer dan 10 0C in zomer, geen bomen (Noord – Rusland)

Zeeklimaat = winter en zomer; niet veel verschil à door invloed zee.

3 Temperatuurverschillen Op Aarde

Een Deken Over De Aarde

Atmosfeer = luchtlaag over de aarde

Zonnestralen à grond à lucht daarboven

Temperatuur neemt af, hoe hoger je gaat; 6 0C per kilometer.

De Stand Van De Zon

Middaguur = stand het krachtigst; hoogst aan de hemel

Evenaar = het warmst, hoe verder van de evenaar, hoe kouder

Elke breedte = andere invalshoek van de zon

Gebieden bij evenaar = drie keer zoveel energie als de polen.

Zomer En Winter

Temperatuur = afhankelijk van hoogte- en breedteligging

Aarde maakt twee bewegingen à eigen as (24 uur) en rond de zon (365 dagen)

Aarde heeft een schuine as à stand van de zon veranderd gedurende een jaar.

21-03 = zon staat loodrecht op de evenaar à de loodrechte zonnestand gaat in noordelijke richting à 21 juni = zon staat loodrecht op Kreeftskeerkring (23,50NB) à loodrechte zonnestand gaat in zuidelijke richting (drm de naam Kreeftskeerkring) à

21-09 = zon staat loodrecht boven Steenbokskeerkring (23,50 ZB) à naar de evenaar en rondje begint weer opnieuw.

Hogere zonnestand = hogere temperaturen

Noordelijk halfrond ↔ zuidelijk halfrond; noord = zomer; zuid = winter

Lage breedte = zon verandert gedurende het jaar niet veel; zonnestand is altijd hoog

Rond de evenaar = altijd zomer

Pooldag en Poolnacht

Nederland = gematigde breedte = ±520NB = goed verschil zomer en winter: temperatuur, lengte van de dag/nacht.

Hoge breedte = boven de pool cirkel = 66,50NB en ZB = verschil in daglicht nog groter

In juni = Noordpool helemaal zon, 6 maanden lang ↔Zuidpool, dat is in december daar = pooldag ↔ poolnacht

4 Water, Te Veel Of Te Weinig?

De Kringloop Van Water en Water, Waterdamp, IJs

Waterkringloop = zeewater à verwarmd àverdampt à stijgt op à koelt af à waterdamp condenseert à wolk à regenen à de wolken naar de berg à sneeuw à gletsjer

Regenwater op de grond à trekt in de grond à opgenomen door planten/in rivieren opgenomen à water naar de zee

Kringloop van het water = door de zon

Zon zorgt voor verdamping van water en wind

Een Ongelijke Verdeling

Gemiddeld in Nederland = 800 mm neerslag = elke m2 = 800 liter neerslag per jaar

In de tropen = 2000 liter per m2

Lage breedte = natte tropen en droge woestijnen = oneerlijk verdeeld

Hoe Ontstaat Neerslag?

Wolk = druppels en kleine ijsdeeltjes, als die samen gaan worden ze te zwaar = regen

Hevige regen = stijgingsregen (vooral in de tropen)

Lucht tegen de bergen = word gedwongen te stijgen = stuwingsregen. Aan de andere kant van de berg is het droog = regenschaduw

7 Een Gematigd Zeeklimaat

Op 520 NB…

Niet alle landen die op dezelfde breedte liggen als Nederland hebben het zelfde klimaat. Dat komt door zee-invloed.

De Opwarming van Land en Zee

Zee warmt langzaam op en koelt langzaam af, Land koelt snel af en warmt snel op.

Invloed van de zee

Aanlandige Wind = wind van zee naar land (W: warmer, neerslag, Z: koeler, neerslag)

Aflandige Wind = wind van land naar zee (W: droog, zeer koud, Z: warm, heet)

Golf van Mexico à warme zeestroom à Atlantische Oceaan = Golfstroom

Windrichting

Polair = koud (pool), Noord

Tropisch = warm (tropen), Zuid

Continentaal = droog (van het continent), Oost

Maritiem = nat (..), west

Nederland = vaak westenwind, gematigd zeeklimaat omdat de zee een grote invloed heeft.

Windrichting draait = ander luchtsoort boven Nederland

8 Weer en Klimaat in Nederland

Gemiddelde en Extreme Temperaturen

Klimaatverandering = verandering van het klimaat. Je moet dan een lange periode kijken, een warm jaar is niet genoeg om te zeggen dat er klimaatverandering is.

Wordt veroorzaakt door versterkt broeikaseffect

Warmte straalt naar bovenàwordt vastgehouden in atmosfeer(door koolstofdioxide)

= broeikaseffect.

Door luchtverontreiniging = auto’s, fabrieken, elektriciteitscentrales.

Klimaatverschillen Binnen Nederland

Er komen veel klimaatverschillen voor = hier droog, in het noorden regent het heel hard.

Gemiddelde temperatuur in zuiden = hoger dan noorden

Smaken Verschillen…

Mensen klagen vaak over het Nederlandse weer. Maar Nederland is nooit heeeel koud, nooit heeeel warm, er waait altijd wel een beetje wind en als dat er niet is ontstaat er smog, dat is erg ongezond.

Wisselvalligheden horen bij gematigd zeeklimaat

REACTIES

J.

J.

Wauw, snap der niks van.. maarja k kom dr wel uit dit heeft me niet geholpen btw

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.