Global shift opdracht + presentatie

Beoordeling 10
Foto van C.
Cijfer 10
1 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak

inhoudsopgave

Global shift  

Waarom Global shift heeft plaatsgevonden  

Nieuwe internationale arbeidsverdeling  

Gevolgen van global shift in Nederland  

Voorbeelden  

Positieve en negatieve gevolgen  

Acties tegen negatieve gevolgen  

Filmpje  

Einde 

Global shift 

Global shift is de verschuiving van economische zwaartepunten en activiteiten over de wereld als gevolg van economische schaalvergroting. Deze verschuiving vindt plaats van het zogenaamde rijke westen naar de BRICS-landen en andere opkomende landen. Bij deze economische activiteiten die verplaatsen kun je denken aan productie, transport en kapitaalstromen, zoals binnen- en buitenlandse investeringen etc. Een groot deel van de maakindustrie uit Nederland is verplaatst naar andere landen, vooral in Azië. Hier is bijvoorbeeld het arbeidsloon lager of andere randvoorwaarden, zoals belastingen of vergunningen, pakken gunstiger uit. Deze verschuiving treft niet alleen Nederland. Ook vanuit andere Europese landen en vanuit de Verenigde Staten zijn behoorlijk veel economische activiteiten verplaatst. Door global shift is bijvoorbeeld de textielindustrie in Twente en rond Tilburg in de tweede helft van de vorige eeuw bijna helemaal verdwenen. Maar ook andere bedrijfstakken hebben hun productie verplaatst waarmee veel werkgelegenheid uit Nederland is verdwenen. In China is de global shift het best zichtbaar. 

Waarom heeft global shift plaats gevonden?

International arbeidsverdeling is de verdeling van het maken van producten over verschillende landen. Het maakt handel tussen landen nodig en maakt het mogelijk dat een land producten kan gaan maken die het beste passen bij dat land. 

Bedrijven die hun productie naar het buitenland verplaatsen hebben daarvoor (één van) de volgende redenen: 

  • Lage loonkosten. Producten kosten minder en kunnen tegen lagere prijzen worden verkocht. Dat levert meer winst op. We noemen de landen waarnaar de productie wordt verplaatst lagelonenlanden. 
  • Regelgeving op het gebied van milieu. In veel landen zijn deze regels veel soepeler dan in Nederland, waardoor het makkelijker is om bepaalde producten te produceren. 
  • Regelgeving op het vlak van de arbeidsomstandigheden. Niet alleen het loon is lager dan in de rijke landen, ook de arbeidsomstandigheden zijn een stuk minder duur. Zo hebben veel werknemers in lagelonenlanden geen betaalde vakanties en worden ze ook niet uitbetaald als ze ziek zijn. 

Nieuwe internationale arbeidsverdeling 

Er worden producten bedacht, verzonden, verkocht en gemaakt: productieketen. De verdeling waarbij verschillende landen samenwerken om een product te maken, heet de internationale arbeidsverdeling. Centrumlanden zitten aan de uiteinden van de productieketen omdat ze zich vooral bezighouden met pre- en post-productie (bedenken van producten en afhandelen van de verkoop). Daarvoor is veel kennis en kapitaal nodig, wat de meeste waarde aan een product voegt, de afgelopen decennia wordt er steeds meer waarde toegevoegd aan de het begin en einde van de productie keten. Het midden, de daadwerkelijke productie, steeds minder. De waarde verdeling van de productieketen wordt dus steeds ongelijker. Het maken en verzenden van producten gebeurt voornamelijk in semi-periferie landen, die hun grondstoffen van periferie landen krijgen. Zo ontstaat er een wederzijdse afhankelijkheid, en is de wereld economisch met elkaar verbonden. De nieuwe internationale arbeidsverdeling wordt gestimuleerd door specialisatie, landen gaan zich specialiseren in een product wat produceren op een grotere schaal mogelijk maakt. Dit drukt de kosten, wat de prijs laag kan houden, waardoor meer mensen het product gaan kopen en je een hogere winstmarge hebt. Specialisatie zorgt dus voor schaalvergroting wat op zijn beurt wijst op meer winst, de internationale arbeidsverdeling wakkert ook globalisering op.   

Gevolgen global shift Nederland

Een eeuw geleden werden de meeste producten die we nodig hebben lokaal geproduceerd. Het grootste deel van onze producten werd hier gemaakt, in industriesteden als Tilburg, Breda, Hengelo en Eindhoven. Vooral vanaf de tweede helft van de 20e eeuw nam de industrie af. Dit noemen we de-industrialisatie. De industrie verplaatste zich naar lagelonenlanden. Vanaf halverwege de 20e eeuw importeren we daarom meer en meer vanuit het buitenland. De werkgelegenheid in de industrie nam af en het aantal werkende in de industrie van de totale beroepsbevolking daalde van 60% naar 20%. De dienstensector is juist toegenomen in Nederland. Vanaf halverwege de 20e eeuw importeren we meer en meer vanuit het buitenland. 

Voorbeelden 

Voorbeelden van producten die eerst in Nederland werden gemaakt en later werden gemaakt in het buitenland zijn:  

De zeeman heeft geen eigen fabriek, maar produceert zowel haar producten in Nederland als is en het buitenland. Veel van de fabrieken waar zij hun producten laten maken staan in Bangladesh, China en India.  

Philips produceerde vroeger haar producten in Nederland. Het had veel verschillende vestigingen door het hele land. Later werden veel van deze fabrieken werden opgeheven en verplaatst naar het buitenland. Hierdoor heeft Philips nu zowel in Europa, maar ook daar buiten veel fabrieken staan. 

Ook een voorbeeld is Fietsenfabrikant Accell Group, onder andere bekend van merken als Batavus, Sparta en de bakfietsen van Babboe. Binnenkort wil de fietsenfabrikant een deel van haar fabrieken in het buitenland gaan vestigen, hierdoor kunnen twee Nederlandse fabrieken in Heerenveen worden samengevoegd. 

Positieve en negatieve gevolgen 

Verschillende gebieden hebben verschillende gevolgen, verschil de-industrialisatie en gebieden die industrialiseren. 

Positief:  

De-industrialisatie: Goedkope invoer van gefrabiceerde goederen die levensonderhoud laag houden, herscholingsmogelijkheden voor werknemers met hoge lonen, efficiëntere bedrijfstakken die overblijven wat kan zorgen voor economische groei. 

Industrialiserende gebieden: mensen in arme landen zoals bangladesh hebben werkgelegenheid, de economie is wereldwijd gegroeid, lonen worden hoger. 

Negatief:  

De-industrialisatie: Structuele werkeloosheid onder fabrieksarbeiders, vergroting sociaal-economische ongelijkheid tussen ongeschoolde en geschoolde werknemers, emigratie van jonge geschoolde arbeiders die ergens anders een baan zoeken, afname economische activiteit: sluiting van winkels en recreatiemogelijkheden; vb. Detroit VS. 

Gebieden industrialiserend: De mensen werken in slechte omstandigheden en kunnen in aanraking komen met stoffen gevaarlijk voor de gezondheid, arbeiders werken lange dagen van 10-12 uur, fabrieken kunnen de lucht en oppervlakwater vervuilen, langeafstandstransport is milieubelastend, Prijspeil hoger waardoor levensonderhoud duurder wordt. 

Acties tegen negatieve gevolgen

Aan global shift zitten dus ook negatieve gevolgen, gelukkig zijn er verschillende initiatieven genomen om dit tegen te gaan.  

Om werkloosheid tegen te gaan wil de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het voor bedrijven aantrekkelijker maken om werk terug te halen naar Nederland dat nu in lagelonenlanden wordt gedaan. Het kan een manier zijn om werklozen die maar geen baan kunnen vinden aan werk te helpen. 

Het vertragen van globalisering door fabrieken en werk weer terug te halen naar Nederland wat nu in lagelonenlanden wordt gedaan heet slowbalisation. C&A heeft zijn fabriek bijvoorbeeld al verhuisd naar Duitsland en werkt veel met lasers en robots om geen last te hebben van hoge lonen. 

Een ander initiatief komt uit de landbouwsector, waar steeds meer producenten rechtstreeks aan lokale winkels en consumenten leveren. Het idee erachter is dat groenten en fruit vooral niet te ver moeten reizen. Dat scheelt energie. Lokale producten die worden gegeten in het teeltseizoen belasten het milieu ook een stuk minder. 

Tenslotte kun je in verschillende winkels “eerlijke” artikelen kopen. Artikelen die gemaakt zijn voor een eerlijk loon en bij bedrijven die het milieu niet of nauwelijks vervuilen. Deze artikelen zijn herkenbaar aan een keurmerk zoals het FSC-keurmerk (voor eerlijk hout), Tony Chocolonely die voor slaafvrije chocolade strijdt of het Fair Trade-keurmerk van Max Havelaar. 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.