Little Buddha (1993)

1) Vergelijk het Boeddhisme en het katholicisme i.c.m. de film. 2) Welke ontwikkeling maakt het vaderfiguur door in de film? 1) In de film komt het aspect reïncarnatie duidelijk naar voren bij het Boeddhisme. Boeddhisten geloven in reïncarnatie, het terugkeren van de ziel in een ander lichaam van een nieuw geborene. Als iemand overlijdt verbranden ze het lichaam en zingen ze. De as wordt in een kommetje op de rivier gezet. Aan het einde van de film doet Jessy dit met zijn ouders. De andere twee reïncarnaties van Lama Dorje krijgen ook een deel van de as van Lama Norbu. Boeddhisten vinden dat wanneer het dode lichaam oud en stijf is, het verbrand moet worden als hout. Ze zien lichaam en geest als omhulsel en inhoud. In de film legt Lama Norbu dit uit met het voorbeeld van een kopje. Als je een kopje thee hebt en je laat het vallen is het kopje kapot en is het kopje alleen nog een hoopje van scherven. De thee blijft thee, ook al is het niet meer in het omhulsel. In de film zoeken ze de reïncarnatie van Lama Dorje. Ze denken dat óf Jessy, het westerse jongetje, óf Gita, een meisje, óf Raju, het jongetje met de aap, de reïncarnatie is. Het was voorbestemd dat deze elkaar tegen kwamen. Uiteindelijk blijkt dat ze alledrie de reïncarnatie van Lama Dorje zijn, en dat ze niet zonder elkaar kunnen. Jessy krijgt een boekje van Lama Norbu. In dit boekje staat een verhaal over Siddharta die later Boeddha werd. Jessy vindt het allemaal wel interessant en doordat hij het boekje leest komt het Katholicisme (hijzelf) in confrontatie met het boeddhisme. Zo leert hij onder anderen dat alles vergankelijk is. Het wordt in de film niet duidelijk hoe Jessy nu over het Boeddhisme en het Katholicisme denkt. Hij vindt het Boeddhisme in elk geval wel heel erg interessant. Boeddhisten geloven ook dat alles vergankelijk is, alles gaat dood. Zand laat duidelijk zien dat alles vergankelijk is, hiermee kun je dingen maken, maar die zijn ook makkelijk weer te vernietigen. Daarom wordt de mandala, het teken van vergankelijkheid binnen het Boeddhisme, juist van zand gemaakt. In de film zie je dat men begint met de mandala wanneer de Lama’s op zoek gaan naar de reïncarnatie van hun meester. Wanneer ze terug zijn en hun doel hebben bereikt, sterft Lama Norbu. Dan zie je dat de mandala wordt weggeveegd, in de vorm van een ‘L’ van Lama. Dit is te zien helemaal aan het einde van de film. Het belangrijkste doel van de Boeddhisten is echter om Nirwana te bereiken. Dit bereik je door een goede levensstijl en meditatie. Je ziet in de film dat Lama Dorje mediteert, dat hij dan in een ‘staat van dood’ raakt. Hij zegt dan:’Er is niks,alles is leeg. Geen angst, geen dood, geen lijden, geen profijt, ….. Dit is Nirwana.’ Christenen geloven niet in reïncarnatie. Zij geloven in de hemel (of hel) waar men na de dood heen gaat. Dit is het grootste verschil tussen de geloofsovertuigingen. Jessy gelooft eerst ook niet in reïncarnatie omdat hij er eigenlijk nooit van had gehoord. Het doel van Christenen is volgens de levensstijl van Jezus zo goed mogelijk te leven, zodat je naar de hemel gaat na je dood. Dit is een overeenkomst met het Boeddhisme. Beide geloofsovertuigingen proberen zo goed mogelijk te leven, opdat ze iets beters/ iets hogers bereiken. Bij het Boeddhisme en Christendom zijn twee personen heel belangrijk. Zij brengen het geloof over naar de mensen. Bij het Boeddhisme is dat Siddharta, later Boeddha. Bij het Christendom is dat Jezus. Hun geboorte werd bij beide aangekondigd door een boodschapper. Jezus en Siddharta hadden beide hetzelfde doel, namelijk alle wezens van het lijden verlossen/verlichten. Eerst kende Siddharta geen lijden. Hij is binnen de muren van het koninkrijk opgegroeid. Hij heeft nog nooit zieke of kreupele mensen gezien. Hij vindt het raar dat als de wereld inderdaad zo mooi is als ze zeggen, hij haar nog niet heeft gezien. Als hij voor het eerst buiten de muren komt ziet hij kreupele, oude, zieke mensen. Hij gaat ze achterna en komt in een milieu terecht van ziekte, ouderdom en leed. In die omgeving ongeveer komt Jessy later ook terecht. Siddharta leert mededogen en leert wat lijden is. Hij was hun en zij waren hem. Hij zegt dat hij niet kan leven wanneer er buiten zoveel leed is.. Niemand kan de vloek opheffen van het lijden, maar dat zal dan zijn taak worden. Maar Jezus en Siddharta zijn totaal verschillend op gegroeid: Jezus leefde in armoede, en Siddharta leefde in rijkdom. In het Christendom staan overal beelden in kerken van heiligen. Dit is om ze te vereren. Op deze manier is een ruimte niet vol. Het straalt rijkdom uit. Bij het Boeddhisme is dat niet nodig. Een ruimte is niet leeg wanneer de geest vol is. 2) De vader van Jessy, Dean, krijgt ook met een confrontatie te maken. In het begin van de film gelooft hij niks van het boeddhisme, in tegenstelling tot zijn vrouw, die er wel meer van wil weten. Wanneer Lama Norbu naar Seatlle vliegt om te vertellen dat Jessy een mogelijke reïncarnatie is van zijn leermeester Lama Dorje, vindt Dean het maar onzin. Aan het einde van de film heeft hij het leren waarderen. Tijdens de film sterft zijn zakenpartner en vriend, Evan, deze verongelukte doordat hij teveel drank op had. Hierdoor is Dean gaan nadenken over reïncarnatie. Hij staat er nu voor open. Toen de Lama’s de ouders van Jessy vroegen of Jessy mee mocht naar Bhutan, vond vooral de vader dat goed. Hij ging met Jessy mee om over zijn leven na te denken, dus gaan ze samen naar Butaan. Je ziet hieraan dat hij ervoor openstaat, ook al gelooft hij het nog steeds niet helemaal. Er zijn overeenkomsten tussen het gebouw van Dean en de Stoepa in Butaan. De koepel in Nepal lijkt veel op de koepel van het gebouw van Dean. Het stelt de elementen van de wereld voor: de vierkante basis van de Stoepa is het symbool voor de aarde. De koepel is het symbool voor water. Boven de ogen licht het vlak van verlichting of het vuur. De papaplu die helemaal bovenop staat symbool voor lucht.