Verloren zoon door Lieneke Dijkzeul

Beoordeling 6.5
Foto van Cees
Boekcover Verloren zoon
Shadow
  • Boekverslag door Cees
  • Docent | 5378 woorden
  • 1 maart 2011
  • 40 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
40 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Lieneke Dijkzeul
Genre
Thriller & Detective
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
februari 2011
Pagina's
280
Geschikt voor
bovenbouw havo/vwo
Punten
2 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands
Literaire thema's
Misdaadliteratuur,
Moord,
Wraak

Boekcover Verloren zoon
Shadow

Inspecteur Paul Vegter wordt geconfronteerd met twee raadselachtige, gewelddadige moorden. De wreedheid ervan schokt hem en vooral zijn jonge rechercheur Renée, die eerder slachtoffer was van een aanslag en sindsdien worstelt met haar angst voor geweld.

Is er een verband tussen de slachtoffers, of een verklaring voor de bizarre manier waarop zij zijn gedood?…

Inspecteur Paul Vegter wordt geconfronteerd met twee raadselachtige, gewelddadige moorden. De wreedheid ervan schokt hem en vooral zijn jonge rechercheur Renée, die eerder s…

Verloren zoon door Lieneke Dijkzeul
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

Feitelijke gegevens over het boek

Verschijningsdatum 1e druk: februari 2011
Gebruikte druk: 1e
Aantal bladzijden: 280
Uitgeverij: Anthos

Beschrijving van de cover

Op de overwegend grijze cover staat de afbeelding van een blote, jonge man die met zijn armen om zin knieën terneergeslagen op de grond zit. Het is een prachtige foto van een “verloren zoon.”

Genre

“Verloren zoon” is de vierde thriller van Dijkzeul waarin de politierechercheur Paul Vegter een moord oplost. Lieneke Dijkzeul beschrijft naast de moord en de oplossing daarvan ook over menselijke relaties. Voor haar geldt als een van de weinige thrillerschrijfsters in ons land dat ze werkelijk een “literaire”thriller schrijft. Bij anderen is het vaak alleen het etiket dat door de uitgever wordt meegegeven aan een thriller om hogere verkoopcijfers te halen.

!! Waarschuwing vooraf: eerst zelf het boek lezen!!

Een samenvatting of een boekverslag van een thriller is iets anders dan een recensie van een boek in een krant, waarin de afloop van een roman meestal niet wordt onthuld. In dit boekverslag gebeurt dit wel. Dat betekent dat je eerst het boek moet lezen voordat je van deze samenvatting gebruik maakt. Anders is de spanning tijdens het lezen weg. Een boekverslag heeft de bedoeling dat een leerling/scholier/student die het boek gelezen heeft zelf niet het vervelende werk van een verslag moet maken. Daarom nogmaals hier op deze plek het dringende advies om eerst het boek te lezen.

De flaptekst

Inspecteur Paul Vegter wordt geconfronteerd met twee raadselachtige, gewelddadige moorden. De wreedheid ervan schokt hem en vooral zijn jonge rechercheur Renée, die eerder slachtoffer was van een aanslag en sindsdien worstelt met haar angst voor geweld.
Is er een verband tussen de slachtoffers, of een verklaring voor de bizarre manier waarop zij zijn gedood? Vegters theorie dat dikwijls op de verkeerde personen wraak wordt genomen, wordt aan het wankelen gebracht.
Intussen tracht een jonge man na een afschuwelijke verkrachting het criminele circuit waarin hij is beland, te ontvluchten. Maar niet voordat hij heeft rechtgezet wat hem is aangedaan.
Met groot inlevingsvermogen en in haar veelgeprezen krachtige, etsende stijl beschrijft Lieneke Dijkzeul in Verloren zoon waartoe een mens in wanhoop in staat is.

Samenvatting van de inhoud
Een ex-sergeant uit het Nederlandse leger Leo Wissink (55 jaar) doet heel vroeg in de morgen zijn opdrukoefeningen in de tuin van zijn woning in Amsterdam. Hij weet dat hij wordt bespied door zijn aantrekkelijke buurvrouw die kort geleden naast hem is komen wonen en gescheiden is. Hij zou wel wat met haar willen beginnen. Zijn eigen vrouw is namelijk niet zo aantrekkelijk meer voor hem. Hij kijkt stiekem maar boven en wil zich voorbereiden op zijn joggingroute. Maar dan wordt hij plotseling gruwelijk om het leven gebracht door iemand met een metalen voorwerp waarbij zijn buik opengereten wordt. Een andere buurvrouw die naar haar werk moet, vindt kort daarna het zwaar beschadigde lichaam van Leo Wissink.

Inspecteur Paul Vegter (56) wordt op de zaak gezet. Zijn jongere collega Renée met wie hij na de dood van zijn vrouw een relatie onderhoudt, slaapt bij hem. In een vorig deel van de serie heeft ze een gewelddadige verkrachting meegemaakt en ze heeft dat nog steeds niet goed verwerkt. Daartegenover staat dat Paul enkele jaren geleden zijn leuke vrouw Stef verloren heeft. Maar Renée en Paul hebben een moeizame relatie, niet in de laatste plaats omdat zij net zo oud is als Pauls dochter Ingrid, die het overigens maar niets vindt dat haar vader zo’n jonge partner heeft.

In een van de eerste hoofdstukken maken we ook kennis met een jongen die Ferry heet en een paar vreemde dingen doet. Zijn relatie met zijn vader is slecht: de man doet niet veel anders dan voor de televisie te hangen en lijkt weinig contact met de zoon te willen onderhouden. Die bevindt zich in een crimineel circuit o.a. met de Marokkaan Mo (hammed) die wel een paar klusjes voor hem weet. Opdrachtgever is ene André. De volgende klus is het stelen van wapens uit het gebouw van de kleiduivenvereniging, waarvan Ferry zelf lid is. Dat zal hem 3000 € opleveren.

Paul Vegter en zijn collega Talsma komen er achter dat Wissink een vijand (een ex-collega uit het leger) heeft die hem verwijt dat Wissink een overspelige relatie met zijn vrouw is aangegaan. Deze Dorheim is dus een potentiële kandidaat-moordenaar. De vrouw van Wissink wil liever niet dat er onderzoek naar de daders wordt gedaan. Toch bezoekt de politie Dorheim die op dat moment dronken is en ook toegeeft dat hij wraakzuchtig is en Wissink een ”zak”vindt. Wanneer ze later vlak bij zijn huis gaan posten, zien ze dat hij een aantal voorwerpen in de glasbak gooit. Het sectierapport naar de doodsoorzaak van Wissink geeft aan dat het mogelijk is dat hij vermoord is met een bajonet: de verwondingen lijken er tenminste op. In de glasbak liggen inderdaad bajonetten. De militair Dorheim wordt opgepakt en verhoord. Toch ontkent hij iets met de moord te maken te hebben. Hij is nu eenmaal een verzamelaar van wapens, maar hij is bang geworden door het politiebezoek en daarom heeft hij de bajonetten weggegooid.

Met de Marokkaan Mo pleegt Ferry de inbraak in het verenigingsgebouw van de kleiduivenclub en wat hij niet weet is dat het gebouw daarna in de fik moet worden gestoken. Daar schrikt hij van. Ze stelen meer dan 40 geweren en bergen die op in een loods. Daarna gaat hij verhaal halen bij zijn opdrachtgever André die blijkbaar iets in zijn drankje doet. Hij wordt later wakker op een bankje in het park met het geld op zak, maar ook met een bloedend achterste: hij is door André en diens vriend seksueel misbruikt. Hij laat zich behandelen in een ziekenhuis. Maar hij geeft de daders niet aan. Thuisgekomen ziet hij zijn vader wanhopig in zijn stoel zitten: de kleiduivenverenging was zijn enige hobby nog. Ferry vindt zijn vader een loser maar hij heeft wel spijt van de brandstichting in het gebouw. Hij zint op wraak op André , ook omdat ze hem misbruikt hebben.

Vegter ondervraagt de ex-vrouw van Dorheim die inmiddels een nieuwe vriend heeft voor wie ze het overspel met Wissink geheim had gehouden. Haar nieuwe vriend is “not amused.”
Paul Vegter voelt zich daarna eenzaam en hij zit niet lekker in zijn vel. Renée biedt aan om hem te troosten door bij hem te komen slapen. Erg vriendelijk antwoordt hij echter niet. Toch komt ze de nacht bij hem doorbrengen. Maar de volgende morgen wordt hun uitslaapochtend weer wreed versoord door een nieuwe melding van een moord. Deze keer is het de joggende huisarts Ernst Reekers die door een onbekende met een schot hagel in zijn gezicht bloedig vermoord wordt. Een eveneens joggende studente heeft hem gevonden en ze is erg van slag door de aard van de verwonding. Ook Renée kan deze uiting van bloedig geweld maar slecht de baas. Vegter en Talsma bezoeken de weduwe die een keurige vrouw is, maar enigszins snobistisch. Reekers is een arts die maar drie dagen werkt, rijke patiënten heeft en niet echt betrokken is bij zijn clientèle.

Ferry brengt de wapens vanuit de loods naar een caravan, maar later brengt hij die naar de wapenhandelaar die op het terrein van de kleiduivenvereniging een winkeltje dreef. Hij wil wraak nemen op André en heeft daarvoor een plan gesmeed. Hij legt de wapens gewoon in het gras. De wapenhandelaar vindt ze later terug en is daar erg verbaasd over. Ferry pakt de auto van zijn vader en rijdt tegen de vangrail. Die is erg boos en Ferry moet het spuiten van de auto zelf betalen. Dat kan hij doen van de 3000 € die hij verdiend heeft met het stelen van de geweren. Toch krijgen zijn vader en hij ruzie en hij krijgt een flinke dreun. Het blijkt dat hij vroeger een broer heeft gehad, maar wat er met hem gebeurd is, weet de lezer nog niet.

Paul en Renée ondervragen een echtpaar dat een aanklacht heeft ingediend tegen de huisarts vanwege nalatigheid, maar het is niet erg waarschijnlijk dat zij verdachten van de moord op hem zijn. Daarna ondervragen ze de assistente van de huisarts die net teruggekeerd is van vakantie. Haar vriend vindt de huisarts een zak en een snob. Daar heeft hij niets mee.
Politieagenten zien die dag dat een jonge Marokkaan met een geweer aan het oefenen is. Het is Mo die met een van de achtergehouden geweren probeert te schieten, maar hij kan er niet veel van. Hij wordt opgepakt omdat het mogelijk het moordwapen is. Maar in eerste instantie laat hij geen word los.

Er zijn voorlopig weinig aanknopingspunten. Paul vermoedt een verband tussen beide moorden. Dan ondervragen ze de bestuursleden van de kleiduivenvereniging. Er is iets mis en één van de bestuursleden heeft de Security Dienst opdracht gegeven om niet te gaan kijken bij de afmelding van het alarmsysteem. Er is een soort theorie waarbij de overheid er mee gediend zou zijn dat het gebouw niet meer herbouwd zou worden, waarna het verkocht zou kunnen worden aan een projectontwikkelaar. Zo zouden de leden met elkaar de winst kunnen verdelen en de bestuursleden zouden er nog meer geld aan kunnen overhouden vanwege een deal met de ontwikkelaar.

Ferry hoort van zijn vader dat hij werkloos is geworden door de bouwcrisis en hij gaat verhaal halen bij een arrogante directeur van het bouwbedrijf. Die organiseert net een BBQ voor vrienden en kennissen, maar belandt tenslotte toch in het zwembad door toedoen van een boze Ferry. Daarna gaat hij naar zijn caravan om met het geweer te oefenen. Hij is van plan André een loer te draaien. Hij gaat zijn gangen na en ziet dat hij vaak naar de sportschool gaat.

Talsma’s vrouw is ziek: ze heeft een ongeneeslijke vorm van kanker en de politieman ziet hun grote droom (na pensionering naar Friesland verhuizen) in rook opgaan. Hij praat erover met Paul. Die gaat na een lange dag bij zijn Ingrid op bezoek om toch eens goed met haar te praten. Ze heeft er moeite mee dat haar vader zo’n jonge relatie heeft. Zelf is ze in verwachting van een kleinzoon. Ze toont nu wel wat meer begrip voor Renée.
Die praat ook weer een keer met Paul en zegt tegen hem dat ze heel erg bang is geworden na de verkrachting. Sinds die tijd draagt ze altijd een vlindermes met zich. Paul vindt dat geen goede zaak en vindt dat ze met ziekteverlof moet en deskundige behandeling nodig heeft.
Bij de ondervraging van Mo zegt deze knul dat zijn opdrachtgever André heet en dat ene Ferry hem geholpen heeft bij de inbraak.

Ferry gaat met het geweer naar de sportschool en wanneer André met zijn vriend naar buiten komen, schiet hij op hen. Hij richt op het kruis van zijn opdrachtgever en drukt af.

Die raakt flink gewond met hagel en moet in het ziekenhuis worden geopereerd. Vegter en Talsma gaan er op af en ze komen erachter dat de dader Ferry Elsman is. Wanneer ze naar zijn huis gaan, doet diens vader open. Wanneer ze boven onderzoek doen naar het wapen, vinden ze een aantekenschrift waarin een reeks notities staan die te maken hebben met Leo Wissink en Ernst Reekers. Het blijkt dat iemand nauwkeurig heeft bijgehouden wanneer die aan het hardlopen waren. Het kost niet veel moeite om de vader van Ferry aan het praten te krijgen en hij legt de hele situatie, in feite een bekentenis, uit.

Hij heeft een vrouw verloren aan kanker en zijn ene zoon Niels(tweelingbroer van Ferry) was meer een vaderskindje dan Ferry. Eerst was hij ook metselaar net als zijn vader, maar hij kreeg last van de ziekte van Crohn. Vervolgens ging hij in dienst, maar hij werd daar behoorlijk geziekt door het schorem dat in dienst zit. Bij een bivak mocht hij geen medicijnen slikken voor zijn ziekte en hij was dan na een slechte nacht gestorven. De sergeant die hem weigerde te helpen, was Leo Wissink en de dokter die te hulp was geroepen en te weinig hulp had geboden, was Ernst Reekers. Zo hadden beide moorden toch nog met elkaar te maken. Vader Elsman had een tijd lang gevochten tegen het systeem maar de advocaten van de landmacht en van de huisarts waren sterker dan zijn eigen pogingen om zijn recht te kunnen halen. Als individu had hij het onderspit moeten delven en daarom was hij voor eigen rechter gaan spelen. De moorden waren dus gepleegd uit pure wraakzucht. Het was eigenlijk best te begrijpen, vindt Paul Vegter.
In het laatste hoofdstuk rijdt hij terug naar zijn huis in het rustige dorp. Hij begrijpt dat het systeem soms kleine mensen te gronde kan richten.
Het is duidelijk dat er nog wel een vervolg op de Paul Vegter-serie zal komen.

Titelverklaring
“Verloren zoon”is een heel goede titel voor de thriller. De uiteindelijke dader Elsman heeft twee zoons, die beiden verloren zijn gegaan. Zijn lievelingszoon Niels die eerst ook bouwvakker was, leed aan de ziekte van Crohn. Op bivak in het leger werd onvoldoende aandacht besteed aan zijn ziekte waardoor hij overleden was. Elsman neemt wraak door zowel de militair als de huisarts bloedend om het leven te brengen.
In zijn huwelijk maar ook door de dood van zijn vrouw en zoon, is hij ook zijn tweede zoon kwijt geraakt. Hij heeft weinig aandacht besteed aan de jongen die o.a. daardoor in het verkeerde circuit is terechtgekomen. Mentaal gezien bemoeit hij zich nauwelijks met deze zoon en daardoor is de titel ook op Ferry van toepassing.

Structuur
Er zijn 39 hoofdstukken die geen titel hebben. In het eerste hoofdstuk wordt een moord gepleegd en in het laatste hoofdstuk is die opgelost. Het gehele verhaal wordt in chronologische volgorde verteld. Af en toe wordt er in de herinnering van Paul teruggegrepen naar de informatie die in de eerste drie boeken over Paul Vegter is vermeld. Toch kleedt Dijkzeul dat erg handig in. Je kunt het boek ook gewoon lezen zonder dat je van de eerste drie delen op de hoogte bent.

Perspectief
Zoals gebruikelijk heeft een thriller van Lieneke Dijkzeul over de rechercheur Paul Vegter een meervoudig perspectief. De meeste hoofdstukken worden verteld vanuit het personale (hij-verteller) gezichtspunt van Paul.
Een andere personale verteller is de jongen Ferry Elsman, die zich in het foute circuit begeeft.
Daarnaast zijn er nog twee hoofdstukken waarin de slachtoffers van de moordaanslagen resp. Leo Wissink (de militair) en Ernst Reekers (de huisarts) het moment van de aanslag op hun leven beschrijven.
In een enkel hoofdstuk is de collega van Paul, rechercheur Talsma, die met een aan kanker lijdende vrouw tobt, de verteller.
Alle vertellers vertellen in de o.v.t wat een heel natuurlijke manier van vertellen in dit boek is.
Het meervoudig perspectief is bovendien functioneel in deze thriller.

De tijdlagen van het verhaal
Vanuit de beschrijving van het weer weten we dat het verhaal zich afspeelt in een warme week in september. Maar nergens wordt in het verhaal verteld in welk jaar de handeling zich afspeelt. Wel wordt er meegedeeld dat er een crisis in de bouw is, waaruit je zou kunnen opmaken dat het verhaal wordt gesitueerd in de tijd van de economische crisis van de laatste jaren. De bouwsector krijgt als eerste te maken met de eerste ontslaggolf. Je zou daaruit mogen opmaken dat we in ieder geval na 2008 zitten.
De vertelde tijd is erg kort voor een thriller: van de eerste moord op Wissink tot aan de oplossing van de beide moorden zitten niet meer dan twee weken.

Het decor van de handeling
Net als in de eerste afleveringen romans van deze serie over Paul Vegter worden de moorden gepleegd in Amsterdam (de laatste bijvoorbeeld in het Zuiderpark). Paul Vegter woont zelf in een dorp in de buurt van Amsterdam. Heel bepalend voor de handeling is het decor van de Paul Vegter-serie niet.

Uitgewerkte thematiek
In deze thriller zijn er eigenlijk twee belangrijke verhaaldraden te onderscheiden. In de ene is er de situatie van de twee moorden. En beide moorden zijn verbonden met het klassieke motief van whodunit en whydunit.
Ze zijn gepleegd uit een soort frustratie door een man die eerst zijn vrouw en daarna zijn zoon verliest. Aangezien de zoon door fouten van de legerleiding en de huisarts om het leven is gekomen, vecht hij met aanklachten tegen het systeem. Maar omdat de advocaten van de rijken/ het systeem beter zijn, krijgt hij geen poot aan de grond en besluit hij voor eigen rechter te gaan spelen. Het is de kleine man die in opstand komt tegen het systeem: hij is bouwvakker, wordt in de crisis werkloos, verliest zijn vrouw aan kanker, ziet zijn lievelingszoon door fouten van anderen sterven en zijn andere zoon in een verkeerd circuit raken. Zo’n man zal de strijd tegen het systeem nooit kunnen winnen.

Aan de andere kant is er in de serie over Paul Vegter het motief van de moeizame relaties. Na de dood van zijn vrouw Stef heeft Paul moeite met het verwerken van zijn verdriet. Hij is gecharmeerd van zijn jonge collega Renée die later het slachtoffer wordt van een verkrachting. Ze zoeken in hun verdriet en in hun eenzaamheid troost bij elkaar. Maar omdat Renée net zo oud is als zijn dochter Ingrid kan de laatste de relatie niet goed verwerken. Dat heeft ook invloed op de relatie tussen Paul en Ingrid. Ze hebben nauwelijks contact, ook al door zijn drukke baan. Hij besteedt te weinig aandacht aan het feit dat ze zwanger is. Gaandeweg het boek lijkt Ingrid het bestaan van Renée wat beter te kunnen uitstaan. Hoe het verder gaat tussen Paul en Ingrid en Paul en Renée, zullen we vast in een volgend deel lezen.

Voor je leesdossier een aantal motieven op een rijtje:
- de moord
- whodunit
- whydunit
- misdaad (inbraak en brandstichting)
- wraak
- overspel
- seksueel misbruik (Ferry wordt verkracht door André)
- ernstige ziekte (Elsmans vrouw, Talsma’s vrouw)
- onverwerkt verdriet (van Paul)
- onverwerkte angst (van Renée, vanwege de verkrachting)
- liefdesrelatieproblemen
- vader-zoonverhouding (vader Elsman en Ferry/Niels)
- vader-dochterverhouding (Paul en Ingrid)
- stiefmoederrelatie/jaloezie (Ingrid en Renée)

Beoordeling scholieren.com
Lieneke Dijkzeul is één van de beste thrillerschrijfsters van Nederland en dat komt m.i. vooral door de realistische manier waarop ze haar verhalen opbouwt. Het plot is vrijwel altijd goed verzorgd en berust niet zoals bij zoveel andere schrijfsters in dit genre op toeval, slordigheden en onwaarschijnlijkheden. Bovendien bouwt ze rust op in haar romans waardoor je niet van de ene moord naar de andere moord snelt.

Dijkzeul schrijft m.i. echter literaire thrillers: d.w.z. dat niet alleen het plot centraal staat (een whodunit of een whydunit) maar dat we ook geconfronteerd worden met de menselijke relaties van haar hoofdpersonen (de verhouding vader-zoon, de verhouding vader-dochter Ingrid, de moeizame relatie tussen Paul en collega Renée en de verwerking om het verdriet van Pauls overleden echtgenote Stef. Dijkzeuls personages zijn mensen van vlees en bloed en dat is een prettige bijkomstigheid in een thriller. Bovendien brengen die passages rust in de roman zonder dat het minder lovende predicaat “oestrogeen”-thriller erop van toepassing is.
Het boek leest niettemin als een trein.

Misschien wordt een boek van Dijkzeul in de categorie thrillers nog onvoldoende gewaardeerd in de vorm van verkoopcijfers, de nominaties voor thrillerprijzen als De Gouden Strop en De Diamanten Kogel zij haar wel toegekend. Het wordt hoog tijd om haar in 2011 te bekronen met één van die prijzen.

Daarom verdient “Verloren zoon” zeker een plaats op de literatuurlijsten van het voortgezet onderwijs. Het kan m.i. zelfs op vwo-lijsten worden geplaatst. De amusementswaarde voor de scholieren is hoog en de literaire waarde twee punten.

Recensies
De belangrijkste website voor thrillers is die van www.crimezone.nl . Op 21 februari 2011 plaatst Natascha van der Stelt een heel positieve recensie op deze site.
Lieneke Dijkzeul analyseert deze relaties heel nauwkeurig. Zakelijk zonder kil te worden. Warm en betrokken zonder sentiment. En precies genoeg woorden, niet te veel en niet te weinig. Het lijkt wel of Lieneke Dijkzeul alle woorden en zinnen zorgvuldig op een weegschaaltje weegt alvorens ze op te schrijven.
Er zijn thrillerauteurs die zo mooi schrijven dat de plot, het pageturnergehalte en de bijbehorende spanning in gevaar komt. Gelukkig is daar bij Lieneke Dijkzeul geen sprake van. Verloren zoon roept een dubbele reactie op bij de lezer. Enerzijds snel door het verhaal heen willen jagen om te weten hoe het verder gaat. Anderzijds genieten van de mooie observaties, beschrijvingen en het taalgebruik.
Verloren zoon is een spannende, goedgeschreven, echte literaire thriller.

In het NRC van vrijdag 25 februari 2011 is ook Robert de Gooijer positief: “Het boek gaat opnieuw over inspecteur Paul Vegter en zijn zeer Friese collega Sjoerd Talsma, maar het gaat vooral over de dood. Een bizarre bajonetmoord en bovengenoemde hagelgeweer moord zijn de meer exotische gevallen die het verhaal vormen, maar de dood van Vegters vrouw en de aangekondigde dood van de vrouw van Talsma zorgen voor een ondertoon van inzicht in de droefheid van het leven die de mannen delen en hun zeer van pas komt bij hun werk. Vegter en Talsma kennen de mens en zijn zachtaardig als dat kan en geniepig als dat moet.
Hoe Dijkzeul verbanden weeft is sterk; Verloren zoon is een uitgesproken spannend boek op de rustige manier waarop goede policiers dat kunnen zijn. De manier waarop ze het menselijk tekort en de hoop en angst in deze thriller bespreekt, is ook voor goede policiers uitzonderlijk. Het meisje dat de man zonder hoofd vindt, speelt een korte rol maar blijft door het gevoel dat even aan haar kleeft beter hangen dan menig hoofdpersoon in mindere thrillers.'

Maarten Moll in de Twentsche Courant/Tubantia (16-02-2011) Vegter is een sympathieke inspecteur. Hij heeft een relatie met de ondergeschikte, en veel jongere Renée. Hij is net verhuisd en hij tobt - 56 jaar oud - over het leven. Hij is geen mannetjesputter en dat maakt hem alleen maar geloofwaardiger. Dijkzeul heeft met Vegter een overtuigende hoofdpersoon geschapen die nog wel een paar boeken mee kan. Bovendien schrijft ze goed en weet ze door de afwisseling van verhaallijnen, en de persoonlijke besognes van haar hoofdfiguren een mooi ritme in haar roman te brengen.
Wat iets minder is aan Verloren zoon is de mate van ellende. Er zit heel veel ellende in Verloren zoon. Eigenlijk te veel.
Vegter treurt nog om zijn overleden vrouw.
Renée is net bekomen van een aanslag die op haar gepleegd werd.
Bij de vrouw van Vegters collega Talsma is de kanker teruggekomen.
Ook de jongen die in het criminele circuit terecht is gekomen heeft de nodige sterfgevallen te verwerken gekregen.
Twee gruwelijke moorden.
Een verkrachting.
En dan is er nog de dochter van Vegter die maar niet kan wennen aan pa's nieuwe vriendin, die even oud als zij is.
Een onsje minder had wat mij betreft wel gemogen. Wat niet wegneemt dat Verloren zoon, ondanks de niet al te moeilijke plot, zeer onderhoudend is. En in de enorme hoeveelheid Nederlandse, zogenaamde, 'literaire thrillers' duidelijk tot de betere boeken behoort.

De website van www.vrouwenthrillers.nl is ook al blij met Dijkzeul: “ 'Zelden een thriller of politieroman gelezen die het predicaat 'literair' zo verdient als Verloren zoon van Lieneke Dijkzeul.
In eerste instantie lijkt Verloren zoon geen vrouwenthriller, het boek gaat vooral over mannen, voornamelijk mannen die de vijftig al enige tijd gepasseerd zijn en om uiteenlopende redenen worstelen met de zin van het leven. Onder hen ook inspecteur Paul Vegter die uitblinkt in mannelijke onhandigheid wat betreft zijn prille relatie met de getraumatiseerde Renée. Daarnaast weet hij zich geen raad met zijn zwangere dochter die haar moeder niet graag vervangen ziet.
Stef, de echtgenote van Paul, is weliswaar overleden, maar blijkt tussen de regels door de eigenlijke hoofdpersoon van Verloren zoon. Naast haar staan nog een aantal vrouwen die om verschillende redenen afwezig zijn of dreigen weg te vallen.
Paul Vegter houdt ondanks zijn onhandigheid altijd zijn klasse, een klasse die Lieneke Dijkzeul ook moet bezitten om dit zo mooi op te schrijven. Maar ook de levens van de mannen die minder klasse hebben kan ze goed onder woorden brengen. Met zoveel respect. Heel knap gedaan.'

Over de schrijfster en eerder gepubliceerde werk
Bron: website auteur

Lieneke Dijkzeul werd op 7 maart 1950 geboren in Sneek. Vanaf het moment dat ze inaanraking kwam met boeken, wist ze dat dat was wat ze wilde, schrijver worden, al hoopte ze dat het mogelijk was een schrijvende slagwerker te zijn, of een slagwerkende schrijver.
Van die toekomstplannen kwam aanvankelijk niet veel terecht: na haar middelbare schooltijd ging ze werken en Frans studeren. Wel bleef ze, zoals ze dat van kind af aan had gedaan, schrijven - verhalen, sprookjes en gedichten.
Na de geboorte van haar dochter werd het schrijven ernst. Vanaf 1987 schreef ze verhalen voor jeugdbladen als Okki, Taptoe, Donald Duck en Bobo. Haar eerste boek, Hou je taai! verscheen in 1990 bij Uitgeverij Lemniscaat.
De eerste jeugdboeken waren een combinatie van spanning en realisme. Daarna verdween het spanningselement en schreef ze boeken als Een bezem in het fietsenrek, over een heks die niet langer een heks wil zijn, maar ernaar verlangt een mens te worden en daartoe verhuist naar de mensenwereld, een historische roman, Bevroren tijd, over de beroemde ontdekkingsreis van Willem Barents, en het bekende voetbalboek Aan de bal, dat het verhaal vertelt van de Afrikaanse jongen Rahmane die droomt van een voetbalcarriere om te kunnen ontsnappen aan de armoede.
Wat bleef was het thema dat in de meeste van haar boeken een rol speelt; mensen die hun eigen vertrouwde omgeving moeten missen, en zich ontheemd voelen.
Behalve boeken voor kinderen vanaf ca. 9 jaar schreef zij een heleboel boeken voor beginnende lezers.
In 2006 verscheen haar eerste psychologische thriller voor volwassenen, De stille zonde, bij Uitgeverij Ambo|Anthos.
Koude lente, de tweede thriller met de sympathieke inspecteur Paul Vegter verscheen in november 2007. Eind augustus 2009 verscheen De geur van regen, een thriller met wederom Paul Vegter in de hoofdrol.

Bijlage
Op de website van www.crimezone staat in februari 2011 een interview met Lieneke Dijkzeul. (interviewster is Natscha van der Stelt) Een gedeelte uit dit interview staat hieronder afgebeeld.

Hoe is je huidige relatie met Paul Vegter?
Uitstekend! In Verloren zoon blijkt hij weliswaar zijn fouten te hebben en egocentrisch te kunnen zijn, maar dat maakt hem alleen maar menselijker. Hij ontdekt dat hij de empathie die hij wel degelijk voelt, meer moet laten blijken. Daarnaast is hij eindelijk bezig de dood van zijn vrouw te verwerken, en hij begint in te zien dat hij haar niet op een voetstuk moet plaatsen. Daar worstelt hij mee. Hij is, kortom, een boeiende man.’

Waar haal je je inspiratie vandaan?
Het is iets waar ik altijd op moet wachten, en de aanleiding kan heel klein zijn. Een zin of beeld is soms genoeg. Laten die zich niet verjagen, dan moet ik vrezen met een nieuw boek bezig te zijn. Ik hoef niet per se geraakt te worden door een actueel gegeven. Gebeurt dat wel, dan zal ik er toch altijd een andere draai aan geven en het in een breder verband plaatsen. Maar ik behoor dus beslist niet tot de auteurs die altijd vier of vijf ideeën op de plank hebben liggen.’

Sommige schrijvers beginnen een nieuw boek naar aanleiding van een krantenbericht of een televisieprogramma. Had jij ook zoiets toen je begon aan Verloren zoon?
Ik wilde graag een boek schrijven over het gevecht van de eenling tegen het systeem, of de staat, zo je wilt. Voorbeelden daarvan zijn er natuurlijk legio, en ik kan me enorm kwaad maken over de gevoelloosheid die met bureaucratie gepaard gaat. Kijk alleen maar naar het beleid ten aanzien van asielzoekers. Een minister die met droge ogen beweert dat de westerse levensstijl van een Afghaans gezin dat al tien jaar in Nederland verblijft, een ‘eigen keuze’ is, terwijl anderzijds van immigranten inburgering en verregaande aanpassing wordt verlangd; het gaat mijn begrip te boven.
Een ander prachtig voorbeeld is de strijd die Fred Spijkers, destijds werkzaam voor defensie, 26 jaar lang heeft moeten voeren tegen de staat, omdat hij weigerde te liegen over de dood van een militair ten gevolge van het ontploffen van een mijn. Defensie wist dat die mijnen ondeugdelijk waren, er waren al eerder slachtoffers gevallen. Niettemin is Spijkers op alle mogelijke manieren de voet dwars gezet. Zelfs heeft men hem paranoïde en schizofreen verklaard. Zulke dingen zetten je aan het denken, en brengen je op een idee.’

Heb je research gedaan voor Verloren zoon, en zo ja, waar en hoe?
‘Dat was inderdaad noodzakelijk. Ik heb gesprekken gevoerd met schutters, rechercheurs en ex-militairen, ik heb me verdiept in hagelgeweren en –patronen, ik heb proefondervindelijk vastgesteld wat het effect is van een schot hagel op een meloen, vanaf verschillende afstanden. Een meloen is een aardig substituut voor het menselijk hoofd. Daarnaast ken ik nu de diverse typen bajonetten, teruggaand tot de Eerste Wereldoorlog. Van al die informatie gebruik je uiteindelijk maar een klein deel, maar je moet een surplus aan kennis en feiten hebben om onbelemmerd te kunnen schrijven.’

Hoe schrijf jij? Maak je van te voren al een heel schema met een hoofdstukindeling, of begin je met schrijven en zie je wel waar het naartoe gaat? Wist je al toen je begon met schrijven hoe Verloren zoon zou aflopen?
‘Ik ben een chaoot, al lijd ik daar totaal niet onder. Gestructureerd schrijven vind ik benauwend. Alleen voor De geur van regen heb ik halverwege een overzichtje gemaakt van dagen en tijden, omdat ik qua tijdpad geen fouten wilde maken. Maar veel liever vertrouw ik op mijn geheugen en op de ordeloze stapel notities op mijn bureau.
Van een vooraf bepaalde hoofdstukindeling is al helemaal geen sprake; een hoofdstuk beëindig ik puur intuïtief. De daarin beschreven situatie dwingt die beëindiging op zeker moment af.
Wel weet ik altijd van te voren hoe een boek zal aflopen. Dikwijls schrijf ik dat slot al vóór ik aan het eerste hoofdstuk begin. Natuurlijk is er dan nog ruimte voor wijzigingen, maar het verrast me telkens weer dat die uiteindelijk nauwelijks nodig blijken te zijn
. Dus ja, ook van Verloren zoon wist ik hoe het zou eindigen. In feite werk ik van achteren naar voren.’

Voorin Verloren zoon staat nadrukkelijk dat deze roman fictie is. In je vorige boeken is dit voorbehoud niet vermeld. Zitten er elementen in dit boek waardoor sommige mensen toch zouden kunnen denken dat het geen fictie is?
‘Voor dit boek heb ik, zoals ik zei, met diverse mensen gesproken, juist vanwege de specifieke informatie die ik nodig had. Werkelijkheid en fictie kunnen dicht bij elkaar liggen, en hoewel het boek inderdaad fictie is, zou ik niet willen dat iemand problemen krijgt omdat personen menen zichzelf of een situatie te herkennen.’

Verloren zoon is vanuit verschillende personages geschreven: Vegter, de slachtoffers en Ferry. Allemaal verschillende types met bijbehorend taalgebruik. De dialogen en gedachten van deze personages komen zeer realistisch over. Hoe doe je dat met een jongen als Ferry, die ver van je vandaan zal staan?
‘Ik probeer me zoveel mogelijk in te leven. Doe je dat niet, dan hebben alle personages dezelfde stem en wordt het eenheidsworst. Dat belemmert het invoelingsvermogen van de lezer, en voor jezelf wordt het schrijven aanzienlijk minder boeiend. Ik ben gewend mensen te observeren en kan – soms tot ergernis van mijn omgeving – al snel een goede imitatie geven van iemands gebaren, stem en taalgebruik. Het is mijn manier om mensen in mijn geheugen op te slaan. Vervolgens is het een kwestie van geloofwaardig en levensecht beschrijven.’

Blijf je thrillers schrijven of kunnen we binnenkort een jeugdboek van je verwachten?
Ik blijf zeker thrillers schrijven, maar op dit moment ben ik met veel plezier bezig met de verhalen voor een voorleesboek voor kleuters, geënt op de televisieserie waarvoor ik de scenario’s en liedjes schrijf. Juist het grote verschil tussen thriller en kinderboek houdt me scherp.’

Ga je verder met de Paul Vegter-reeks of zou je ook wel eens een ‘stand-alone’ willen schrijven?
Ik zou best een ‘stand-alone’ willen schrijven, en ongetwijfeld zal ik dat een keertje doen. Bovendien is Vegter niet onbeperkt houdbaar. Maar vooralsnog dringt hij zich te veel op. Ik ben nog niet klaar met hem.’

Boekenquiz 12 vragen

Nieuw! Open vragen worden nagekeken door AI
Wat is het beroep van Leo Wissink?
Waarmee wordt Leo Wissink om het leven gebracht?
Wat is de relatie tussen Paul Vegter en Renée?
Wie is de potentiële kandidaat voor de moord op Wissink?
Wie is Ferry?
Welke taak krijgt Ferry van opdrachtgever André?
Wie is de tweede moordslachtoffer in het verhaal?
Hoe wordt Ernst Reekers vermoord?
Hoe is de relatie tussen Ferry en zijn vader?
Wat gebeurt er met Ferry na de inbraak in het gebouw van de kleiduivenclub?
Wie vindt het lichaam van Leo Wissink?
Waarom vinden Dorheim's bajonetten in een glasbak?

REACTIES

K.

K.

niet vertrouwe die leraar shit

13 jaar geleden

K.

K.

Dafuq, waar speelt dit verhaal zich af??

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.