Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Titaantjes door Nescio

Beoordeling 7.3
Foto van een scholier
Boekcover Titaantjes
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 981 woorden
  • 12 augustus 2004
  • 105 keer beoordeeld
Cijfer 7.3
105 keer beoordeeld

Boekcover Titaantjes
Shadow
Titaantjes door  Nescio
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Titelverklaring De Titanen waren in de Griekse mythologie goden, die na een gevecht om de macht, in de onderwereld gevangen werden gezet. Zij hadden dus niets bereikt na een lang en zwaar gevecht. In dit verhaal zijn de Titaantjes Koekebakker, Bekker, Ploeger, Hoyer en Bavink. Zij voeren ook in een gevecht in hun leven en halen niet de eindstreep die ze willen halen. Hoofdpersonen -Koekebakker: Zelfde als bij de uitvreter, Koekebakker is de verteller. Koekebakker schrijft artikeltjes en verdient weinig loon daarmee. Hij is een wijze en rustige man geworden, hij ergert zich nauwelijks. Werkte altijd op kantoor en was arm. Zes jaar weggeweest, daarna weer terug in Nederland. Was naar Algiers geweest, zwierf de hele wereld rond. Aan het einde gaat hij nog eens alle zijn vrienden na, wat er van ze geworden is. Hij eindigt met Bavink, die hij op het Centraalstation oppikt en mee neemt naar huis. -Bavink: Hij was altijd een succesvolle schrijver, maar hij wordt gek. Hij kan vooral de zon niet meer zien, hij begrijpt niet wat de zon van hem wil. Hij vond zelf dat je maar gewoon wat moest doen, twee banen en een stip en de mensen zouden er van alles uithalen. Koeienogen deden hem aan zijn vriendin Lien denken. Schilderen was maar iets doms. Zijn eindwerk zou een schilderij met “zijn gezicht op Rhenen” geweest zijn. Maar hij raakt zo gefrustreerd, dat hij het aan stukken heeft gesneden. Hij is in een gesticht voor zenuwpatiënten belandt en kijkt nog altijd naar de zon. Zijn schilderijen brengen nog altijd redelijk wat op. -Hoyer: Het vriendengroepje was altijd vies geweest van mensen met centen, maar Hoyer hoorde daar niet echt bij. Ging naar Parijs om te schilderen. Hij had in een artikel gelezen dat een kunstenaar een sociale taak moest hebben, dus begon hij daar over na te denken en schilderde over akelige dingen. Hij werd lid van de s.d.a.p en woonde later in een huis achter het Concertgebouw, tweede rang. Met zijn schilderijen verdiende altijd een hoop geld en tegenwoordig schildert hij in zijn atelier portretten van mensen.. Hoyer woonde in bij een nette weduwe, waar nog meer mensen bij in woonden. Hoyer heeft wat geërfd en heeft daardoor veel geld. Hij maakt dan ook geen schilderijen meer, hij gelooft erin dat er een nieuwe kunst op komst is en spreekt het volk toe met woorden als burgerlijke ideologieën. Hij leest chique bladen, zoals Het Volk. -Bekker: Wilde altijd op de hei wonen. Werkte altijd op kantoor en was arm. Bekker was verliefd op een 17 jarig meisje, die nog op school zat. Zelfs was hij 1 keer gaan staan wachten voor haar school, maar had toen toch besloten dat het niet zo´n goed idee was. Daarna haalde het meisje hem in, alsof ze Bekker niet eens zag. Bekker schrijft gedichten en heeft een hoop talenkennis en kreeg een betrekking als correspondent op een fabriek in Duitsland. Na 1 jaar kwam Bekker terug met een paar honderd gulden op zak. Bekker was Dante gaan vertalen en schreef gedichtjes. Kreeg later zijn eigen bedrijf `P. Bekker Agentuur en Commissiehandel`. Commissiehandel was er gewoon bij verzonnen voor de naam en Agentuur stond voor agent van binnenen buitenlandse huizen. Het bedrijf ging failliet en Bekker kwam weer terecht op een kantoortje met een baas die hem respecteert. Bekker houdt zich bezig met het oplossen van schaakproblemen of slapen. Hij heeft geen toekomstbeeld. -Kees Ploeger: Hoorde eigenlijk niet echt bij de groep, wordt niet veel aandacht aan besteedt. Hij was lange tijd werkeloos. Maar zijn vader had eindelijk een betrekking voor hem gevonden in de gasfabriek. Hij loopt met een uniformpet op met drie kruisjes en G.G boven zijn voorhoofd en een boekje onder zijn arm. Hij moet de halve stuivers uit de muntenmeters halen en vragen of de mensen ze weer willen inwisselen. Hij klaagde dat hij weinig verdiende. Blijft nog steeds werken in de benauwde luchten, heeft heel wat kinderen en een vrouw die goed voor hem zorgt. Samenvatting Het verhaal gaat over de Titaantjes; Koekebakker, Bekker, Hoyer, Bavink en Ploeger. Ze zijn vaak samen en denken na over het leven, over de rol van God. Ze houden van natuur en vinden de dingen die de meeste mensen als normaal beschouwen, zoals het opgaan van de zon interessant. Waarom gaat de zon dan op, het is ook zo vreemd, de zon is altijd hetzelfde, maar iedere keer anders. Later komen ze tot de conclusie dat het eigenlijk maar saai is, iedere keer herhaalt God hetzelfde, de zon gaat op, de zon valt. De vrienden kunnen zich erg ergeren aan de hogere heren. Het vijftal was altijd van mening, dat de rijke heren, de hoge pieten altijd maar dachten dat ze geslaagd waren in het leven. Maar eigenlijk waren ze dat niet. Ze waren dan wel altijd de baas over de dagindeling van hun werknemers, maar eigenlijk was God de baas. Zoveel betekende die heren nou ook weer niet en als ze niet eens stilstonden bij mooie gedichten of de zon, was je leven dan wel zo geslaagd? Uiteindelijk na al het fantaseren in de natuur, gaat ieder zijn eigen weg. Koekebakker zoekt aan het einde van het verhaal zijn vrienden nog een keer op om te kijken wat er van ze geworden is. Wat er van ze geworden is, zie hoofdpersonen. De vrienden hebben in ieder geval wel afgeleerd om te verlangen naar God. Want uiteindelijk verlang je naar iets, wat er niet is. Je gaat over tot de orde van de dag en het wereldje draait weer verder, dag in, dag uit.
Symboliek: Het water en de zon staan voor eeuwigheid. Ze zijn altijd hetzelfde, maar toch iedere keer anders. De zon speelt in hier een grotere rol dan het water. De zon wordt door Bavink als God beschouwt. God staat ook symbool voor eeuwigheid en onsterfelijkheid. - De onmogelijkheid om het verlangen naar het eeuwige te verwezenlijken. - Het verlangen naar iets, maar niet weten naar wat. Moraal: … Opbouw-Vertelling: Het verhaal is chronologisch verteld, zonder flashbacks of flashforwards. Wel komen er vaak herinneringen boven. Het verhaal wordt verteld door Koekebakker, de ikfiguur. Er is sprake van een ikperspectief. Het taalgebruik is wat ouderwets, vaak zie je “Den heer”, maar ook spreektaal komt voor; Zoals “hatti” en “kani”. Open/Gesloten einde: Titaantjes heeft een gesloten einde. Het fantaseren van de vrienden heeft niks opgeleverd, ze wilden anders zijn dan de rest van de mensen, ze verlangen naar iets, maar ze wisten niet naar wat. Uiteindelijk hebben ze zich er maar bijneergelegd en zijn ze net als gewone mensen aan het werk gegaan. Gesloten einde, hun doel is niet bereikt. Opvallend: De natuur wordt heel precies beschreven en je kunt je het daardoor goed inbeelden. Ook zijn de personages niet echt in ontwikkeling, ze blijven zowat stilstaan. Belangrijke zinnen: Blz. 47 Het einde, dat meteen het begin zou wezen. Bekker
Blz. 49 schilderen is het stomste wat je kan doen, je moest maar stil blijven zitten te verlangen zonder te weten waarnaar. Bavink
Blz.51 mn baas vroeg of ik kon dichten, dat woord mocht hij niet eens uitspreken vond Bekker. Blz. 52. Er was zogezegd niets tussen ons, er was nog meer tussen de toren van Naarden en deze snor. Bekker over zijn 17 jarige liefde. Later zegt hij dan ook, dat meisjes alleen maar afleiden en leuk zijn voor een gedicht. Blz. 53. Waren bijna bij de kolonie van Eeden gegaan, maar toen ze daar een man zagen lopen met bloot hoofd en een baard vol kruimels durfden ze niet meer. Bekker en Koekebakker. Blz.55 God heeft niks nodig. En dat is het grote verschil tussen God en ons. Blz.58 Gebenedijden
Blz.59 een nieuwe tijd zou aanbreken, nog konden wij grote dingen tot stand brengen. Ik deed mijn best het te geloven, heel erg mijn best. Blz.60 En de vage verwachtingen van vroeger stegen weer in mij op en het verlangen, zonder te weten waarnaar. Blz.61. Wie kan zijn leven doorbrengen met te kijken naar al deze dingen, die zich steeds herhalen, wie kan blijven verlangen naar niets? Hopen op een God die er niet is ?..God leeft in mijn hoofd. Blz.62. Doelloos zit ik, Gods doel is de doelloosheid. Blz.73 Doe hem in een ordinaire hoedendoos, hij verdient niet beter. Einde.. Blz.74 Gods troon is ongeschokt. Zijn wereld gaat haar gang maar. Af en toe glimlacht God even om de gewichtige heren, die denken dat ze heel wat betekenen. En er komen nieuwe titaantjes die denken over de wereld naar hun zin in te richten. En zo gaat alles zijn gangetje en wee hem die vraagt..waarom?

REACTIES

A.

A.

in het verslag staat dat bavik een susesvolle schrijver was maar hij was schilder en niet suses vol want hij verdiende niet erg veel

18 jaar geleden

C.

C.

suses vol? sterk verhaal.

10 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Titaantjes door Nescio"