Stad in de storm door Thea Beckman

Hoofdstuk 1. Schrijver in het algemeen.

§1. De Titel:
Stad in de storm

§2. De schrijver
Thea Beckmann werd in 1923 geboren in Rotterdam als Theodora Petie. Het gezin had het financieel niet breed, omdat haar vader tijdens de crisisjaren zijn baan bij de Holland-Amerikalijn verloor. Na een weinig succesvolle opleiding tot naaister, ging ze uiteindelijk naar de MULO. Omdat er geen geld was voor een vervolgopleiding, ging ze na haar schooltijd aan het werk op een kantoor. Na haar huwelijk met Dick Beckmann in 1945 stopte ze met deze werkzaamheden. Wel begon ze toen al snel, tussen het opvoeden van hun drie kinderen en het huishouden door, stukken te schrijven voor jeugdtijdschriften als Kris Kras en Taptoe, maar ook voor de Haagse Post. Ze debuteerde in 1958 met een boek voor volwassenen, Anjers voor Adèle. Deze roman was geen succes en zij legde zich daarom toe op het schrijven van kinderboeken. Als schrijversnaam koos ze, zo vlak na de oorlog, op verzoek van haar uitgevers voor Beckman, in plaats van Beckmann.

Hier nog één foto:


§3. Wanneer is de schrijver geboren?
23 juli 1923


§4. Wanneer is het boek verschenen?
In het jaar 1979


§5 De uitgever.
Lemniscaat Rotterdam

§6 aantal bladzijden
291 Bladzijden


§7 enkele andere werken
Kruistocht In Spijkerbroek
Mijn vader woont in Brazilië
De stomme van Kampen


Hoofdstuk 2. Bijzonderheden in het boek.

§1. De ondertitel
-

§2. Het Motto
-


§3. De opdracht
-



Hoofdstuk 3.

§1. Belangrijke plaats van handelen.
Dit is vrij simpel namelijk Utrecht rond 1672.

§2. Bijzonderheden
De Fransen hebben Utrecht bezet tijdens een oorlog en er zitten overal en nergens Nederlandse onderduikers.


Hoofdstuk 4. Tijd waarin het zich afspeelt.

§1. Wanneer speelt het zich af?
Het jaar 1672 t/m het jaar 1674



§2. Aanwijzingen voor de tijd.
- Er wordt nergens over mobieltjes of latere uitvindingen gesproken.
- Johan de Witt leeft nog net zoals Willem III.
- Één keer kwam ik een tekst in Oudnederlands tegen.


Hoofdstuk 5. De personen

§1. De Hoofdpersonen
Hans Ortilus Stevenszoon:
Dit is een 15 jarige drukkers zoon die in Utrecht woont. Hij heeft een passie voor schilderen ook al mag hij dat niet. Aan het begin van het verhaal reist Hans met een trekschuit naar Oudewater. Onderweg ontmoet hij de jager Joris Niemandszoon. Hans vindt Joris wel een erg aardige gozer en hij zou graag meer over hem willen weten. Als Hans in Oudewater aankomt, ontmoet hij Heer Volkertz man die wat gedichten voor Hans zijn vader heeft geschreven. Nadat hij terug komt in Utrecht, MET Lina en Elisabeth die hij onderweg opgepikt had keek zijn vader raar op. Ondertussen hebben Frankrijk en Engeland de oorlog verklaard aan Nederland, maar Nederland trekt zich hier niets van aan, omdat “Waterlinie” ze wel zou tegenhouden. Later krijgt Hans van Joris te horen dat Joris bij het Hollandse leger aan de Waterlinie zou gaan helpen. Hans was hier niet blij om maar Elisabeth wist van Hans zijn wens om schilder te worden en heeft vader overgehaald om hem aan schilder lessen te helpen. Een aantal dagen later vraagt Hans aan Lina of zij hem kan vertellen wat er met de Smit van Ausberg was gebeurt. Na dit tragische verhaal vindt Hans Lina eigenlijk een beetje zielig. Één dag later is er een oproer in Utrecht, omdat de Fransen bijna bij Utrecht zijn. Iedereen wordt doodsbenauwd en Hans ziet alle patriciërs vluchten met hun kostbaarheden terwijl er mensen proberen ze tegen te houden. Lina heeft van Hans een portret gekregen van Johan De Witt omdat die zoveel op haar vader leek. Maar vanwege de oproer moesten ze voorzichtig aandoen. Tussendoor kwam het Nederlandse leger met Joris erbij door Utrecht heen, en Joris vertelde zijn verhaal over zijn heldhaftige daad bij de water linie waar Hans zeer onder de indruk van was. Niet veel later kwamen de Fransen met hun vorstigheid binnenvallen. Ze kwamen op een plechtige manier binnen en Hans en Lina kropen in een boom zodat zij alles goed konden zien. De familie Ortilus kreeg via bronnen te horen dat er geen nieuws van de oorlog meer in de stad mocht komen en daarop kwam vader met het idee(dat hij nog even geheimhield) om een drukpers te starten die geheime zou drukken voor de mensen in de stad. Hans was die avond hiervan op de hoogte gekomen omdat hij wakker werd van lawaai. Hans ging de blaadjes zelf verspreiden en kwam GeritJan tegen die zichzelf afvroeg waarom Hans zo vroeg op was. Op een woensdagavond kwamen de Fransen binnen! Ze name Hans ze vader mee. Hans was gebroken door deze gebeurtenis en alsnog staakte hij de drukkerij niet! Hij ging zelf aan de slag met deze geheime drukkerij om alsnog het nieuws te kunnen verspreiden! Later hoorde Hans het nieuws dat de gebroeders De Witt beide waren vermoord door orangisten. Toen Hans bij zijn leermeester heer Saftlan aankwam zag hij onmiddellijk dat Hans niet oké was, en stuurde Hans naar huis. En toch ging Hans die avond weer drukken en bracht hij die ochtend samen met Lina de folders rond. Weer werd Hans afgetroefd door Saftleven en weer ging hij doodmoe naar huis. De volgende ochtend hoorde Hans dat een Deserteur met de naam Kobus uit het huis van een drukker was gezet en Hans bood hem onderdak. Nadat Hans een confrontatie me GerritJan had gehad kwam hij erachter dat hij achter de gevangenschap van zijn vader zat. Ook begon de 1e winter eraan te komen en de prijzen van brandstoffen begonnen te stijgen. Maar Lina ging werken in een atelier waarmee ze genoeg guldens verdienden. Hans was hier zo blij om! Maar vader kwam ook vrij. Toch gebeurde er iets slechts, namelijk er was een inkwartiering van twee Zwitsers. Zij deden niet al te moeilijk maar Hans wist dat ze niet meer konden drukken. En toen werd de drukpers goed verborgen achter een berg hooibalen in een kerk. Waar Franse spullen lagen. Om de beurt zouden drukker het werk maken om de nacht weer een nieuw iemand. Kobus werd vanaf nu hier zo ondergedoken. Toch ondanks de inkwartiering bleven ze drukken. Prins

Willem III maakten vorderingen in het terug veroveren van het land. En eindelijk was het zover de Fransen vluchten weg Hans was zo blij dat hij wel een gat in het dak kon springen. Seppl en Anders(de 2 Zwitserse soldaten) gaven ieder 500 gulden als ze mochten onderduiken in de kerk. Later werden z ontdekt en toch werden ze opgepakt Hans vond dit super zielig maar alsnog ging hij door met feesten. Engeland had dankzij De Ruyter een zware nedelaag gelden en ook zij hadden zich teruggetrokken. Een aantal dagen later was iedereen vrij, Hans en Lina gingen er lekker opuit om van de mooie dag te genieten van de vrijheid Later kwam er storm op niets vermoeden begon het hard te waaien, het was een allesverwoestende oorkaan die door Nederland raasde! Deze had bijna de domtoren verwoest maar gelukkig was die onbeschadigt over de rest was niet te spreken. GerritJan was na de storm dood gegaan aan zijn wonden. En na het opruimen van alle troep gingen Lina en Joris samen opreis naar Ausberg. En Hans bleef verwaarloosd achter…



§2. De bijpersonen
Lina Gartenstein:
Een meisje die uit Duitsland komt samen met haar moeder, voor een heksenweging. Onderweg ontmoet zij Hans en zij worden eigenlijk wel goede vrienden. Hans vindt Lina eigenlijk wel leuk maar aan het einde van het verhaal vertrekt zij samen met Joris Niemandszoon.

Elisabeth Gartenstein:
The moeder van Lina, zij speelt vooral als een moederfiguur in het verhaal. Zij is de vader van Hans enorm dankbaar voor dat zij bij hun mag blijven wonen voor onbepaalde tijd.

Ortilus(vader):
De vader van Hans, het is een strenge man die wil dat Hans zijn vak als drukker naleeft.

Moeie Neele:
Dit is het verzorgende type in het verhaal. Ze zorgt voor Hans en zijn vader en Hans zijn zusje.

Joris Niemandszoon:
Een weeskind(denk ik) dat altijd waar dan ook vrolijk is. Hij is over alles positief. En hij speelt een redelijk belangrijke rol in het verhaal.

GerritJan de Vlieger:
Een ‘vriend’ van Hans, hij kent Hans al sinds de lagere school. Hij noemt Lina een heksje en hij vind haar óók stiekem leuk. Hij verraad de vader van Hans toen hij gevangen was genomen vanwege de geheime drukkerij, en zo begon Hans hem te “haten”. Hij gaat dood na de orkaan in Utrecht…


Hoofdstuk 6. De titel

§1. Verklaring:
De titel slaat op dat in het einde van het boek een orkaan(een enorme storm) langs Nederland raast. Daarnaast is het een storm van allerlei slechte gebeurtenissen die achter elkaar gebeuren in de stad Utrecht.



§2. Verwijst de titel naar het onderwerp?
Nee

§3. Het verband tussen de titel en het onderwerp.
Bij §1. Heb ik dit al gedeeltelijk uitgelegd. Maar vooralsnog het boek heet Stad in de storm en het boek gaat over allerlei slechte gebeurtenissen die in de 17e eeuw zijn gebeurt.



Hoofdstuk 7. Hoofdstukken etc.

§1. Zijn er hoofdstukken?
Ja, mijn boek heeft 22 hoofdstukken, en als een nieuwe begint. Dan zie je de rest van de vorige pagina wit.(na de tekst) Dan zie je in een wat groter lettertype bijv. 1 Het wegen van een heks

§2. Is het een ik-verhaal of een hij-verhaal?
Het is enorm duidelijk dat het een ik verhaal is, want Hans verteld over zijn jeugd. In het boek lijkt het soms ook wel alsof hij het echt verteld. Zie het voorbeeld


§3. Is het verhaal chronologisch?
Ja, het verhaal is chronologisch. Alle activiteiten lopen achter elkaar door, maar soms slaan ze een periode over. Bijvoorbeeld ze slaan de zomer over aan het einde van het boek.


§4. Komt er dialoog in voor?
Het boek bestaat bijna helemaal uit dialoog! Want op bijna iedere bladzijde wordt wel iets gezegd! Zie het bijgesloten voorbeeld op de volgende pagina!


§5. Is er veel beschrijving?
Er is redelijk wat beschrijving in het verhaal, Zie het voorbeeld!(niet inbegrepen in deze kopie)



Hoofdstuk 8. Taalgebruik:
Er is een bijzonder stukje in het boek namelijk een gedicht in Oudnederlands! Hier is een kopietje van het gedicht: (pag. 282)


Hoofdstuk 9. De genre:
De genre is Jeugd-roman


Hoofdstuk 10. Mijn mening.
Ik vond het een redelijk goed boek omdat er een beetje verhaal in zat en omdat er ook veel vaart werd gemaakt(dit zou ook aan mij kunnen liggen.) Maar óók zijn er stukken die ik afraad, omdat die saai langdurig en nogal saai zijn. Óók valt het boek soms erg in herhaling.

Maar over het algemeen ben ik erg blij dat ik voor dit boek ben gegaan! Het boek leest goed door en houd je (meestal) ook aan het lezen! Ook al zitten er soms echt enorm saaie stukken in.


Hoofdstuk 11. Het uitreksel.
Het verhaal speelt zich af in de 17e eeuw in Utrecht en begint op de heksenwaag in Oudewater, in 1672. Hans Stevenszoon Ortelius moet naar Oudewater om pamfletten op te halen, hij reist met de trekschuit en maakt kennis met Joris, de jager van het trekpaard. In Oudewater aangekomen, is Hans getuige van het wegen van een vrouw, van wie men denkt dat ze een heks is, een mooie heks weliswaar, denkt Hans. Haar gewicht is gewoon voor iemand van haar postuur, men geloofde in die tijd dat heksen heel licht waren, hoe konden ze anders vliegen? Hierna vertrekt de vrouw samen met haar dochter. Hans haalt het pamflet af in Oudewater en hij keert terug. Onderweg komt hij de mooie vrouw en haar dochter tegen, de vrouw kan niet verder vanwege blaren en verwondingen op haar voet. Hans helpt hun uit de brand en betaalt hun trekschuitrit en neemt ze mee naar zijn huis in Utrecht, daar worden de wonden van de vrouw behandeld door Moeie Neele, de huishoudster van de drukkersfamilie Ortelius. De vrouw heet Elisabeth Gartenstein en weduwe blijkt te zijn. Haar dochter heet Lina en ze komen uit Ausburg. Toen de wonden waren genezen en ze konden vertrekken, brak er oorlog uit met de bisschop van Munster, de bisschop van Keulen, Engeland en Frankrijk. Frankrijk bezet Brabant en de beide bisschoppen bezetten de Achterhoek, Engeland zet blokkades bij de havens van Zeeland en Holland. De Utrechters voelen zich wel veilig, ze worden beschermd door de grote rivieren. Maar tegen de verwachtingen in komen de Fransen over de grote rivieren en Utrecht geeft zich zonder enige weerstand over. Omdat de Fransen over de grote rivieren zijn gekomen wordt de waterlinie gemaakt, een grote plas water die ontstaan is door de dijken op bepaalde plaatsen door te breken. Daardoor konden de bezettende troepen er niet langs komen. Hans en zijn vader (Steven Ortelius), weduwnaar en drukker, besluiten om in het geheim illegale pamfletten te drukken over wat er in de oorlog gebeurt en zo de mensen te informeren. Het is heel gevaarlijk werk en ze zorgen dat alle sporen uitgewist worden. Op een dag wordt er een inval gedaan en de soldaten nemen Steven mee, op verdenking van illegaal drukken. Ze namen hem mee omdat GerritJan de Vlieger had gezegd, dat de vader van Hans de pamfletten drukte. De Fransen konden niets bewijzen, dus hij werd vrijgelaten. Het drukkersgilde weet een andere plek te vinden om krantjes te drukken: in de crypte van de Pieterskerk. Daar wordt een oude drukpers neergezet en de drukkers werken omstebeurt aan de illegale pamfletten. Op een dag krijgt de familie Ortelius inkwartiering van twee Zwitserse huursoldaten: Seppl en Anders. Ondertussen maakt het Staatse leger vooruitgang en drijft de bisschoppen van Munster en Keulen terug, en De Ruyter verslaat de Engelsen op zee bij Kijkduin. Prins Willem gaat op een veldtocht door Brabant tot Charleroi, een stad in Wallonië die veel voorraden van de Fransen bevat belegeren. Maar de Fransen komen om de stad te ontzetten en Willem trekt terug naar Holland. Het wordt de Fransen wat heet onder de voeten en ze beginnen de stad te ontruimen om weg te gaan en de Seppl en Anders stellen aan Steven voor dat hij ze burgerkleren geeft en een schuilplaats in ruil voor 500 gulden… Hij neemt het aan en laat ze in de crypte van de Pieterskerk onderduiken, daar blijkt dat ze niet de enige zijn die daar schuilen. Intussen is Hans verliefd op Lina geworden. De Fransen vertrekken en Utrecht wordt bevrijd door de Staatse troepen, Utrecht komt onder militair bewind. Op een dag komt Joris terug, nadat hij in het Staatse leger had gediend en wordt een knecht van Steven. Maar Joris blijft herhaaldelijk een paar dagen achter elkaar weg. Steven is woest als Joris weer terugkomt en die belooft dan weer beterschap, maar een paar weken later is hij alweer verdwenen. Op 1 augustus is het broeiend warm en Hans en Lina gaan het platteland in, ze zwemmen in de Rijn en zonnen wat. Als het wat later wordt gaan ze wat eten bij een herberg, maar vertrekken als het wat harder begint te waaien. Ineens onweert het en de regen komt met bakken uit de lucht en ze vluchten naar huis. Onderweg blijkt dat het een heuse orkaan is en ze gaan schuilen onder de Pauluspoort. Ze zien de Dom in elkaar zakken, huizen instorten, bomen vallen, mensen verpletterd worden. De orkaan verwoest alles en de straten liggen vol met puin en lijken. Een paar aardige mensen helpen hun en ze keren huiswaarts, zonder te weten wat ze daar kunnen verwachten… Gelukkig valt de schade mee. Joris keert terug nadat hij weer weg was gegaan en vindt de stad in puin. Hij besluit dat hij niet meer hier wil leven en besluit om weg te gaan. Lina gaat met hem mee. Het leven van Hans Stevenszoon Ortelius stort in, maar hij kan er niets aan doen. Steven en Elisabeth zijn getrouwd, Hans heeft nooit meer zoiets voor iemand gevoeld dan voor Lina, en hij is nooit met iemand getrouwd…


Deze samenvatting komt van Scholieren.nl en is origineel geschreven door: Inge.(ik vind het eerlijk om haar óók wat waardering te geven!) Ik hoop dat deze goed genoeg is, want ik kon er vrij weinig vinden op internet.