Soldaat van Oranje
Uitgegeven in: 1970, Forum Boekerij, Den Haag
Oorspronkelijk onder de titel “Het hol van de Ratelslang” (beknopte en ongeïllustreerde versie) en een jaar later opnieuw, onder de titel “Soldaat van Oranje”.
Trivia: In 1977 verfilmde Paul Verhoeven het boek onder dezelfde titel;
In 1979 is de bewerking van de film tot 4 delen onder de titel Voor Koningin en Vaderland op televisie vertoond;
En natuurlijk de Musical onder dezelfde naam, die sinds 2010 opgevoerd wordt in de Theaterhangaar op voormalig vliegveld Valkenburg bij Katwijk (ZH).
Aantal pagina’s: 288
Genre: oorlogsliteratuur/-roman, Verzetsliteratuur, autobiografie
Literaire periode: moderne literatuur (na 1940)
historische periode: de Tweede Wereldoorlog en enkele maanden daarvoor/erna.
Over de auteur
Geboren te Soerabaja,Java,3 april 1917 en overleden te Honokaa, Hawaï, 26 september 2007, hij is dus 90 jaar geworden. Hij was een Nederlandse verzetsstrijder, oorlogspiloot, radiomedewerker en schrijver.
Erik Hazelhoff heeft alles wat in dit boek staat daadwerkelijk beleefd. Het boek beslaat een deel van zijn leven en hij speelt dus de hoofdrol. Het gaat in dit boek over zijn privé-leven tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Samenvatting
Soldaat van Oranje gaat over een jongen, Erik Hazelhoff Roelfzema, die met ontstaan van de 2de wereldoorlog in Leiden woont. Als de oorlog uitbreekt gaat hij gewon verder met leven, maar als hij hoort dat Nederland na 5 dagen zich overgeeft, vindt hij dat schandalig. Nederland hield het maar 5 dagen vol. De eerste oorlogsdagen blijft hij op bed liggen en trekt hij zich niks aan van iedereen. Daarna voelt hij de drang om zich tegen de bezetting van Duitsland te verzetten. Hij besluit om in het verzet te gaan, maar hij wil dit doen vanuit Engeland doen. Hij wil Engelandvaarder worden. De eerste pogingen om met een bootje naar Engeland te vluchten mislukken, maar na een tijdje krijgt hij de kans van zijn leven. Hij kan mee met een vrachtschip naar Amerika. Hij doet dit en halverwege de tocht zouden ze opgehaald worden door een boot en dan zouden ze naar Engeland gebracht worden. Dit gebeurde ook. In Engeland aangekomen had hij niks; geen geld, geen onderdak en geen werk, maar hier kwam snel verandering in.
Hij ging deelnemen aan acties om geheim agenten met een boot naar Nederland te brengen, de geheim agenten konden de nodige dingen doorgeven aan het Nederlandse verzet uit Engeland. Dit lukte vaak niet door het slechte weer, maar er zijn toch heel wat geslaagde oversteken geweest. Maar na een tijdje was er hier geen werk meer. Hij had ondertussen dan wel de onderscheiding van ridder van de Willemsorde gekregen en was nu adjudant van de koningin geworden, maar hij voelde nog steeds de drang om Nederland te helpen en daarom ging hij maar bij de RAF, een verzet dat gebaseerd was op vliegtuigen die bommen gooiden en andere nodige dingen deden die niet met de boot konden, om Nederland toch nog een beetje te helpen. Hier zag hij weer veel oude vrienden terug, die hij uit zijn tijd in Leiden en zijn tijd in het verzet kende. Hij haalde zijn vliegexamen met gemak. Hij dacht dat hij dus binnenkort met de RAF vluchten ging maken en dat deed hij ook. Hij volbracht zijn eerste opdrachten met gemak en op een gegeven moment was er geen werk meer voor hem en moest hij wachten tot de oorlog afgelopen was en hij weer naar huis kon. Dit gebeurde redelijk snel en toen mocht hij samen met koningin Wilhelmina naar Nederland en daar gingen ze samenleven met 5 mensen. Toen merkte hij pas wat de oorlog voor een puinhoop had achtergelaten en hoe de mensen hierdoor veranderd waren en hier moest hij zelf aan wennen.
Titelverklaring
Het lijkt op het eerste gezicht een vreemde titel voor de oorlogsmemoires van Erik Hazelhoff Roelfzema. HIj was namelijk naar gangbare begrippen een onmogelijke soldaat en bovendien slechts onder voorbehoud ‘van Oranje’. (...)
Bij het lezen van dit boek, waarin al Hazelhoff’s wederwaardigheden met spanning en humor worden weergegeven, komt spoedig de volle strekking van de titel naar voren: in de jaren 1940-1945 omvatte ‘soldaat’ iedereen - burger of militair, man en vrouw, bezet, gevangen of in vrijheid - die de vijand het hoofd bood; ‘Oranje’ betekende ‘vaderland’ en ‘vrijheid’ voor een ieder - oranje, roze of rood - die met z’n oor tegen zijn radio’tje nieuwe moet putte uit de stem van de Koningin in Londen. Zo spreekt de titel “Soldaat van Oranje” voor iedereen die in de oorlog Nederland naar beste weten heeft gediend.
(bron: Prins Bernhard in zijn voorwoord bij “Soldaat van Oranje”;maar iets ingekort)
Mening
Ik vond het een heel goed boek. Zeker na het zien van de (scholieren versie van de) musical “Soldaat van Oranje” met school vond ik het een nuttige toevoeging op en toelichting van het verhaal. De musical geeft namelijk een heel beknopt beeld weer van het verhaal.
n het boek geeft Erik vaak zijn eigen mening (en die van zijn vrienden) weer over de gang van zaken en dat is erg interessant. Het maakte het ook inzichtelijker voor mij hoe mensen dachten en beslissingen maakten tijdens de bezetting.
Bovendien geeft het een veel uitgebreidere weergave van de situatie en ik vond het indrukwekkend om te lezen. Tegelijk vond ik het heel amusant, het verhaal wordt namelijk op een goed te volgen, humoristische wjize verteld.
Van te voren hadden verschillende mensen mij gewaarschuwd voor ‘ingewikkeld taalgebruik’ maar om eerlijk te zijn had ik hier in het geheel geen last van. Er komen inderdaad regelmatig afkortingen voor, maar meestal spreken die voor zich of worden ze uitgelegd, en anders deed de betekenis er (mijns inziens) niet toe.
Ik raad het boek zeker aan, ook als je niet per se een fan bent van oorlogsverhalen of al heel veel hebt gelezen over de Tweede Wereldoorlog.
Dat laatste was bij mij het geval en toch heb ik nog wat nieuwe inzichten opgedaan.
Maar vooral bleef het verhaal voor mij heel amusant, ondanks het onderwerp.
Opbouw
Het verhaal wordt chronologisch verteld, in de verleden tijd. De hoofdstukken zijn genummerd.
Er komen ‘Flashforwards’ voor: een aantal keren lees je wat Erik droomt, en dat heeft een relatie tot wat hij doet/bereikt of wil doen/bereiken later.
Er komen eveneens ‘flashbacks’ voor, zoals wanneer hij vertelt over zijn jeugd in Nederlands Indië en de oude man die vertelt over het hol van de ratelslang.
Motto
Als je uit de pas loopt,
is het misschien omdat je
luistert naar een andere
tamboer. Marcheer op de
muziek die je hoort, hoe
ook de maat en van hoeverre
-HENRY DAVID THOREAU
Thematiek Vastbeslotenheid: Erik is tegen de Duitsers en wil daar wat aan doen. Hij komt verschillende obstakels tegen, maar weet ze, op verschillende manieren, te overwinnen.
Een steeds terugkerend element is het verhaal van een oude man over een ratelslang en een kiezelsteentje: Helemaal in het begin van het boek vertelt Erik over een oude man in Nederlands-Indië. Die man had hem eens verteld dat je alleen langs het hol van een ratelslang kon lopen met een kiezelsteentje in je mond. Als je dan omkijkt, of je hebt geen kiezelsteentje in je mond, overleef je dit niet.
Op een aantal momenten in het boek komt Erik in een bepaalde, benarde situatie waarin hij terugdenkt aan dit verhaal, en probeert hij zich er aan te houden. Dit redt een aantal keren zijn leven en dat van anderen
Perspectief Je beleefd het verhaal door de ogen van de schrijver en het verhaal is in de ik-verteller geschreven, omdat de schrijver het verhaal toch duidelijk van zijn kant wil vertellen.
Verhaallijnen Er is maar een verhaallijn, namelijk die van Erik Hazelhoff zelf.
Plaats (geografisch) Nederland, Engeland en de zee ertussen
Plaats (omgeving/decor) Ongeveer alles, van het Minerva (hoofdkwartier Leidsche studentenvereniging), het studentenhuis en een groot schip tot militaire bolwerken in Engeland, RAF-vliegtuigen, kazernes en vliegvelden en het van Duitsers vergeven Scheveningse strand.
Tijd De vertelde tijd beslaat zo’n vijf jaar, van hoe Erik zijn studententijd aanvangt vlak voor de oorlog tot hoe de situatie is wanneer de Duitsers uiteindelijk zijn verdreven in 1945.
(Belangrijkste) Personages
Erik Hazelhoff Roelfzema(hoofdpersoon): Zijn uiterlijk valt niet te beschrijven, omdat hij het boek zelf heeft geschreven en hij zijn uiterlijk niet heeft beschreven. Zijn innerlijk valt wel te omschrijven, nl: Hij is een relativerend type,want hij ziet in de oorlog alles uit het oogpunt van de oorlog. Aan het begin van het boek vertrouwt Erik veel mensen, maar na een verloop van tijd wordt dit steeds minder, en wordt hij zelfs wantrouwend. Ook heeft Erik erg veel lef en is hij soms een beetje wazig, waardoor je soms niet door hebt was hij eigenlijk aan het doen is.
Peter Tazelaar: Peter is een goede vriend van Erik. Hij had een groot vaderlands plichtsgevoel en was avontuurlijk aangelegd. Als Erik bij de RAF als piloot werkt, is Peter zijn navigator.
Alexander Rowerth: is ook lid van Minerva en zijn ouders zitten bij de NSB. Hij vindt dat de Duitsers en de Britten 1 pot nat zijn en is de eerste die het leger in gaat. Lang, slank en de schrijver noemt hem “onmogelijk knap”.
Ernst de Jonge: Praeses van de studentenvereniging Minerva. Hij gaat als verstekeling mee met dezelfde boot als waarmee Erik naar Engeland ontsnapt. Tegen studenten die ontgroent worden kan hij heel autoritair zijn, maar ook charmant en bezorgd.
Over Ernst wordt gezegd dat hij heel opvallende donkere ogen heeft.
Chris Krediet: Erik ontmoet Chris bij hun ontgroening in Leiden. Ze worden beste maatjes en melden zich samen vrijwillig aan bij het Nederlandse leger.
Koningin Wilhelhelmina: Er wordt in dit boek niets over haar uiterlijk gezegd, maar over haar innerlijk des te meer. Ze is nl. een uitzonderlijk type voor een koningin. Ze heeft een zachtaardig karakter, maar als ze echt iemand niet mocht, dan mocht ze diegene ook echt niet.
REACTIES
1 seconde geleden
A.
A.
1 klein dingetje aan dit verslag bovenaan bij genre staat biografie en later bij genre staat er autobiografie. welke klopt nou?? Ik dacht zelf dat het een autobiografie was eigenlijk....
groetjes,
mij
5 jaar geleden
Antwoorden