Het huis van de moskee
Kader Abdolah
Inleiding
Het boek heet ‘het huis van de moskee’. Het is geschreven door Kader Abdolah. De uitgeverij is: ‘De Geus’. Het jaar van uitgave is 2005 en de eerste druk vond plaats in 1993. Ik heb de 9e druk.
Het motto van het boek is:
‘Noen waal Galam wa ma jastaroen.
Bij de pen en bij wat je ermee schrijft.’
De opdracht van het boek is: ‘Aan Aga Djan, om hem te laten gaan.’ Aga is de pater familias in de moskee en het centrale figuur uit de roman.
Ik heb de flaptekst genomen van de uitgave van uitgeverij ‘De Geus’.
‘Sinds 800 jaar, generatie na generatie, heeft de familie van Aga Djan een centrale positie in de stad. Al zolang ze er wonen, brengen ze de geestelijk leider van de moskee voort. De Imam is een belangrijke man, maar zeker zo belangrijk is Aga Djan: een groot tapijthandelaar die aan het hoofd staat van de bazaar. De rechtvaardige koopman leeft volgens de richtlijnen van de Koran en gebruikt zijn macht voor het welzijn van de mensen om hem heen.
Als er een radicale stroming onder de ayatollahs ontstaat en Khomeini in Parijs een omwenteling voorbereidt, komt de Iraanse samenleving onder druk te staan. Vrienden worden vijanden. Liefde wordt haat. Zelfs Aga Djan kan het tij niet keren.’
De karakters van de hoofdfiguren
Imam Alsaberi (Mohammad Alsaberi): Alsaberi is getrouwd met Zinat Ganoem. Samen hebben ze drie kinderen: Ahmad, Sediq en Ozra. Over deze laatste dochter wordt niet veel verteld, ze is vijf jaar ouder dan Sediq, getrouwd en woont in Kashan met haar drie kinderen en haar man. Vroeger hadden Alsaberi en Zinat ook nog een zoontje genaamd Abbas, maar die is op jonge leeftijd verdronken. Wat een paar keer naar voren komt, is het overmatig hygiënische gedrag van Alsaberi. Je zou het zelfs smetvrees kunnen noemen.
Zinat Ganoem: is getrouwd met imam Alsaberi en samen hebben ze drie kinderen (Ozra, Sediq en Ahmad). Zoals gezegd hadden ze ook een zoontje, Abbas, maar die is verdronken. Toen Zinat hem een tijdje alleen liet was hij in de hooz gevallen en verdronken. Zinat voelt zich hier nog altijd schuldig over. Zo denkt ze, wanneer het kind van Sediq met een afwijking geboren wordt, dat Allah haar straft voor het laten verdrinken van haar zoon. In haar huwelijk met Alsaberi is ze niet gelukkig.
Aga djan: hij is een tapijtenverkoper, hoofd van het huis en het hoofd van de bazaar.
Sediq: haar hand wordt gevraagd door Mohammed Galgal, ze trouwt met hem en gaat met hem mee. Ze volgt haar man, maar keert na enige tijd terug naar het huis van de moskee. Galgal was weggegaan en na lange tijd nog niet teruggekomen. Hij heeft Sediq zwanger achtergelaten. Wanneer ze bevalt, blijkt het kind een afwijking aan zijn rug te hebben, waardoor hij niet rechtop kan lopen en rondkruipt als een dier. Iedereen noemt hem Hagedis (zijn echte naam is Sejjed Mohammad). Maar Hagedis lijdt geen lang leven: hij verdrinkt in de hooz (een soort vijver). Ditzelfde was overigens vroeger ook al gebeurd met een zoon van Zinat Ganoem.
Fagri Sadat: is de vrouw van Aga Djan. Samen hebben ze drie kinderen. Fagri heeft een jonger zusje, maar deze komt nauwelijks naar voren in het boek. Ze wordt alleen één keer genoemd (blz. 389).
Golbanoe en Golebeh: wonen al meer dan zestig jaar in het huis van de moskee. Ze zijn ooit door de vader van Aga Djan ingehuurd en zijn sindsdien bedienden in het huis van de moskee. Een van hen heeft Aga Djan grootgebracht en de ander imam Alsaberi. Niemand weet waar ze vandaan komen en ze praten er ook nooit over. De grootmoeders zijn de vertrouwelingen van Aga Djan en bewaken de gewoonten van het huis (blz. 15-16). Ze zijn nooit getrouwd, maar wanneer Kazem Khan op bezoek komt, staan ze beiden tot zijn beschikking. Ze adoreren hem.
Moázen (Aga Shodja): De blinde Aga Shodja is de neef van Aga Djan. Hij is de Moázen van de moskee. Dit houdt in dat hij driemaal per dag in een van de minaretten van de moskee klimt en ‘Allaho Akbar! Hajje allal salat!’ roept. Dit betekent: Allah is groot! Haast je voor het gebed! Doordat de imam af en toe iets harder bad, wist Moázen wanneer hij zich vooroverboog of zijn hoofd op de grond legde. Op die manier kon een blinde man toch Moázen worden. Moázen heeft een zoon, Shahbal (veertien jaar aan het begin van het boek) en een dochter, Shahin, die getrouwd is. Zijn vrouw is aan een ernstige ziekte overleden. Hoewel hij niet wilt hertrouwen, gaat hij van tijd tot tijd naar de bergen, waar hij contact heeft met enkele vrouwen. (blz. 19).
Mohammad Galgal: Galgal is de knappe imam die om de hand van Sediq, de dochter van Alsaberi, komt vragen. Deze jonge man is ook zeer ambitieus. Galgal wordt wel veel gewantrouwd door meerdere familieleden van de bruid. Mede omdat hij de volgeling is van ayatollah Almakki, die redelijk scherp is. Op de bruiloft vergeet hij zijn legitimatiebewijs. Aga Djan zegt hem deze te gaan halen, ook al liggen ze in Qom (redelijk ver van Senedjan). Als de bruiloft zou zijn doorgegaan zonder dat hij zijn legitimatiebewijs had, zou de familie van de bruid met lege handen achter kunnen blijven.
Doordat hij zo uitermate knap is, wordt er ook veel met hem geflirt. Van veel dames ontvangt hij gedichten en menigeen wordt verliefd op hem. Het zijn dan ook zijn uiterlijk en zijn scherpe toespraken die ervoor zorgen dat de moskee door meer mensen bezocht wordt in de tijd van Galgal, dan in die van Alsaberi. Uiteindelijk verlaat Galgal Sediq en hun zoontje. Hij wordt de zogenaamde Rechter van God. Je zou hem kunnen omschrijven als de rechterhand van Khomeini. Hij veroordeelt mensen die achter de sjah en Amerika staan/stonden. De processen verlopen echter niet eerlijk en eigenlijk zijn ze allemaal schuldig tot onschuld bewezen. Ook Djawad wordt door Galgal geëxecuteerd. Maar, eerlijk is eerlijk, Galgal geeft hem wel de kans om onder die doodstraf uit te komen, maar Djawad werkt absoluut niet mee en laat Galgal dus geen keus. Wanneer Khomeini de macht verliest, vlucht Galgal naar Afghanistan, waar hij een nieuw leven begint. Hij trouwt en krijgt een kind. Shahbal weet hem echter via-via te vinden en vermoord hem.
Ahmad: Ahmad is de zoon van imam Alsaberi. Hij is dan ook diens opvolger. Ahmad is 17 jaar wanneer het boek begint. Hij heeft zijn imamopleiding (in Qom, onder de grote gematigde ayatollah Golpajeghani, blz. 32) nog niet afgerond wanneer zijn vader komt te overlijden, maar wordt uiteindelijk toch imam, na Galgal en een invalimam. Ahmad is een geboren spreker. Wellicht heeft hij dit van zijn moeder, Zinat Ganoem, geërfd.
Kazem Khan: is de oude oom van Aga Djan. Hij was ooit getrouwd, maar zijn vrouw is overleden. Sindsdien woont hij alleen in de bergen. Hij staat bekend om zijn dichtkunsten. Daarnaast is hij een enorme charmeur, heel geliefd bij vrouwen en kinderen. Hij eet weinig, maar ziet er gezond uit en geniet van zijn leven, mede door middel van opium, poëzie en natuurlijk: vrouwen (blz. 75-77). Zoals al eerder gezegd staan de grootmoeders geheel tot zijn beschikking wanneer hij het huis van de moskee bezoekt. Wanneer Kazem Khan sterft wordt hij begraven in Djirja.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
I.
I.
goed hoor (Y)
vooral de omschrijvingen van de personen in het boek is handig, haal je nogal snel door elkaar namelijk ;)
12 jaar geleden
AntwoordenG.
G.
Goed de motieven gekopieerd niffo
3 jaar geleden
Antwoorden