Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Gijsbrecht van Amstel door Joost van den Vondel

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
Boekcover Gijsbrecht van Amstel
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 1190 woorden
  • 25 september 2003
  • 28 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
28 keer beoordeeld

Boekcover Gijsbrecht van Amstel
Shadow

Nederlands beroemdste toneelstuk, dat eindelijk weer wordt opgevoerd op Nieuwjaarsdag.

Uitvoerig ingeleid en toegelicht, en aangevuld met fragmenten uit verschillende legendarische toneelopvoeringen, waaronder de huidige door 'Het Toneel Speelt'.

Nederlands beroemdste toneelstuk, dat eindelijk weer wordt opgevoerd op Nieuwjaarsdag.

Uitvoerig ingeleid en toegelicht, en aangevuld met fragmenten uit verschillende legendaris…

Nederlands beroemdste toneelstuk, dat eindelijk weer wordt opgevoerd op Nieuwjaarsdag.

Uitvoerig ingeleid en toegelicht, en aangevuld met fragmenten uit verschillende legendarische toneelopvoeringen, waaronder de huidige door 'Het Toneel Speelt'.

Gijsbrecht van Amstel door Joost van den Vondel
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Joost van den Vondel
Gijsbregt van Aemstel
Toneelstuk (klassieke tragedie) Het toneelstuk is gebaseerd op een gebeurtenis uit de klassieke oudheid, namelijk de val van Troje. In het jaar 1296 word Floris V vermoord door Gijsbregt van Aemstel en andere edelen. Floris V was anders dan de andere edelen: hij was ‘Den keerlen Gods’, oftewel een soort God voor de boeren. Hij was sociaal en nam het voor hen op. Gijsbregt kon dit niet uitstaan en dus vermoordde hij hem samen met de andere edelen. De boeren (de Kennemers en Waterlanders) waren hier erg boos om en dus gingen ze de stad Amsterdam belegeren. Het voorwoord van het treurspel is gericht aan Hugo de Groot, het voorspel aan de burgemeester van Amsterdam. Soldaten van de Kennemers en Waterlanders belegeren in december 1304 Amsterdam om wraak te nemen op Gijsbrecht van Amstel. Zij meenden dat hij betrokken was bij de moord op Floris V in 1296.Op de Kerstavond van 1304 vertrekken de belegeraars overhaast. Het gerucht werd verspreid dat de twee vijandelijke aanvoerders ruzie hadden gekregen. Een gevangen genomen spion genaamd Vosmeer vertelt bovendien dat vlak buiten de stadsmuren een schip met brandhout voor het grijpen ligt. De Amsterdammers halen het schip verheugd binnen, maar ze weten niet dat zich onder de takken, waarmee ze het kasteel willen verwarmen, vijandelijke soldaten van de Kennemers en Waterlanders bevinden. Als iedereen die nacht nietsvermoedend naar de nachtmis gaat, opent deze voorhoede de Haarlemmerpoort. Hierna sticht de spion Vosmeer brand in het binnengehaalde schip zodat Diederik van Haarlem, die zich met zijn krijgslieden had verscholen in het Karthuizer klooster, en Willem van Egmond met de rest van het leger de stad binnen konden trekken. Terwijl het stadhuis bestormd word probeert Gijsbrecht zijn oom en zijn nicht Claris nog in veiligheid te brengen, maar zij weigeren dit. Door voortdurende aanvallen op de abdij moest Gijsbrecht, die daar zijn onderkomen had gezocht, vluchten. Samen met een groep andere vluchtelingen week hij terug naar zijn kasteel waar hij zijn vrouw verteld wat er gebeurd is, maar zij had alles al voorzien in een droom. Vlak daarna komt een bode vertellen wat er met de stad gebeurd was. Men doet vanuit het kasteel nog een laatste aanval maar Gijsbrecht en zijn mannen worden teruggedreven waarbij Gijsbrecht’s broer, Arend, omkomt. Gijsbrecht weigert zich over te geven en wilde in het kasteel blijven om het in z’n eentje te verdedigen, maar toen verscheen Rafaël, een van de zeven aartsengelen. Rafaël beval Gijsbrecht met een schip en alle vluchtelingen naar Pruisen te gaan en daar een nieuwe stad te stichten, die nu nog steeds Holland heet. Gijsbrecht wilde dit niet, maar de engel troostte hem met een voorspelling over toekomstig geluk en glorie. Hierop verliet Gijsbrecht het kasteel. In het treurspel is sprake van één conflict: dat van de Kennemers en Waterlanders tegen Gijsbrecht van Amstel. Hierbij spelen Gijsbrecht, Badeloch, Arent van Amstel, Vosmeer en Willebrord voornamelijk een grote rol, een belangrijk bijpersoon is Rafaël. Badeloch is de sympathieke vrouw van Gijsbrecht, Arent is Gijsbrecht’s broer, die de poorten van Amsterdam moedig verdedigde. Vosmeer word afgeschilderd als een onverschrokken, listig persoon en Willebrord word lichtelijk bespot om zijn ijdelheid. Rafaël heeft als grootste
doel de toekomst van Amsterdam te voorspellen, waardoor Gijsbrecht uiteindelijk zijn kasteel voorgoed verlaat. Het thema van het toneelstuk is ‘Urbs antiqua ruit’, ‘de aloude stad gaat ten onder’. Een ander thema zou ijdelheid kunnen zijn. Willebrord meent dat hij met zijn redenaarstalent de vijand op de vlucht heeft gedreven. Ook anderen zijn vol overtuiging van zichzelf dat ze de vijand hebben verdreven. Als ze niet zo hoogmoedig waren geweest, hadden ze misschien beter nagedacht voordat ze het schip de stad hadden binnengehaald en was de stad niet ten onder gegaan. De titel van het toneelstuk geeft hier geen aanwijzingen over wat de inhoud zou kunnen zijn, behalve dan dat het over Gijsbrecht van Amstel gaat. De schrijver Joost van den Vondel heeft het stuk geschreven in een tijd waarin kunst alleen kunst was, als het ernstig was. Als dit niet zo was, werd het toneelstuk gerekend tot een klucht of komedie, en was het dus ook niet van belang. In de periode van Vondel, de Renaissance, werd in alle vormen van kunst, dus ook de literatuur, gewerkt volgen het principe van translatio, imitatio, aemulatio: het nabootsen, verbeteren en zelf scheppen. Een toneelstuk bestond altijd uit 5 bedrijven, met elk een functie. De eerste 4 bedrijven eindigden elk met een koor of rei, bestaand uit een man of vrouw en hij/zij vertolkte de gevoelens van het publiek en stelde vragen over het verdere verloop van het toneelstuk. Er werden 3 eisen gesteld aan een toneelstuk in deze periode: 1. het moest zich afspelen binnen 24 uur, en zo is het dus ook in ‘Gijsbregt van Aemstel’: het verhaal begint om drie uur ‘s middags, en eindigt bij zonsopgang

2. het decor moest bij alle vijf bedrijven hetzelfde zijn
3. er mocht maar één conflict in voorkomen, geen nevenconflicten. Er wordt nog wel verteld wat er gebeurd is vóór de 24 uur van uur van het toneelstuk en wat er gebeurd is buiten de plaats van handeling. Dit is de eenheid van plaats, tijd en handeling, wat ook van groot belang was in de Klassieke Oudheid, waar de Renaissance op terugviel. In het toneelstuk zitten veel vertellers, er gebeurt weinig op het toneel en er zijn veel lange monologen. Dit is vooral omdat in de 16e en 17e eeuw mensen visueel minder gewend zijn, mensen van tegenwoordig zijn vooral veel actie gewend waardoor toneelstukken als deze al gauw saai lijken. Vondel liet het toneelstuk afspelen in Amsterdam in het jaar 1304. Hij beschrijft Amsterdam als een welvarende stad, maar het moet in werkelijkheid nog maar een dorp geweest zijn. Vondel beschrijft het zoals het in de 16e eeuw was, als een flinke welvarende koopmansstad. Het toneelstuk is geschreven omdat in Amsterdam een nieuwe schouwburg gebouwd werd, en om dat te vieren moest er een toneelstuk komen. De schouwburg werd geopend met Kerstmis 1637. Vondel was een tijd protestant. In de 80-jarige oorlog moest Vondel met zijn vader en moeder vluchtten na de Val van Antwerpen, dat door de Spanjaard Alfa en zijn leger werd ingenomen. Veel mensen vluchtten naar het Noorden, en ook Vondels ouders gaven hier voorkeur aan. Opeens werd het Noorden het centrum van de elite, want ook alle intelligente en artistieke
mensen waren hierheen gevlucht. Vondel werd uiteindelijk bekeerd tot katholiek. Hervormden in Nederland waren het er niet mee eens dat een katholiek het toneelstuk voor de schouwburgopening mocht schrijven. Er waren veel problemen en er ontstond ophef over de vele katholieke trekjes van het toneelstuk. Dominees hebben er uiteindelijk voor gezorgd dat het stuk niet opgevoerd kon worden met Kerstmis, maar dat was tijdelijk. De eerste opvoering werd gehouden in januari, en dit bleef een traditie tot ver in de 20e eeuw. In de roerige jaren ‘60 wilden acteurs het stuk niet meer opvoeren, omdat iedereen het verplicht een keer moest opvoeren, maar de acteurs vonden het stuk te langdradig, met veel woorden en te weinig actie. Hierdoor ontstond nogal een chaos en daarom heeft men de jaarlijkse opvoering afgeschaft.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Gijsbrecht van Amstel door Joost van den Vondel"