1. Titel: De zwarte ruiter
Auteur: Simon Vestdijk
Uitgeverij: Nijgh en van Ditmar
Plaats en jaar van uitgave: 1981 Rotterdam (oorspronkelijk 1940)
2. Genre:
Lastig te zeggen. Soort griezelverhaal, maar niet heel eng.
3. Titel en Titelverklaring:
De titel is: De zwarte ruiter. Deze titel is gekozen, omdat alle gebeurtenissen samenhangen met het verschijnen van de zwarte ruiter. Ook is de ontmoeting met het meisje bij het beeld van de zwarte ruiter. De hoofdpersoon en Raecke hebben daar een gesprek over, gelijke interesse. Het meisje wordt gered (of niet?) door de zwarte ruiter.
4. Personages:
Hoofdpersoon (Karakter/Hoofdpersoon):
De hoofdpersoon heeft geen naam. Ook wordt hij niet goed beschreven. Hij kan even oud zijn als het meisje, maar hij kan ook veel ouder zijn misschien van middelbare leeftijd. Dit komt doordat hij denkt dat hij misschien verliefd op haar is. Verder is de man een jager en verblijft daarom in het bos. Hij is erg eenzaam en doet wat hij wil.
Digna Raecke (Type):
Digna Raecke is het meisje die de hoofdpersoon ontmoet. Het meisje is heel eenzaam en mag eigenlijk niet met mensen omgaan. Haar vader heeft haar verboden om met mensen om te gaan. Dit heeft hij gedaan, omdat ze mank loopt (overigens zijn schuld). Hij wil niet dat mensen haar uitschelden met bijvoorbeeld hinkepoot of manke. Digna is erg goed in diabolo spelen. Ze houdt van het rijden met de paardenkar. Ze houdt ook erg van vuur, dat ze een keer gezien heeft op een feest. Sindsdien denkt ze er alleen maar aan. De hoofdpersoon laat haar vuur zien en zo ontstaat een soort band tussen de twee.
Meneer Raecke (Type):
De vader van Digna en heer van Ruiterstein het kasteel. Hij is erg perfectionistisch en wil dus alles helemaal goed doen. Hij ziet er erg slecht uit. Hij heeft een ingevallen en grauw gezicht en is erg mager. De man komt een beetje gek over. Raecke is erg geïnteresseerd in de geschiedenis van Ruiterstein en komt zo op het verhaal van de zwarte ruiter. Hij heeft hem gezien en is daarna van het pad afgeraakt. Hij wilde heel graag deze ruiter nogmaals zien. Niemand geloofde hem.
5. Ruimte:
Ruiterstein, bos, vijfsprong, bij standbeeld ruiter, boswachtershuis, tuin van Raecke.
6. Tijd:
Geen idee in welke tijd het is. In principe kan het nu zijn, maar ook heel lang geleden.
Er verloopt niet erg veel tijd. Ongeveer een maand van april tot mei.
Er is sprake van chronologie. Alleen in een gesprek met mevrouw Raecke over het verleden van de familie is er sprake van een flashback.
7. Handeling (gebeurtenissen) en Spanning:
Er is een climax: De hoofdpersoon ontmoet Digna. Daarna is hij heel erg met haar bezig en heeft hij geen tijd om te jagen. Hij wil haar ontmoeten, maar ook weer niet, want hij wil geen problemen met Raecke. Hij is constant met het meisje bezig. Is hij verliefd of voelt hij alleen maar medelijden?
8. Perspectief:
Ik-perspectief. Vanuit de hoofdpersoon.
9. Slot:
Open einde! Het verhaal is komt niet echt op gang. Het hobbelt een beetje voort en is eigenlijk niet heel spannend. Totdat de hoofdpersoon voor de tweede keer vuur maakt voor Digna. Er blijkt petroleum te liggen en het vuur gaat aan de loop. Digna kan niet gered worden. De hoofdpersoon heeft hier heel lang last van (dit wordt in één of twee bladzijden gezegd). Hij is vooral bezig met de zwarte ruiter. Was hij er wel of niet? Dit is ook de vraag die ik stelde. Leeft Digna misschien nog? Hoe gaat het de hoofdpersoon verder? Heeft hij een groot trauma?
10. Thema en Motieven:
(http://www.scholieren.com/boekverslag/49943)
Thema: Verzuim. (Verzuim zwarte ruiter die zijn dochter niet red van de brand, verzuim van Raecke in een goede opvoeding, verzuim hoofdpersoon het redden van Digna)
Motieven: vuur, schuld, werkelijkheid en verbeelding.
11. Samenvatting:
Het verhaal gaat over een jager, waarvan de naam onbekend blijft (ik zal hem gewoon “de man” noemen), die tijdelijk zijn intrekt neemt bij een boswachter, Halsman. Deze is de boswachter in het bos van de rijke maar vreemde en afgezonderde meneer Raecke, die in een kasteel (Ruiterstein) middenin in het bos woont. De hoofdpersoon loopt op de eerste dag van zijn verblijf door het mooie landschap, wanneer hij plotseling, bij een groepje beuken, een zwarte ruiter op een zwart paard ziet. Hij wordt erg nieuwsgierig door deze gebeurtenis. Aan zijn gastheer vraagt hij wie de man kan zijn, maar zij zeggen alleen dat er in de bossen niet veel paardgereden wordt.
Wanneer de man een andere keer in het bos loopt en in de buurt van het kasteel komt, ziet hij een standbeeld van een zwart paard met een ruiter, waarop een meisje diabolo zit te spelen. Ze is de dochter van de familie Raecke, Digna genaamd. Als ze van het paard springt en naar huis loopt, ziet hij dat ze mank is. Later ziet hij haar weer bij het huis waar hij logeert, ze leert de kinderen van de boswachter daar diabolo spelen. Hij gaat naar haar toe en zegt dat hij haar gezien heeft. Dan zegt zij hem dat niemand haar mag zien, en al helemaal niet zien lopen. Ze is namelijk mank door de schuld van haar vader. Hij neemt haar mee het bos in en steekt een stuk hei in brand voor haar. Zij vindt dit erg mooi, waaruit hij constateert dat haar vader haar tot een soort pyromaan gemaakt heeft.
Van een andere boswachter hoort hij de legende van de zwarte ruiter. Volgens deze legende zou een vroegere eigenaar een aantal eeuwen geleden zijn enige dochter hebben verdobbeld aan vrienden. Toen hij tot inkeer kwam probeerde hij zijn dochter terug te redden, maar dit lukte niet en vervolgens stak hij het kasteel in brand. Hij ging hierna naar de stal, klom op een zwart paard en rende zo het bos in waar hij zijn dochter voor op het paard trok. Maar de vrienden wilden wraak, haalden de brug van de rivier op, en trokken toen de dochter van het paard. Zij kon zich losrukken, maar rende het brandende kasteel in en vond daar de dood. Wat met haar vader gebeurde weet niemand, maar zijn geest zou, zwart van het roet, nog door de bossen zwerven.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden