De zwarte rugzak door Abbing & Van Cleeff

Titel De Zwarte Rugzak Auteur Abbing & Van Cleeff Titel Verklaring Het gaat over 3 jongens en 2 meisjes, 1 meisje: Tessel heeft een zwarte rugzak met al haar spullen erin. Deze wordt per ongeluk omgewisseld met een andere zwarte rugzak als ze in een trein zit. Ze komt er pas later achter als ze lopen. In de andere rugzak zitten allerlei dingen, zoals een paardenbeen van marmer, een bruin leren jack, een schetsboek, tekenspullen, een landkaart, pate en wijn. Ze denkt dat ze haar rugzak kwijt is, maar dat is niet zo, want als ze de volgende ochtend wakker wordt is de zijn de rugzakken verwisseld en heeft ze haar eigen rugzak weer terug. Maar het lijkt wel of de eigenaar van de andere rugzak ze de hele tijd achtervolgt ! Thema Actie
Tijd De Verhouding tussen de verteltijd en de vertelde tijd is goed verdeeld over het hele boek. Plaats Het verhaal speelt zich af in Frankrijk, waar ze op kamp zijn maar de bus naar het kamp hebben gemist, daardoor blijven ze achter in het Franse stad Durac. Hoofdpersonen 1: Tessel, ze heeft een beetje rare kleren aan en ze is 13 jaar oud. Ze heeft een wit sproetig gezicht waardoor ze ouder lijkt en heeft rood haar. Ze heeft geen vader meer en is altijd heel vrolijk. 2: Sabien, dit is een 11-jarig meisje heeft iets minder witblond haar dan haar broer en draagt het in een paardenstaart en is heel tenger. Ze is het zusje van Guus en komt uit Boskoop
3: Guus, hij is 13 jaar en heeft heel witblond haar, hij is de broer van Sabien en komt dus ook uit Boskoop
4: Ment: is een donker vrolijk jongetje met een leuk gezichtje en hij is 8 jaar. Hij is het broertje van Julius. 5: Julius: Hij is de broer van Ment en is 14 jaar. Hij heeft bruin haar en een leuk gezicht. Bijpersonen 1:Plooy, hij was de vroegere mentor van Tessel, hij was daar tekenleraar op school en kon er niet tegen dat sommige kinderen beter konden tekenen dan hem, hij heeft een keer een tekening van een vriendin van Tessel verscheurd omdat het beter was dan zijn eigen werk. Iedereen dacht dat hij verdronken was tijdens een schoolreisje op het ijsselmeer. Ze waren toen met de hele klas op schoolreis en gingen zeilen. Tessel moest samen met hem in een zeilboot. Tessel was toen nog boos op hem vanwege die tekening en hij zat haar de hele tijd te intimideren. Ze heeft toen heel hard de giek van de zeilboot tegen zijn hoofd aan laten slaan zodat hij overboord sloeg. Ze wilde hem nog oppikken maar hij was nergens meer te zien. De politie en brandweer hebben nog dagenlang naar hem gezocht maar hij was nergens meer te vinden. Iedereen dacht dus dat hij verdronken was en Tessel liep met de gedachte rond dat ze een moord had gepleegd. Hij blijkt dus nog te leven en de eigenaar te zijn van de andere zwarte rugtas. Hij is de broer van Dante, een andere kunstenaar uit Frankrijk waar de kinderen goede vrienden mee zijn. Maar hij is erg jaloers op Dante omdat Dante het wel ver geschopt heeft in de kunstwereld en hij niet, daarom wil hij wraak op Dante en Tessel. 2: Dante, hij heeft donkere zwarte haren en blauwe ogen. Hij is de broer van Plooy en woont in Montigny. Hij woont in een groot huis genaamd La Diablerie (Het Huis met de duiveltjes). Hij is soms vrolijk en soms erg teneergeslagen en dan tekent of beeldhouwt hij iets en maakt hij het daarna weer kapot, dan gaat hij een eind rijden met z'n auto en als hij weer terug komt is hij weer normaal. 3: Martine is de steunpilaar van La Diablerie zonder haar wist Dante niet wat hoe hij moest huishouden in z'n huis. Ze is oud en heeft een tanig gezicht met een paar diepe groeven en een paar leuke felle ogen. Ze draagt meestal een spijkerbroek met een verschoten bloes erboven. Haar korte grijze haar knipte ze altijd met de keukenschaar. Perspectief Vanuit het perspectief van de verteller, want de schrijver kan alle gebeurtenissen, gevoelens en gedachten van iedereen beschrijven.
Samenvatting 5 Kinderen gaan op kamp naar een vakantiekamp in Frankrijk. Het heet Vivacancia. Sommigen kennen elkaar al, zoals Julius en zijn broertje Ment, en Sabien en haar broer Guus. 1 meisje gaat alleen, dat is Tessel. Ze gaan met de trein naar Frankrijk, daar begint ook zo'n beetje het hele verhaal. Het verhaal gaat over beelden die kapot worden gemaakt. Het verhaal begint als Tessel in de trein zit en het warm heeft en even naar de WC moet. Als ze opstaat begint de trein af te remmen en als ze in het Wctje is staat de trein stil. Omdat het er warm is wil ze een raampje open doen. Ze krijgt het raampje moeilijk open. Als ze het open heeft schrikt ze zich rot van een beeld met een uitgemergelde kop die haar recht aan kijkt. Opeens kwam er iets uit het niets en knalde tegen het beeld aan. Het beeld viel om en brak in stukken. Ze schrok en deed het raampje dicht, ze ging op de Wc zitten met haar kleren aan, ze dacht na: Een steen uit het niets of van de trein? Na een paar minuten kwam ze de Wc weer uit en ging weer zitten.Als ze door het gangpad loopt hoort ze een kleine donkere jongen met een leuk gezicht zeggen: Julius?, als je aan de noodrem trekt, kom je dan in de gevangenis? Tessel loopt verder en gaat zitten. De kleine jongen die aan de noodrem wou trekken liet zich over de bank zakken en gaat bij een andere jongen staan. De kleine jongen heet Ment en is het broertje van Julius. Ment wil ook helemaal niet naar het kamp en bedenkt daarom allerlei manieren om niet te gaan. Julius slaat zijn boek dicht en zegt tegen Ment dat het allemaal nog wel mee valt. Opeens vloog de deur naar de gang open en stonden er een jongen en een meisje in de deuropening ruzie te maken. Het zijn Sabien en Guus. Ze maken ruzie omdat guus geen kamppetje op wil en dat moet in hun cabine. Guus wil niet meer terug naar de cabine en daarom wisselen ze met 2 Zweedse meisjes die in de gang zaten. Hier ontmoeten ze Ment en Julius en samen komen ze tot de conclusie dat ze eigenlijk helemaal niet naar het kamp willen. Als ze in Durac aan komen (dat is het stadje waar ze in bussen over stappen) wordt het opeens heel druk. Daar missen ze bussen naar het kamp en ontmoeten ze Tessel die ook de bus heeft gemist. Samen besluiten ze verder te trekken door de omgeving de komende 2 weken. Als ze even later buiten de stad even pauze houden ontdekt Tessel dat ze de verkeerde rugzak heeft. In de andere rugzak zitten allerlei vreemde dingen zoals een paardebeen van Marmer en een tekenmap met potloden en een kaart met kruisjes erop met allerlei latijnse tekens ernaast. Ze besluiten de route te gaan lopen waarlangs de kruisjes staan. Deze leidt het eerst naar een ziekenhuis waar ook al een beeld kapot is geslagen. Als tweede leidt deze naar een kerkhof in het stadje Montigny waar nog niets kapot is geslagen. Ze overnachten die nacht in een ruine even buiten Montigny. Als ze de volgende dag weer in Montigny komen is er wel een beeld kapot geslagen op het kerkhof. Ze gaan even wat eten in Montigny en merken dat iemand hun tekent. Het is Dante, de kunstenaar uit Montigny. Hij nodigt ze uit om te komen logeren in z'n huis omdat hij graag wil dat Ment voor hem poseert. De kinderen slaan het aanbod af en gaan verder naar het volgende kruisje, de kermis in het stadje Larive. Ze vonden er eerst niks, maar toen Ment in de draaimolen wilde zag hij een kapot beeld van wat eerst een paard was en nu alleen nog maar 4 paardebenen stonden. Vanuit Larive gaan ze naar het huis van Dante, want daar is het 5e kruisje. Als ze bij Dante aankomen worden ze vriendelijk ontvangen door hem en Martine zijn huishoudster. Dante heeft achterin zijn tuin heel veel beelden van zijn katten, want hij heeft wel 5 katten. Hij heeft helemaal een paadje van kattebeelden gemaakt. Hij heeft 1 lievelingskat: Malacoda, het beest heeft een kromme staart, dat komt doordat iemand vroeger er is op gaan staan. De volgende dag vinden ze het beeld van Malacoda kapot in de tuin, Dante is woest als hij het hoort. Nog een dag later vinden ze Malacoda met ingeslagen schedel in de tuin, ze zeggen het Dante maar niet zolang ze niet weten wie de dader is. Ze ontdekken nog een geheim atelier in de tuin, het ziet er precies zo uit als dat van Dante, maar dan in spiegelbeeld. Het blijkt van Dante's broer te zijn: Plooy, maar het staat al jaren leeg, want Plooy is al jaren dood, tenminste dat denken ze, want opeens zien ze een man wegrennen met Ment op z'n schouders, ze rennen hem achterna en halen hem in. Ze vechten met hem en hij rent weer weg. Ze hebben Ment weer terug, maar ze voelen zich niet meer veilig. Als ze terug lopen naar het huis ontdekken dat er 2 mannen in de gang staan te ruzie maken: Dante en Plooy, ze hadden ruzie over vroeger. Opeens is het stil en lopen ze heel vriendelijk met elkaar weg. Toen ze er over een uur nog niet weer waren gingen de kinderen op zoek, ze hoorden lawaai uit een diepvrieskist en vonden daar Dante. Plooy was ontsnapt en verdwenen. Toen ze de volgende morgen aan het ontbijt zaten ging de telefoon, het was de politie; een goede vriend van Dante. Er was een man verdronken met een zwarte rugtas, ze vroegen of Dante hem kende. Dante zei van niet, maar wist wel dat het zijn broer was die nu dus echt dood was. Plooy werd begraven in het familiegraf en de kinderen gingen terug naar Nederland. Mening Ik vond het een mooi boek met veel actie en spanning.