De zonnewijzer door Maarten 't Hart

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
Boekcover De zonnewijzer
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas havo | 3152 woorden
  • 29 november 2002
  • 94 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
94 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Maarten 't Hart
Genre
Thriller & Detective
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
2002
Pagina's
240
Geschikt voor
bovenbouw vmbo/havo/vwo
Punten
2 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands
Literaire thema's
Liefdesrelatie: problemen,
Misdaad: moord: whodunit,
Moord

Boekcover De zonnewijzer
Shadow
De zonnewijzer door Maarten 't Hart
Shadow
Samenvatting per hoofdstuk

Hoofdstuk 1:
Roos is gestorven aan een zonnesteek, Leonie Kuyper was haar beste vriendin, en verzorgt haar begrafenis.

Hoofdstuk 2:
De telefoon gaat, het is de notaris van Roos of Leonie tijd heeft om naar zijn kantoor te komen om het testament te bespreken. Leonie gaat er heen, het blijkt dat Roos haar het grootste deel aan Leonie heeft nagelaten onder één voorwaarde, dat ze voor de katten blijft zorgen en daarom in haar voetsporen moet treden.
Hoofdstuk 3:
Leonie gaat langs het huis van Roos, de katten begroeten haar. Leonie loopt door het huis, ze trekt kleren van Roos aan en doet haar make-up op (ze kruipt in de huid van Roos). Dan hoort ze iemand bij de voordeur, het is Bas Menntik, hij had ook een sleutel van het appartement.
Hoofdstuk 4:
De volgende dag gaat Leonie terug naar het appartement. Er belt iemand op, ene Freek, hij weet niet dat Roos dood is en wil het in eerste instantie niet geloven. Hij zet ook vraagtekens bij de manier waarop Roos is gestorven.
Hoofdstuk 5:
Leonie gaat naar het strand waar Roos ziek is geworden en doet navraag naar wie haar heeft gevonden. Ze komt erachter dat het de Mastenbroeks waren. De man heeft zelfs stukjes van Roos opgenomen terwijl ze lag te zonnen.
Hoofdstuk 6:
De volgende dag staat meneer Mastenbroek voor de deur van het appartement. Hij laat haar de videobanden van Roos zien die hij heeft opgenomen.
Hoofdstuk 7:
Leonie blijft voor het eerst in het appartement overnachten. Ze vraagt zich af waar de sleutels van de auto is gebleven en waar de auto is gebleven. Deze staat waarschijnlijk nog in Katwijk bij het strand, maar ze kan hem nergens vinden
Hoofdstuk 8:
Leonie wil haar haar hetzelfde doen als dat van Roos. Echter de eerste kapper waar ze heen gaat vind dat niet zo’n goed idee. Vervolgens gaat ze naar de kapster van Roos, deze wil het wel doen.
Hoofdstuk 9:
Leonie bekijkt de overige banden van meneer Mastenbroek. Er wordt aangebeld door een van de buren die zijn kat kwijt is
Hoofdstuk 10:
Freek komt op bezoek. Ze hebben het over Roos en het vermoeden van Freek dat ze waarschijnlijk is vermoord.
Hoofdstuk 11:
Freek en Leonie gaan uit eten, daar bespreken ze de dood van Roos en de mogelijkheid van een moord.
Hoofdstuk 12:
Leonie praat weer met de Notaris
Hoofdstuk 13:
Leonie gaat naar het laboratorium om de spullen van Roos op te halen.
Hoofdstuk 14:
Leonie gaat het kluisje van Roos openen ze komt erachter dat Roos veel zwart geld had.‘s Nachts wordt ze wakker van iemand bij de voordeur.
Hoofdstuk 15:
Leonie gaat op zoek naar het mysterieuze meisje. Zo komt ze in Zevenhuizen terecht.
Hoofdstuk 16:
De onderzoeker die Freek erop uit had gestuurd om Roos‘ dood te onderzoeker had niets bijzonders gevonden. Leonie zoekt en bepaalde kleur nagellak die kan ze niet vinden.
Hoofdstuk 17:
Leonie nodigt Riet uit mom bij haar te komen eten en praten, tijdens het etentje komt Freek binnenvallen.
Hoofdstuk 18:
Leonie komt erachter dat Roos aan sm deed samen met Freek en een paar vrienden.
Hoofdstuk 19:
Bas heeft gevraagd of Leonie een gastonderzoekster uit Canada tijdelijk in huis wil nemen. De gatonderzoekster komt eigenlijk om te kijken of er niet is geknoeid met experimenten.
Hoofdstuk 20:
Leonie komt erachter op welke manier Roos misschien is vermoord. Ze vertelt dit tegen Freek.
Hoofdstuk 21:
Leonie gaat met Freek en een paar vrienden eten. Dan gaan ze naar de Poseidon er gebeurt echter een ongeluk waardoor ze al snel weer naar huis gaan
Hoofdstuk 22:
Leonie gaat naar het laboratorium, daar praat ze met Riet
Hoofdstuk 23:
Leonie ziet de vermiste zwarte Saab van Roos en volgt hem. Het blijkt dat Fiona in de auto rijd. Ze vermoedt dat Eduard (vader) Roos heeft vermoord. Als hij Leonie ziet (die lijkt veel op Roos) zakt hij in elkaar.
Hoofdstuk 24:
Leonie probeert uit te zoeken hoe en door wie Roos is vermoord.
Hoofdstuk 25:
Leonie wordt vergiftigd en beland in het ziekenhuis. Freek komt erachter wie Roos heeft vermoord en Leonie heeft vergiftigd. Hij en de notaris zijn in het ziekenhuis.
Hoofdstuk 26:
Leonie weet wie Roos heeft vermoord en haar probeerde te vermoorden, en bespreekt dit met Riet.
Titel:

De zonnewijzer slaat op de zonnewijzer die in de tuin van het labarotorium staat, deze komt regelmatig terug in het boek. Hij geeft als er zon is heel duidelijk de tijd aan, echter door de datura (een plant), die goed gebloeid heeft een deel van de wijzerplaat’ bedekt.

Motto:

Is niet aanwezig

Thema:

Het vinden van de moordenaar, omdat verschillende mensen denken dat Roos niet aan een zonnesteek is verdwenen, begint ook Leonie te twijfelen en komt ze geleidelijk aan steeds meer aanwijzingen tegen.
Leonie kruipt ook in de huid van Roos, de ene keer iets minder dan de andere keer, maar hierdoor roept ze veel reacties op en komt ze erachter wie de verantwoordelijke is voor Roos’ dood.

Genre:

detective en roman,

Motieven:

moord, de moord op Roos en het onderzoek daar naar. In iemands huid kruipen, Leonie kruipt in Roos’ huid en komt mede hierdoor erachter, wie haar vermoord heeft. Jaloezie, degene die Roos heeft vermoord deed dit uit jaloezie, maar er komen ook andere dingen voor die jaloezie bij de verschillende personages opwekken, bijv. vermoede affaires met Roos

Perspectief:

alles wordt door de ogen van Leonie beleefd, het is dus een ik-perspectief

Tijd:

± 5 maanden, in augustus begint het verhaal wanneer Roos dood gaat het verhaal eindigt rond de kerst, dus december, wanneer Leonie in het ziekenhuis beland, omdat ze vergiftigde paddestoelen (waarvan ze een deel bewaarde voor kerst) heeft gegeten.

Ruimte:

Leiden en omgeving, hier zijn de meeste locaties gevestigd. Roos‘ appartement, hier trekt Leonie in na de dood van Roos om in haar voetsporen te treden. Laboratorium, hier worden enkele stukjes van de puzzel gevonden. En bij de notaris, hier voert Leonie verschillende belangrijke gesprekken met de notaris.

Opbouw:

het boek bestaat uit 26 vrij korte hoofdstukken, telkens als iets is afgelopen, begint een nieuw hoofdstuk

Personages:

- Leonie: is een vrouw die geen kinderen kan krijgen, na de dood van haar beste vriendin kruipt ze in haar huid. Maar je komt niet echt te weten wie Leonie nu is, vrij oppervlakkig. Leonie is de hoofdpersoon, maar toch een flat character
- Roos: Roos was een excentrieke, mooie, onafhankelijke vrouw, populairder bij mannen dan bij veel vrouwen. Roos is een hoofdpersoon, en een round character
- Freek: aannemer die goed bevriend was met Roos en probeert uit te zoeken wat er met Roos is gebeurd.
- Notaris Graafland: een stotterende man, die Leonie helpt met enkele zaken.
- Riet: koffiejuffrouw op het laboratorium, Leonie vertrouwt haar, ze wordt op het eind verdacht van de moord op Roos, maar Leonie weet dat het niet waar is.

De Kunstenaar

Maarten ’t Hart werd geboren op 25 november 1944 in Maassluis in een streng Calvinistisch gezin. Hij bezocht na het lager onderwijs de HBS en vervolgens studeerde hij biologie in Leiden.
Na het afronden van zijn studie werd hij etholoog aan de Leidse universiteit. (Een etholoog bestudeert gedragingen van dieren).
In 1971 debuteert hij onder het pseudoniem Martin Hart met de roman Stenen voor een ransuil. In 1973 schrijft hij Ik had een wapenbroeder. In 1975 krijgt hij de Multatuliprijs voor zijn roman Het vrome volk.
In 1978 volgt dan de roman Een vlucht regenwulpen die in 1981 verfilmd wordt. Deze roman heeft wel de meeste aandacht gekregen van lezers en critici.
De kroongetuige (1982) is in zoverre uitzonderlijk omdat het een literaire detectiveroman is. Toch had Maarten Hart dat genre al eens eerder geprobeerd, namelijk in het verhaal Ratten uit 1973.
Zoals bij veel schrijvers kenmerkt zich zijn werk door autobiografische elementen. De gebeurtenissen spelen zich vaak af in een streng godsdienstig milieu, waaraan de hoofdfiguur moeilijk kan ontsnappen. In bijvoorbeeld Stenen voor een ransuil uit 1971 komt deze problematiek aan de orde evenals de rol die zijn seksuele geaardheid speelt in zijn leven.
Men heeft wel eens een vergelijking getrokken tussen de jeugd van Jan Wolkers in
Oegstgeest en die van Maarten 't Hart in Maassluis. Beide auteurs werden streng gelovig (Calvinistisch) opgevoed en beiden verwerken die invloed in hun literaire werk.
Als je boeken van Maarten "t Hart leest, merk je tevens duidelijk de invloed van zijn studie in de biologie.
Ook het thema van het ‘anders zijn’ door zijn homoseksualiteit komt in veel van zijn romans en proza naar voren. In De som van misverstanden (1978) beschrijft Maarten 't Hart op boeiende wijze welke rol boeken in zijn leven spelen
Wie zich goed op de hoogte wil stellen van leven en werk van Maarten 't Hart zou in een bibliotheek kunnen lenen: Weck, In contact met het werk van moderne schrijvers, deel 8, plaatsingsnummer *857.6
Nog enkele hierboven niet genoemde boeken:
Mammoet op zondag (Een verhalenbundel, 1977), Laatste zomernacht (1977), De droomkoningin (1980), De ortolaan (boekenweekgeschenk in 1984), Het vrome volk (1975); De aansprekers (1979); De zaterdagvliegers (Verhalenbundel 1981); Alle verhalen (1982); De huismeester (1985); De jacobsladder (1986); Het uur tussen hond en wolf (1987); De steile helling (1988); De unster (1989); Onder de korenmaat (1991); Het woeden der gehele wereld (1993); De nakomer (1996); De vlieger (1998).

Cultuurhistorie

Er is geen verschil omdat het in dezelfde tijd en in het zelfde land afspeelt. Er zijn misschien minieme verschillen maar daar weet ik niks van.

De lezer

Onderwerp:
Het onderwerp is wel interessant. Het is wel interessant om te zien hoe iemand in iemand anders huid kruipt, en daarna er ook nog achterkomt, gedeeltelijk doordat ze in die huid is gekropen, wie die persoon vermoord heeft.

De gebeurtenissen:
Er zit een heel duidelijke en strakke verhaallijn in hierdoor kun je het heel goed volgen. Ik vind de gebeurtenissen niet bepaald echt heel spannend, omdat ik vind dat het gedeeltelijk wel voorspelbaar was. Het verhaal is eigenlijk best dramatisch, een vrouw die in de huid van iemand anders kruipt na diegene’s dood, en er zo achterkomt wie haar heeft vermoord.
Het eind is niet helemaal duidelijk, er wordt niet precies aangegeven wie nou de dader is en er gebeurt verder niks met de dader, omdat ze het willen laten rusten. Het boek blijft niet echt boeien, je zou het niet gauw in één keer uitlezen. Dit komt gedeeltelijk omdat het boek uit eigenlijk teveel korte hoofdstukken bestaat en omdat het taalgebruik eigenlijk te simpel is.
De bouw:
Het verhaal komt vrij snel op gang, omdat je meteen middenin een belangrijke gebeurtenis zit.
De opbouw van het verhaal in zoveel korte hoofdstukken is niet bepaald prettig om te lezen. Hierdoor wordt het niet echt meer een goed doorlopend verhaal voor mij. Er is maar één verhaallijn, die van Leonie, je blijft haar gedurende het hele boek volgen.
Personages:
De personages, gingen totaal niet voor me leven, ze waren totaal niet herkenbaar. Dit komt omdat, de personages niet echt werden uitgewerkt, behalve misschien Roos zij wordt een beetje meer beschreven. De personages gedroegen zich wel zoals ik verwachtte, dit haalde ook een stuk spanning uit het boek weg, omdat de personages soms te voorspelbaar waren. Ik vond Riet wel symphatiek, zij probeerde Leonie te helpen.
Het taalgebruik: Het taalgebruik was vrij simpel, korte niet al te moeilijke zinnen, dit deed in mijn ogen een beetje afbraak aan het verhaal, omdat het eigenlijk te simpel was. Enkele keren komen er dialecten voor, en er werden enkele dingen uit de bijbel en van schopenhauer geciteerd. Die citaten waren er eigenlijk te veel en dat was niet echt prettig om te lezen.
Vergelijking met de recensent

Ik ben het wel eens met de recensent, het boek is niet bepaald spannend, het einde is gewoon slap. Er gebeurt te weinig om het boek echt spannend te maken, er zitten enkele wat spannendere stukken in, maar niet veel. Bij het einde denk je van was het dit nou, er is niet echt een duidelijk einde, er wordt wel gezegd wie de dader is, maar dusdanig omslachtig dat je eigenlijk nog niet weet.
De recensent zei ook iets over de humor die wordt gebruikt word in het boek. Ik vind persoonlijk dat er niet veel humor in zit, af en toe een stukje waarvan je denkt, dat is wel lachen, dat is wel een pluspuntje voor dit boek. Maar over het algemeen was dit dus geen geweldig boek, volgens mij heeft Maarten ’t Hart wel betere boeken geschreven.

Onderzoek naar de dood van een vriendin
ZELFS IN LITERAIRE THRILLER TOONT MAARTEN ’T HART FRUSTRATIE OVER GEREFORMEERD VERLEDEN

Gert van de Wege
Geplaatst: 16-10-2002 | 13:35
Laatst gewijzigd: 16-10-2002 | 13:35
Titel: ”De zonnewijzer”
Auteur: Maarten ’t Hart
Uitgeverij: De Arbeiderspers, Amsterdam, 2002
ISBN 90 295 2234 8
Pagina’s: 240
Prijs: € 17,95 (pb) of € 23,95 (geb).

”De zonnewijzer”, de jongste roman van Maarten ’t Hart, is een boek dat je kunt uitlezen om het daarna vrijwel direct weer vergeten te zijn. Het is bedoeld als literaire thriller, zoals eerdere romans van zijn hand, maar zowel de literatuur als de spanning komt er tamelijk bekaaid vanaf. Wel lopen er twee meer of minder gefrustreerde ex-gereformeerden in het boek rond.
Maarten ’t Hart (1944) staat vooral bekend als een afvallige gereformeerde die in zijn latere jaren weinig nagelaten heeft om het geloof van zijn jeugd als een komisch misverstand aan de kaak te stellen. Hij kan daar moeilijk mee stoppen: in de afgelopen jaren verschenen er nog twee boeken met columns over de Bijbel. Voer voor psychologen, deze afrekening met het christelijk geloof, die waarschijnlijk pas met ’s mans dood stopgezet zal worden. Voor veel christenen werd ’t Hart persona non grata, en dat is niet onbegrijpelijk: hij overschreed vrijwel elke grens waarvoor een gelovige halt houdt, en deed dat vaak zo provocerend dat zijn naam ging staan voor alles wat maar antichristelijk was. Wie ’t Hart echter in dit plaatje opsluit, vergeet dat hij als romanschrijver grote kwaliteiten heeft, kwaliteiten die hij niet altijd misbruikt. In ”De jacobsladder” (1986) bereikte hij naar mijn idee een hoogtepunt. Hij schreef deze roman met een groot gevoel voor omgeving (het eerste hoofdstuk, op Rozenburg!), de personages eruit zijn onvergetelijk, evenals verschillende afzonderlijke scènes. Het karikaturaal aangezette beeld van diverse gereformeerde personen in het boek vermindert mijn enthousiasme, maar het beeld van de gek geworden, profeterende vader Ruygveen op de laatste bladzijden werkt, vind ik, meer ontroerend dan bespottend. Zo blijft mijn waardering voor ’t Hart altijd nogal dubbelzinnig. Zonnesteek
’t Hart pleit sinds lang voor leesbare romans, dat wil zeggen romans waarin gewoon een verhaal wordt verteld. Hij heeft nooit gehouden van literaire trucjes die om huns zelfs wil in boeken worden gestopt. Het is daarom niet zo verwonderlijk dat hij in verschillende boeken heeft geprobeerd een literaire roman en een thriller tot een eenheid te smeden. ”De kroongetuige” (1982) was er het eerste specimen van. De hoofdpersoon uit dat boek, Leonie Kuyper, is ook weer de ikfiguur in zijn nieuwste roman, ”De zonnewijzer”. Het boek is overigens goed zelfstandig te lezen. Roos, de vriendin van Leonie, is op het strand aan een zonnesteek overleden. Dat is althans de officiële lezing. Leonie denkt al snel dat er meer aan de hand is geweest. Zij gaat op onderzoek uit. Zodoende merkt ze dat ze Roos maar voor een deel heeft gekend. Hoe is Roos aan zoveel geld gekomen? Haar tocht voert Leonie van Katwijkse voyeurs tot in duistere woonboten, waar Roos SM-praktijken uitoefende. Maar ook het laboratorium waar Roos werkte, is verdacht. Wist ze van frauduleus onderzoek, en moest ze daarom uit de weg geruimd worden? Enige diepte krijgen deze gebeurtenissen doordat Leonie indringend wordt geconfronteerd met de aard van haar verhouding tot Roos. Leonie heeft namelijk alles van Roos geërfd, maar daarbij moest ze aan één voorwaarde voldoen: ze moest in haar flat gaan wonen, zodat de poezen van Roos hun oude leventje genoeglijk konden voortzetten. Leonie kruipt echter hoe langer hoe meer in de huid van Roos. Ze begint met haar make-up te gebruiken (hier kon Maartje ’t Hart fijn haar kennis over vrouwelijke cosmetica kwijt), en eindigt ermee zelfs haar stem over te nemen. Ze wordt echter ook geconfronteerd met de meer duistere zijden van Roos’ bestaan, en, bedenkt ze: „Nauwkeurig bracht zo’n beproeving je eigen grenzen en beperkingen en vooroordelen in kaart. Kon ik mij een ander besef van wat goed en kwaad was eigen maken?” Evenals Maarten ’t Hart heeft Leonie het werk van Schopenhauer gelezen, maar anders dan hij denkt ze dat een persoon geen wezen heeft, maar slechts een rol speelt, een rol die hij ook weer kan veranderen. Des te merkwaardiger is het om haar te zien denken: „De lach drukt het diepste wezen van de mens uit.” Hoe het zij, de momenten waarop Leonie zich op haar verhouding tot Roos bezint, zijn niet de minste van het boek. Bijbelkennis
Ook op andere manieren heeft ’t Hart geprobeerd een literaire roman te componeren. Zo is er een complex van motieven rond de zonnewijzer uit de titel. Hij verwijst zowel naar de zonnewijzer die bij het lab staat (en waarnaast een gifplant groeit) als naar het verhaal over Hizkia’s ziekte en genezing. Ik zie echter niet in dat deze verwijzingen echt iets toevoegen aan het boek. ’t Hart lijkt in elk boek wat van zijn bijbelkennis kwijt te willen, en hier moest hij zijn hart luchten over Hizkia. Spannend wil ”De zonnewijzer” ook niet echt worden. Daarvoor gebeurt er te weinig. De ontknoping vind ik ronduit slap. Allicht, niemand die je van de moord verdacht, had hem gepleegd. Bijna alle lijntjes lopen dood, de verschillende verhaalgegevens verdwijnen in het niets, zonder op hun plaats te vallen. Het sterkst is dit boek misschien wel waar ’t Hart de humor in het spel brengt. Diverse keren flauw, maar af en toe hilarisch. Zo is er de notaris Graafland, die de g niet kan zeggen, en, hoe kon het anders, op de Galigaangracht in Groenhoven woont. Hier is ’t Hart een humorist in de beste negentiende-eeuwse traditie. Een ander typetje is Freek, vriendje van Roos en afkomstig uit de bouwwereld. Zijn taaltje karakteriseert hem scherp: „Zo’n goocheme advocaat, zo’n Moskoufiets.” ’t Hart schrijft, ook om deze personages te typeren, zeer natuurlijke dialogen. Af en toe worden ze naar mijn smaak al te spreektalig. Ergerlijk is dat dit met zich meebrengt dat talloze malen de woordjes ”god” en ”jezus” in de conversatie ingevlochten worden. Het is wat voorspelbaar, maar ’t Hart kon het niet laten om iets met zijn frustratie over zijn kerkelijke verleden te doen. Leonie is van huis uit christelijk gereformeerd. Als zij een broek van Roos aantrekt, denkt ze: „Herhaaldelijk had de dominee vroeger in zijn preken gezegd: „Zusters, taal toch niet naar het kleed van de man, een pantalon doet de Heere zo’n zeer.” Wat was ik hem daar dankbaar voor! Dankzij die opmerking trok ik steevast met heidens plezier een broek aan.” Lachen! Zo ook Freek, afkomstig uit de gereformeerde gemeenten. Hij zegt dingen die ik liever niet citeer. Heel verlicht Nederland zal smakelijk lachen om een dronken Freek in een bootje, die op weg naar een SM-sessie „Scheepken onder Jezus’ hoede” zingt, maar ik hoef het niet, deze kwetsende… ja wat? Humor?

REACTIES

M.

M.

Ik wilde graag even weten waar je je recensie vandaan hebt gehaald die in je verslag staat wil je dit mij even vertelen

michiel

22 jaar geleden

D.

D.

Ik heb een vraag over de recensie; Waar heb je hem gevonden?
Zou je me je antwoord willen sturen? Alvast bedankt

Groetjes Danielle

21 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.