Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

De zonnewijzer door Maarten 't Hart

Beoordeling 8
Foto van een scholier
Boekcover De zonnewijzer
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas havo | 6404 woorden
  • 13 november 2003
  • 292 keer beoordeeld
Cijfer 8
292 keer beoordeeld

Boekcover De zonnewijzer
Shadow
De zonnewijzer door Maarten 't Hart
Shadow
ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
Hoofdstuk 1 Deel A Samenvatting Het verhaal begint wanneer Leonie Kuyper, de hoofdpersoon, naar een crematie moet en niet weet wat ze aan moet trekken. Haar beste vriendin, Roos Berczy, was overleden, aan een zonnesteek. Leonie had de hele crematie moeten regelen, want Roos had geen familie. Een paar dagen na de crematie gaat bij Leonie de telefoon. Het blijkt de notaris van Roos te zijn, die haar bij hem op kantoor verteld dat ze alles van Roos erft, mits ze voor Roos haar katten zorgt. De notaris wil dat ze in de voetstappen van Roos treed zodat er voor de katten weinig zou veranderen. Leonie rijdt meteen even lang Roos huis om haar katten te verzorgen. Roos had drie katten, Tijg, Ober en Lellebel. Roos was dol op haar katten. Leonie, vind dit onzin, maar doet dit toch, omdat ze weet dat Roos dat zo gewild had. Roos had een heel groot appartement, veel en chique kleren en veel geld een aandelen. Leonie trekt de kleren van Roos aan, maakt zich net zo op als Roos deed en plakt dezelfde lange nagels op als Roos altijd had. Daardoor lijkt ze zo sprekend op Roos dat wanneer Bas binnenkomt (een collega, vriend en later blijkt ook minnaar, van Roos) hij zo erg van haar schrikt dat hij flauw valt. Wanneer ze de volgende dag terugkomt wordt ze gebeld door ene Freek. Hij wist nog niet dat Roos dood was, en wil het in eerste instantie niet geloven. Hij denkt niet dat ze doodgegaan is aan een zonnesteek maar is vermoord. Roos, zo zei hij, lag altijd buiten te zonnen, en de dag van haar dood had de zon amper geschenen. Het zet Leonie aan het denken. Ze gaat naar het strand (Katwijk) toe, waar Roos is gevonden, en vraagt aan een eigenaar van strandtent of hij zich nog kon herinneren wat voor weer het toen was. Via hem komt ze in contact met Pleun Mastenbroek, de man die Roos gevonden had. Het blijkt een beetje een rare man te zijn, die Roos op de dag van haar overlijden heeft gefilmd. Hij had banden vol met stukjes Roos, ook van tijden geleden. Leonie mocht ze lenen. Leonie blijft voor het eerst slapen in Roos haar appartement en ze merkt op dat ze niet weet waar de auto, een zwarte saab, van Roos is gebleven. Ze gaat op zoek in Katwijk maar kan hem nergens vinden. Leonie probeert steeds beter op Roos te lijken. Ze gaat naar de kapper van Roos en laat daar haar haar hetzelfde knippen als Roos. Freek komt langs. Met Leonie praat hij over de dood van Roos. Freek is ervan overtuigd dat Roos vermoord is. Een tijdje voordat ze overleed had ze nog immers tegen Freek gezegd dat iemand haar dood wilde hebben. Leonie laat hem de videobanden van Pleun Mastenbroek zien, en dan gaan ze samen een hapje eten. Freek stuurt een privé-detective erop af maar dat haalt niks uit. Roos was een analiste en werkte op een Farmacologisch laboratorium. Leonie krijgt een maand na het overlijden van Roos, een briefje of ze de spullen van Roos opkomt halen. Leonie komt midden in de koffiepauze en drinkt een kopje mee terwijl ze naar het binnenplein kijkt. In het midden van het binnenplein bevind zich namelijk een prachtige zonnewijzer. De spullen van Roos laat ze daar nog even liggen, het gemis van Roos wordt haar even teveel. Freek vind dat Leonie al het geld nu moet opmaken want met de komst van de euro wordt het heel wat minder waard. Leonie gaat naar de bank toe, doet alsof ze Roos is en haalt het hele kluisje leeg. 50.000 gulden komt er te voorschijn. Thuis verstopt ze het geld in de boeken, en komt nog meer briefjes geld tegen. Ze vraagt zich af hoe Roos aan al dat geld kwam. Midden in de nacht staat er een meisje voor de deur. Hetzelfde meisje dat ze op de begrafenis al opmerkte. Ze zoekt haar adres op in het condoleanceregister, misschien is het namelijk de moordenaar van Roos. Het meisje heet Fiona Stekenburg en Leonie gaat naar haar huis, de woonboot Poseidon. Leonie vermoed dat Roos XTC op die woonboot maakte, en dat daar al dat geld ook vandaan komt. Op een dag komt ze in de supermarkt Riet Goudsbloem tegen, een collega van Roos. Zij vraagt of Leonie misschien een Frans-Canadese farmacoloog die een maand bij hun komt werken, onderdak wil bieden. Met tegenzin stemt Leonie toe. Tijdens het opruimen van de logeerkamer komt lieslaarzen met hoge naaldhakken, een zwart veterkorset van glimmend latex, handboeien en meer van dat soort spullen tegen. Ook komt ze foto’s tegen waar Roos op te zien is in haar vertekorset en met een gemaskerde man. Ze realiseert zich hoe veelzijdig Roos was. Ze trekt de gevonden spullen aan, om te zien hoe het haar staat. De bel gaat, het is Freek. Freek bekent haar dat hij met Roos en nog wat mensen aan Sm deed, en dat hij haar daarvoor betaalde. De gemaskerde man op de foto’s kent hij niet. De Frans-Canadese farmacoloog blijft drie weken logeren bij Leonie. Op haar laatste avond vertelt deze haar dat ze onder valse voorwendselen het instituut is binnengedrongen. Er bestaat namelijk een steeds groter vermoeden dat er op het laboratorium met de onderzoeksresultaten gefraudeerd werd, zegt ze, en ze vertelt dat zij dat uitkwam zoeken. In alle credits stond de naam van Roos, misschien was dat een motief waarom ze vermoord is . De volgende dag gaat Leonie samen met haar gaste naar het laboratorium. De man van de farmacoloog komt haar daar ophalen en merkt de uitzonderlijke plant die bij de zonnewijzer staat op, de Datura fastuosa. Hij vertelt dat die plant heel giftig is. Dat je er en reuk- en smaakloos poeder van kunt maken. Als iemand dat binnen krijgt en in de zon loopt kan hij/zij in coma raken dan kan de afloop fataal zijn. Precies de symptomen waaraan Roos is doodgegaan. Leonie belooft aan Freek en keer met hem mee te gaan naar het SM-clubje van hem. Eerst eten ze wat met elkaar, Freek en zijn drie andere vrienden, een blondine die Sheila heet en Leonie. Na het eten gaan ze in een bootje naar de plek waar het allemaal gaat gebeuren. Het blijkt de poseidon te zijn, de XTC-theorie valt dus af, wat Leonie heel erg oplucht. Hun bootje wordt geramd door een andere boot. De helft van het gezelschap valt in het water, waarbij een man zich zodanig stoot dat hij naar het ziekenhuis moet. Het feestje gaat dus niet door, ook dit tot opluchting van Leonie. Leonie denkt dat het wel eens iemand uit het lab had kunnen zijn die Roos vermoord had, b.v Marjolein de vrouw van Bas, die altijd zo jaloers op Roos was. Maar die was pas om 5 over half een van het lab weggegaan. Leonie bleef er maar aan denken. Misschien stond de zonnewijzerklok wel achter… Leonie ging gelijk kijken. Daar botst e op Riet, die haar verhaal niet gelooft. In haar kamertje vertelt ze dat de farmacoloog uit Canada, naar hun lab toe was gekomen om te kijken wat hun tactiek is, omdat ze al jarenlang jaloers zijn op het Nederlandse laboratorium. Ook vertelt Riet dat at verhaal van de man van de farmacoloog helemaal niet klopt, Ze heeft alle boeken die ze kon vinden over de Datura fastuosa gelezen, en dat dat verhaal ook alleen maar bedoeld was om hun laboratorium onderuit te halen. Leonie gaat de zelfde boeken uit de bieb halen om te kijken of het waar is. Terwijl ze naar huis fietst komt ze de zwarte saab van Roos tegen. Ze achtervolgt hem, en uit de auto stapt Fiona Stekenburg. Zij vertelt dat Roos haar de auto had beloofd wanneer ze zou sterven, omdat ze Fiona als haar nichtje beschouwde. Fiona had als woonadres de woonboot Poseidon opgegeven omdat ze vaak met Roos mee was gegaan naar haar ‘clubje’. Fiona was op weg naar haar vader, dien niet wilde erkennen dat zij zijn dochter was. Ze ging hem bespioneren, daar kreeg Fiona namelijk een warm gevoel bij. Leonie gaat met haar mee en het blijkt een collega van Roos te zijn, Eduard. Na 20 minuten nemen ze afscheid van elkaar. Fiona vertelt dat ze nooit lang is geweest omdat ze vermoed wie de moordenaar was, en dat dat veel te gevaarlijk was. Ze wil het Leonie niet vertellen. Wanneer Leonie weer op haar fiets stapt komt Eduard naar buiten om zijn hond uit te laten. Hij ziet Leonie en valt flauw, omdat hij denkt dat het Roos is. Leonie rent naar zijn huis en amen met zijn vrouw slepen ze hem naar binnen. Zij is nog dokter geweest, en maakt zijn overhemd los. Leonie herkent de man van de SM-foto’s van Roos. Leonie wordt wakker in het ziekenhuis. De notaris en Freek zitten op het bed met elkaar te praten. Leonie was vergiftigd op dezelfde manier en door dezelfde persoon die ook Roos had vermoord. Leonie was vergiftigd met champignons, die ze in de supermarkt had gekocht. Stennis, de privé-detective had gezien hoe een vrouw met een grote bril het bakje champignons in Leonie’s karretje verwisselde. Toen Freek dit hoorde had hij gelijk aan Riet gedacht en had dit aangegeven bij de politie. Maar het was Riet niet. Zodra Riet vrij was gelaten kwam ze bij Leonie waken, zodat de werkelijke moordenaar haar niet nog eens zou kunnen pakken. Zij vertelt wat, Leonie al had bedacht, dat het de vrouw van Eduard was geweest. Riet had dat niet aan de politie doorgegeven omdat ze het allemaal zo sluw en perfect in elkaar vond zitten dat als er al een rechtszaak van zou komen, ze niet zou worden bestraft wegens gebrek aan deugdelijk bewijsmateriaal. Leonie had de vrouw ook al in de supermarkt herkent aan haar eigenaardige schuifelpasje. De vrouw van Eduard had een zenuwaandoening en waarschijnlijk zou ze niet lang meer leven. Ze had Roos gehaat omdat zij met haar man was vreemdgegaan en haar daarom vermoord. Leonie had ze willen doden omdat ze bang was dat zij teveel wist. Riet had een voorstel voor Leonie. Zij zouden de vrouw van Eduard niet aangeven, en Riet zou haar zeggen dat ze wisten dat zij de dader was en dreigen dat ze zoiets niet nog eens moest proberen. Leonie realiseert zich dat Riet dit alleen maar doet om het Lab te beschermen maar toch stemt Leonie. Het kan haar allemaal niet meer zoveel schelen, Roos komt er immers niet mee terug. En de moordenares zou immers niet lang meer te leven hebben. Deel B Een objectieve roman analyse 1a Titel verklaring De titel is aan verschillende aspecten ontleend. Roos is overleden aan een

zonnesteek, het boek heet de zonnewijzer. Roos werkte op een laboratorium, op het binnenplein hiervan stond midden op het gazon een grote zonnewijzer. Naast deze zonnewijzer staat een boom, de Datura fastuosa. Het zaad van deze boom is giftig. Hiermee is Roos ook om het leven gebracht. Ook is het zo dat die Datura erg mooi bloeide, in de periode dat Roos om het leven werd gebracht, op haar begrafenis zij professor Wehnagel (de man van de moordenares): ‘In de bloei van haar dagen moest zij, zoals het oude boek zegt, heengaan door de poorten van het dodenrijk en derven de rest van haar jaren’. (p. 8) Op p. 102 denkt Leonie terug aan een van de preken van vroeger: “Zo luidt het woord des Heren: Ik zal u gezond maken; aan den derden dag zult gij opgaan in het huis des Heeren.” En dan zegt, broeders en zusters, Jesaja: “Neemt eenen klomp vijgen; en zij namen ze, en legden ze op de zweer, en hij werd gezond.” Voor het zover is, krijgt Hizkia een teken. Als koning naar Gods hart mag hij zelf kiezen! Jesaja vraagt hem: zal de schaduw van de zonnewijzer tien graden voorwaarts gaan, of tien graden achterwaarts keren? Waarop Hizkia zegt: “Het is de schaduw licht, tien graden nederwaarts te gaan; neen, maar dat de schaduw tien graden achterwaarts keere.” En Jesaja, de profeet, riep de Here aan; en Hij deed de schaduw tien graden achterwaarts keeren in graden, dewelke zij nederwaarts gegaan was in de graden van Achaz’ zonnewijzer.’ Hierna vertelt Leonie dat het citaat aan de kerkgangers wordt uitgelegd: ‘Waarop ons kerkgangers vervolgens duidelijk gemaakt werd dat God om die schaduw tien graden nederwaarts te doen keren, het hele heelal met al zijn miljarden sterrenstelsels in zijn raadselachtige voortgang ‘tien graden’ gestuit had, derhalve de tijd zelf achteruit had doen lopen. Enkel maar om één nietig mens, koning Hizkia, te laten zien: Ik, de Heere God, houd dat hele universum in de holte van mijn hand, ik kan ermee spelen zoals een peuter met zandkorrels of waterdruppels.’ Met al dit wordt volgens mij bedoeld dat net zoals god alles in d hand heeft en met dingen zoals tijd, levens e.d. kan spelen. De moordenaar van Roos ook dit ook kon. Hij speelde met haar leven, hij kon haar nog even laten leven, maar hij kon haar ook direct vermoorden. 1b Motto Er is geen motto in dit boek 1c Thema Ik denk dat het thema van dit verhaal de dood is. Roos is overleden en daar draait het hele verhaal om. Je ziet hoe de hoofdpersoon het verwerkt. Mij werd hierdoor ook duidelijk dat ieder dat op zijn eigen wijze doet. Je ziet namelijk ook dat bijpersonen in dit verhaal het weer anders verwerken, die praten er graag over, of juist helemaal niet. Maar met het rouwproces van Leonie leef je het meest mee. Ook denk ik dat de schrijver wil duidelijk maken dat je niemand echt goed kan kennen. Leonie en Roos waren hele goede vriendinnen en waren, denk ik, erg op elkaar gesteld. Toch kwam Leonie na Roos’ dood erachter dat ze Roos toch niet zo goed kende als zij dacht. Ze kende niet al haar vrienden, ze wist niet dat ze aan SM deed e.d. 2 Genre De zonnewijzer is een roman. Het subgenre is denk ik een misdaadroman. Er is een moord gepleegd, en de hoofdpersoon komt er langzaam achter wie de moord heeft gepleegd en hoe dat precies gedaan is. 3 Motieven Een motief wat iets meer voor de hand licht is misdaad. Roos is vermoord en Leonie gaat uitvinden hoe en door wie dat is gebeurt. 4 Perspectief In de zonnewijzer is het perspectief een meervoudig perspectief, omdat je het verhaal meemaakt door de ogen van verschillende personages. 5 Tijd Het is vrij goed te zeggen wanneer het verhaal zich afspeelt. Het verhaal begint in augustus, op de dag van de begrafenis van Roos’. Dat neem ik aan omdat b.v. op blz. 30 gezegd wordt: ‘Nee mevrouw, zo snel, dat lukt niet, we moeten het over het weekend heen tillen. Maandag zijn we dicht. Dinsdagmorgen, 22 augustus zou kunnen, elf uur’. Het verhaal eindigt in december, er zijn meerdere dingen waaraan je dat kunt merken, b.v. op blz. 224: ‘Zomaar een uitbundig groeiende en bloeiende plant in de binnentuin bij de zonnewijzer met zaden die je makkelijk winnen en bewerken en zelfs tot kerst bewaren kon, en waar je een tabletje …’ Het is ook te zeggen in welk jaar het zich afspeelt. Waarschijnlijk in 2001. Leonie heeft het namelijk over het zwarte geld van Roos. Dat moet snel opgemaakt worden voordat de euro ingevoerd wordt. De verhaaltijd is dus ongeveer 5 maanden. In deze roman is er sprake van een niet-continu tijdsverloop. De verhaaltijd is vijf maanden en niet over elke dag in die vijf maanden wordt geschreven. Maar je hebt het niet in de gaten als er een stuk tijd overgeslagen wordt. De verteltijd is bijna 6 uur. In dit boek is het ’t geval dat de verteltijd korter is dan de verhaaltijd. Er zijn wel kleine gedeeltes waarbij verteltijd gelijk is aan verhaaltijd. Dit is bij normale gesprekken tussen twee personen, b.v. op blz. 234/235, Leonie heeft zelf ook het gif van de Datura binnen gekregen maar ze overleeft het, Riet haalt haar op van het ziekenhuis en zegt: ‘Ik ga nu, als je ’t goedvindt. Drink thee, eet fruit, vruchten zijn toch de allerbeste farmaca, heb je wat eten in huis?’ ‘Ik geloof het wel. Misschien staat er nog een bakje aangebroken champignons.’ Het verhaal wordt chronologisch verteld. Er zijn geen flashbacks of flash-forwards. Maar zoals ik al eerder zij zijn er wel terugverwijzingen. De verteller beschrijft achteraf wat hem overkomen is. We spreken dus van vision par derrière, het is een vertellende-ik. 6 Ruimte Leonie woont in een plaatsje in de randstad. Dit moet wel omdat Leonie wel eens naar Den Haag en Katwijk fietste. Roos woonde waarschijnlijk in dezelfde stad/dorp. In Katwijk op het strand is Roos overleden. Opmerkelijk is dat toen de zon scheen. In het begin van het verhaal wordt namelijk op blz. 5 gezegd: ‘Wie ging er nou dood in de zomer?’ Meestal is het zo dat als er iets verdrietigs of engs in een verhaal gebeurd dan is het donker, dan regent het of is het koud. Bij Roos was dat niet het geval. Maar dat is denk ik gedaan omdat het ook vreemd was dat Roos overleed, ze werd vermoord. Maar niemand wist dat. Leonie is ook naar Den Haag gegaan. Ze ging toen naar de kapper van Roos omdat ze haar haar net zo wou zoals Roos. Leonie wist op dat moment nog niet dat Roos vermoord was, ze wist wel dat er een raar luchtje aan het feit zat dat ze aan een zonnesteek was overleden. Ze wist er dus nog niet veel vanaf. In Den Haag moest ze de hele tijd de weg vragen, de kapster was erg vreemd, ook hier bevindt zij zich op onbekend terrein. Hetzelfde geld voor de zoektocht naar de Poseidon in Zevenhuizen. Ze weet daar niet de weg, ze moet over allerlei rare weggetjes en ze komt vreemde mensen tegen. Het is dus wel te vergelijken met de zoektocht naar de moordenaar van Roos: alles is onbekend en een beetje vreemd. Het verhaal speelt zich ook even af in Groenhoven, bij de notaris. De plaats zelf speelt hier niet zo’n grote rol. Tijdens het verhaal is Leonie vaak bij Roos thuis, in een korte tijd wordt Roos’ huis Leonie’s huis. En in een korte tijd wordt Leonie eigenlijk Roos. Dus, het vreemde van Roos’ huis wordt vertrouwd, Leonie neemt de rol van Roos aan en Leonie komt erachter hoe Roos vermoord is en door wie. Zoals ik al eerder zij speelt het weer ook een grote rol in dit verhaal. Tijdens Leonie’s rouwproces regent het voortdurend. Dat heeft dus niet alleen te maken met het feit dat het herfst is maar ook omdat Leonie verdrietig is en als je dan ook nog leest dat het regent leef je veel meer mee.
7 De opbouw Het boek heeft 235 bladzijdes, het is onderverdeeld in 26 hoofdstukken die alleen genummerd zijn. Het ene hoofdstuk is misschien net iets langer dan het andere. Het is opvallend dat in het begin de hoofdstukken veel korter zijn dan aan het einde. Een nieuw hoofdstuk begint in dit boek eigenlijk net als bij een nieuwe scène in een film. Er wordt dan meestal een kleine tijdsprong gemaakt, b.v. een nieuwe dag die aanbreekt, een ander tijdstip e.d. In het verhaal zijn terugblikken. Leonie gaat namelijk op onderzoek uit, ze wil weten hoe en door wie Roos vermoord is en natuurlijk ook waarom. Hierdoor komt ze met verschillende mensen in contact, vooral mensen die Roos goed kenden. Zij vertellen Leonie wat ze gezien hebben, of ze praten b.v. over dingen die Roos gedaan heeft. B.v. op blz. 127 als Leonie een gesprek heeft met Klaas Heemskerk: ‘Hebt u enig idee wat er daar omgaat?’vroeg ik. ‘Volgens mij fabrieken ze d’r wat. Ze brengen vrachies, ze halen vrachies. Meer kan ik er niet over zeggen. ’t Zijn altijd piekfijne lui, nette kerels, en vaak ook dat meissie, enne…’ ‘Enne wat?’ ‘Hoe mot ik dat eens zeggen? Ik heb die lui eigenlijk alleen in ’t donker gezien. Maar d’r was ook een keer een vrouw bij van uw leeftijd, met net zulke… net zulke…’ ‘Nagels?’ ‘Hoe raadt u ’t zo? Toen ik u daarstraks zag, dach’ ik zelfs even dat u… maar ja, dat ken dus niet.’ ‘Maar was je dan zo dichtbij dat je haar handen kon zien?’ ‘Hoe ver zal ik weg geweest zijn? Vijftig meter?’ ‘Dan kun je in ’t donker toch geen handen zien.’ ‘Normaal gesproken niet, maar ze had d’r nagels gemenied. Ze waren lichtgevend oranjerood, net als onze overalls. Ik maak me sterk dat ze fluoresceerden, ’t was net of d’r tien piepkleine lampionnetjes over het water zweefden.’ Er zijn geen grote tijdsprongen of voorwijzingen. Er zijn wel terugwijzingen, b.v. op blz. 144 als Leonie allerlei spullen vindt waardoor ze constateert dat Roos aan SM deed: ‘Pas toen alles ordelijk op het logeerbed lag, laarzen, handboeien, voetboeien, een nekboei, twee korsetten, twee zwepen, een masker, lange zwarte latexhandschoenen, een halsband waarop puntige uitsteeksels waren aangebracht en een formidabele dildo met niet alleen allerlei riemen en gespen eraan maar ook drie kleine satellietdildootjes, leek mij de enige mogelijke conclusie dat Roos, plat gezegd, aan SM had gedaan.’ Het verhaal is dus niet chronologisch. Maar het wordt wel aaneengesloten opgebouwd. Er zit in dit boek maar één verhaallijn. Alle gebeurtenissen hebben te maken met het centrale probleem. De hoofdpersoon treedt in alle scènes op, het is alleen zo dat ze in hoofdstuk 25 bewusteloos is. Ze praat dan niet maar ze is wel aanwezig. Er zijn in het hele hoofdstuk drie mannen aanwezig, je weet eerst niet wie dat zijn maar daar kom je al snel achter. Het verhaal begint niet ‘bij het begin’. Roos is al dood en niemand behalve de moordenaar weet waarom. En daar kom je in de loop van het verhaal achter. Het eigenlijke motorische moment is het moment dat Roos overlijdt, maar dat is al gebeurd als het verhaal begint. Wat ook motorisch is, is dat Leonie verteld wordt dat Roos een testament heeft. Dat vindt ze erg vreemd, ze was tweeënveertig. En de notaris en Freek zeggen dat het erg vreemd is dat Roos aan een zonnesteek is overleden. En daarom gaat Leonie op onderzoek uit naar de werkelijke oorzaak. Je zou kunnen zeggen dat het verhaal een gesloten einde heeft omdat Leonie nu weet wie de dader is. Maar het kan ook als een open einde gezien worden, men gaat niet naar de politie om de moordenares aan te geven. Ook is de laatste zin erg belangrijk (blz. 234/235), Leonie heeft zelf ook het gif van de Datura binnen gekregen maar ze overleeft het, Riet haalt haar op van het ziekenhuis en zegt: ‘Ik ga nu, als je ’t goedvindt. Drink thee, eet fruit, vruchten zijn toch de allerbeste farmaca, heb je wat eten in huis?’ ‘Ik geloof het wel. Misschien staat er nog een bakje aangebroken champignons.’ 8 Personages Leonie Kuyper: Zij is de hoofdpersoon van het verhaal. Haar beste vriendin, Roos Berczy, wordt vermoord. Leonie erft al haar bezittingen mits ze voor de drie poezen zorgt. Zodat het voor de poezen lijkt alsof Roos nog leeft. Leonie gaat daarom in Roos’ huis wonen en langzaam maar zeker kruipt ze in de huid van haar overleden vriendin. Ze kleedt zich zoals haar, loopt zoals haar, praat zoals haar enz. Ik denk dat ze dat in eerste instantie deed voor de katten, dat had ze belooft. Maar uiteindelijk gaat ze te ver. Ze mist haar beste vriendin en ze wil haar denk ik terug; en als ze zoals haar door het leven gaat, is het misschien net alsof ze er nog is. Maar doordat Leonie eigenlijk als Roos door het leven gaat is ze zichzelf niet meer. Roos en Leonie zijn twee totaal verschillende types. Roos was erg met haar uiterlijk bezig: veel kleren, nepnagels, korsetten dragen voor een goede houding enz. Ook was ze volgens mij erg dominant en stond ze altijd in het middelpunt. Zo is Leonie niet. Het is moeilijk te zeggen hoe Leonie is, want in het boek identificeert ze zich totaal met Roos. Leonie heeft een round character omdat ze zich in de loop van het verhaal steeds meer als roos gaat gedragen
Roos Berczy: Zij was de beste vriendin van Leonie. Eerst dacht men dat Roos overleden was aan een zonnesteek. Later komt Leonie erachter dat Roos vermoord is. Roos en Leonie waren beste vriendinnen. Roos was ook erg gesteld op Leonie. Dat denk ik omdat veel vrienden van Roos later aan Leonie vertellen dat Roos het vaak over haar had. Toch vind ik het vreemd dat Leonie niet alles van haar wist. Bijvoorbeeld dat ze korsetten droeg om recht te lopen en dat ze aan SM deed. Als je elkaar zo goed kent en zo goed bevriend met elkaar bent, dan weet je dat toch van elkaar? Freek Volbeda: Freek was een vriend van Roos. Roos deed met hem en nog wat andere mannen aan SM. Als Leonie na Roos’ dood Freek leert kennen worden ze goede vrienden. Freek helpt haar ook erachter te komen wie de moordenaar van Roos’ is. Hij heeft een bouwbedrijf en is een wat simpelere man, dat merk je aan hoe hij praat. Maar in principe is dat wel grappig, want hij is juist erg lief en bezorgd. Volgens mij vindt hij Leonie ook wel leuk. Freek heeft een flat character omdat hij in het loop van het verhaal steeds hetzelfde is. Hoofdstuk 2 De auteur Maarten ’t Hart werd in 1944 geboren in Maassluis. In 1962 ging hij biologie studeren aan de rijksuniversiteit te Leiden. Hierna ging hij daar werken als etholoog. Op 14 juli 1967 trouwde hij met Hanneke van Muyzenberg. In december 1973 overleed zijn vader. Tijdens zijn studententijd heeft hij zijn geloof afgezworen; de laatste jaren neemt zijn interesse in God en religie echter weer toe. Wat opvallend is, is dat zijn romans autobiografisch zijn. Ook speelt godsdienst een grote rol. Vaak komen de hoofdpersonen uit een godsdienstig milieu waaraan zij moeilijk kunnen ontsnappen. Dit zie je behalve in De zonnewijzer ook in Een vlucht regenwulpen, De steile helling, Het vrome wolk, De jacobsladder en Het woeden der gehele wereld terug. De dood komt ook vaak voor als thema. Misschien vanwege de dood van zijn vader. Maarten ’t Hart interesseert zich erg in klassieke muziek en de natuur. Beide aspecten komen terug in dit verhaal. Maarten ’t Hart schreef behalve romans ook essays en verhalen ook publiceerde hij wetenschappelijk werk. Zijn opleiding biologie komt ook terug in zijn romans. Roos werkte b.v. als analiste op een laboratorium. Ik vind dat het taalgebruik van Maarten ’t Hart goed te begrijpen is. Wat ik wel wat moeilijker vond zijn de citaten uit de bijbel. Die zijn soms wat moeilijk te begrijpen. Hoofdstuk 3 Cultuur historie Het verhaal speelt in 2001 af. Dit maak ik op uit de delen dat het over geld gaat. Er wordt dan gezegd dat het geld snel op moet want de euro komt volgend jaar al. Er zijn weinig verschillen met nu omdat het nog maar 2 jaar geleden is. Het enige verschil wat ik opgemerkt heb is dat ze daar nog met de gulden betalen en alles veel goedkoper is Hoofdstuk 4 Mijn mening Ik vond De zonnewijzer een erg mooie roman. Het was er spannend en al vanaf de eerste bladzijde zat ik ‘in’ het verhaal. Het onderwerp vond ik best interessant maar het is niet zo dat het me aan het denken zette of zoiets dergelijks. Dit thema, de dood, ligt denk ik nooit buiten iemand zijn belevingswereld. Maar voor de een ligt het gevoeliger dan voor de ander. Voor mij ligt het niet zo gevoelig. Ik heb nog nooit iemand verloren die ik echt goed kende. De gebeurtenissen komen logisch uit elkaar voort en zijn ook op een boeiende manier met elkaar verbonden. Dat moet ook wel want dit boek is een soort detective, het heeft erg veel gebeurtenissen. Als het dus niet logisch in elkaar zou zitten dan zou het verhaal niet te volgen zijn. B.v. als Leonie Freek voor de eerste keer in levende lijve ziet: ‘ Hij slikte. ‘Is er hier in huis niks te drinken? Een hartversterkinkje zou me goeddoen.’ ‘Ik zal eens kijken.’ Toen ik terugkwam met een fles jonge jenever, zei hij: ‘Wat een ouderwetse meid was het! Had nog jonge jenever in huis!’ (p.81) In dit dialoog gaat Leonie even weg en komt vervolgens weer terug. Dit kan, als het slecht geschreven is soms verwarrend zijn. Maar in dit dialoog is het heel overzichtelijk. Het boek vond ik van begin tot eind leuk. Het was niet langdradig, of saai. Het verhaal was er leuk en spannend en dus kon ik het boek niet wegleggen. Alleen de afloop zinde mij niet. De moordenaar van Roos is bekend. Alleen de politie wordt niet ingeschakeld. Dat vind ik persoonlijk heel erg dom. Maar dat is nou eenmaal het verhaal. Het meest irriteerde mij de laatste zin, als Leonie door Riet Goudsblom naar huis wordt gebracht: ‘Ik ga nu, als je ’t goedvindt. Drink thee, eet fruit, vruchten zijn toch de allerbeste farmaca, heb je wat eten in huis?’ ‘Ik geloof het wel. Misschien staat er nog een bakje aangebroken champignons.’ (p.234/235) Als Leonie die zin uitspreekt weet je niet of ze dat misschien grappig bedoelt of dat ze gewoon een beetje verwart is. Het zou kunnen dat ze dus opnieuw vergiftigd wordt, maar daar kom je als lezer helaas niet achter… Als ik een boek lees krijg ik meestal wel een beeld van de personages, de omgeving e.d. Maar ik vind dat de karaktertrekjes en het uiterlijk van de personages niet goed werden beschreven. Je kwam er b.v. niet achter of Riet Goudsblom een beetje mollig was en of Bas lang was of juist wat kleiner. Dat vond ik wel jammer. Zoals Roos beschreven werd was dat volgens mij wel een leuke vrouw. Ze was modieus en ik denk een beetje dominant. Marjolein vind ik, om het maar grof te zeggen, een jaloerse bitch. Het is vrij logisch dat als je geen familie meer hebt dat je dan alles nalaat aan je beste vriendin, daar is niks mis mee. Maar Marjolein vind dat niet kunnen en is eigenlijk gewoon jaloers. Ook vind ik dat ze zich op de begrafenis van Roos niet gedraagt zoals het hoort: ‘De vrouw van Bas wendde zich kwaad af, zag mij, wierp een misprijzende blik op mijn kousen en vervolgens op mijn armzalige laktasje, deed een stap in mijn richting uit en zei toen: ‘Wat een bloedmooi pakje heb je aan’. ‘Dank je wel.’ ‘Jammer alleen,’ zei ze, ‘dat ze het niet in jouw maat hadden.’ (p.12) Recensie door Riet van Dijk

In 1983 kwam de eerste detective van Maarten 't Hart uit, 'De kroongetuige'. Naast ex-gereformeerde schrijver werd 't Hart toen een thrillerauteur. Tien jaar later werd 'Het woeden der gehele wereld' zelfs bekroond met een Gouden Strop. Zelf zei hij de genres van thriller en roman te combineren. Zijn 'Kroongetuige' bijvoorbeeld is een detective, maar ook een roman, met als belangrijkste thema's het huwelijk, kinderloosheid en jaloezie. 'De zonnewijzer' is de nieuwste detective van Maarten 't Hart, en een vervolg op 'De kroongetuige'. De hoofdpersoon die in beide romans het speurwerk verricht, is Leonie Kuyper, echtgenote van farmacoloog Thomas Kuyper. Zij is ongewenst kinderloos en in 'De zonnewijzer' inmiddels gescheiden van Thomas, die in het nieuwe boek ook van het toneel is verdwenen. In het vervolgdeel wordt haar beste vriendin Roos vermoord, een analiste die zij op het lab van Thomas leerde kennen. Femme fatale
Roos was een excentrieke, mooie, onafhankelijke vrouw, populairder bij mannen dan bij veel vrouwen. Een type zoals de zwaar opgemaakte, hooggelaarsde "femmes fatales" die je ook wel in andere romans van 't Hart tegenkomt. Heel anders dan Leonie, die als ze langs een etalageruit loopt, een "bedeesde trut" weerspiegeld ziet, "die volledig van streek kon raken van de aanblik van een kinderwagen". Toch is jaloezie niet het overheersende motief in 'De zonnewijzer', al zijn er wel allerlei intriges, tot in de wereld van de farmacologische wetenschap toe. Roos noemt Leonie haar zus, en Leonie kan zich met Roos identificeren, omdat die net zo graag een zusje had gehad als zij kinderen had willen hebben. Na Roos' dood, als ze al haar bezittingen erft, inclusief haar comfortabele appartement en een exclusieve garderobe, is het voor Leonie maar een kleine stap om zich te transformeren in een Roos-look-a-like, compleet met lange gelakte nepnagels. Dit komt misschien enigszins vreemd over, zeker als je het boek niet leest als een vervolg op de 'De kroongetuige'. Want het past wel in de lijn van dit eerste boek. In 'De kroongetuige' wordt Leonie aangeraden zich net zo te gaan gedragen als haar rivale Jenny Fortuyn die spoorloos verdwenen is, om zich beter te kunnen inleven en zo te weten te komen wat haar overkomen is. In het vervolgdeel gaat Leonie er daadwerkelijk toe over om "zichzelf te herscheppen naar haar beeld en gelijkenis". Ook is het opmerkelijk dat Leonie in 'De kroongetuige', op het moment dat zij bijna wordt aangerand door een vrouw, dit ziet als een betere vergelding van de escapade van haar echtgenoot dan vreemdgaan met een man. Bizar en onrealistisch
Maarten 't Hart schreef wel vaker over vrouwen, maar in zijn detectives kiest hij voor het eerst het perspectief van een vrouwelijk personage. Het tweede deel van 'De kroongetuige' bestaat uit dagboekfragmenten van Leonie; in 'De zonnewijzer' is Leonie steeds als ik-verteller aan het woord. Toch kom je als lezer niet veel verder dan de blik van de mannen in haar omgeving, die haar zien als een belachelijke of ziekelijke figuur, of als een "femme fatale", een kopie van Roos. Wie Leonie nu werkelijk is, blijft onduidelijk. Dat komt ook doordat er eigenlijk weinig samenhang is tussen het verhaal van Leonie en het detectiveverhaal. De bizarre verwikkelingen waarin Leonie terechtkomt als ze wordt geïntroduceerd in de wereld van Roos, eisen van begin tot eind alle aandacht op. Ze krijgt van doen met een stotterende notaris, een ex-gereformeerde aannemer en met de SM-vrienden van Roos. Het verhaal is een en al levendige dialoog met en tussen de vreemde gasten die overal in het verhaal opduiken. Eens wat anders dan die geremde academici, vindt Leonie als ze van de eerste schok bekomen is. Maar tegen de achtergrond van het kluchtige detectiveverhaal komt het personage van Leonie met haar overschot aan problemen toch wat pathetisch en vooral onrealistisch over. Wat opeens te denken van haar motief om niet samen met Roos naar het strand te gaan: zeelucht associeert zij met haar kinderloosheid. Ergens vergelijkt ze zichzelf ook met Osip Mandelstam, een Russische dichter die schreef ten tijde van het communistische regime en in ballingschap in Siberië leefde. Ze citeert: Kinderboeken te lezen, meer niet
Slechts te denken in kindergedachten, Het volwassen gedoe te verachten, Op te staan uit een peilloos verdriet. Deze vergelijking vind ik vergezocht. En vaker zijn in deze roman de verwijzingen naar teksten niet echt toepasselijk. Op willekeurige momenten komen er ook bijbelse scènes of teksten bij Leonie op. Als zij bijvoorbeeld het SM- tenue van haar vriendin in een kast ontdekt, roept dat bij haar associaties op met Jezus die met een zweep de verkopers en hun levende waar van het tempelplein verjoeg. Karikatuur
Zoals de meeste personages in 't Harts boeken, voelt Leonie zich vooral thuis in de wereld van de literatuur, van de muziek en de natuur. Als de hoofdpersoon van 'De aansprekers' voor het eerst Bach hoort, bedenkt hij dat het niet erg meer is om dood te gaan. Als Leonie in 'De kroongetuige' met haar man Thomas in de avond door de ongerepte sneeuw naar huis loopt, is het of al haar "verlangens op wonderlijke wijze gestild waren". Net als in het eerste boek citeert Leonie op de laatste bladzijde van 'De zonnewijzer' de tekst van het "onvergankelijke" lied van haar geliefde componist Schumann: "Und meine Seele spannte, weit ihre Flügel aus, Flog durch die stillen Lande, als flöge sie nach Haus." Het verlangen om terug te keren naar haar kindertijd brengt haar er soms ook toe voor zichzelf psalmen te reciteren. Maar het probleem blijft dat er weinig aansluiting is tussen de belevingswereld van Leonie en de wereld om haar heen. Dat is anders dan in eerdere romans van Maarten 't Hart, waarin de personages vooral in hun eigen wereld leven en de wereld daarbuiten soms als een karikatuur wordt afgeschilderd. In 'De zonnewijzer' is het eerder omgekeerd, waardoor eigenlijk het hele boek een karikatuur wordt. Leonies missie is daardoor minder overtuigend en het detectiveverhaal minder spannend. Kinderloos huwelijk
In 'De kroongetuige' vind ik de combinatie van roman en detective veel beter gelukt. Beide boeken hebben een open einde, wat gebruikelijker is voor een roman dan voor een detective. In 'De kroongetuige' is Leonie de belangrijkste getuige, die aan het eind niet wordt gehoord; in 'De zonnewijzer' komt zij opnieuw het dichtst bij de oplossing van het raadsel, maar ook hier komt het uiteindelijk niet tot een aanklacht en een veroordeling. Hierdoor worden er andere vragen opgeroepen dan wie schuldig is aan de moord. In 'De kroongetuige' komt dan het probleem van het (kinderloze) huwelijk op je af. Aan het eind verklaart Thomas aan Leonie waarom hij niet verteld heeft wat hij vanaf het begin wist, hoewel hij daarmee direct zijn onschuld had kunnen bewijzen. Omdat hij niet over zijn afwijzing, zijn vernedering kon praten. "Dat kun je niet vertellen, tegen niemand niet, dat kun je," zegt Thomas, "alleen maar vertellen aan iemand van wie je heel veel…" Dat is de paradox van het huwelijk waarmee Leonie misschien niet kon leven. Maar in 'De zonnewijzer' wordt dit probleem eerder verdrongen, wanneer Leonie "wordt vergund opnieuw te beginnen". In een interview met Hans Werkman vertelde Maarten 't Hart dat zijn roman 'De droomkoningin' een protest is tegen "al dat klein-menselijke gezeur over 'relaties' dat ik dagelijks om me heen hoor". Ik vind het nu opmerkelijk dat echtgenoot Thomas in 'De zonnewijzer' zomaar uit beeld is verdwenen. Wat er in tussentijd is gebeurd met Leonie en Thomas, wordt de lezer blijkbaar niet vergund te weten. Bronnen - Boek recensie http://www.chroom.net/thart/mth02.htm - Algemene informatie http://www.scholieren.com - Begrippen Taaldomein havo, hoofdstuk 14 t/m 19

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De zonnewijzer door Maarten 't Hart"