Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De uitvreter, Titaantjes, Dichtertje door Nescio

Beoordeling 0
Foto van een scholier
Boekcover De uitvreter, Titaantjes, Dichtertje
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 4769 woorden
  • 20 november 2014
  • nog niet beoordeeld
Cijfer
nog niet beoordeeld

Boekcover De uitvreter, Titaantjes, Dichtertje
Shadow
De uitvreter, Titaantjes, Dichtertje door  Nescio
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Officiële titelbeschrijving                                                                                                                                                                                                                                                                  Titelbeschrijving 

Nescio [Jan Hendrik Frederik Grönloh], De uitvreter; Titaantjes; Dichtertje; Mene tekel. Lieneke Frerichs. Amsterdam, 200938 [1956]. Nijgh & van Ditmar.

Uitgebreide inhoudsweergave                                                                                                    

  • De Uitvreter

In het boek De uitvreter ontmoet Bavink Japi, die aan de waterkant in Veere zit, waar hij altijd uren achtereen in het water zit te staren. Bavink heeft een grote fascinatie voor de man die de wens heeft te versterven om zorgen te ontduiken. Dat wil zeggen: zo min mogelijk eten, drinken en slapen. Aan een saaie kantoorbaan wil hij helemaal niet denken. Hoewel hij soms teruggaat naar Amsterdam, waar hij en Bavink vandaan komen, om even te werken voor een klein beetje geld.

 

Bavink sluit vriendschap met Japi en in het begin van het boek wordt Japi voorgesteld aan Koekebakker, die het verhaal verteld. Koekebakker, de vriend van Bavink, zegt dat hij ‘behalve den man die de Sarphatistraat de mooiste plek van Europa vond nooit een wonderlijker kerel gekend heeft dan den uitvreter.’ De uitvreter is Japi, want al gauw blijkt dat Japi vaak spullen leent en ze nooit terugbrengt, maar op de een of andere manier wordt het hem nooit echt kwalijk genomen.

 

Japi en Bavink bouwen een goede vriendschap op. Japi zit vaak bij Bavink thuis, ook eet en drinkt Japi van het eten en drinken van Bavink, wat hij heeft gekocht van het geld wat hij verdient met zijn schilderijen. Wel helpt Japi hem daarmee door commentaar te geven op de kunstwerken.

 

Op een gegeven moment krijgt Japi via zijn vader een baan op kantoor en als hij voor twee jaar naar Afrika gestuurd wordt, horen zijn kameraden een tijdje niets meer van hem. Een paar maanden na zijn terugkomst, ‘ziek, half dood’ nadat hij zijn vrienden nog een keer heeft ontmoet, stapt hij van de Waalbrug af, omdat hij één wil zijn met het water, waar hij altijd zo van heeft gehouden. Maar misschien ook wel, omdat zijn Franse liefde, Jeanne is gestorven en hij geen verdere plannen had met zijn leven.

 

Al met al is De uitvreter een boek dat, net als alle andere boeken uit de bundel van Nescio, gaat over verlangens. In dit boek verlangt Japi te versterven en dit leidt er uiteindelijk dus toe dat hij van de brug afstapt.

 

  • Titaantjes

Titaantjes gaat over vijf vrienden, de titaantjes: Koekebakker, Hoyer, Bavink, Kees Ploeger en Bekker. Ieder met hun eigen leven. Bavink en Hoyer zijn bijvoorbeeld allebei schilder.

 

Ook in dit boek staan verlangens weer centraal. En ook in dit boek vertelt Koekebakker het verhaal. Hij kijkt terug op vroeger. Toen ze een enorme hekel hadden aan de hoge heren, omdat die volgens de titaantjes helemaal niet zo geweldig waren als ze zelf dachten. Toen ze idealen hadden die ze konden nastreven, terwijl de rest van de maatschappij maar wat deed. Ze verachtten de maatschappij en vonden dat je niet moest doen zoals ‘zij’, iedereen behalve de titaantjes. Ze schetsten een ideaalbeeld van de maatschappij, wat eigenlijk onbereikbaar was.

 

Eigenlijk dachten de titaantjes goed na over de maatschappij en over god en over de natuur, die overigens erg goed beschreven worden door Nescio. Als Koekebakker zijn vrienden nog eens opzoekt blijkt dat Bavink zijn ideaal heeft bereikt door een aantal goede kunstwerken te maken, maar hij maakt zijn grootste werk: ‘Het gezicht op Rhenen’ kapot en wordt daarna gek, waardoor hij in een tehuis voor mensen met zenuwproblemen terechtkomt. Bekker heeft een goede baan, maar door de drukte heeft hij weinig tijd meer. Kees werkt in een gasfabriek.

 

Uiteindelijk heeft geen van alle titaantjes zijn ideaal echt bereikt, behalve Koekebakker dan, die zegt dat het met hem prima gaat.

 

  • Dichtertje

Dichtertje gaat over Eduard, ook wel Ee, die zijn hele leven lang dicht. Zijn hele leven wordt één gedicht, wat erg vervelend wordt. Zijn droom was een groot dichter te worden en te trouwen met een dichteres. Dit ideaal wordt echter geen waarheid, want hij wordt kantoorbediende en heeft een goed huwelijk met Coba, die niet dicht, maar hem wel steunt. Coba is het meisje dat hij elke dag naar school zag lopen en waar hij verliefd op werd. Samen krijgen ze na hun huwelijk een dochtertje, Bobi. Dat zijn idealen geen werkelijkheid zijn is geen probleem voor hem, want toch is hij gelukkig.

 

Het huwelijk tussen Ee en Coba is goed, maar toch wordt de aandacht van Eduard vaak getrokken door andere meisjes en ook Coba kijkt af en toe wel eens naar een andere man, maar doet hier verder niets mee.

 

Coba heeft ook een zus, namelijk Dora en zij had al een poosje speciale gevoelens voor Ee, maar heeft dat nooit echt geuit en stiekem vindt Eduard haar ook wel leuk. Als Penning, een oude vriend van Ee, naar hem toe komt om te vertellen dat hij verliefd is op Dora geeft Ee dat trouw aan haar door, waarop zij zegt dat ze dat niet wil. Hierna is ze naar huis gegaan en toen bleek dat ze Eduard erg miste is ze teruggegaan en met hem naar bed gegaan.

 

De volgende dag treffen de vrienden van Ee hem naakt aan in zijn eigen huis, helemaal gek geworden, waarna hij overlijdt. Wel wordt dat zijn boek, die hij nog voor zijn dood had geschreven, een bestseller.

 

 

 

 

Uitvoerige algemene behandeling van aspecten                                                                        

  1. De Uitvreter

 

  • Titelverklaring

De titel van De uitvreter is makkelijk te verklaren, omdat de hoofdpersoon in het verhaal Japi is. Hij is de uitvreter en het hele boek is over hem geschreven.

 

  • Tijd
  • Verteltijd

Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Over De uitvreter heb ik niet erg lang gedaan. Waarschijnlijk 2,5 uur in totaal over de 41 pagina’s.

  • Vertelde tijd

De jaartallen waarin het boek zich afspeelt zijn moeilijk te noemen, waarschijnlijk in het begin van de 20ste eeuw, de tijd waarin Nescio zelf leefde en waarin hij dit boek schreef. De tijdlijn van het boek heeft een lengte van ongeveer 5 à 6 jaar. Vanaf de ontmoeting van Japi en Bavink tot aan de dood van Japi. Dit is op te maken uit het noemen van de seizoenen en doordat er enkele malen wordt genoemd hoe lang een gebeurtenis in beslag neemt. Zo duurt de reis van Japi naar Afrika twee jaar. Het verhaal wordt snel verteld, de gebeurtenissen komen snel achter elkaar, hoewel de gesprekken soms wat langer duren.

 

  • Chronologie

In De uitvreter worden alle gebeurtenissen op een chronologische volgorde verteld. Er zijn dus geen flashbacks of flashforwards. Wel komen er flinke tijdsprongen in het verhaal voor, bijvoorbeeld een tijdsprong van twee jaar wanneer Japi naar Afrika gaat. Ook worden er in het begin en aan het einde enkele zaken herhaald.

 

  • Ruimte

In alle boeken van Nescio wordt de ruimte zeer gedetailleerd omschreven. Zo ook in De uitvreter. Het verhaal speelt zich qua plaatsen zowel in Veere (Zeeland) als in Amsterdam af. Sommige delen van het verhaal spelen zich buiten af, zoals aan de waterkant in Veere, of op een boot. En andere delen van het verhaal, zoals waar Bavink Japi voorstelt aan Koekebakker, spelen zich binnen af. De ruimte wordt zó gedetailleerd weergegeven dat het echt iets toevoegt aan het verhaal tijdens het lezen. Daarom spreken we hier van functionele ruimte, vooral ook omdat de ruimte een completer en duidelijker beeld geeft van de gebeurtenissen. Ik heb wel een voorbeeld gevonden van contrasterende ruimte, namelijk: ‘toen de zon prachtig opkwam.’ dat is wanneer Japi van de brug afstapt. De mooie opkomende zon staat erg in contrast met het vervelende wat vervolgens gebeurd.

 

  • Samenhang

Typerend voor Nescio zijn ook de kleine herhalingen en de vorming van een geheel aan het einde van het verhaal. De herhalingen, tegenstellingen en bedenkingen zorgen voor een goede samenhang in de verhalen. Dit geldt ook voor Titaantjes en Dichtertje.

 

  • Perspectief

De uitvreter is geschreven in de ik-vorm. Het verhaal wordt namelijk door Koekebakker verteld. Hij vertelt hier over zijn ervaringen met Japi en Bavink.

 

  • Personages

Japi: Japi speelt de hoofdrol in dit boek van Nescio. Hij is een echte uitvreter die van alles leent en nooit terugbrengt. Zonder te vragen zomaar iets gebruikt en andere vervelende dingen. Ik denk dat ik zijn karakter niet beter beschrijven kan dan Nescio zelf, daarom citeer ik: ‘De uitvreter, dien je in je bed vond liggen met zijn vuile schoenen, als je ’s avonds laat thuis kwam. De uitvreter, die je sigaren oprookte, en van je tabak stopte en je steenkolen verstookte en je kasten nakeek en geld van je leende en je schoenen opdroeg en een jas van je aantrok als-i in den regen naar huis moest.’Het bovenstaande fragment geeft dus perfect het karakter van Japi weer. Het is wel opvallend dat het hem eigenlijk nooit kwalijk wordt genomen dat hij dit soort dingen doet. Zijn ideaal is te versterven, maar dat bereikt hij niet als hij later een kantoorbaan krijgt en bovendien een Franse vriendin. Helaas overlijdt zijn vriendin vlak nadat hij halfdood terugkomt uit Afrika en zijn verlangen te versterven komt weer bovendrijven, waarna hij van de Waalbrug afstapt.

 

Bavink: Bavink is een man die oorspronkelijk uit Amsterdam afkomstig is, maar als hij naar Zeeland gaat om te schilderen komt hij een man tegen die ‘goud waard is’. Bavink werd een goede vriend van Japi en ook hij was het slachtoffer van het gedrag van Japi en ook hij tolereerde dat. Japi fascineert Bavink erg, door zijn manier van denken. Ook waardeert hij het als Japi hem helpt met het maken van schilderijen door commentaar te leveren.

 

Koekebakker: Koekebakker is de verteller van het verhaal en ook één van Japi’s vrienden. Hij is een nette man en men zou dus zeggen dat hij het niet echt op prijs stelt als iemand zijn goede spullen gebruikt, die hij zich al moeilijk kon veroorloven, omdat hij als schrijver niet voldoende verdient. Als Japi zijn spullen gebruikt zegt hij er niets van, maar hij vindt het stiekem toch wel erg.

 

  • Motieven

Belangrijke dingen in het verhaal zijn: het versterven van Japi, de natuur, zoals het opkomen en ondergaan van de zon, maar vooral verlangen. Het verlangen komt niet alleen in dit boek vaak terug, maar in ongeveer alle boeken van Nescio.

 

  • Thema

Het thema in dit boek heeft veel te maken met verlangens. Japi kan zijn verlangen eigenlijk niet na blijven streven, omdat hij wel geld en spullen nodig heeft om te overleven. Uiteindelijk heeft hij het misschien toch bereikt door van de Waalbrug af te stappen en één te worden met het water, maar dat is niet helemaal hetzelfde als versterven. Een tweede thema is dat er kritiek op de maatschappij geleverd wordt. Dat mensen maar wat doen met hun levens.

 

  1. Titaantjes

 

  • Titelverklaring

Ook deze titel is niet moeilijk te verklaren. In het verhaal staan de vijf titaantjes, Bekker, Bavink, Hoyer, Ploeger en Kees centraal. Zij geven in het boek kritiek op de maatschappij en leiden elk hun eigen leven.

 

 

 

 

 

 

  • Tijd
  • Verteltijd

Ik heb de 29 pagina’s van dit boek in ongeveer 2 uur gelezen.

  • Vertelde tijd

Ook dit boek speelt zich aan het begin van de 20ste eeuw af. Waarschijnlijk is de tijdlijn die het verhaal beslaat ongeveer 10 jaar lang. Dit is te zien aan enkele tijdsaanduidingen in het boek waaronder erg vaak: enkele dagen later, of enkele maanden later.

 

  • Chronologie

De gebeurtenissen in het boek zijn chronologisch geordend. Wel komen er een aantal tijdsprongen in voor. De grootste tijdsprong is als Koekebakker zijn vrienden gaat opzoeken na een paar jaar. Er is geen sprake van flashbacks of flashforwards ook al schrijft Koekebakker over gebeurtenissen van vroeger waar hij aan terugdenkt.

 

  • Ruimte

Zowel in De uitvreter als in Titaantjes wordt de omgeving erg gedetailleerd beschreven, omdat dit een typerend kenmerk is van Nescio. De ruimte geeft een nieuwe dimensie aan het verhaal door je een extra compleet beeld te geven van de gebeurtenissen. Het verhaal speelt zich voornamelijk af in Amsterdam, maar af en toe gaat één van de hoofdpersonen weg uit die stad.

 

  • Samenhang

Zie samenhang-De uitvreter

 

  • Perspectief

Het verhaal wordt vanuit een ik-persoon geschreven. Koekebakker is ook hier weer de verteller van het verhaal. Hij denkt terug aan vroeger en aan de titaantjes. Opvallend is wel dat Koekebakker bijna nooit zijn mening geeft over de gebeurtenissen (wel over de maatschappij overigens) Dit geeft de lezer de vrijheid om zelf een mening te vormen.

 

  • Personages

Koekebakker: Koekebakker, de verteller, is één van de titaantjes en een best nette man. Hij is een schrijver, maar verdient hiermee niet veel. Hij vertelt erg over het verleden in titaantjes toen ze de maatschappij en de hoge heren verachtten.

 

Bavink: Bavink is schilder en heeft als ideaal om een goed kunstwerk te maken. Één van zijn doelen is om god in zijn werken te vangen. Het schilderen van goede kunstwerken lukt hem uiteindelijk, maar zijn topstuk ‘gezicht over Rhenen’ vernielt hij waarna hij in een tehuis voor zenuwpatiënten belandt.

 

Hoyer: Hij is schilder en heeft een goed inkomen. Soms komt hij wat gierig over en hij heeft weinig tijd, bijvoorbeeld als Koekebakker hem komt bezoeken.

 

Bekker: Bekker vertaalt Dante en droomt van een leven op de heide. Als hij een bedrijf opricht, gaat hij failliet.

Ploeger: Ploeger valt eigenlijk een beetje buiten de groep van de titaantjes, omdat hij ze soms niet zo goed begrijpt. Uiteindelijk gaat hij in een gasfabriek werken.

 

Kees: Kees speelt slechts een kleine rol in het boek.

 

  • Motieven

Één van de dingen die opnieuw centraal staat in dit boek is het ideaal, waar de vijf titaantjes naar streven, maar uiteindelijk niet bereiken. Ook levensbeschouwelijke dingen over de maatschappij en de natuur komen vaak aan bod. Ze verachten de maatschappij en de mensen en vragen zich vele dingen af. Ze zijn erg geïnteresseerd in de natuur en kunnen het hier lang over hebben.

 

  • Thema

Het thema in dit boek heeft alles te maken met de maatschappij. De titaantjes leveren erg veel kritiek op de maatschappij en vinden dat de mensen maar wat tobben.

 

  1. Dichtertje

 

  • Titelverklaring

In principe zijn de titels van Nescio niet moeilijk te verklaren, omdat ze allemaal de hoofdperso(o)n(en) beschrijven. Ook bij Dichtertje is dat het geval. Eduard, de hoofdpersoon, is het dichtertje waar het in dit boek allemaal om draait.

 

  • Tijd
  • Verteltijd

Over de 43 bladzijdes heb ik ongeveer 2,5 uur gedaan.

  • Vertelde tijd

Ik schat in dat het verhaal ongeveer vijf jaar beslaat. Dit is te zien aan verschillende soorten tijdsaanduidingen die Nescio gebruikt in zijn boeken.

 

  • Chronologie

Het verhaal is chronologisch geschreven. Dat betekent dat er geen flashbacks en flashforwards in zitten. Wel kleine tijdsprongen, maar geen grote in dit verhaal. De snelheid van het vertellen van de gebeurtenissen is ook ongeveer gelijk over het hele boek.

 

  • Ruimte

Ook hier heeft Nescio zijn gewoonte om dingen zeer gedetailleerd te beschrijven weer ingezet. In Dichtertje worden niet alleen de ruimtes goed omschreven, maar ook het uiterlijk van bijvoorbeeld Ee goed beschreven. De ruimtes waar de personages zich bevinden wordt ook hier weer goed beschreven door de schrijver, het voegt iets toe aan de beleving van het verhaal en zorgt voor meer duidelijkheid bij de gevoelens van de hoofdpersonen. Zo staan de bloemen in bloei als Dora Ee voor het eerst ziet en verliefd wordt op hem.

 

  • Samenhang

Zie samenhang- De uitvreter

 

 

 

  • Perspectief

Opvallend en tegelijkertijd typerend voor dichtertje is het perspectief, want daar waar De uitvreter en Titaantjes allebei vanuit een ik-persoon geschreven zijn, is Dichtertje vanuit een alwetende verteller geschreven.

 

  • Personages

 

Eduard: Eduard is het dichtertje, vaak wordt de afkorting Ee gebruikt. Zijn doel is een groot dichter te worden en ook om te trouwen met een dichteres. Uiteindelijk trouwt hij echter met Coba. Tijdens zijn leven wordt hij geen groot dichter, maar Coba steunt hem wel met het schrijven van gedichten. Ee rijmt in principe zijn hele leven aan elkaar, wat op een gegeven moment ook gaat vervelen. Aan het einde van het boek wordt hij naakt en buiten zinnen aangetroffen en sterft hij. Hierna wordt het boek wat hij had uitgegeven een bestseller. Uiteindelijk heeft het dichtertje zijn leven wel een beetje vergooid.

 

Coba: Coba is een meisje dat Ee elke dag naar school zag lopen. Ze werden verliefd op elkaar en na een jaar huwelijk krijgen ze samen een dochtertje: Bobi. Ze helpt Eduard met het schrijven van gedichten en hoewel ze trouw blijft aan hem, kijkt ze toch wel eens naar andere mannen.

 

Bobi: Bobi is het dochtertje van Coba en Eduard. Zij speelt niet een dergelijke grote rol in het verhaal.

 

Dora: Dora is Coba’s zus en zij heeft stiekeme gevoelens voor Ee. Als Penning, een vriend van Ee, met haar wil trouwen wijst ze hem af en gaat vervolgens met Eduard naar bed.

 

De god van Nederland: Let goed op de omschrijving van god. Het is namelijk de god van Nederland, de god zoals wij Nederlanders die geschapen hebben. Hij leeft als een normale burger en kijkt toe op de mensen.

 

De duivel: De duivel probeert Coba eigenlijk te verleiden en zo ontrouw te zijn aan Ee, maar zij weerstaat hem. Verder heeft de duivel geen toegevoegde waarde aan het boek.

 

  • Motieven

Belangrijk in dit boek zijn doelen die je jezelf kan stellen in je leven. Het verlangen komt net als in alle andere boeken opvallend vaak terug vanuit alle personen.

 

  • Thema

In dit boek staat weer verlangen centraal, hoewel het dichtertje door het zo na te streven zijn leven vergooid heeft. Het is moeilijk je wensen na te streven en dingen kunnen helemaal anders uitpakken dan je in eerste instantie gedacht had.

 

 

 

 

 

Recensies                                                                                                                                      

Er is een groot verschil in mening tussen de recensenten van de tijd van Nescio en nu. In zijn eigen tijd (omstreeks 1915) was de schrijfstijl van Nescio helemaal niet geliefd. Zijn schrijfstijl komt erg in de buurt van de spreektaal van toen, iets wat nog maar weinig schrijvers voor hem hadden gedaan. De schrijfstijlen van de boeken die toen populair waren wijken sterk af van de schrijfstijl van Grönloh, wat de reden is dat vele schrijvers uit zijn tijd zijn werk afkeurden.

Langzaam maar zeker begon het werk van Nescio steeds meer gewaardeerd te worden door recensenten en door schrijvers. Tegenwoordig krijgen zijn boeken zelfs zo veel erkenning dat de boeken door velen gelezen wordt en ook op middelbare scholen. De laatste tijd wordt wel eens gezegd dat het werk van Nescio misschien wel één van de mooiste werken van de Nederlandse literatuur is. Dit staat in schril contrast met de recensies van begin 20ste eeuw.

Één van de eerste echte bewonderaars van Nescio was Gerard Reve die zei dat hij een gewoon mens was, waar ik het zelf zeker mee eens ben, omdat Nescio de spreektaal gebruikt en dat erg menselijk over komt en ook omdat er weinig stijlfiguren gebruikt worden.

Daan Stoffelsen tipt ook nog heel mooi even de krachtige openingszinnen van Nescio aan. Je hoeft de beginzinnen maar te citeren voor herkenning. Guus Middag heeft het in het NRC nog over zijn gedetailleerde omschrijvingen van de natuur. Hij noemt het dan ook een reisgids, maar het lijkt eerder een dwaalboek, voor een dwaaltuin.

 

Bronnen:

http://recensieweb.nl/recensie/nescio-lezen-in-amsterdam/                                                      maart 2007

http://www.literatuurgeschiedenis.nl/lg/20ste/tekst/lg20045.html                               datum onbekend

http://nrcboeken.vorige.nrc.nl/recensie/de-bocht-van-nescio                                          september 2008

Auteur                                                                                                                                          

Nescio is een pseudoniem van Jan Hendrik Frederik Grönloh en betekent ‘ik weet het niet’ in het Latijn. Hij is geboren in Amsterdam op 22 juni 1882 en stierf op 79-jarige leeftijd in Hilversum op 25 juli 1961.

Nescio heeft, volgens vele, een aantal van de grootste literatuurwerken uit de Nederlandse literatuur geschreven, namelijk: De uitvreter, Titaantjes en Dichtertje. In zijn werken verraad hij veel over zichzelf. Japi en dichtertje hebben allebei een kantoorbaan, maar worden hier niet echt vrolijk van. Ook bij Nescio zelf is dat het geval, hoewel hij wel succesvol was. Daarbij was hij ook nog een idealist, net als de karakters in zijn boeken.

In 1906 trouwde hij met Aagje Tiket, met wie hij vier dochters kreeg. Hij woonde zijn hele leven in Amsterdam, wat ook terugkomt in zijn boeken.

In 1954 ontving hij de Marianne Philipsprijs, wat een prijs was voor schrijvers boven de vijftig die op de achtergrond dreigden te raken.

In 1961 is hij in het ziekenhuis in Hilversum overleden.

 

Schrijfstijl

Nescio heeft in heel zijn oeuvre ongeveer dezelfde schrijfstijl gebruikt. Hij gebruikte spreektaal, vooral te zien aan de welbekende ‘-i’. Ook omschreef hij de ruimte zo gedetailleerd dat je jezelf makkelijk kunt verplaatsen in die omgeving. Wel was zijn schrijfstijl wat sober en rustig. Er werden wel emoties genoemd, maar niet echt naar voren gebracht en ook was er geen sprake van een spanningsboog, wat ook bijdroeg aan de soberheid van de boeken.

Bronnen:

http://nl.wikipedia.org/wiki/Nescio

http://nl.wikipedia.org/wiki/Marianne_Philipsprijs

http://www.nescio.info/biografie/biografie_kort.html

 

Mening                                                                                                                                              

Toen ik begon met lezen in de bundel moest ik erg wennen aan de stijl. Allereerst aan het ouder Nederlands en de spreektaal die Nescio gebruikt. In principe heeft mijn waardering hetzelfde patroon aangenomen als die van de recensenten de afgelopen eeuw. In het begin vond ik het moeilijk, lastig te begrijpen en had ik erg weinig waardering voor de boeken. Toen ik verder las en ook langzamerhand begon te wennen aan de spanning die er miste en aan de soberheid begon ik meer en meer waardering te krijgen. Toen ik de drie boeken allemaal had uitgelezen, snapte ik er eigenlijk nog maar weinig van, maar verdere verdieping in het onderwerp zorgde voor wat meer duidelijkheid. Voornamelijk het lezen van recensies van anderen zette mij aan het denken over de stijlen die Nescio gebruikt en over de personages, zinsopbouw en omschrijvingen die in het boek voorkomen. Alles bij elkaar opgeteld en erg ver uitgewerkt, zoals met dit verslag, is mijn waardering tegenover Nescio enorm toegenomen. Nu ik de boeken veel beter begrijp kan ik eigenlijk met recht zeggen dat ik J.H.F. Grönloh een goede schrijver vind, maar nog steeds moet ik twee keer lezen voor ik het helemaal begrijp, omdat er altijd nog kleine dingen in zijn verhaal verstopt zitten die bij de tweede keer naar voren komen. Al met al vond ik het goed om een keer gedaan te hebben.

Toen ik begon met lezen in de bundel moest ik erg wennen aan de stijl. Allereerst aan het ouder Nederlands en de spreektaal die Nescio gebruikt. In principe heeft mijn waardering hetzelfde patroon aangenomen als die van de recensenten de afgelopen eeuw. In het begin vond ik het moeilijk, lastig te begrijpen en had ik erg weinig waardering voor de boeken. Toen ik verder las en ook langzamerhand begon te wennen aan de spanning die er miste en aan de soberheid begon ik meer en meer waardering te krijgen. Toen ik de drie boeken allemaal had uitgelezen, snapte ik er eigenlijk nog maar weinig van, maar verdere verdieping in het onderwerp zorgde voor wat meer duidelijkheid. Voornamelijk het lezen van recensies van anderen zette mij aan het denken over de stijlen die Nescio gebruikt en over de personages, zinsopbouw en omschrijvingen die in het boek voorkomen. Alles bij elkaar opgeteld en erg ver uitgewerkt, zoals met dit verslag, is mijn waardering tegenover Nescio enorm toegenomen. Nu ik de boeken veel beter begrijp kan ik eigenlijk met recht zeggen dat ik J.H.F. Grönloh een goede schrijver vind, maar nog steeds moet ik twee keer lezen voor ik het helemaal begrijp, omdat er altijd nog kleine dingen in zijn verhaal verstopt zitten die bij de tweede keer naar voren komen. Al met al vond ik het goed om een keer gedaan te hebben.

Yvette van ’t Zand, 11-12-2013, Made.

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De uitvreter, Titaantjes, Dichtertje door Nescio"