Titel : De Ronde van ’43
Auteur : Henri Knap
1ste jaar van uitgave: 1981
Adagium (spreuk) van de schrijver: Ik leef om te schrijven en ik schrijf om te leven.
Samenvatting:
Dit verhaal speelt zich af op een oorlogsdag in een Nederlandse provinciestad. Een dertienjarig joods meisje, Roosje, duikt onder bij Gert. Gert zorgt heel goed voor haar tot hij wordt getipt dat bij hem een huiszoeking komt. Hij moet er nu voor zorgen dat het meisje voor een paar dagen ergens onder kan duiken tot hij een blijvend onderduikadres heeft gevonden. Gert klopt die ochtend vroeg aan bij Theo, zijn beste vriend. De vraag van Gert aan Theo is of Roosje daar een, hoogstens twee nachten kan onderduiken. Maar zijn vrouw vindt het maar niks. Theo zegt tegen Gert dat hij er persoonlijk voor zal zorgen dat Roosje voor die paar nachten een goed adres zal vinden.
Theo en Roosje fietsen de hele dag door de regen en ze rijden van het ene huis naar het andere. Iedereen heeft wel een excuus om geen onderdak te verlenen aan Roosje. Dan is de spertijd begonnen en mogen ze niet meer buiten zijn. Theo heeft begrepen dat de andere mensen bang waren om een joods meisje onderdak te verlenen, net als Theo’s vrouw. Theo ziet geen oplossing meer en besluit Roosje mee te nemen naar zijn huis en zijn vrouw en kinderen. In tranen wacht Theo’s vrouw hen al op en Roosje mag blijven.
1a) Theo Koenders is de hoofdpersoon in dit boek. Hij beschrijft zich zelf als een eerlijk iemand zolang zijn eerlijkheid zijn persoonlijkheid of dat van anderen niet bedreigt. Hij is heel moedig, maar van binnen is hij heel erg bang. Hij is zeer betrokken bij de medemens. Theo is een heel goed mens en durft dat ook te tonen.
b) Er is sprake van een lichte karakterverandering bij Theo. Eerst is Theo helemaal niet zo betrokken bij Roosje maar hoe langer zij fietsen en hoe vaker ze afgewezen worden hoe meer hij met Roosje te doen krijgt. Aan het einde van de dag ziet hij Roosje als zijn derde dochter.
c) Roosje, ook wel Tilly genoemd, is een heel schuw meisje. Dat komt doordat ze zich zo ontzettend onzeker is gaan voelen door haar joodse achtergrond. Ze gaat zichzelf een groot probleem vinden, want waarom moet juist zij deze arme man de hele dag in de regen laten fietsen. Ze voelt dat ze niet echt welkom is. Daarnaast is ze heel lief en goed voor andere mensen. Ze wil zoveel mogelijk lief en aardig gevonden worden, daarvoor doet ze erg haar best.
Ook is er sprake van een algemene karaktertrek van alle mensen waarbij ze langskomen; allemaal zijn ze bang hun eigen hachje niet te kunnen redden. Ze zijn teveel op zichzelf gericht en in plaats van dat ze dat gewoon zeggen, bedenken ze smoesje om Roosje niet te laten kunnen intrekken.
2a) De belangrijkste relaties in dit boek zijn de relaties tussen Theo en zijn vrienden waaraan hij onderdak vraagt voor Roosje. Theo heeft met sommige vrienden een hele goede band. Vroeger heeft Theo zelfs wel eens een vriend bij hem in huis onder laten duiken.
b) Tussen deze mensen zijn enorme sterke veranderingen opgetreden. Omdat het oorlog is denken mensen meer aan zichzelf en aan hun familie dan aan anderen. Eigenlijk is het dus wel te begrijpen dat ze zo terughoudend reageren.
c) De oorzaak van deze verandering is de oorlog.
d) Ik vind het vrij logisch dat de relaties deze veranderingen hebben gekregen. In de oorlog ben je toch zeker wel anders dan normaal. Dan gaat je eigen familie vaak voor, ook al is dat soms nog zo onterecht.
3a) Het verhaal wordt verteld vanuit Theo’s gezichtspunt, dit wisselt nergens in het verhaal (hij-perspecief).
4a) Het verhaal speelt zich af in de Tweede Wereldoorlog.
b) Dit moment is heel belangrijk voor het verhaal omdat het door de periode komt dat de mensen zo egoïstisch reageren.
c) Dit verhaal is niet-chronologisch verteld omdat er geen sprake is van een tijdsvolgorde.
5a) De plek waar het verhaal zich afspeelt is voornamelijk buiten op de fiets in de regen in een Nederlandse provinciestad.
b) Deze plaats is vrij belangrijk voor het verhaal omdat dat de hele sfeer bepaalt.
6) Het thema in een zin luidt: “Een joods meisje kan nergens onderduiken omdat de mensen bang zijn om hun hachje te riskeren.”
7) Drie motieven die verbonden zijn met het thema zijn:
Oorlog; omdat het verhaal zich in de oorlog afspeelt.
Angst; omdat niemand het risico wil nemen voor een ander, uit angst om door de Duitsers betrapt te worden.
Twijfel; omdat Roosje aan zichzelf gaat twijfelen of ze misschien minderwaardig is.
8a) Titelverklaring: ‘de ronde’ staat voor het gigantisch oneindige rondje fietsen. En ‘van ‘43’
staat voor het jaartal wanneer dat rondje zich heeft afgespeeld.
b) Het adagium staat niet verbonden met het thema van het boek. Het is gewoon een persoonlijke spreuk.
9) De stroming hoort bij waargebeurde ervaringen.
10a) Henri Knap is in 1911 te Amsterdam geboren en overleden in 1986.
b) Hij was van 1930 tot 1943 redacteur bij de Arnhemse Courant en actief in het verzet.
c) Hij behoort niet tot een bepaalde stroming.
d) De centrale thematiek in het werk is dat hij verteld wat hij heeft meegemaakt.
11) Ik vond het boek niet zo heel erg leuk om te lezen. Dat komt omdat er maar een dag verteld wordt en dan ook nog is in het hele boek dezelfde handelingen gebeuren. De uiteindelijke slotscène vond ik wel weer leuk om te lezen. Maar in het algemeen vond ik het een beetje saai.
REACTIES
1 seconde geleden