A Opdrachten
Opdracht 1
-Titel: De rode handschoen
-Schrijver: Anke de Vries
-Jaar van uitgave: 2000
-Plaats van uitgave: Rotterdam
-Uitgever: Lemniscaat b.v. (Lijsters)
Opdracht 2
-De omslag vind ik wel goed gemaakt en ook wel mooi, er staat een meisje op en daar voor een handschoen.
-De titel past vind ik wel bij het boek, Isabelle zou als er iets met haar gebeurd was haar rode handschoen achterlaten.
-Ik vind dat er voldoende informatie in de flaptekst staat over waar het boek over gaat.
Opdracht 3
-Op een dag komt Isabelle niet naar school. Patrick, haar vriend weet niet waarom ze er niet is en wordt bang dat ze opgepakt is. Als hij in de bus naar huis zit krijgt hij van een man een briefje in zijn hand gedrukt. De man fluistert een adras en de tijd dat hij er moet zijn. Hij gaat op zoek naar de straat waar hij moet zijn en komt precies op de tijd dat de man zei er aan. Hij gaf het briefje af en mocht naar binnen komen. Er stond blijkbaar een waarschuwing op voor meneer Jacques, voor wie het briefje was. Hij ging namelijk meteen weg. Hij bleef alleen achter met nog een andere vrouw die daar woonde. Even later kwamen er een paar mannen die op zoek waren naar meneer Jacques. Patrick deed net alsof hij de neef van de vrouw was en werd ziek. De mannen trapten erin en gingen weer weg. Vlak daarna hoort hij van de vrouw dat de man die hem het briefje had gegeven zelfmoord heeft gepleegd.
Opdracht 4
-Patrick is de hoofdpersoon, hij is moedig maar eenzaam zonder Isabelle, ook is hij heel behulpzaam.
Opdracht 5
-Dit boek hoort tot de genre oorlogsverhaal.
Opdracht 6
-Het speelt zich af in de oorlog, dat kan je zien omdat het woord Joden er vaak in voorkomt en de bezetters.
Opdracht 7
-Ik raad het wel aan als ze van oorlogsboeken houden, ikzelf vond het een beetje saai. Maar als je ervan houdt dan raad ik het aan omdat het over de oorlog gaat en als je daar niet veel van weet kom je door dit boek te lezen er achter.
Opdracht 8
-Het is niet in het ik-perspectief geschreven maar met hij.
Opdracht 9
-Ik vind het einde wel goed geschreven alleen je bent nieuwsgierig of Isabelle en haar moeder aan het eind van de oorlog nog leven en of Patrick en Isabelle weer bij elkaar komen.
B opdrachten
Opdracht 4
-Als Patrick weet dat Isabelle en haar moeder in het politie bureau zitten gaat hij nog gewoon naar school en hij heeft tegen de vriendin van Isabelle gezegd dat ze ziek is. Ik zou niet naar school gaan en wachten op het nieuws dat het is gelukt om haar vrij te krijgen o dat het niet gelukt is.
C opdrachten
Opdracht 2
-Ik zou wel op Patrick willen lijken omdat hij mensen helpt en zijn verdriet goed kan bedwingen, in de oorlog zou ik dat niet kunnen. Ik zou niet op de Milice willen lijken omdat zij Joden haten en van hun moeten ze allemaal opgepakt worden.
D opdrachten
Opdracht 1
-Toen je zag dat Isabella niet op school was gekomen, wat dacht je toen?
Ik dacht waar is ze nou, ik hoop niet dat ze opgepakt is.
-Waarom ben je naar dat huis van monsieur Jacques gegaan?
Eerst wist ik niet of ik wel moest gaan, je vertrouwd niemand in de oorlog maar daarna dacht ik waarom ook niet, misschien is er wel iemand in gevaar en die wil ik altijd wel helpen.
-Vond je toen je hoorde dat ze Jood was het niet erg, en dacht je niet als ik nu met haar verkering neem zou ze wel eens opgepakt kunnen worden?
Ik schrok wel toen ik het hoorde, ik was ook wel bang dat ze ooit opgepakt zou kunnen worden. Daarna dacht ik wat maakt het eigenlijk uit dat ze Jood is? Ik kan altijd even veel van haar houden, dat maakt geen verschil.
REACTIES
1 seconde geleden
R.
R.
zeker goed maar best wel amateuristisch XD veel te korten antwoorden enzo:P
14 jaar geleden
Antwoorden