Schrijver:
De schrijver van mijn 2e boek heet ook Simone van der Vlugt. Ze is in 1966 geboren te Hoorn. En Hoorn ligt in Nederland. Ze heeft met dit boek ook een aantal prijzen gewonnen. In totaal 3. 1) eervolle vermelding Zoenjury in 2000 2) eervolle vermelding Jonge Jury in 2001 3) 1e Platz Moerser Jugendbuch - Jury in 2001 (Duitse vertaling). De 1e druk van dit boek was in 1999. Het boek heeft 212 bladzijdes. Het is uitgegeven in Rotterdam door Lemniscaat.
Titel:
Het boek heet: de guillotine. Een guillotine is een apparaat waarmee je iemand kan onthoofden. In het boek worden de mensen van adel en later ook de koning en de mensen die er maar iets mee te maken hadden onthoofd. Dat had als reden dat de adel het veel beter had, als de boeren en gewone mensen. Terwijl de gewone mensen stierven van de honger, had de adel veel te eten.
Genre:
Historisch verhaal – liefdesverhaal – oorlogsverhaal.
Het boek ging namelijk over het verleden, over liefde en er was op dat moment revolutie in Frankrijk. Vandaar dat ik 3 genres uit het rijtje had gekozen.
Waarom ik deze genres gekozen had. Ik vind dat een vage vraag want ik kende het boek helemaal niet toen ik het nog niet had gelezen. Hoe kan ik dan weten welke genres erin zitten. Maar achteraf vond ik het een mooie samenstelling deze 3 genres.
Tijd:
Ik heb over dit boek in totaal 1 dag gedaan. Dat was wel op een zondag dus ik kon lekker doorlezen.
De tijd die in het boek verloopt is een heel stuk. Je hebt ook 2 delen in het boek zelf. Het eerste deel is 1789 en het tweede deel is 1792-1793. Dat is in totaal 4 jaar. In die 4 jaar wordt niet alles verteld. Er zijn tijdsprongen in dit boek. Als er een paar dagen niets te vertellen is dan staat dat ook in het boek. Bijv. ‘een paar dagen later’ , ‘een tijdje later’. Ook zijn er tijdversnellingen. Dat betekent dat in een gebeurtenis zelf een tijdsversnelling is. Bijvoorbeeld toen ze naar Poissy gingen. Dan wordt ook niet de hele reis beschreven. Er zijn ook tijdvertragingen. Bijvoorbeeld als Sandrine bedenkt hoe het is gegaan toen Bernard thuis kwam. Ook zijn er flashbacks. Dat is dat er een stukje terug wordt gegaan in de tijd. Bijvoorbeeld bij een gedachte.
Eén woord:
Revolutie
Eén zin:
Bladzijde 135: ‘wat vind jij Sandrine?’ zegt Philippe onverwacht. Hieruit blijkt dat je het uit verschillende ogen bekijkt. Meestal uit die van Sandrine maar in sommige stukjes is zij er niet bij en zie je het door de ogen van Philippe / Nicolas / Margot.
Omgeving:
Het eerste deel van het verhaal speelt zich af in Sandrines huis in Parijs. Ze wonen in een herenhuis. Ze hebben bij het huis een tuin met veel bloemen en bomen.
Daarna speelt het verhaal zich af in het kasteel in Poissy. Daar verblijft Sandrine en haar familie in de zomer. Het is een kasteel maar het is niet bestand tegen zware gevechten. Want het is nagemaakt. Bij het kasteel kunnen Sandrine en haar zus prachtig paardrijden. Verder speelt het zich af bij het huis van de Lambertins. Dat is een familie die leven van de schoenmakerij. Het is een grijs stenen huis van 3 verdiepingen met lichtblauwe luiken en smeedijzeren balkonnetjes. Het is geen luxe huis, het heeft de belangrijkste dingen die nodig zijn om te overleven. De schoenmakerij is beneden en daarboven het huis.
Kan echt gebeurd:
Dit verhaal kan echt gebeurd zijn want het is ook gebaseerd op de werkelijkheid. De Franse revolutie is namelijk echt gebeurd. Dit verhaal wordt alleen verteld door een oogpunt van iemand. En er zijn personages bij verzonnen.
2 voorbeelden:
* de eerste opvallende is natuurlijk de guillotine. In deze tijd is het meer dan normaal dat deze niet meer wordt gebruikt. Sowieso word de doodstraf niet gegeven in Nederland.
*het tweede ook erg opvallende punt is dat wij geen adel en geestelijken meer hebben. Bij ons is iedereen gelijk en heeft iedereen evenveel kansen (dat is de bedoeling dan). Dat was in de tijd van het boek niet zo. Daaraan kun je zien dat het een andere tijd is als nu.
* ook makkelijk is dat ik het al wist voor ik het boek ging lezen want het stond bovenaan het eerste hoofdstuk.
De hoofdpersoon:
De hoofdpersoon is Sandrine. Het is een meisje dat tot een adelijke familie behoort. Ze hebben het verschrikkelijk goed vergeleken met de arme bevolking. Haar ouders en zus vinden het wel beter dat ze het zo goed hebben maar Sandrine heeft medelijden met de arme mensen. Ze is dus een erg meelevend mens. Toch als ze zonder alle luxe moet, is het toch wel moeilijk. Het is een mooi meisje om te zien. Ze wordt niet snel verliefd, en is niet iemand die haar vrienden laat vallen. Verder is ze erg precies. Ook houdt ze mensen niet graag voor de gek. Ze haat het als er over haar/anderen wordt gepraat alsof ze minder zijn.
Andere belangrijke personen:
Nicolas is een zoon van een pachtboer van Sandrines vader. Ze ontmoet hem pas als ze aan het paardrijden is in het bos bij Poissy.
Later als Sandrine al bij de Lembertins woont, ontmoet ze hem weer en wordt ze verliefd op hem. Hij was veranderd sinds de tijd dat Sandrine hem niet had gezien. Hij was er leuker op geworden. Hij kan een erg lief karakter hebben maar soms heeft hij ook woedeaanvallen. Verder staat hij erg positief in het leven, maar zonder Sandrine vindt hij het wel moeilijk.
Phillipe Lambertin is de oudste zoon van Margot en Maurice. Hij staat recht achter de revolutie en vindt het niet goed dat de Sandrine bij hun woont. Maar langzaam begint hij Sandrine leuk te vinden en verliefd op haar te worden. Hij kan er niet goed tegen als andere mensen hem dwarszitten, en daar doet hij ook alles aan als het wel gebeurt. Hij is soms erg brutaal en hard. Als hij maar kan overleven. Verder vond ik dat hij weinig respect had voor andere mensen. Voor bepaalde mensen kon hij zich beeldig gedragen. Hij was een persoon met twee kanten.
Samenvatting:
Het boek begint in 1789.
Sandrine en haar kamenier rijden vanuit school in de koets naar huis. De revolutie is niet op gang. Totdat ze in een oproer raken. De mensen zijn boos op de adel waar Sandrine toe behoort. Op een gegeven moment zitten ze vast en zijn ze ingesloten. Snel rijden ze een straatje in maar die is te smal. Daarom doet Sandrine haar jurk uit, verscheurt hem en gaat er snel van door met Julie. Ze raken elkaar kwijt in de oproer. De mensen vallen de bakkerij binnen en stelen wat ze stelen kunnen. Dan ziet Sandrine Julie weer en gaan ze samen verder lopen. Ze komen een gewond kind tegen. Ze brengen hem samen met nog een man naar zijn huis want Julie kent het jongetje. Het jongetje is Pierre. Sandrine haalt een dokter voor het jongetje en gaat dan naar huis.
De volgende ochtend kan Sandrine het niet uit haar hoofd zetten dat zij het zo goed hebben en die mensen niet. Maar haar ouders maken zich niet druk. Ze gaan naar hun vakantieverblijf in Poissy. Dat moet meer rust brengen voor Sandrine. Daar rijden ze paard etc. Ook komt Sandrine een jongen tegen die aan het stropen is, Nicolas. In het bos is het verboden te stropen maar Sandrine verklikt hem niet. Sandrine gaat met het eten Nicolas helpen. Als ze het eten aan de vader van Nicolas geeft pakt hij haar beet, en vermoordt hij haar bijna. Hij was dronken.
Ook in Poissy woedt er een revolutie. Overal worden er kloosters en kastelen geroofd. Mensen die arm zijn kijken hen aan met kwade blikken als ze door een dorp lopen. Dan is hun kasteel in Poissy ook aan de beurt. Ze kunnen net op tijd vluchten in een koets. Als ze thuis door de poort van Parijs willen worden ze uit hun koets getrokken en vernederd. Ze moeten een heel eind lopen en als ze dan eindelijk bij de koets zijn is die helemaal kapot. Ze kunnen nog wel naar huis, en dat doen ze ook.
Dan is het over. De mensen die tegen de adel zijn plunderen hun huis. Net op tijd verbergt Sandrine zich onder de vloer maar haar ouders en zus worden weggehaald. Julie zegt nog net tegen haar dat ze naar de familie Lambertins moeten gaan. Als iedereen weg is uit het huis gaat zij in eenvoudige kleding naar de familie en duikt ze onder als het ‘nichtje’ van de familie. Dan komt ze erachter dat haar familie is vermoord onder de guillotine. Ze maakt kennis met het arme leven en leert werken. Ze maakt kennis met Nicolas, alleen in een andere omgeving. Ze worden verliefd op elkaar. Het probleem is alleen dat Phillipe Sandrines huisgenoot ook op haar verliefd is. Daarom bedenkt Phillipe een list. Hij zegt tegen Nicolas dat hij gezocht wordt en dat hij Parijs uit moet omdat hij anders vermoord wordt. Nicolas wil weg en doet dat ook maar neemt Sandrine mee omdat ze dat wilde. Maar het mislukt. Ze worden in de gevangenis gegooid en staan klaar op de lijst voor de guillotine. Maar als Sandrine aan de beurt is en naar de guillotine wordt gebracht redt Phillipe haar. Ze vertrekken naar Poissy omdat ze gezocht werden in Parijs. Ook Nicolas ontsnapt, en komt er achter dat het een list was. Hij vertrekt ook naar Poissy om de rest te zoeken. Hij moet alleen lopen, maar gelukkig mag hij een stukje meerijden met een boer.
Einde:
Het boek heeft net zo als zwarte sneeuw een open einde. Ik ben van mening dat een boek met een gesloten einde leuker is dan een boek met een open einde. Net zoals bij zwarte sneeuw had ik het gevoel dat het boek nog niet af was. Al was hier wel een iets beter open einde aan als bij zwarte sneeuw. Ik vind het jammer maar ook weer mooi dat er zo’n einde aan zit.
Goed:
1) Ik vond het mooi dat de gevoelens en angsten zo goed beschreven werden. Dan word je sneller meegevoerd met het verhaal.
2) De manier waarop het verhaal gebracht werd was op één of andere manier heel erg boeiend. Ik had het boek binnen een dag uit, omdat ik het niet weg kon leggen. Daar was het te mooi voor en te spannend.
3) Ik vind geschiedenis best boeiend omdat je dan te weten komt wat er vroeger allemaal heeft afgespeeld. Daarom boeien deze boeken me denk ik ook zo erg. Ik vind het knap van Simone dat ze zulke boeken kan schrijven want het is een best pittig onderwerp vind ik. Ik zou zo’n onderwerp minder snel kiezen als ik een boek zou moeten schrijven.
Minder goed:
1) hetzelfde als bij zwarte sneeuw. Het einde. Ik vind het belangrijk om te weten hoe een verhaal afloopt. Ook al heeft het een slecht einde of juist een goed einde, dat maakt me niet uit. Maar geen einde betekent voor mij dat ik het gevoel had dat het boek nog vier hoofdstukken verder gaat. En dan heb ik zoiets van: hoe zou het afgelopen zijn? Vooral met verhalen die niet ver van de waarheid afliggen heb ik dat
2) het taalgebruik in dit boek was af en toe erg moeilijk. Dat waren misschien woorden die ik niet ken of in die tijd thuis hoorden. Als er dan zulke woorden in zaten moest ik de zin eerst 3× lezen voor ik het begreep.
Cijfer:
Ik geef dit boek een 8.5. Dit cijfer geef ik omdat, ik het boek minder leuk vond dan Zwarte Sneeuw. Ik had Zwarte Sneeuw een 9 gegeven. Maar daar stonden geen moeilijke woorden in en in dit boek wel. Dat geeft voor mij wel minpunten. Maar verder was het weer een mooi boek. En ik zou het zeker aanraden aan andere mensen. Je krijgt toch een beter beeld van hoe het eerst daar was.
Nieuw einde:
Het nieuwe einde schrijf ik vanaf bladzijde 174.
Langzaam niet te snel rijden Nicolas en Sandrine verder. Nicolas denkt ik hoop dat het lukt. Als de stadspoort uit zicht is komt Sandrine onder de troep vandaan. Wat is ze opgelucht. Dat was op het nippertje! Ik dacht dat ze de wagen eerst nog wilden gaan onderzoeken. Na een paar dagen op de kar komen ze aan in het stadje Tours. ‘Eindelijk’! zucht Sandrine. Maar als ze door de straten rijden zien ze dat het totaal is uitgestorven. Ze rijden langzaam door. Als ze bij het stadspleintje komen zien ze waarom het zo rustig is. Ook hier staat de guillotine. Hoofden rollen in de mand. Mensen juichen en roepen : ‘Weg met die aristo’s’! Sandrine huivert en voelt zich moe. Ze wendt haar hoofd af en denkt aan haar ouders. Op deze verschrikkelijke manier zijn ook haar ouders onthoofd en als afval weggegooid. Ze zucht. Nicolas begrijpt het wel en rijdt snel verder. Als ze het stadje uit zijn, komen ze even later aan in Poissy. ‘en wat nu’? vraagt Sandrine. Nicolas denkt na. ‘Misschien kunnen we naar mijn oude boerderij want die staat leeg’! zegt Nicolas. Sandrine zegt: ‘Dat is goed’. Ze rijden langzaam over de velden. Sommige boeren kennen hem nog wel en groeten, maar vele boerderijen zijn leeg en verlaten.
Als ze eindelijk aankomen bij de boerderij zien ze dat het in slechte staat is. Ze zijn allebei hartstikke moe. Omdat het prachtig weer is pakken ze dekens uit de kar en gaan ze buiten op het gras slapen. De volgende morgen wordt Sandrine wakker. Ze kijkt naar het huis. ‘er moet nog veel gebeuren’ denkt ze. Ze komt overeind. De velden zijn zo lang niet gebruikt dat het gras meters hoog staat. De ramen zijn zo vies dat je er niet meer doorheen kan kijken. Ook het dak is niet meer goed. Dan loopt ze naar de schuren en kijkt erin. Het valt haar op dat er veel dingen gewoon nog zijn. Ze pakt een emmer en haalt water bij de pomp. Ze begint met schoonmaken. Als ze al een aardig eindje is met de ramen kijkt ze naar buiten. Nicolas is de velden aan het kappen. Na een week is de hele boerderij en de velden klaar. Ze hebben allebei hard gewerkt. Gelukkig hadden ze allebei wat geld mee want daarvan kunnen ze nu brood halen. Een paar jaar later verdienen ze allebei best veel. Sandrine met naaiwerk en Nicolas met de landbouw. Zo komen ze rond.
De schrijver van mijn 2e boek heet ook Simone van der Vlugt. Ze is in 1966 geboren te Hoorn. En Hoorn ligt in Nederland. Ze heeft met dit boek ook een aantal prijzen gewonnen. In totaal 3. 1) eervolle vermelding Zoenjury in 2000 2) eervolle vermelding Jonge Jury in 2001 3) 1e Platz Moerser Jugendbuch - Jury in 2001 (Duitse vertaling). De 1e druk van dit boek was in 1999. Het boek heeft 212 bladzijdes. Het is uitgegeven in Rotterdam door Lemniscaat.
Titel:
Het boek heet: de guillotine. Een guillotine is een apparaat waarmee je iemand kan onthoofden. In het boek worden de mensen van adel en later ook de koning en de mensen die er maar iets mee te maken hadden onthoofd. Dat had als reden dat de adel het veel beter had, als de boeren en gewone mensen. Terwijl de gewone mensen stierven van de honger, had de adel veel te eten.
Historisch verhaal – liefdesverhaal – oorlogsverhaal.
Het boek ging namelijk over het verleden, over liefde en er was op dat moment revolutie in Frankrijk. Vandaar dat ik 3 genres uit het rijtje had gekozen.
Waarom ik deze genres gekozen had. Ik vind dat een vage vraag want ik kende het boek helemaal niet toen ik het nog niet had gelezen. Hoe kan ik dan weten welke genres erin zitten. Maar achteraf vond ik het een mooie samenstelling deze 3 genres.
Tijd:
Ik heb over dit boek in totaal 1 dag gedaan. Dat was wel op een zondag dus ik kon lekker doorlezen.
De tijd die in het boek verloopt is een heel stuk. Je hebt ook 2 delen in het boek zelf. Het eerste deel is 1789 en het tweede deel is 1792-1793. Dat is in totaal 4 jaar. In die 4 jaar wordt niet alles verteld. Er zijn tijdsprongen in dit boek. Als er een paar dagen niets te vertellen is dan staat dat ook in het boek. Bijv. ‘een paar dagen later’ , ‘een tijdje later’. Ook zijn er tijdversnellingen. Dat betekent dat in een gebeurtenis zelf een tijdsversnelling is. Bijvoorbeeld toen ze naar Poissy gingen. Dan wordt ook niet de hele reis beschreven. Er zijn ook tijdvertragingen. Bijvoorbeeld als Sandrine bedenkt hoe het is gegaan toen Bernard thuis kwam. Ook zijn er flashbacks. Dat is dat er een stukje terug wordt gegaan in de tijd. Bijvoorbeeld bij een gedachte.
Eén woord:
Revolutie
Eén zin:
Bladzijde 135: ‘wat vind jij Sandrine?’ zegt Philippe onverwacht. Hieruit blijkt dat je het uit verschillende ogen bekijkt. Meestal uit die van Sandrine maar in sommige stukjes is zij er niet bij en zie je het door de ogen van Philippe / Nicolas / Margot.
Omgeving:
Het eerste deel van het verhaal speelt zich af in Sandrines huis in Parijs. Ze wonen in een herenhuis. Ze hebben bij het huis een tuin met veel bloemen en bomen.
Daarna speelt het verhaal zich af in het kasteel in Poissy. Daar verblijft Sandrine en haar familie in de zomer. Het is een kasteel maar het is niet bestand tegen zware gevechten. Want het is nagemaakt. Bij het kasteel kunnen Sandrine en haar zus prachtig paardrijden. Verder speelt het zich af bij het huis van de Lambertins. Dat is een familie die leven van de schoenmakerij. Het is een grijs stenen huis van 3 verdiepingen met lichtblauwe luiken en smeedijzeren balkonnetjes. Het is geen luxe huis, het heeft de belangrijkste dingen die nodig zijn om te overleven. De schoenmakerij is beneden en daarboven het huis.
Dit verhaal kan echt gebeurd zijn want het is ook gebaseerd op de werkelijkheid. De Franse revolutie is namelijk echt gebeurd. Dit verhaal wordt alleen verteld door een oogpunt van iemand. En er zijn personages bij verzonnen.
2 voorbeelden:
* de eerste opvallende is natuurlijk de guillotine. In deze tijd is het meer dan normaal dat deze niet meer wordt gebruikt. Sowieso word de doodstraf niet gegeven in Nederland.
*het tweede ook erg opvallende punt is dat wij geen adel en geestelijken meer hebben. Bij ons is iedereen gelijk en heeft iedereen evenveel kansen (dat is de bedoeling dan). Dat was in de tijd van het boek niet zo. Daaraan kun je zien dat het een andere tijd is als nu.
* ook makkelijk is dat ik het al wist voor ik het boek ging lezen want het stond bovenaan het eerste hoofdstuk.
De hoofdpersoon:
De hoofdpersoon is Sandrine. Het is een meisje dat tot een adelijke familie behoort. Ze hebben het verschrikkelijk goed vergeleken met de arme bevolking. Haar ouders en zus vinden het wel beter dat ze het zo goed hebben maar Sandrine heeft medelijden met de arme mensen. Ze is dus een erg meelevend mens. Toch als ze zonder alle luxe moet, is het toch wel moeilijk. Het is een mooi meisje om te zien. Ze wordt niet snel verliefd, en is niet iemand die haar vrienden laat vallen. Verder is ze erg precies. Ook houdt ze mensen niet graag voor de gek. Ze haat het als er over haar/anderen wordt gepraat alsof ze minder zijn.
Andere belangrijke personen:
Later als Sandrine al bij de Lembertins woont, ontmoet ze hem weer en wordt ze verliefd op hem. Hij was veranderd sinds de tijd dat Sandrine hem niet had gezien. Hij was er leuker op geworden. Hij kan een erg lief karakter hebben maar soms heeft hij ook woedeaanvallen. Verder staat hij erg positief in het leven, maar zonder Sandrine vindt hij het wel moeilijk.
Phillipe Lambertin is de oudste zoon van Margot en Maurice. Hij staat recht achter de revolutie en vindt het niet goed dat de Sandrine bij hun woont. Maar langzaam begint hij Sandrine leuk te vinden en verliefd op haar te worden. Hij kan er niet goed tegen als andere mensen hem dwarszitten, en daar doet hij ook alles aan als het wel gebeurt. Hij is soms erg brutaal en hard. Als hij maar kan overleven. Verder vond ik dat hij weinig respect had voor andere mensen. Voor bepaalde mensen kon hij zich beeldig gedragen. Hij was een persoon met twee kanten.
Samenvatting:
Het boek begint in 1789.
Sandrine en haar kamenier rijden vanuit school in de koets naar huis. De revolutie is niet op gang. Totdat ze in een oproer raken. De mensen zijn boos op de adel waar Sandrine toe behoort. Op een gegeven moment zitten ze vast en zijn ze ingesloten. Snel rijden ze een straatje in maar die is te smal. Daarom doet Sandrine haar jurk uit, verscheurt hem en gaat er snel van door met Julie. Ze raken elkaar kwijt in de oproer. De mensen vallen de bakkerij binnen en stelen wat ze stelen kunnen. Dan ziet Sandrine Julie weer en gaan ze samen verder lopen. Ze komen een gewond kind tegen. Ze brengen hem samen met nog een man naar zijn huis want Julie kent het jongetje. Het jongetje is Pierre. Sandrine haalt een dokter voor het jongetje en gaat dan naar huis.
De volgende ochtend kan Sandrine het niet uit haar hoofd zetten dat zij het zo goed hebben en die mensen niet. Maar haar ouders maken zich niet druk. Ze gaan naar hun vakantieverblijf in Poissy. Dat moet meer rust brengen voor Sandrine. Daar rijden ze paard etc. Ook komt Sandrine een jongen tegen die aan het stropen is, Nicolas. In het bos is het verboden te stropen maar Sandrine verklikt hem niet. Sandrine gaat met het eten Nicolas helpen. Als ze het eten aan de vader van Nicolas geeft pakt hij haar beet, en vermoordt hij haar bijna. Hij was dronken.
Ook in Poissy woedt er een revolutie. Overal worden er kloosters en kastelen geroofd. Mensen die arm zijn kijken hen aan met kwade blikken als ze door een dorp lopen. Dan is hun kasteel in Poissy ook aan de beurt. Ze kunnen net op tijd vluchten in een koets. Als ze thuis door de poort van Parijs willen worden ze uit hun koets getrokken en vernederd. Ze moeten een heel eind lopen en als ze dan eindelijk bij de koets zijn is die helemaal kapot. Ze kunnen nog wel naar huis, en dat doen ze ook.
Dan is het over. De mensen die tegen de adel zijn plunderen hun huis. Net op tijd verbergt Sandrine zich onder de vloer maar haar ouders en zus worden weggehaald. Julie zegt nog net tegen haar dat ze naar de familie Lambertins moeten gaan. Als iedereen weg is uit het huis gaat zij in eenvoudige kleding naar de familie en duikt ze onder als het ‘nichtje’ van de familie. Dan komt ze erachter dat haar familie is vermoord onder de guillotine. Ze maakt kennis met het arme leven en leert werken. Ze maakt kennis met Nicolas, alleen in een andere omgeving. Ze worden verliefd op elkaar. Het probleem is alleen dat Phillipe Sandrines huisgenoot ook op haar verliefd is. Daarom bedenkt Phillipe een list. Hij zegt tegen Nicolas dat hij gezocht wordt en dat hij Parijs uit moet omdat hij anders vermoord wordt. Nicolas wil weg en doet dat ook maar neemt Sandrine mee omdat ze dat wilde. Maar het mislukt. Ze worden in de gevangenis gegooid en staan klaar op de lijst voor de guillotine. Maar als Sandrine aan de beurt is en naar de guillotine wordt gebracht redt Phillipe haar. Ze vertrekken naar Poissy omdat ze gezocht werden in Parijs. Ook Nicolas ontsnapt, en komt er achter dat het een list was. Hij vertrekt ook naar Poissy om de rest te zoeken. Hij moet alleen lopen, maar gelukkig mag hij een stukje meerijden met een boer.
Het boek heeft net zo als zwarte sneeuw een open einde. Ik ben van mening dat een boek met een gesloten einde leuker is dan een boek met een open einde. Net zoals bij zwarte sneeuw had ik het gevoel dat het boek nog niet af was. Al was hier wel een iets beter open einde aan als bij zwarte sneeuw. Ik vind het jammer maar ook weer mooi dat er zo’n einde aan zit.
Goed:
1) Ik vond het mooi dat de gevoelens en angsten zo goed beschreven werden. Dan word je sneller meegevoerd met het verhaal.
2) De manier waarop het verhaal gebracht werd was op één of andere manier heel erg boeiend. Ik had het boek binnen een dag uit, omdat ik het niet weg kon leggen. Daar was het te mooi voor en te spannend.
3) Ik vind geschiedenis best boeiend omdat je dan te weten komt wat er vroeger allemaal heeft afgespeeld. Daarom boeien deze boeken me denk ik ook zo erg. Ik vind het knap van Simone dat ze zulke boeken kan schrijven want het is een best pittig onderwerp vind ik. Ik zou zo’n onderwerp minder snel kiezen als ik een boek zou moeten schrijven.
Minder goed:
1) hetzelfde als bij zwarte sneeuw. Het einde. Ik vind het belangrijk om te weten hoe een verhaal afloopt. Ook al heeft het een slecht einde of juist een goed einde, dat maakt me niet uit. Maar geen einde betekent voor mij dat ik het gevoel had dat het boek nog vier hoofdstukken verder gaat. En dan heb ik zoiets van: hoe zou het afgelopen zijn? Vooral met verhalen die niet ver van de waarheid afliggen heb ik dat
2) het taalgebruik in dit boek was af en toe erg moeilijk. Dat waren misschien woorden die ik niet ken of in die tijd thuis hoorden. Als er dan zulke woorden in zaten moest ik de zin eerst 3× lezen voor ik het begreep.
Ik geef dit boek een 8.5. Dit cijfer geef ik omdat, ik het boek minder leuk vond dan Zwarte Sneeuw. Ik had Zwarte Sneeuw een 9 gegeven. Maar daar stonden geen moeilijke woorden in en in dit boek wel. Dat geeft voor mij wel minpunten. Maar verder was het weer een mooi boek. En ik zou het zeker aanraden aan andere mensen. Je krijgt toch een beter beeld van hoe het eerst daar was.
Nieuw einde:
Het nieuwe einde schrijf ik vanaf bladzijde 174.
Langzaam niet te snel rijden Nicolas en Sandrine verder. Nicolas denkt ik hoop dat het lukt. Als de stadspoort uit zicht is komt Sandrine onder de troep vandaan. Wat is ze opgelucht. Dat was op het nippertje! Ik dacht dat ze de wagen eerst nog wilden gaan onderzoeken. Na een paar dagen op de kar komen ze aan in het stadje Tours. ‘Eindelijk’! zucht Sandrine. Maar als ze door de straten rijden zien ze dat het totaal is uitgestorven. Ze rijden langzaam door. Als ze bij het stadspleintje komen zien ze waarom het zo rustig is. Ook hier staat de guillotine. Hoofden rollen in de mand. Mensen juichen en roepen : ‘Weg met die aristo’s’! Sandrine huivert en voelt zich moe. Ze wendt haar hoofd af en denkt aan haar ouders. Op deze verschrikkelijke manier zijn ook haar ouders onthoofd en als afval weggegooid. Ze zucht. Nicolas begrijpt het wel en rijdt snel verder. Als ze het stadje uit zijn, komen ze even later aan in Poissy. ‘en wat nu’? vraagt Sandrine. Nicolas denkt na. ‘Misschien kunnen we naar mijn oude boerderij want die staat leeg’! zegt Nicolas. Sandrine zegt: ‘Dat is goed’. Ze rijden langzaam over de velden. Sommige boeren kennen hem nog wel en groeten, maar vele boerderijen zijn leeg en verlaten.
Als ze eindelijk aankomen bij de boerderij zien ze dat het in slechte staat is. Ze zijn allebei hartstikke moe. Omdat het prachtig weer is pakken ze dekens uit de kar en gaan ze buiten op het gras slapen. De volgende morgen wordt Sandrine wakker. Ze kijkt naar het huis. ‘er moet nog veel gebeuren’ denkt ze. Ze komt overeind. De velden zijn zo lang niet gebruikt dat het gras meters hoog staat. De ramen zijn zo vies dat je er niet meer doorheen kan kijken. Ook het dak is niet meer goed. Dan loopt ze naar de schuren en kijkt erin. Het valt haar op dat er veel dingen gewoon nog zijn. Ze pakt een emmer en haalt water bij de pomp. Ze begint met schoonmaken. Als ze al een aardig eindje is met de ramen kijkt ze naar buiten. Nicolas is de velden aan het kappen. Na een week is de hele boerderij en de velden klaar. Ze hebben allebei hard gewerkt. Gelukkig hadden ze allebei wat geld mee want daarvan kunnen ze nu brood halen. Een paar jaar later verdienen ze allebei best veel. Sandrine met naaiwerk en Nicolas met de landbouw. Zo komen ze rond.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
".
".
er staat haar onthoofd en als oud afval weggegooid. bij nieuw einde. moet zijn haar ouders onthoofd en als afval weggegooid
15 jaar geleden
Antwoorden