In dit verslag ga ik een samenvatting schrijven van het boek De Aanslag. Ook ga ik het genre, de titelverklaring en de handeling beschrijven. De schrijver komt ook aan bod, net als een mooie recensie. Tot slot komt mijn mening en de bronnen.
Ik heb dit boek gekozen, omdat…
Ik ben altijd erg geïnteresseerd in oorlogsboeken. Dus dit leek mij een leuk boek om te lezen. Dit heb ik gedaan. En ik ben blij dat ik voor dit boek gekozen heb, want ik vond het een leuk boek.
Genre:
Oorlogsroman / psychologische roman
Titelverklaring:
De titel van het boek is heel makkelijk te verklaren. De titel is: De Aanslag. En aan het begin van het boek wordt er een moord gepleegd die gedurende het hele boek de aanslag word genoemd. Maar je kunt het ook zien als een aanslag op Anton zijn leven, hij heeft er namelijk zijn hele leven mee te dealen dat hij zijn ouders en zijn broer is verloren.
Handeling:
Er is een proloog. Inhoud: Aan de rand van Haarlem staan langs het Spaarne vier villa's. In 'Buitenrust' woont de familie Steenwijk: vader (griffier bij de rechtbank), moeder, Peter (17 jaar) en Anton (12 jaar). Links van hun huis staat de villa van de familie Beumer en rechts
het huis van meneer Korteweg en zijn dochter Karin.
Er is geen epiloog.
Indeling: Het boek is verdeeld in vijf episodes die plaatsvinden
tussen 1945 en 1981:
- 1e episode 1945 (onderverdeeld in 4 hoofdstukken).
- 2e episode 1952 (onderverdeeld in 4 hoofdstukken).
- 3e episode 1956 (onderverdeeld in 3 hoofdstukken).
- 4e episode 1966 (onderverdeeld in 5 hoofdstukken).
- Laatste episode 1981 (onderverdeeld in 4 hoofdstukken).
Het boek bestaat dus in totaal uit 20
hoofdstukken.
De hoofdstukken hebben geen titel.
Gegevens van de schrijver:
Harry Kurt Victor Mulisch werd geboren op 29 juli 1927 in Haarlem als enige zoon van K.V.K Mulisch die uit Oostenrijk komt, en Alice Schwarz uit Antwerpen. Zijn vader komt te overlijden na in de 2e wereldoorlog in een werkkamp te zijn gestopt. Zijn moeder emigreert naar San Francisco, waar ze Amerikaanse wordt. Zijn schrijfcarrière begint in 1947 waar hij een stukje in het Elzevier weekblad schrijft. Twee jaar later schrijft hij zijn eerste roman genaamd « Archibald Strohalm ». Hij woont sinds 1958 in Amsterdam. Uit zijn huwelijk met S. Woudenberg komen twee kinderen voort; Anna en Frieda. In 1992 krijgt hij zijn 3e kind genaamd Menzo uit een verhouding met een andere vriendin. Mulisch is sinds 1958 redacteur geworden van verschillende bladen. Sinds 1962 is hij bestuurslid van de bezige bij. Hij schreef ondertussen veel goede literaire boeken, waar onder het legendarische boek; de aanslag. Er worden een aantal tentoonstellingen over hem gegeven. Ook werd hij bij de uitreiking van de ontdekking van de hemel bevorderd tot officier in de orde van Oranje Nassau; tevens kreeg hij een zilveren medaille van de gemeente Amsterdam. Tevens zijn er ook een aantal boeken van hem verfilmd, waaronder de aanslag.
Samenvatting:
Proloog
Anton Steenwijk woont op een afgelegen stukje land met vier andere familie´s. Alleen aan de overkant van de rivier staan nog een paar huizen. Maar ze wonen erg geïsoleerd. Hij woont hier samen met zijn
ouders en zijn broer.
Eerste
Episode 1945
Fake Ploeg, de meest beruchte NSB´er in Haarlem wordt voor de deur van de familie Korteweg vermoord. Dit gebeurt in januari 1945. De familie Steenwijk probeert het lijk snel naar de buren te verplaatsen zodat zij niet verdacht zouden worden van de moord. Maar op dat moment komen de Duitsers net de straat in rijden. Anton weet er aan te ontkomen. Maar zijn ouders en zijn broer worden meegenomen. Anton wordt later ook in een cel gezet, hij zit met een vrouw die hoogstwaarschijnlijk iets met de aanslag te maken heeft in de cel. Een tijd later word hij vrijgelaten en kan
hij bij zijn oom en tante in Amsterdam gaan wonen.
Tweede
Episode 1952
Vanaf het moment dat Anton en zijn ouders uit elkaar zijn gehaald heeft hij ze niet meer gezien. Hij is bij zijn oom en tante gaan wonen en is bezig met een schoolcarrière en wil anesthesist worden. Als hij door zijn studiegenoten in Haarlem uitgenodigd word voor een feestje bezoekt hij zijn oude straat nog eens. Zijn oude overbuurvrouw spreekt hem aan en laat het monument zien wat op plaatst delict van de aanslag staat. Als Anton ernaar gaat kijken ziet hij de namen van zijn ouders erop gegraveerd, hij is er nu zeker van dat zijn ouders vermoord zijn. En hij besluit nooit meer terug te
gaan naar Haarlem.
Derde
Episode 1956
Rond 1956 was het communisme een veel besproken onderwerp. Er werden veel demonstraties gehouden. Omdat Anton dicht bij het hoofdkantoor van de Communistische Partij woont, staan de demonstranten voor zijn huis te demonstreren. Op een dag ziet hij de zoon van zijn toenmalige vermoorde buurman Fake Ploeg. Anton nodigt hem uit om met hem mee naar binnen te gaan en te praten over wat er vroeger is gebeurt. Ze krijgen een onenigheid over wie toen gelijk had en wie er fout zat. Het loopt uit de hand en de zoon
van Fake rent naar buiten.
Vierde
Episode 1966
Anton heeft zijn studie voor anesthesie afgerond en gaat in Amsterdam wonen. Een paar jaar later ontmoet hij zijn toekomstige vrouw Saskia de Graaff. Nadat ze een jaar samen zijn besluiten ze te gaan trouwen en een kind te willen krijgen. Het kindje groeit op en is vier jaar oud als een goede vriend van Saskia in 1966 overlijd. Op de begrafenis van die vriend is Cor Takes, de moordenaar van Fake Ploeg, ook aanwezig en die spreekt Anton aan. Hij verteld hem dat hij het samen met zijn vriendin Truus had gedaan en dat zij degene was die bij Anton in de cel heeft gezeten. Hij
verteld Anton dat Truus uiteindelijk ook is vermoord door de Duitsers.
Vijfde
Episode 1981
Anton is inmiddels gescheiden van Saskia en heeft een nieuwe vrouw, genaamd: Liesbeth. Ze hebben samen een zoon die Peter heet. Als Anton op een dag naar de tandarts gaat zegt de tandarts hem alleen te willen behandelen als hij mee gaat protesteren tegen kernwapens. Anton stemt hiermee in en eenmaal aangekomen op bestemming komt hij zijn oude buurmeisje tegen, Karin Korteweg. Ze verteld aan Anton waarom ze het lijk voor hun huis hadden neergelegd. Omdat meneer Korteweg bang was voor een wraakactie van Anton is hij naar Nieuw-Zeeland verhuisd. En is daar ook overleden omdat hij zelfmoord heeft gepleegd. Erik weet geen raad meer met al deze informatie en loopt weg van het gesprek.
Recensie:
Recensie van www.recensieweb.nl
De aanslag (1982), Mulisch’ doorbraak bij het grote en internationaal publiek (er werden ruim één miljoen exemplaren van verkocht), gaat over schuld en onschuld in het licht van de complexiteit van oorlog. Het is een eigenaardig thema omdat de hoofdpersoon, het slachtoffer, de enige onschuldige, heel rationeel de daad voor zichzelf heeft afgesloten: ‘Iedereen heeft gedaan, wat hij heeft gedaan, en niet iets anders.’ Anton Steenwijk is niet op zoek naar de schuldigen; zij vinden hem.
Het is januari 1945, Hongerwinter in Haarlem. De familie Steenwijk zit gezamenlijk rond de keukentafel te kleumen, een laatste potje Mens-erger-je-niet alvorens vroeg naar bed te gaan. Dan klinken er buiten schoten. Eerst één, dan nog eens twee, dan nog twee en ten slotte, na een doodskreet, een zesde. De gehate hoofdinspecteur van politie Fake Ploeg blijkt vermoord te zijn. Als de buren, voor wier huis de moord gepleegd is, het lijk verslepen naar dat van de Steenwijks, rent oudste zoon Peter naar buiten om in te grijpen. Dan arriveert de politie. Peter vlucht weg, de andere Steenwijks worden gearresteerd en zoon Anton van zijn ouders gescheiden. Hun huis gaat in vlammen op, Anton's ouders en broer – blijkt later – worden vermoord bij de represaille.
De gebeurtenissen daarop zijn voor de twaalfjarige Anton als een droom: zijn eerste rit in een auto, het kortstondig verblijf in een donkere politiecel met een verzetsstrijdster, de sympathieke behandeling door de Duitsers, een rit met een motor, de dood van de Duitse soldaat die hem naar zijn familie in Amsterdam moet begeleiden.
En een droom blijft het, ook als hij in de jaren daarop, de plek des onheils nog eens bezoekt. In elk van de episodes – 1952, 1956, 1966, 1981, respectievelijk de jaren waarin telkens weer de oorlogsschuldvraag gesteld wordt: Korea, de Praagse lente (en de reactie in Nederland: aanvallen op communisten), de vrijlating van SD-er Willy Lages en de anti-kernbomdemonstratie – ontmoet hij spoken uit het verleden. De buren, de zoon van Fake Ploeg en de moordenaar, en ten slotte het buurmeisje dat het lijk had verplaatst. Antons herinneringen zijn vager geworden met de jaren, en hoewel hij de moord op Ploeg en daarmee het sterven van zijn familie gerechtvaardigd acht, wil hij er niet meer woorden dan dat aan vuil maken. Maar het ligt complexer, benadrukt elke betrokkene steeds weer automatisch als ze in de verdediging schieten. Even automatisch komt Anton met een rationele repliek. Tijdens de belegering van communistisch hoofdkwartier Felix Meritis in 1956 ontmoet hij de zoon van Fake Ploeg, Fake junior.
‘“Mijn familie,” zei [Anton], terwijl hij zijn vrije hand in zijn nek legde, “is niet door de communisten uitgeroeid, maar door de vrienden van jouw vader.”
“En die communisten wisten, dat dat zou gebeuren.”
“Dus is het hun schuld…”
“Allicht. Van wie anders?”
[…]
“Waarom,” vroeg Anton, “kun je niet van je vader houden zonder de zaak goed te praten? Van een heilige houden is toch geen kunst. Dat is net zoiets als van dieren houden. Waarom zeg je niet gewoon: mijn vader was faliekant fout, maar hij was mijn vader en ik houd van hem.”
“Maar hij was verdomme niet fout! Tenminste niet op de manier die jij nu bedoelt.”’
Het NSB-lidmaatschap van Fake Ploeg was namelijk een statement tegenover al die laffe NSB-ers die op dolle dinsdag het land ontvlucht hadden. Hij was geen jodenhater, wel een communistenhater, maar hij gehoorzaamde zijn chefs en stond waarvoor hij stond. Het is weer een ander gezichtspunt, een nieuw perspectief in het systeem dat Mulisch met deze vluchtige ontmoetingen bouwt. Mulisch toont zich in De aanslag weer een ijzersterke plottenbouwer. Niet dat karaktertekening en stijl onverzorgd zijn, maar ze dienen wel duidelijk het hogere doel: de door de hoofdpersoon ongewilde why-done-it-plot. We krijgen net genoeg van Anton en de anderen te weten om de volgende stap in de reconstructie van de aanslag te begrijpen, en de stijl is aantrekkelijk, maar vooral functioneel. Het werkt zo goed, dat de Mulisch’ zo eigen metafysische uitstapjes en symbolische elementen nergens storen.
Maar De aanslag is niet alleen een harmonieus geheel van karaktertekening, stijl en een sterk plot. Het verhaal vertelt meer dan een verhaal. Elke ontmoeting brengt nuance, een enkele ontmoeting brengt herinnering terug. Een reconstructie van de moord en de daaropvolgende gebeurtenissen brengt een veel complexer beeld dan de formule dat één moordenaar vele moorden voorkomt. Schuld en vergeving strepen elkaar weg en versterken elkaar, jaren na de daad. De aanslag biedt daarmee een verdieping en een relativering van de schuldvraag in elke oorlog, een studie in fictie die voor 1945, 1952, 1956, 1966 en 1981 geldig blijft, maar ook voor 2007.
Thema’s:
Het thema is ‘schulddrager’. Want wie is er schuldig aan de aanslag? Daar draait immers heel het boek om. Alles in het verhaal verwijst ook naar de aanslag. Motieven/leidmotief:
Donkerte
Vooral in het begin van het verhaal merk je dat de sfeer erg donker is, dit is dan wel figuurlijk, maar letterlijk is het ook een aantal keer erg donker. Zoals in de cel waar Anton en Truus in zitten.
Zoekende
Anton is zoekende naar antwoorden op verschillende vragen. De vraag wie er nou schuld heeft aan de dood van zijn ouders en zijn broer, wie er schuld heeft aan de dood van meneer Ploeg. En
bijvoorbeeld wie of wat er nou de echte oorzaak van deze oorlog is.
Schuldig
Anton vraagt zich gedurende het boek af wie er schuld heeft aan het overlijden van zijn ouders, de oorlog en de door van meneer Ploeg. Maar van nog veel meer dingen waar hij geen weet van heeft. Het gaat dus om schuld en onschuld.
Tijd:
Het verhaal speelt zich af tijdens en na de 2e
wereldoorlog. Boven elk hoofdstuk staat in wel jaar het zich afspeelt.
Het verhaal is chronologisch verteld, wel komen er flashbacks of flashforwards in voor. En er zijn ook hele grote tijdsprongen in het boek, elk hoofdstuk heeft ongeveer een tijdsprong tussen de vier en vijftien jaar. Het verhaal begint in 1945 en eindigt in 1981 en daartussenin
zijn de verhalen ook gewoon chronologisch verlopen.
Er komen wel flashbacks in het verhaal voor, ook flashforwards. Maar de voornaamste zijn gedachtes over vroeger die dan verteld worden. Of bijvoorbeeld een droom die Anton dan gedroomd heeft en die dan uitgelegd word.
Personen:
De enige persoon waar je veel van te weten komt is Anton. Dit is omdat hij de hoofdpersoon is en je hem het hele verhaal volgt. Hij is ook als enige een uitbouwkarakter. Van de andere personages kom je vrijwel niets te weten. Wel spelen ze een grote rol in de verandering die Anton
doormaakt of de conclusies die Anton voor zichzelf trekt.
Anton Steenwijk (hoofdfiguur)
Uiterlijk: Anton´s uiterlijk blijft het hele verhaal hetzelfde, hij is tenger, lang, hij heeft donker haar en hij heeft een redelijk lichte huid. Verder word er niet veel over zijn uiterlijk of bijvoorbeeld zijn kleding
verteld.
Gedrag: Hij is een rustige jongen die zich altijd een beetje op de achtergrond houd. Hij is ook erg slim en dat zie je ook terug in zijn gedrag en de overwegingen die hij maakt. Hij heeft enorme haatneigingen naar de Duitsers omdat zijn ouders door Duitsers zijn vermoord. Dus als de Tweede Wereldoorlog aan bod komt en hij vind dat er iets onredelijks gezegd word kan
hij flink tekeer gaan.
Karakter: Het is een sentimentele jongen die zich probeert af te sluiten van de buitenwereld. Maar hij is wel heel erg nieuwsgierig, bijvoorbeeld naar de moordenaar van Fake Ploeg. Maar omdat hij een uitbouw
karakter is blijft dit niet in het hele verhaal zo.
Saskia de Graaff (bijfiguur)
Saskia is de eerste vrouw van Anton, ze heeft samen met Anton een kind genaamd: Sandra. Later in het boek scheiden Saskia en Anton. Zij heeft dus invloed op de ontwikkeling van Anton Van Saskia kom je
niet veel te weten.
Liesbeth (bijfiguur)
Liesbeth is de tweede vrouw van Anton, ze heeft samen met Anton een kind genaamd: Peter. Ze hebben hem Peter genoemd omdat dat de tijdens de oorlog omgekomen broer van Anton is. Zij heeft dus invloed op de
ontwikkeling van Anton. Van Liesbeth kom je niet veel te weten.
Cor Takes (bijfiguur)
Hij heeft samen met Truus Coster zijn vrouw meneer Ploeg omgebracht. Later in het boek komt hij Anton tegen en verteld hem wat er precies is gebeurt. Hij heeft dus invloed op de ontwikkeling van Anton
Je komt niet veel over hem te weten.
Truus Coster (bijfiguur)
Dit is de vrouw die na de arrestatie van de familie Steenwijk bij Anton in de cel zat. Ze wordt kort daarna vermoord omdat ze betrokken is bij de moord van meneer Ploeg. Je komt bijna niets over haar te
weten
Karin Korteweg
Karin is de dochter van meneer Korteweg, ze komt Anton aan het einde van het boek tegen en verteld hem over haar vader en dat hij verhuisd is omdat hij bang was voor een wraakactie van Anton. Zij heeft dus invloed op de ontwikkeling van Anton. Maar je komt ook vrijwel niets van haar te weten.
Ruimte:
Het begin van het verhaal speelt zich voornamelijk af in Haarlem. Het midden en het eind van het verhaal voornamelijk in Amsterdam waar Anton ook woont. Wel gaat hij in het midden van het boek een keer terug naar Haarlem naar een feestje. Verder komt Anton in zijn vakanties vaak in Toscane waar hij een huisje heeft met een enorm mooi uitzicht.
Vertelperspectief:
Het verhaal wordt voornamelijk verteld in de verborgen ik-vorm. Het verhaal wordt verteld vanuit het standpunt van Anton, maar Anton wordt wel als ‘hij’ of Anton aangegeven. De gevoelens en gedachtes van Erik worden wel verteld en je leeft dus ook echt met hem mee. Dit wordt niet beschreven van de andere personen, die zie je alleen vanuit de invalshoek van Erik. Maar de Proloog aan het begin wordt verteld vanuit de alwetende hij-vorm. En de laatste alinea van het boek word ook in deze vorm verteld.
Schrijfstijl:
In dit verhaal is geen sprake van opvallend lange of juist opvallend korte zinnen. Ook is er geen sprake van een opvallend gebruik van bijvoeglijk naamwoorden. Het taalgebruik in het boek is vrij gemakkelijk. Dit komt doordat Harry Mulisch weinig moeilijk woorden gebruikt en doordat er weinig lange dialogen worden gevoerd. Het boek bevat geen humor. Dit is te verklaren, omdat het om een boek over oorlogsverwerking gaat. In het verhaal komen meerdere uitgebreide ruimtebeschrijvingen voor, als voorbeeld de straat waar de aanslag gepleegd is en het souterrain van Cor Takes.
Mening:
Het was een mooi boek om te lezen. Het was spannend, aangrijpend, ontroerend. Je kon je helemaal inleven. Ik heb geen negatieve dingen gevonden aan dit boek. Alles hangt heel erg in verband met elkaar. Ik zou een ander zeker aanraden om dit boek te lezen. Je komt er makkelijk doorheen en het wordt niet moeilijk verteld. Al met al een leuk boek om te lezen.
REACTIES
1 seconde geleden
F.
F.
Inhoud is goed, wel veel spelfouten. Let hier op!
9 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
goed stuk
8 jaar geleden
Antwoorden