De aanslag door Harry Mulisch

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
Boekcover De aanslag
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas havo | 3432 woorden
  • 3 juni 2012
  • 46 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
46 keer beoordeeld

Boekcover De aanslag
Shadow

Fake Ploeg, een collaborerende inspecteur van politie, berucht om zijn wreedheid, fietst tijdens zijn spertijd door de buitenwijken van Haarlem naar huis. Door de winterse avond klinken plotseling zes scherpe knallen. Ploeg ligt dood op de stoep voor een rijtje van vier huizen, waarvan er een door de familie Steenwijk wordt bewoond. De verschrikkelijke gevolgen van de…

Fake Ploeg, een collaborerende inspecteur van politie, berucht om zijn wreedheid, fietst tijdens zijn spertijd door de buitenwijken van Haarlem naar huis. Door de winterse avond kl…

Fake Ploeg, een collaborerende inspecteur van politie, berucht om zijn wreedheid, fietst tijdens zijn spertijd door de buitenwijken van Haarlem naar huis. Door de winterse avond klinken plotseling zes scherpe knallen. Ploeg ligt dood op de stoep voor een rijtje van vier huizen, waarvan er een door de familie Steenwijk wordt bewoond. De verschrikkelijke gevolgen van deze gebeurtenis zullen de dan twaalfjarige Anton Steenwijk zijn hele leven lang blijven achtervolgen.

De aanslag door Harry Mulisch
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

 

 

Titelverklaring: In het begin van het verhaal wordt er een aanslag gepleegd op Fake Ploeg, NSB'er. Door die aanslag raakt Anton Steenwijk zijn ouders en zijn broer kwijt. De aanslag heeft het leven van Fake Ploeg en Fake Ploeg jr.; meneer, mevrouw en Peter Steenwijk; meneer Korteweg en Karin; Cor Takes; Truus Coster, maar vooral dat van Anton Steenwijk getekend. Over deze gebeurtenis gaat de rest van het verhaal, de aanslag is dus de centrale gebeurtenis waar het hele boek om draait.

Motto: Overal was het al dag, maar hier was het nacht, neen, meer dan nacht. C. Plinus Caecilius Secendus. Epistulae , VI, 16.
De schrijver was een Romeins historicus, die dit schreef naar aanleiding van de uitbarsting van de vulkaan Vesuvius in 79 na Chr.

 De aswolk uit de vulkaan stijgt naar de stratosfeer, draait om de aarde en regent nog jaren later op alle continenten neer. (Blz. 77 r. 1-2)

Dit citaat heeft waarschijnlijk met het motto te maken. Hier wordt ook waarschijnlijk mee bedoeld dat de aanslag nog verder het hele leven terugkeert in het leven van Anton.

Maar het kan ook zijn dat het donkere  wordt verwezen naar de donkere nacht in de cel.

Autobiografische elementen: Harry Mulisch woonde zelf in de tijd van de oorlog in Haarlem. Zijn vader werkte ook voor de Duitser, net zoals Fake Ploeg. Harry heeft de Tweede Wereldoorlog bewust meegemaakt. Het kan zijn dat hij zijn eigen ervaringen heeft verwerkt in het boek zoals Dolle Dinsdag.

Biografische elementen: Cor Takes (gebaseerd op Jan Bonekamp) en Truus Coster (gebaseerd op Hannie Schaft).

Het verhaal is chronologisch vertelt. Het verhaal wordt achteraf verteld, maar wel chronologisch.

Verteltijd: 234 blz. 12 uur.

Vertelde tijd/ historische tijd/ opbouw:
De verschillende episoden spelen in verschillende jaren af.

Eerste episode: één avond in januari 1945

Tweede episode: één dag in 1952

Derde episode: één dag in 1956

Vierde episode: twee dagen in 1966

Vijfde episode: één dag in 1981

Fabel en Sujet: De fabel van dit verhaal hangt samen met de gebeurtenissen uit het leven van Anton. Deze gebeurtenissen worden in chronologische volgorde verteld. Het sujet wijkt dus niet af van de fabel. In het verhaal worden wel af en toe vooruitwijzingen of terugverwijzingen geplaatst, maar dit zijn kleine kunstgrepen die niet echt invloed hebben op het verband tussen fabel en sujet.

Wanneer speelt het verhaal zich af: van januari 1945 tot 1981.

Gebeurtenis met korte spanningsboog: zijn Anton zijn ouders en zijn broer Peter dood?

Gebeurtenis met lange spanningsboog: Waarom hebben de buren het lichaam van Fake Ploeg voor hun huis neergelegd?

Belangrijke open plek:

Genre:  Het is een psychologische roman, omdat de aanslag bij de ontwikkeling van Anton Steenwijk een grote rol speelt. Het verhaal gaat over waarom de aanslag is gepleegd en waarom bepaalde mensen zo hebben gehandeld en de gevolgen hiervan.

Thema: Schuld:

Het grote thema in De aanslag is: wat is schuld en wanneer is iemand schuldig? Wie heeft er schuld aan de dood van Antons ouders en broer? Zijn het de Duitsers die hen gefusilleerd hebben, of is het het verzet, omdat Antons ouders nooit omgekomen zouden zijn als Ploeg niet doodgeschoten was. Of is het de familie Korteweg: zij hebben Ploegs lijk bij Anton voor de deur gesleept? Of zijn er misschien nog meer mogelijkheden? Daarnaast komt de schuldvraag ook bij andere gebeurtenissen terug: hebben de leden van de CPN schuld aan de Russische inval in Hongarije? Zijn de Amerikanen schuldig aan oorlogsstoken omdat zij in Nederland kernraketten willen plaatsen?

Zoektocht:

Of Anton nu wil of niet: steeds krijgt hij met de gevolgen van de oorlog te maken en steeds wordt hij weer wat wijzer over de personen die betrokken waren bij de aanslag op Fake Ploeg. Aan de ene kant zegt Anton niets meer met de oorlog te maken te willen hebben, maar aan de andere kant lijkt hij de oorlog steeds weer op te zoeken. Doordat hij steeds meer komt te weten, wordt Anton als het ware gelauwerd tijdens de demonstratie in 1981. Daar lijkt zijn zoektocht volbracht: hij weet nu hoe de vork in de steel zit.

Leidmotief: Steen

Steenwijk legde zijn boek geopend naast zich neer, en even later was er niets anders te horen dan het stuiteren van de dobbelsteen en de stappen van de spionnen over het karton. (Blz. 23 r. 6-3 van onder)

Anton die juist de dobbelsteen wil gooien, verstart en kijkt naar zijn moeder, zijn moeder en zijn vader, zijn vader naar de tussendeuren; maar Peter tilt de mantel van de carbidlamp en zet hem op het bord. (Blz. 24 r. 5-9)

Hij merkte dat hij nog steeds de dobbelsteen in zijn hand had en stopte hem in zijn zak. (Blz. 27 r. 3-1 van onder)

Zijn andere hand werd koud en hij stopte hem in zijn zak, waar hij iets voelde dat hij niet thuis kon brengen. Hij keek: het was de dobbelsteen. (Blz. 73 r. 6-8)

Zijn oog viel op de witte tafelaansteker in de vorm van een dobbelsteen, die hij eens van Liesbeths ouders had gekregen.(Blz. 212 r. 13-16) Hierna krijgt Anton een crisis.

Bij de laatste vier van deze citaten, is er steeds sprake van een wending in het verhaal. Het tweede citaat gebeurt net als Fake Ploeg senior geëlimineerd is. Het tweede citaat is vlak voor dat als de Duitsers het huis binnen vallen. Het derde citaat is als Anton zijn leven in Amsterdam begint.

De dobbelsteen staat dus voor het lot. Het lot beslist hoe en of Anton zijn vervolgt.

De klinkers van de rijweg aan de voorkant waren in een visgraatmotief gelegd. (Blz. 9 r. 7-8)

Dat was een steen, die ze doormidden sloegen. (Blz. 22)

In zijn rechterhand had hij een grote grijze kei, (Blz. 117 r. 12,13) ... ‘Dag Ton,’ zei hij. Anton keek in het brede, ruwe gezicht. Opeens zag hij het. ‘Dag Fake.’ (Blz. 117 r. 22-25)

Onder de houten zitting een grote kei, de ‘Stone of Scone’. (Blz. 135 r. 24,25)

Op deze plek ontmoet hij zijn eerste vrouw Saskia.

Tevens is het monument voor het ouderlijk huis van Anton van steen.

Daarnaast heten de broer én de zoon van Anton Peter. Peter betekent ‘Rots in de branding’.

De steen staat voor het eeuwenoude; iets dat alles overleeft. Stenen nemen een belangrijke rol in Antons leven. Hij komt ze steeds weer tegen.

De steen is een leidmotief, omdat het iets tastbaars is en het buiten het verhaal geen betekenis heeft. De hele wereld ligt er vol mee.

Brand, as en verwoesting

Het huis, uitgedroogd door de vorst, brandde zo gretig als een oude krant. Ook Anton begon de gloed te voelen in de auto. (Blz. 41 r. 18-20)

De aswolk uit de vulkaan stijgt naar de stratosfeer, draait om de aarde en regent nog jaren later op alle continenten neer. (Blz. 77 r.1-3)

Meteen daarop, met een dompige slag, vloog de deksel van de kachel vijf centimeter omhoog en ontlaadde een wolk roet. (Blz. 129 r. 5-7)

Hij rook opeens een afschuwelijke stank en deed zijn ogen open. Uit de asbak steeg een blauwe zuil rook recht omhoog. Hij gooide zijn restje whisky op de gloeiende massa, maar dat maakte de stank alleen erger. (Blz. 28-30)

...; met een korte beweging gooit hij zijn sluike haar naar achteren, zijn schoenen sloffen en het is of zij wolkjes as opwerpen, ofschoon nergens as te zien is. (Blz. 254 r. 4-7)

Steeds komen op hoogtepunten ontploffingen of branden voor.

Weet de zonnegod geen duidelijker omschrijving van deze puinhoop? (Blz. 225 r. 24-25)

Dit leest Anton in een cryptogram.

Op bladzijde 212 krijgt Anton een crisis. (Zie vierde citaat Motief ‘steen’) De crisis begint als hij een aansteker in de vorm van een dobbelsteen ziet. Hier worden beide motieven verbonden.

Ook het motto is hier aan gewijd. Brand, as en verwoesting staan voor het leed in Antons leven. Het keert steeds weer terug in zijn leven.

Brand, as en verwoesting is een leidmotief, omdat het buiten het verhaal geen verdere betekenis heeft.

Motieven:

- Licht/duisternis: de licht en de duisternis kun je vergelijken met de liefde en de haat. In de cel waar anton sprak met een meisje was het donker, maar er was geen sprankeltje licht te bekennen. Het licht kun je vergelijk en met de liefde en het donker met de haat.
- Herinnering: Anton wordt telkens herinnert aan de aanslag doordat hij telkens puzzelstukjes tegenkomt voor de grote puzzel. Als hij die dingen van het verleden niet was tegengekomen, dan was de aanslag niet opgelost geweest. 
- Zoektocht: Anton heeft een lange zoektocht gemaakt om de aanslag te kunnen verwerken. Bij die zoektocht hebben vele personen Anton geholpen.
- As: as heeft alles te maken met het motto. De vulkaanuitbarsting heeft lange gevolgen, netzoals de aanslag. Op het einde van het boek sloffen schoenen alsof zij stofjes as opwerpen, ofschoon er nergens as te zien is. Het boek eindigt hiermee, omdat het verwijst naar het motto. Alles in het boek draait om het motto.
- Geschiedenis: dit is heel erg belangrijk voor het verhaal. Zonder geschiedenis, was de aanslag nooit gebeurt. Van der ploeg zou nooit zijn vermoord als zijn verleden er niet toe diende.
- Dobbelsteen: deze heeft te maken met het lot. Hoe de dobbelsteen gedraait is, zo is het lot van Anton: de weg die de dobbelsteen gaat gaat anton ook.
- Stenen: het visgraatmotief van de straat op de kade is een terugkerend beeld als Anton zich het lijk van Ploeg herinnert. Als de zoon van Ploeg bij hem op bezoek is gooit deze in zijn opwinding een steen die hij nog bij zich heeft tegen een spiegel, als om een herinnering af te weren. Saskia ontmoet hij in Londen, bij de 'Stone of Scone', de steen waarop de Engelse koningen vroeger gekroond werden. Tenslotte is ook het monument op de kade een steen. 

Literair historische motieven: zoektocht en schuld.

Belangrijkste gebeurtenis: de belangrijkste gebeurtenis is de aanslag op Fake Ploeg, want dit heeft Anton zijn hele leven beïnvloed en zijn schuldvraag en zoektocht.

Vertelperspectief: In dit verhaal ligt het perspectief bij de alwetende verteller. Hij vertelt het verhaal over Anton  De alwetende verteller komt vooral in de proloog en op de laatste pagina aan het woord. Een voorbeeld hiervan is dat er in de proloog het volgende staat: Ver, ver weg in de tweede wereldoorlog woonde een zekere Anton Steenwijk met zijn ouders en zijn broer aan de rand van Haarlem. Hieruit wordt duidelijk dat er niet sprake is van een ik-perspectief, want dan zou er iets gestaan hebben in de trant van: Ik woonde tijdens de tweede wereldoorlog.
Ook geeft de alwetende verteller algemene opmerkingen, zo geeft hij bijvoorbeeld op bladzijde 20 uitleg over de namen Anton en Adolf en op bladzijde 21 geeft hij uitleg over het liedje dat Anton zong. Ook maakt hij af en toe opmerkingen tussen haakjes, zoals op bladzijde 71. Je kan merken dat de verteller alwetend is, omdat hij met regelmaat laat blijken dat hij weet wat er later gaat gebeuren. Een voorbeeld hiervan is te vinden op bladzijde 60,  waar de alwetende verteller zegt dat Anton jaren later bij in Duitsland erachter zou komen dat het beleg ganzenvet was.

Effect is dat je een goed beeld krijgt van de omgeving.

Hoofdpersoon: De hoofdpersoon is Anton Steenwijk. Het hele verhaal wordt vanuit zijn ogen verteld. Een lange, twintigjarige jongeman met sluik, donker haar.

Anton heeft als jongen het donkere en bruine van zijn vader. Hij heeft een nootkleurige huid, die rondom zijn ogen iets bruiner is. 

Hij is als jongen naïef omdat hij als de Duitsers de ramen inslaan, hij boos wordt, omdat er in de oorlog nergens glas te krijgen is. Hij heeft dus niet door dat de Duitsers het huis in de brand zullen steken. De naïviteit van Anton blijkt ook uit het volgende citaat.

Ook Anton begon de gloed te voelen in de auto. Door het uitgebouwde dakraam aan de linkerkant wapperden spitse vlammen: daar verging zijn kamer nu, maar hij kreeg het ten minste iets warmer. (Blz. 41 r. 19-23)

Als Anton ouder wordt en het artsexamen heeft gedaan heeft hij langer haar. Hij sloft dan ook wat om de verpleegsters aan te trekken.

In 1960 trouwt hij zijn eerste vrouw. Ze heet Saskia de Graaff.

In 1967 scheidt hij weer van haar en weer een jaar later trouwt hij met Liesbeth.

Hij heeft veel last van migraine en op zijn veertigste voelt hij zich neerslachtig en moe. Ook heeft hij last van nachtmerries. Ook heeft hij last van aanvallen, die op den duur wel weer minder worden.

Anton Steenwijk is een round-character, omdat je veel over hem weet. Je weet zijn gedachten en verder zijn hele levensverhaal.

Bijpersonen:

Peter wil als het lijk van Fake Ploeg door de buren voor het huis van de familie Steenwijk is neergelegd, het lijk weer terugleggen of bij de familie Beumer leggen. Als hij bezig is, komen de eerste politieagenten en moet hij vluchten. Als hij bij de buren naar binnen vlucht, en hen met de dood bedreigd, omdat zij het lijk hebben verplaatst, wordt hij door een Duitser gezien en doodgeschoten.

Vader Hij is griffier bij de bank. Hij kijkt alleen maar toe als de Duitser binnenvallen. Hij doet niets. Als hij Peter wil roepen durft hij niet.

Truus Coster. Zij is de verzetsvrouw. Ze heeft samen met Cor Takes de aanslag op Fake Ploeg gepleegd. Zij zat samen met Anton in de cel van het politiebureau in Heemstede. Zelfs in de cel met de dood voor ogen blijft ze hoge ethische waarden handhaven. Anton praat in de gevangenis met Truus Coster nog als kleine jongen. De rest van zijn leven zoekt hij naar deze vrouw, terwijl zij vlak na nacht met Anton er gefusilleerd door de Duitsers. Truus heeft de ogen van Saskia. Truus heeft donkerblond haar tot op haar schouders.

Cor Takes heeft met Truus Coster de aanslag op Fake Ploeg gepleegd. Hij was verliefd op haar. Hij is een vriend van de vader van zijn eerste vrouw, De Graaffs. Hij praat veel met Anton over de aanslag en Truus Coster. Anton ontmoet hem op een begrafenis waar hij is met zijn vrouw Saskia en Cor Takes heeft in het verzet gezeten met zijn schoonvader. Hij heeft steil donkerblond haar en zijn linkeroog was anders dan het andere.

De andere personages zijn allemaal zo weinig beschreven dat je eigenlijk helemaalniet weet hoe ze zijn. Alle personages zijn flat characters, behalve Anton, hij is een round character. 

Begin van het boek: beschrijving van waar en hoe hij woont.

Einde boek: gesloten einde. Je hebt antwoord gekregen op alle vragen.

Spanningstechnieken:

- Vooruitwijzing. Vlak voor je achter een antwoord komt, schakelt het verhaal over op een andere verhaallijn. Eerste pagina. Er wordt gesproken over een catastrofe. Blz 21 Laagland.

- Wekken van vermoedens. Je denkt dat het meisje in de cel er wat mee te maken heeft en dat wordt pas later bevestigd.

- Achterhouden van informatie. Je krijgt niet meteen overal antwoord op.

belangrijkste open plek: Waarom hebben ze Fake Ploeg voor het huis van de Familie Steenwijk gelegd? 

Betekenislaag: de machteloosheid van de mens tegenover het lot. Dobbelsteen. De zoektocht naar wie de schuld heeft van de aanslag.

Kort over het verhaal: Voor het huis van Anton zijn buren wordt Fake Ploeg doodgeschoten. De buren verplaatsen het lichaam en Anton zijn ouders en broertje worden dood geschoten. Tijdens Anton zijn leven krijgt hij steeds meer antwoorden over de aanslag.

Waar speelt het verhaal zich af?: Het verhaal speelt zich af in de rand van Haarlem in de proloog en de eerste episode. Hier woonden Anton met zijn ouders en zijn broer. In de straat lagen vier huizen. Van links naar rechts liggen ‘Welgelegen’, ‘Buitenrust’, ‘Nooitgedacht’ en ‘Rustenburg’. In ‘Welgelegen’ woont de familie Beumers. In ‘Buitenrust’ woont de familie Steenwijk. In ‘Nooitgedacht’ woont de familie Korteweg. Dit huis heette ervoor ‘Eleutheria’. In ‘Rustenburg’ woont de familie Aarts. Alle vier de huizen stonden niet ver van elkaar. De huizen hadden kleine balkons, erkers en steile daken. Het dak van het huis van de ouders van Anton was van riet. Opzij en achter de huizen lag opgespoten veld.

In de tweede episode woont Anton bij zijn oom en tante in Amsterdam-Zuid. Hij gaat naar Haarlem, naar een tuinfeest. Als hij naar zijn ouderlijk huis gaat, dat er dus niet meer staat, staan er dus ook maar drie huizen in de straat. 

In de derde episode woont Anton in een flatje in Amsterdam. Vlak bij het gebouw van de communisten. 

De vierde episode speelt zich eerst af op het kerkhof. Later speelt het zich af bij Cor Takes thuis. Het is een troep bij Takes thuis. 

De laatste episode speelt zich af in Antons huis in Italië en in Amsterdam tijdens de demonstratie. Anton heeft dan vier huizen.

Functie: de Hongerwinter trof het westen het ergst. Dat klopt, want Anton is in Amsterdam.

Harry Mulisch:

Harry Kurt Victor Mulisch (Haarlem, 29 juli 1927 - Amsterdam, 30 oktober 2010) was een Nederlands schrijver.

Mulisch, de zoon van een Oostenrijks-Hongaarse vader die collaboreerde tijdens de Tweede Wereldoorlog en een Duits-joodse moeder, groeide op tijdens de Tweede Wereldoorlog, die een sterke invloed op hem en zijn schrijverschap had. In 1947 verscheen zijn eerste verhaal (De kamer), in 1952 volgde zijn eerste roman: archibald strohalmVele andere werken volgden, waaronder Het stenen bruidsbed(1959), Twee vrouwen (1975), De aanslag (1982) en De ontdekking van de hemel (1992). Zijn laatste roman was Siegfried, verschenen in 2001. 'Magisch-mythisch' is een veelgebruikte aanduiding voor een groot deel van zijn oeuvre.

Mulisch, wiens als arrogant omschreven houding en steun aan het Cubaanse Castro-regime bij sommigen op kritiek kon rekenen, geldt als één van de belangrijkste naoorlogse Nederlandse schrijvers. Hij wordt tot "De Grote Drie" van de naoorlogse Nederlandse literatuur gerekend, waartoe ook Willem Frederik Hermans en Gerard Reve behoren. Mulisch won een groot aantal literaire prijzen, waaronder dePrijs der Nederlandse Letteren en de P.C. Hooft-prijs, beide voor zijn gehele oeuvre. De ontdekking van de hemel werd in 2007 uitgeroepen tot het beste Nederlandstalige boek aller tijden. In oktober 2010 overleed de auteur op 83-jarige leeftijd aan kanker.

Mulisch was naast zijn schrijverschap actief als redacteur van Podium (1958-1962), van Randstad (1961-1969) en van De Gids (1965-1990).

Van 1962 tot 1992 was hij bestuurslid van de Schrijversvereniging van De Bezige Bij, de uitgeverij waar hij vanaf zijn eerste publicaties actief was.

Taalgebruik en stijl:

Het taalgebruik is simpel. Het boek leest makkelijk en ik had geen moeite om de taal te begrijpen. Alleen bepaalde zinnen in een andere taal begreep ik niet zoals op blz. 130 ‘Solennizzandosi con sacra devota pompa nell’Augusto tempio di Maria SS. De Soccorso....
Het boek bevat veel beschrijvingen en dialogen. Er wordt veel aandacht besteed aan de gedachten en gevoelens van Anton, de andere personen leer je kennen door gebeurtenissen en dialogen.

Er zijn mij geen eigenaardigheden in de taal en stijl opgevallen, wel een aantal symbolische verwijzingen. Die waren er niet veel, maar ik weet wel een aantal voorbeelden:
Apollolaan, waar de oom van Anton woont er waar Anton heen gaat. Apollo is de god van het licht.
** Truus Coster wordt vergeleken met Hannie Schaft. Hannie Schaft was ook een communistische verzetsstrijdster. 
** Fake Ploeg wordt vergeleken met Fake Krist, een politieman die op 25 oktober 1944 aan de Westergracht te Haarlem werd doodgeschoten.
** Ergens in het boek staat ‘Red roses for a blue lady.’ Rood is de kleur van de communisten.
Deze symbolische verwijzingen leverden geen problemen op, maar ik ben er ook pas later achter gekomen wat zij betekenden. De manier van vertellen vind ik niet te uiteenlopend. Alles heeft een terugslag op ‘die ene avond in 1945.’ Daarom is dus alles belangrijk om het verhaal te begrijpen.

Mening:

Ik vind het een aangrijpend boek, omdat ik het gevoel was dat het allemaal echt was gebeurd. Het voelde zo echt. Ik vind dat wel knap dat een schrijver dat kan.

Ik vind het een spannend boek, want ik wou heel graag weten waarom en hoe het was gebeurd.

Ik vind het af en toe wel een moeilijk boek, omdat er allemaal verwijzingen zijn naar dingen en zinnen in het Latijns.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De aanslag door Harry Mulisch"