Alle ballen op Heintje door Hugo Borst

Beoordeling 8.6
Foto van Cees
Boekcover Alle ballen op Heintje
Shadow
  • Boekverslag door Cees
  • Docent | 2514 woorden
  • 1 augustus 2009
  • 25 keer beoordeeld
Cijfer 8.6
25 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Hugo Borst
Genre
Sport
Kort verhaal
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
april 2009
Pagina's
139
Geschikt voor
bovenbouw vmbo/havo
Punten
2 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands
Literaire thema's
Voetbal,
Dood,
Sport,
Ernstige ziekte,
Heden & Verleden,
Kindertijd & Kinderleed,
Puberteit,
Vriendschap

Boekcover Alle ballen op Heintje
Shadow

Hugo Borst keert terug naar de jaren zeventig, naar zijn jeugd in Rotterdam. Borst lijkt alleen maar te voetballen. Hoe talentloos hij ook is, voetballen maakt hem volmaakt gelukkig. Ook zijn vrienden passeren de revue: Cowie, Dickie, Tonnie, Eric en de mysterieuze Heintje, de Zwarte Parel van de Kralingse voetbalclub WIA.

Een kapotte knie maakt een abrupt einde aa…

Hugo Borst keert terug naar de jaren zeventig, naar zijn jeugd in Rotterdam. Borst lijkt alleen maar te voetballen. Hoe talentloos hij ook is, voetballen maakt hem volmaakt gelukki…

Alle ballen op Heintje door Hugo Borst
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

Feitelijke gegevens over het boek

Gebruikte druk: 1e
Verschijningsdatum 1e druk: april 2009
Aantal bladzijden: 141
Uitgegeven door: Nieuw Amsterdam

Beschrijving van de cover

Op de voorkant staat een elftalfoto van WIA C1 uit 1974 : het voetbalteam waarvan zowel Hugo Borst als zijn voetbalidool Heintje Enser deel uitmaakten. Heintje is op Aruba geboren.

Genreaanduiding van het boek

De ondertitel luidt “Jeugdherinneringen.” Borst vertelt in flarden het verhaal van zijn jeugd, vooral die over zijn voetbalclub WIA. In die club speelde ook Heintje, een zwarte vriend tegen wie hij erg opkeek en die heel goed kon voetballen. In het tweede deel van het boek beschrijft Borst de ziekte en de dood van Heintje. Deel 1 heeft hij geschreven in 2004, deel 2 in 2009. Dan krijgt het verhaal iets meer van een roman over vriendschap.

De flaptekst

Hugo Borst keert terug naar de jaren zeventig, naar zijn jeugd in Rotterdam. Borst lijkt alleen maar te voetballen. Hoe talentloos hij ook is, voetballen maakt hem volmaakt gelukkig. Ook zijn vrienden passeren de revue: Cowie, Dickie, Tonnie, Eric en de mysterieuze Heintje, de Zwarte Parel van de Kralingse voetbalclub WIA.
Een kapotte knie maakt een abrupt einde aan Borsts onbeduidende voetbalbestaan. Weemoedig struint hij de amateurvelden af, op zoek naar geuren en kleuren, op zoek naar verhalen en romantiek. Ook in zijn hoofd blijft hij reizen maken, waar hij tot in detail verslag van doet.
Dertig jaar later vindt hij op een nacht Heintje, die inmiddels Hein heet en weliswaar gehuld gaat in een oranje hesje, maar niet van het Nederlands elftal. Samen bekijken ze de elftalfoto van WIA C1 uit 1974 en wisselen uit wat er van wie geworden is. Ze blijven contact houden. Op een dag komt er een onheilstijding: Hein is ernstig ziek. Op 19 maart 2009 overlijdt hij. Hugo Borst doet aangrijpend verslag.

Structuur en/of verhaalopbouw

Er zijn eigenlijk twee delen in dit boek. Het eerste deel begint met een proloog waarin verteld wordt over de dag waarop de foto van het elftal van C1 werd genomen.
In deel 1 beschrijft Borst zijn jeugdherinneringen over het voetbalclubje waarvan hij lid was en over de goede speler die ze in hun team hadden. Ook komen er andere jeugdherinneringen over school, thuis en Sparta in dit verhaal voor. Dan rondt hij zijn verhaal af in 2004. Hein doet de presentatie van zijn boek.

Daar begint het tweede deel mee: een epiloog die vijf jaar later wordt geschreven. Hugo hoort dat Hein kanker heeft gekregen en hij beschrijft de laatste twee jaar van zijn vroegere voetbalvriend. De rouwkaart van Hein Enser besluit het boek. In dit deel is ook een foto te zien waarop Hugo Borst naast het ziekbed van Hein Enser zit.

Gebruikt perspectief

Hugo Borst beschrijft in het boek jeugdherinneringen. Daarom valt de verteller-ik samen met de schrijver-ik. Hugo Borst is Hugo Borst. Hij vertelt in de o.v.t.

De tijd van het verhaal

De verteller doet niet geheimzinnig over jaartallen. Hij vertelt wanneer hij in de jeugd van WIA speelt en noemt daarbij jaartallen. In deel 2 beschrijft hij wat er met Heintje is gebeurd vanaf de publicatie van deel 1 in 2004. In maart 2009 overlijdt Hein Enser en dat is meteen het einde van het boek.

De plaats van handeling

Een ding is duidelijk: Borst is een Rotterdammer, vooral Sparta-fan en dat is het gehele boek door zichtbaar. Feyenoord, Sparta, de Coolsingel, Kralingen komen steeds in het verhaal voor.

Samenvatting van de inhoud

Hugo Borst beschrijft in dit boek zijn jeugdherinneringen en in het bijzonder zijn voetbalherinneringen op. Hij speelde bij de Christelijke Kralingse voetbalclub club WIA.
Iedereen in Rotterdam zei altijd dat WIA stond voor 'Winnen Is Alles', maar Hugo legt in zijn boekje nog eens uit dat bij deze op 5 mei 1927 opgerichte vereniging geheel andere normen en waarden golden. 'Wakker In Alles' zijn de drie woorden die in 2 Timotheus 4:5 zijn terug te vinden: 'Maar gij, wees wakker in alles, lijd verdrukkingen, doe het werk van een evangelist, maak, dat men van uw dienst ten volle verzekerd zij.'
Daarmee was WIA best een club met normen en waarden, waarvan de leden elkaar respecteerden.

In het eerste deel vertelt Hugo als ik-verteller in flarden (zoals herinneringen opkomen) het verhaal van zijn (voetbal)jeugd.
Enkele feiten:
- Heintje Enser was zo goed in zijn team dat ze in de praktijk alle ballen op hem wilden spelen, want dan bestond de grootste kans dat ze wonnen
- De sfeer in de voetbalclub met leiders en ouders was familiair. Dat blijkt op feestavondjes en zo
- Hugo is zelf een goed penaltynemer, maar in een bepaald toernooi moet hij drie keer een strafschop nemen op Pim Doesburg, die de laatste slecht ingeschoten strafschop stopt. Hugo ligt meteen uit de finale.
- Bij een wedstrijd als de stand nog 0-0 is, moet Hugo ook een penalty nemen. Hij mist
- Hugo en zijn vriendjes spelen ook op het schoolplein om de meester (Lafeber ) te treiteren Daarom doen ze het een tennisbal.. Als je werd gesnapt, moest je strafregels schrijven.
- Hugo wordt ook een keer betrapt bij het stelen bij V&D. Zijn vader moet hem komen ophalen en die schaamt zich rot.
- Hij heeft een vriendje Corrie (voor Hugo Borst Cowie omdat hij een hazenlip heeft) Hij vindt het niet zo leuk om met Cowie te voetballen. Hij leent hem een Sjors en Sjimmieboek uit en als Cowies ouders gaan scheiden, ziet hij zijn stripboek nooit meer terug.
- Wanneer Hugo met Cowie naar een wedstrijd van Sparta gaat, verzamelt Cowie flesjes van frisdranken die hij inlevert omdat er statiegeld opzit. Hij kijkt helemaal niet naar de wedstrijd. Hugo wil hem nooit meer meenemen.
- Hugo beschrijft het verdriet dat een jongetje kan hebben wanneer aan het einde van de week blijkt dat de wedstrijd door teveel regen of vorst niet kan doorgaan.
- De voorliefde voor voetbalclub Sparta, maar ook zijn bewondering voor Feyenoord dat de eerste keer de Europacup I binnenhaalde (1970) Borst was toen nog maar 8 jaar.
- Aan het einde van deel 1 deelt Borst mee dat hij door een voetbalknietje niet meer in staat is zelf op niveau te spelen. Hij heeft enkele jaren met Hein in het eerste van WIA kunnen voetbalen, maar dat is nu voorbij.
- Ook ontmoet hij Hein, die bij de RET werkt: hij is getrouwd en heeft 2 kinderen. Hij doet zelf laconiek over zijn voetballoopbaan. Hij is nooit profvoetballer geworden. Maar zelfs daarvan heeft hij geen spijt gekregen. Hij draagt nu ook een oranje hesje (Van de RET en niet van het Nederlands elftal)

In de epiloog deelt Borst mee dat hij nog eens mee mocht doen in een elftal met en tegen ex-profs. Dankzij de inbreng van anderen kon hij eindelijk een keer winnen van voetballers tegen wie hij vroeger opzag (Peter Houtman, Ben Wijnstekers) Hugo ervaart het als een toppunt van geluk waarvan hij ‘s avonds op de bank wil nadromen. Maar de euforie is snel verdwijnt weer snel.
Hier eindigde in 2004 “Alle ballen op Heintje.” In 2009 komt er een vervolg.

In deel 2 wordt het verhaal veel persoonlijker. In 2004 heeft Hein het boek gepresenteerd. Daarna verliest Hugo hem een tijdje weer uit het oog, totdat zijn vrouw belt met de mededeling dat Hein aan kanker lijdt. (een tumor op zijn nieren) Hij vecht terug na de operatie en herstelt. Hij is zelfs weer in staat om een zaalvoetbalwedstrijdje met zijn oude maten te spelen. Nog steeds kan hij lekker voetballen. Maar dan laat hij weer een tijdje niets van zich horen. Dan blijkt dat Hein (die ook twee leuke dochters heeft ) uitzaaiingen heeft en de ongelijke strijd heeft opgegeven. Maar hij blijft moedig en vrolijk. Hij wordt vaak bezocht door zijn oude elftalgenoten en ook Hugo brengt hem een bezoek in zijn laatste dagen.(daarvan is een foto afgebeeld in het boek) Heins vrouw houdt Hugo via de mail op de hoogte van de verslechteringen in zijn gezondheid. Een muzikale vriend schrijft een afscheidslied voor hem, dat heel ontroerend is.
Het refrein luidt:
Deze reis maak ik alleen.
Ik weet nog niet hoever en ik weet nog niet waarheen.
Deze reis maak ik alleen
’t is niet dat je niet mee mag…. Maar jij wordt nog niet verwacht.

Deze tekst staat voor een gedeelte op zijn rouwkaart.
Een bevriende kunstenares maakt een beeld van hem dat na zijn dood een bijzondere plaats zal krijgen.
Voor zijn dood brengt Hugo nog een bezoek aan Hein die intussen de pijn al moet bestrijden met een morfinepomp. Het geluid van een sportvliegtuig brengt hen in herinnering terug naar Laag Zestienhoven, waar ze vroeger voetbalden. Samen lachen ze nog om de tijd omdat ze ook veel verloren hadden. Als ergens geleerd hadden te verliezen, was het op het voetbalveld.
Desondanks geeft Hein het leven dat hij heeft geleid een 9. Ze nemen afscheid met een kus.

Dan -19 maart 2009- is de strijd definitief gestreden. Het boek eindigt met de afdruk van de rouwkaart van Hein Enser, die in maart 2009 in Rotterdam wordt gecremeerd.

Titelverklaring

“Alle ballen op Heintje” is een voetbaluitdrukking. Wanneer een speler in zijn team meer dan gemiddeld goed is, zeggen zijn teamgenoten vaak dat alle ballen via die heel goede speler moeten worden gespeeld. Je hebt dan namelijk de meeste kans op een overwinning. In voetbaltermen luidt het dan : “Alle ballen op …” Dit is een mooie titel voor dit boek. In het eerste deel gaan alle ballen inderdaad letterlijk op Heintje, omdat hij zo goed kan spelen in vergelijking met zijn teamgenoten die tegen hem opkijken.
In deel 2 richt Borst al zijn schrijverstalent op Hein, omdat hij wil laten zien hoe het dappere einde van zo’n groot mens is. Ook dan is het eigenlijk “Alle ballen op Hein”.

Thematiek en interpretatie

In de ondertitel geeft Hugo Borst natuurlijk aan dat hij zijn jeugdherinneringen opschrijft. Hugo Borst heeft helemaal geen ongelukkige jeugd gehad (een prima verstandhouding met zijn vader en moeder) en hij haalt alleen maar klein kattenkwaad uit. Hij is bovendien niet het bijtertje zoals je zou verwachten als je hem van televisie kent. Hij is zelfs een beetje verlegen.
Op die manier kan hij een mooi en ietwat weemoedig verhaal over zijn jeugd in Rotterdam beschrijven. In dit geval gaat het voetbalverhaal niet over de jeugd van grote sterren (Van Hanegem, Cruijff etc.) maar over de kleine sterren in een volksbuurt. Dat maakt eigenlijk meer indruk omdat Borst met mededogen kan schrijven over klein geluk (het winnen van een spel dankzij één goede voetballer)
In deel 2 staat de ziekte en de dood van Hein centraal. Het verhaal wordt dan nog mooier omdat het minder in flarden wordt verteld en krijgt een diepere dimensie. Hein getuigt van zijn optimistische levensopvatting en zijn voetbalvrienden laten hem niet in de steek. Daarom staat het thema vriendschap ook centraal in dit tweede deel.

Beoordeling scholieren.com

Hugo Borst heeft ook in zijn andere publicaties bewezen dat hij heel mooi kan schrijven over sport ( “De Coolsingel is leeg”) en ook over vader-zoonrelaties.
Sommige kleine boekjes moet je als juweeltjes koesteren. (In der Beschränkung zeigt sich der Meister”) Het boekje van Borst is zo’’n juweeltje. Hij schrijft over het gewone "voetballeed.” van kleine mensen (bijvoorbeeld over het verdriet dat je als kleine voetballer zaterdags hoorde dat je wedstrijd niet doorging, is een dieptepunt in je dagelijkse bestaan; ik weet dit uit eigen ervaring) Met de uitdrukking van het bekende tv-programma “Toen was geluk heel gewoon” kan je in dit boekje ook uit de voeten. De soms vinnige Borst van Studio Sport toont zich van zijn liefste zijde.

Scholieren die van sport en in het bijzonder voetbal houden, kan ik aanraden dit boekje te lezen. Voor mavo- en havoscholieren kan het ook op de literatuurlijst worden geplaatst. Daarmee wil ik niet zeggen dat het geen boekje voor vwo-leerlingen is, maar in een puntensysteem zou ik het boekje dan met 1 punt waarderen (je leest het echt in één uurtje uit) en die waardering ligt voor mijn gevoel te laag.

Relevante recensies

De Volkskrant van 30 mei 2009 : “Hugo Borst? Behoeft geen uitleg meer. Provocateur en ongezoutenmeninggever op tv, aangenaam aanschouwer en beschrijver van al het kleine op papier. Een tegenstelling die op zichzelf al prikkelt. Nu blijkt Borst misschien wel nog vertederender te zijn dan waarvoor velen hem aanzien.[ …]
Borst heeft vast een fijne jeugd gehad. Het is alsof hij zijn hoofd heeft omgekeerd en de snippers die eruit vielen, achter elkaar heeft gezet. Van hoofdstukken of hoofdstukjes is niet eens sprake. Het zijn flarden: over piemels onder de douche, de meester treiteren en natuurlijk over Sparta, de club van Borst. Maar het zijn eerlijk opgeschreven flarden, met een mooie toonzetting bovendien.[….]
Een onalledaags boek? Alle ballen op Heintje is veel meer dan een terugblik op een onbezorgde jeugd. Het is een herinnering aan het verleden die uitmondt in iets tragisch in het heden. Die combinatie maakt het boek zo pakkend en bij vlagen ronduit ontroerend.

'Wat een menslievende, zachtaardige pen. Wat een meester in de beperking. Nu het niet over verwende profs en arrogante trainers gaat, staat Borst mededogen en ontroering in zichzelf toe. (…) Borst schrijft dat klein, maar toch groots op'. HP De Tijd.

Over de eerste versie schreef Matty Verkammen in Trouw (in 2004) : Weinig voetbalschrijvers hebben een zo scherp oog voor het detail als Hugo Borst. Deze Rotterdammer mag op zondagavond laat in 'Studio Voetbal' graag het fileermes hanteren, maar op z'n best vind ik hem als de scherpe waarnemer van het kleine geluk en/of ongeluk. In dit verband waren zijn verhalen over de relatie van Coen Moulijn met zijn gehandicapte zoon en over Faas Wilkes en diens autistische zoon ontroerende juweeltjes. Sinds eind vorige week is er een nieuw pareltje bij. Hugo gaat terug naar zijn kinderjaren en beschrijft de fascinerende microwereld van voetballende pupillen en junioren. 'Alle ballen op Heintje' heet het nieuwe boekje, dat qua schoonheid de bulk aan actuele EK-werken verre te boven gaat. En toen was het tweede deel nog niet gepubliceerd.

In het Parool schrijft Arthur van den Boogaard: Borst beschrijft in zijn kenmerkende stijl vol mededogen en met een scherp oog voor menselijk gedrag het aftakelingsproces. Tot het allerlaatste moment blijft Hein dankbaar en vol levensvreugde. Dat komt mede door de vele aandacht van vroegere voetbalmaten van WIA.

Aan het einde van het verhaal, vlak voor de dood van Hein, keert de diepere betekenis van voetbal expliciet terug. Schrijvend over het afscheid van zijn vroegere jeugdidool herinnert Borst zich een gesprek met Hein, waarin de vele verliespartijen met WIA ter sprake kwamen. Hein herinnert zich deze ook en zegt: ''De beste plek om te leren omgaan met tegenslag is een voetbalveld.''

Sla de volgende keer dat Borst zich op televisie buigt over het wel of niet bewuste karakter van een elleboogstoot vooral dit eerbetoon aan zijn vroegere teamgenoot er nogmaals op na.

Over de schrijver en eerder gepubliceerde werk

Bron: website uitgever
Hugo Borst (1962) is columnist voor Algemeen Dagblad en Esquire. Daarnaast is hij redacteur van Hard gras en wekelijks te zien in Studio Voetbal.

Hij schreef o.a. de bestsellers
- De Coolsingel bleef leeg (25.000 ex. verkocht, nominatie Gouden Uil Literatuurprijs),
- Over vaders & zonen (60.000 ex. verkocht) en
- Schieten op Volkert van der G. (25.000 ex. verkocht).

Boekenquiz 10 vragen

Nieuw! Open vragen worden nagekeken door AI
Waar staan de letters 'WIA' in de naam van de voetbalclub van Hugo voor?
Waar werkt Hein later?
Welk voorwerp leent Hugo uit aan Cowie?
In welk jaar overlijdt Hein?
In welk lichaamsdeel zit de tumor van Hein?
Wat is het belangrijkste thema in het boek?
Hoeveel delen heeft het boek?
Bewering I: in het boek is sprake van een fictief verhaal
Bewering II: de ik-verteller vertelt in de o.v.t.
In welke grote Nederlandse stad speelt deel I zich grotendeels af?
Welk cijfer geeft Hein zijn leven?
Meerdere antwoorden mogelijk

REACTIES

M.

M.

goed verslag

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.