Bibliografie
- Hygiëne van de moordenaar (Hygiène de l’assassin), 1992
- Vuurwerk en Ventilators (Le sabotage amoureux), 1993
- Les combustibles, 1994
- Filippica’s (Les catilinaires), 1995
- Peplos (Péplum), 1996
- Aanslag op Goede Smaak (Attentat), 1997
- De Spiegel van Mercurius (Mercure), 1998
- Met Angst en Beven (Stupeur et tremblements), 1999
- Gods Ingewanden (Métaphysique des tubes), 2000
- Cosmetica van de vijand (Cosmétique de l’ennemi), 2001
- Plectrude (Robert des noms propres), 2002
- Antichrista (Antéchrista), 2003
Biografie
Amélie Nothomb werd op 13 augustus 1967 geboren in de Japanse havenstad Kobe. Gezien haar vader ambassadeur van België was, bracht ze delen van haar jeugd door in China, de Verenigde
Staten, Loas, Myan Mar en Bangladesh. Sinds 1992 publiceerde ze jaarlijks een roman.
Door het beroep van haar vader verhuist Amélie vaak en wordt ze geconfronteerd met de gruwel van oorlog en armoede. Op haar zeventiende ontdekt Nothomb Europa en meer bepaald Brussel, een plaats die voor haar even vreemd is als alle andere plaatsen in de wereld. In Brussel studeert ze Romaanse filologie aan de ULB (Université Libre de Bruxelles) maar haar integratie in België loopt niet van een leien dakje, waardoor ze terugkeert naar Tokio.
In 1990 begint Nothomb als tolk te werken voor een Japanse onderneming, maar al gauw lag ze overhoop met de Japanse bedrijfscultuur.Na deze pijnlijke ervaring die ze beschrijft in Stupeur et tremblements, keert ze in 1992 terug naar België en publiceert Hygiène de l'assasin, wat meteen ook haar grote doorbraak is. Voortaan wijdde Amélie haar leven aan haar grote passie: schrijven.
In Frankrijk is Amélie Nothomb intussen mateloos populair, vooral bij jongeren. In 1999 won ze er zelfs de Grand Prix du Roman de l'Academie Française. Ondertussen telt haar oeuvre al dertien romans.
Samenvatting
“Om op dit eiland te gaan wonen, moet je iets te verbergen hebben. Ik weet zeker dat de ouwe iets verzwijgt. Ik zou niet weten wat, maar te oordelen naar de veiligheidsmaatregelen die hij neemt, moet het iets belangrijks zijn.” (p.1)
Dit is de aanvang van een verhaal vol haat en liefde. ‘De spiegel van Mercurius’ vertelt het aangrijpende relaas van Hazel Englert, een jong en verminkt meisje. Hazel woont al enkele jaren bij de 77-jarige Omer Loncours op een eiland volledig afgesloten van de buitenwereld. Ze voelt zich daar eenzaam, maar tegelijkertijd ook geborgen en veilig voor de blikken van anderen.
Als Hazel haar drieëntwintigste verjaardag nadert voelt ze zich ziek en lusteloos. Loncours besluit de hulp van een verpleegster in te roepen om zijn pleegkind te verzorgen. De eerste keer dat Françoise het eiland betreedt wordt ze overdonderd door indrukken. Ze komt terecht in een wereld zonder spiegels, ramen of reflecterende oppervlakten; maar vragen stellen mag ze niet.
Al snel groeit er een hechte vriendschap tussen Françoise en Hazel. De verpleegster merkt al gauw dat Hazel meer nood heeft aan aandacht dan aan medische zorg. Ook wordt de vreemde relatie tussen Loncours en Hazel haar al snel duidelijk.
Françoise besluit het meisje te helpen, maar doordat hun gesprekken constant door kapitein Loncours worden afgeluisterd, kunnen ze niet vrijuit praten.
Bij elk bezoek brengt de verpleegster een nieuwe thermometer mee en elke dag breekt ze er één om op die manier een spiegelend oppervlak te bekomen waarin Hazel zichzelf kan bekijken. Helaas mislukt haar plannetje en wordt ze door Loncours opgesloten. Doordat Hazel er niets voor voelt om buiten een wandelingetje te maken waar ze vrijuit zouden kunnen praten, lijkt de situatie hopeloos te worden. Toch geeft Françoise het niet op. De nacht voor Hazels verjaardag kan de verpleegster ontsnappen en dan volgen er twee eindes.
In het eerste slot slaagt Françoise erin de kamer van haar hartsvriendin te bereiken. Samen gaan ze naar de kamer van Loncours waar Hazel de schok van haar leven krijgt: ze is beeldschoon
In het tweede slot wordt Françoise door de bewakers gegrepen en terug naar haar kamer geleid. Tot grote vreugde van de verpleegster wil de onwetende Hazel de volgende dag een strandwandeling maken. De kapitein die gelooft dat de waarheid aan het licht komt, pleegt zelfmoord. Françoise die betoverd is door de schoonheid van het meisje drijft de leugen door. Pas op latere leeftijd komt Hazel de waarheid te weten.
Bespreking hoofdpersonage
Het hoofdpersonage in de ‘Spiegel van Mercurius’ is Hazel Englert, een 23-jarig meisje met hazelnootbruin haar en een beeldschoon uiterlijk.
Als jong meisje was Hazel gelukkig: ze had twee liefhebbende ouders, een hartsvriendin Caroline en rijkdom; vaak dacht Hazel met weemoed en een gevoel van bitterheid aan die tijd terug. Een tijd waarin ze nog kon genieten van het leven, waarin ze nog toekomstdromen en hoop had. Een tijd waaraan er abrupt een einde kwam door een bombardement waarbij haar beide ouders zijn omgekomen en zij zwaar verminkt raakte in januari 1918.
Het leven van Hazel nam op dat moment een nieuwe wending. Ze verliet de wereld waar ze thuishoorde en werd opgevangen door kapitein Loncours, die ze enerzijds dankbaar is maar waar ze anderzijds een afkeer voor heeft. “De kapitein is de onbaatzuchtigste man die ik ooit heb ontmoet; ik heb alles, mijn leven inclusief, aan hem te danken. Toch noemt een stem diep in mijn binnenste hem spontaan ‘de ouwe’” (p.3)
Vaak weet ze zich zelf geen raad met haar gevoelens. Ze voelt een grote genegenheid en respect voor wie zij ziet als haar redder. Hazel geeft Loncours, haar onvoorwaardelijke vertrouwen en gelooft alles wat hij haar verteld, maar tegelijkertijd walgt ze van hem. Ze haat het feit dat ze met hem moet slapen en snapt niet hoe de kapitein een zo afgrijselijk iemand kan beminnen.
Deze tegenstrijdige gevoelens zorgen ervoor dat ze nooit volledig zichzelf kan zijn. In de buurt van de oude man verandert de spontane en spraakzame Hazel in een zielig hoopje ellende die nood heeft aan een beetje gezelschap.
De ontmoeting met Françoise is voor Hazel dan ook een soort van bevrijding. In de hechte vriendschap die ze krijgt met de verpleegster bloeit ze volledig open. Françoise wordt geraakt door de kinderlijkheid en naïviteit van het meisje en verrast door haar inzicht en intelligentie die sterk naar voor komt in de discussies die ze voeren over ‘De graaf van Monte Cristo’. Françoise is degene die Hazel de kracht geeft om verder te leven: “Als u bij me bent heb ik het merkwaardige gevoel dat ik werkelijk besta. Bent u er niet, dan lijkt het of ik niet echt leef. …Zodra ik genezen ben is het afgelopen met uw bezoekjes. En dan zal ik voor altijd ophouden te bestaan.” (p.35)
Toch blijft de jonge vrouw het moeilijk vinden om haar verminkte uiterlijk te aanvaarden. Ze voelt zich minderwaardig en begrijpt niet hoe het komt dat Françoise en Loncours iets met haar te maken willen hebben. Hazel is bang van de buitenwereld en voelt zich veilig in het huis zonder weerspiegelende oppervlakten. Eens het moment van de eerste ontknoping aanbreekt, wordt het ook duidelijk dat Hazel als het ware bang is om met zichzelf geconfronteerd te worden. Ze is bang om uit haar geïsoleerde bestaan te worden weggerukt. “Wat er in het meisje omging toen ze voor het eerst met haar eigen schoonheid geconfronteerd werd, zal geen mens, behalve de betrokkene zelf, ooit weten. Ten slotte sloeg Hazel haar handen voor haar gezicht en bracht met moeite uit:’Ik had gelijk:wat is er verschrikkelijker dan een spiegel?’”(p.125-126)
Het hoofdpersonage in ‘De spiegel van Mercurius’ is dus een rond personage, de gevoelens van Hazel spelen een centrale rol. Daarnaast kent Hazel een duidelijke evolutie: van een ongelukkig eenzaam meisje verandert ze in een gelukkige levenslustige vrouw.
Françoise Chavaigne
Françoise Chavaigne is de beste verpleegster van Noeud en wordt door Loncours opgeroepen om voor hem te zorgen. Uiteindelijk moet ze voor zijn pleegkind Hazel zorgen. Door haar nieuwsgierigheid komt ze te weten dat de oude kapitein Hazel beliegt en dat hij met haar slaapt. Ze is een slimme vrouw en schrikt niet terug voor de kapitein en zijn dreigementen. Als Hazel haar vertelt over de verkrachtingen van Loncours blijft ze steeds onverschillig, maar in haar binnenste kookt ze. Ze wil het meisje redden en daar slaagt ze ook in door haar gezond verstand te gebruiken. Ze denkt zeer rechtlijnig en daardoor begrijpt ze dikwijls de gevoelens van Hazel en Loncours niet. In het tweede einde wordt ze net zo bezeten van Hazels schoonheid als Loncours.
Mercurius was in de Romeinse mythologie een bode tussen goden. Françoise is Mercurius in dit verhaal; ze wil na 5 jaar de boodschap brengen aan Hazel, dat ze beeldschoon is. Kwik is in het Frans mercure, mercurius. Françoise wou een spiegel van kwik maken, zodat Hazel zich zou kunnen spiegelen.
Omer Loncours
Omer Loncours wordt ook wel de oude kapitein of de ouwe genoemd. Hij is 77 jaar en was zijn hele leven kapitein op en schip tot hij op een dag de beeldschone Hazel ontmoette. Van die dag wijdde hij zijn leven aan de liefde, met het oog op zichzelf. Die liefde heeft wel een zeer rare definitie volgens hem : “Het is een ziekte die een mens slecht maakt. Als je werkelijk van iemand houdt kun je het niet laten de persoon in kwestie pijn te doen, vooral als je hem of haar gelukkig wilt maken” (p65)
Van Mortes-Frontières wou hij een soort hof van eden maken. Adèle en Hazel waren zijn Eva’s, of liever is zijn Eva. Loncours gelooft dat Adèle en Hazel dezelfde personen zijn. Hazel zou een reïncarnatie zijn van Adèle, maar dan een verbeterde versie. Hij vindt dat je dat alleen al aan hun namen kunt zien, en natuurlijk ook aan hun prachtige uiterlijk.
In beide eindes maakt hij zich van kant. In het eerste omdat hij Hazel kwijt is , in het tweede omdat hij denkt dat Hazel zijn geheim weet.
Loncours is eigenlijk een oude pervert, met veel geld. De jaren op zee hebben hem misschien gek gemaakt.
Postmodernisme
“De spiegel van Mercurius” kan als een postmodernistisch werk beschouwd worden.
Het postmodernisme ontstond na de Tweede Wereldoorlog als reactie op het modernisme.
Het modernisme was de stroming die scherpe grenzen probeerde af te bakenen tussen waarheid en valsheid, realiteit en verbeelding. De grote ideologieën van het modernisme (marxisme, liberalisme, nationalisme…) waren richtingswijzers voor een ‘juiste’ maatschappelijke ordening en individuele geesteshouding.
Het postmodernisme wordt gekenmerkt door grenzeloosheid. Noties als ‘juist’ en ‘geldig’ blijken geen bestaansgrond meer te hebben. Eén van de meest fundamentele filosofische kenmerken was waarschijnlijk het relativisme. Volgens het relativisme is alles wat we weten relatief. Geen enkele kennis of waarde mag nog als absoluut beschouwd worden. Fundamentele waarden of ideologieën die ooit houvast boden, worden in vraag gesteld. De absolute waarheid bestaat niet meer.
De belangrijkste techniek van het postmodernisme is het citaat of intertekstualiteit: er wordt naar zoveel mogelijk andere (literaire, filosofische, politieke enz.) teksten verwezen, vooral naar teksten waarin een bepaald mens- en wereldbeeld naar voor komt. Dat wordt dan tijdens het citeren, variëren en vervormen in vraag gesteld en uitgehold.
Amélie Nothomb verkondigt geen ‘waarheid’. Ze verwijst naar zoveel mogelijk andere literaire werken en baseert de intrige van “De spiegel van Mercurius” op “La chartreuse de Parme” (1839) van Stendhal. In een van de beroemdste passages uit “La chartreuse” zit Fabrice del Dongo gevangen in de toren van Farnèse en wordt verteerd van liefde voor de jonge Clélia, de dochter van de gevangenisgouverneur. In “De spiegel van Mercurius” zit het vrouwelijke hoofdpersonage Hazel opgesloten en discussieert met haar verpleegster over de liefde en de literatuur. Ze hebben het bijvoorbeeld over deze vraag: heeft Clélia haar maagdelijkheid prijsgegeven aan haar jonge bewonderaar? Stendhal heeft enkel aan: “Fabrice kon een bijna onwillekeurige beweging niet weerhouden. Hij ontmoette geen weerstand.” Volgens Nothomb is het typisch voor meersterwerken dat elke lezer ze opnieuw schrijft. En of Clélia nu haar maagdelijkheid verloor, hangt volledig aan de interpretatie van de lezer af.
“De graaf van Monte-Cristo” van Dumas wordt gebruikt om de gevoelens van Hazel tijdens haar gevangenschap te verduidelijken. Dankzij deze citaten krijgen we een duidelijk beeld over wat er zich in het hoofd van Hazel afspeelt.
Een volgend kenmerk van het postmodernisme is het zich afzetten tegen het elitair en intellectuele karakter van de kunst. Alles (van pulplectuur tot reclameslogans) kon door de kunstenaar worden gebruikt om de grens tussen de ernstige kunst en de massacultuur op te heffen.
In de culturele wereld maakte het modernisme nog een onderscheid tussen hoge en lage cultuur; het postmodernisme weigert een hiërarchie te aanvaarden en vermengt de beide. Voor de postmodernisten hoeven de Spice Girls niet onder te doen voor William Shakespeare.
Ook wordt er gebroken met de rationalistische traditie van de verlichting. Typische westerse opvattingen over rede en rationaliteit worden van hun voetstuk gehaald. Andere beschavingen en culturen moeten beoordeeld worden op hun eigen waarde, en niet volgens de traditioneel superieur geachte westerse normen. Iedereen kan van iedereen leren. Dat geldt niet alleen voor culturen, maar ook voor kunstvormen en wetenschapsbeoefening.
Amélie Nothomb hanteert in de roman deze intrigerende zegswijze: “Liefde is iets voor ferme lopers.” Het is een Arabische uitdrukking, die te denken geeft.
Het verhaal eindigt in twee ontknopingen, waarvan de tweede geheel in de logica van het verhaal het spiegelbeeld van de eerste is en de poëzie ervan vermoordt. Het ene is een happy end, het andere is koel en pervers. Aan de lezer om te kiezen welk einde hij prefereert. Want elke lezer schrijft de roman opnieuw…
Tijd
Het verhaal speelt zich af in maart 1923. Het verhaal verloopt chronologisch met hier een daar een flashback. In hoofdstuk 7 vertelt Loncours hoe hij Adèle heeft ontvoerd en hoe hij Hazel heeft gevonden. Dit is eigenlijk een flashback van 18 pagina’s. Door die flashbacks kom je veel te weten over het verleden van de personages. Vanaf Hazels bevrijding komt er een grote sprong in de tijd, zowel in het eerste als in het tweede einde.
De ruimte
Het verhaal speelt zich af op het eiland Mortes-Frontières. De sfeer van gevangenschap wordt door de keuze van een eiland als omgeving erg versterkt. Het isolement van de bewoonde wereld wordt hierdoor benadruk. Hoe sterk het eiland van het echte leven is verwijderd, komt ook duidelijk tot uiting wanneer er op het vaste land een oorlog heerst, en de bewoners van Mortes-Frontières hier nauwelijks gewaar van hebben.
De engheid van het eiland wordt gezien als een grote vrijheidsbeperking. Niet alleen lichamelijk bots je op beperkingen, ook geestelijk wordt de wereld rondom je verkleint.
Het geïsoleerde leven op Mortes-Frontières lijkt dan ook totaal tegenstrijdig met de droom van Françoise en de jeugd van Hazel. Françoise droomt weg bij het idee op een dag naar Cherbourg te gaan en mee te varen in een oceaanreus om zo de ganse weide wereld te kunnen bewonderen (p21). Met deze droom maakt ze duidelijk dat ze nood heeft aan vrijheid en interesse heeft in nieuwe plaatsen. De open geest die Françoise bezit komt hier tot uiting. Ook Hazel heeft een leven aan de andere kant van het water gehad. Met een oceaanstomer is zij van New York naar Cherbourg gegaan, waar ze de trein naar Parijs heeft genomen om vervolgens naar Warschau te gaan (p21). Dit vrije leven staat sterk in contrast met haar gevangen leven dat ze bij de kapitein heeft. Niet alleen haar lichaam is nu gevangen, ook in haar geest zijn er vele deuren op slot. Hazel zit gevangen in zichzelf door haar verminkte uiterlijk.
Op het eiland is er één gebouw, namelijk het huis dat de kapitein heeft gebouwd voor zijn grote liefde Adèle. De ramen van dit landhuis zijn ver van de grond verwijderd. Hierdoor is het huis ook donker en duister (p26). Het duistere beklemtoont de sfeer opgesloten te zijn. Alles in het huis is gemaakt géén spiegelbeeld te kunnen zien: de ramen die zich op onbereikbare hoogte bevinden, het matte meubilair, … (p26,81). Ook de badkamer is zo ontworpen zodat je geen glimp van jezelf in het water zou kunnen merken. Het water wordt onmiddellijk afgevoerd, het is onmogelijk de vloeistof in een bekken of dergelijke op te vangen (p32).
De kapitein heeft duidelijk nagedacht over de bouw van het landhuis. In de rookkamer staat de luchtkoker in verbinding met de kamer van Hazel (p48). Langs deze luchtkoker kan Longcours de gesprekken tussen zijn Hazel en de verpleegster afluisteren. Ook hier wordt de vrijheid van Hazel enorm beperkt. Ze heeft door deze koker niet meer de vrijheid geheimen te hebben. De oude heer komt door deze koker alles te weten over het denken van zijn pleegdochter.
Wanneer Françoise de regels van de kapitein overtreedt, wordt zij opgesloten in de karmozijnen kamer (p72). Ook deze kamer heeft ramen die te hoog zijn om er in te kunnen kijken. Alle vrijheid wordt hier ook van Françoise ontnomen, en zij moet leren leven met haar gevangenschap.
In het landhuis zijn nergens spiegels te vinden, op één plaats na. In de kamer van Longcours bevindt zich één spiegel.
Thema’s
In de romans van Amélie Nothomb zijn dikwijls twee tegenpolen aan het woord. Er ontstaat een spanning tussen twee tegengestelde krachten, tussen these en antithese.
Goed versus Kwaad, schoonheid versus lelijkheid, zijn de krachten die in “De spiegel van Mercurius” centraal staan.
Schoonheid is een abstract begrip dat zich enkel via lelijkheid laat benaderen en definiëren. Je weet pas dat iets mooi is na het vergeleken te hebben met iets dat die schoonheid helemaal niet kan evenaren.
In het verhaal vindt Hazel het verschrikkelijk om met haar verminkte uiterlijk te moeten leven (p 25). Voor haar is het extra moeilijk omdat ze ooit een leven kende waarin ze wel mooi was. Een leven waarin ze, juist door haar schoonheid, aanvaard werd in de maatschappij.
We leven namelijk in een samenleving, die schoonheid als een must beschouwd. Het wordt ons langs alle kanten opgedrongen en ook Loncours weet jeugdigheid en schoonheid wel te appreciëren (p 55, 74). Wie lelijk is, is afgeschreven, en dat is ook de reden waarom Hazel absoluut niet terug wil naar het vasteland.
Schoonheid houdt echter een belofte in, een uitdaging. Wie lelijk is kan zich gewoon laten gaan, kan zich wentelen in zijn ongeluk (p 124). Ook Hazel wentelde zich in zelfmedelijden omwille van vermeende uiterlijk. Ze raadde Françoise aan van haar schoonheid te genieten, want het is een godsgeschenk (p 54).
Ook de tegenstelling gevangenschap/vrijheid is een belangrijk thema in “De spiegel van Mercurius”. Hazel zit fysiek vast in haar kamer, in het vreemde huis zonder spiegelende voorwerpen. Psychisch zit ze echter gevangen in haar vermeende uiterlijk. De gevangenis bestaat enkel in Hazels verbeelding (p 116), enkel door de grove leugens van Loncours.
De tactiek van Loncours biedt meer zekerheid dan een echte gevangenis. Hazel zit gevangen in zichzelf en gaat nog liever dood dan weg te gaan (p 100).
Nothomb vergelijkt Hazels situatie met een passage uit “De graaf van Monte-Cristo” van Dumas: “Wanneer de twee gevangenen elkaar na hun jarenlange opsluiting ontmoeten, beginnen ze honderduit te praten. Ze zitten nog steeds opgesloten, maar ze voelen zich al half bevrijd omdat ze iemand hebben gevonden met wie ze een gesprek kunnen voeren. Praten maakt vrij.” (Hazel, p 34).
Door de komst van Françoise bloeit Hazel helemaal open. Ze vindt in haar de vriendin die ze altijd al hebben wilde. En daardoor wordt haar gevangenschap als heel wat draaglijker.
Françoise doet er, ondanks haar beperkte mogelijkheden, alles aan om Hazel de vrijheid terug te schenken. Ze maakt Hazel duidelijk dat ze helemaal niet lelijk is, deze wil haar echter niet geloven. Het enige slot op Hazels deur is haar vermeende lelijkheid. Françoise komt haar de sleutel brengen die ze echter niet aannemen wil (p 121).
Bedrog en leugens zijn meer dan overvloedig aanwezig in deze roman. Eerst en vooral het onvoorstelbare bedrog waarvan Hazel al vijf jaar lang het slachtoffer is (p 67), de leugen waarop heel het verhaal is gebaseerd: Loncours maakt Hazel, die ongelooflijk mooi is, wijs dat ze door bombardementen onherkenbaar verminkt is. Door deze leugen besluit ze met hem mee te gaan naar zijn eiland, waar hij als enige van haar schoonheid kan genieten. De speciale constructie van het huis en de afwezigheid van spiegels en glimmende oppervlaktes moeten die leugen in stand weten te houden. Allerlei voorzorgen worden genomen om te verhinderen dat Hazel ook maar een glimp van haar uiterlijk te zien zou krijgen.
Hazel is echter niet de eerste die hij belazerd heeft. Ook Adèle moest lijden onder dezelfde leugen. Zij kon echter niet leven met het idee dat ze een monster was, ze kon haar bestaan op het eiland niet aanvaarden en pleegde zelfmoord.
Hetzelfde doodsverlangen vinden we bij Hazel terug. Ze vraagt zich voortdurend af of ze niet beter omgekomen was tijdens de bombardementen. Françoise betekende voor haar een redder in nood, zonder haar had ze misschien ook wel een einde aan haar leven gemaakt.
Loncours is echter niet de enige die de waarheid naar zijn hand zet. Ook Françoise moet noodgedwongen die waarheid verdraaien. Ze liegt over Hazels ziekte en probeert haar via omwegen en verbale spitsvondigheden de waarheid duidelijk te maken.
In het tweede einde, blijft de verpleegster de waarheid echter verzwijgen. Ze vertelt Hazel op het einde van haar leven pas hoe mooi ze eigenlijk is. Dit is bepaald weerzinwekkend, zelfs pervers.
Hazel is echter moeilijk te doorgronden. Ze heeft als het ware een gespleten persoonlijkheid, een dubbel karakter.
Enerzijds toont ze dankbaarheid voor haar weldoener, ze respecteert hem en ziet hem als een vaderfiguur. Anderzijds echter bestempeld ze hem als pervers, ze walgt van het idee om met hem te moeten vrijen.
“Het lijkt wel of ik uit twee persoonlijkheden besta: ik ben een en al genegenheid, respect en bewondering voor de kapitein, maar diep in mijn binnenste kots ik op die ouwe, al zou ik dat voor geen goud toegeven.” (Hazel, p 6)
Maar ook als Hazel ( in einde 1) de waarheid te weten komt, wil ze niet dat Loncours iets overkomt. Ondanks alles beschouwt ze hem nog steeds als haar vaderfiguur.
Meer nog, wanneer ze de waarheid te horen krijgt is ze niet boos om het feit dat ze al die tijd in een leugen leefde. Ze is boos omdat zij niet de eerste was, omdat Adèle haar voor was geweest. Ze wordt jaloers…
Spiegels kunnen beschouwd worden als een motief, ze zijn in het boek regelmatig aanwezig of juist afwezig. Want alle spiegels zijn uit het grote huis verbannen. Enkel op de kamer van de kapitein is een enorme spiegel voorhanden.
De titel “De spiegel van Mercurius” heeft een raadselachtige band met het boek. Het verwijst naar de opzet van Françoise om met het met het kwik van haar thermometers een spiegel te vervaardigen. Daarmee wilde ze de grote leugen doorbreken en Hazel de bevrijdende boodschap brengen. Ze mislukt echter in haar opzet.
De roman is doorspekt met verwijzingen naar figuren uit de Griekse mythologie. Dit kunnen we dan ook als een motief beschouwen. Niet alleen Mercurius (p 112), maar ook Morpheus (p 76), Narcissus (p 31), Prometeus (p 149),enz. krijgen een plaatsje in het verhaal.
Dit boek is gepubliceerd in 1998, rond de tijd dat dutroux nog geregeld het nieuws haalde met zijn perverse praktijken. Loncours kan in dit boek vergeleken worden met Dutroux. Hij is een psychopaat, misbruikt jonge, beeldschone meisjes en sluit ze op. Uit de getuigenissen van Sabine en Leatitia weten we, dat ze dutroux als hun beschermheer zagen. Hij gaf hen de indruk dat hij de enige was die hen tegen een netwerk kon beschermen. Loncours doet net hetzelfde met Adèle en Hazel. Hij laat hen geloven dat ze met hun zogenaamde verminkte uiterlijk zouden verstoten worden door iedereen. Ze zitten psychologisch gevangen, door hun angst voor de buitenwereld weet Loncours dat Hazel niet weg wil.
De media dringt ons ook een schoonheidsideaal op. We leven in een maatschappij waar schoonheid strek geprezen wordt, je wordt beoordeeld op je uiterlijk, niet op je intelligentie. Wie niet aan de normen voldoet, wordt afgeschreven. Mensen zijn niet meer tevreden met wat ze van moeder natuur krijgen, wat hen niet bevalt laten ze corrigeren. Die ontevredenheid kan zelfs tot zelfmoord leiden. Hazel is ook depressief omdat ze zogezegd verminkt is. Doordat ze vroeger ongelofelijk knap was is het nog veel moeilijker te aanvaarden dat ze lelijk is. Mooi zijn ziet ze dan ook weer niet echt zitten. Françoise geeft hier een mooie commentaar op : “ Lelijk zijn is veel eenvoudiger : het houdt geen uitdaging in, je kunt je gewoon laten gaan en je wentelen in je ongeluk. Het is zo gemakkelijk. Schoonheid houdt een belofte in en belofte maakt schuld: je moet ze inlossen. … Elke ochtend opnieuw je spiegelbeeld trotseren en de schade opnemen die de tijd heeft aangericht. Lelijkheid is onveranderlijk en blijvend.” (p124)
Eigen oordeel
Na het lezen van dit boek, waren wij het er over eens dat dit een mooi en spannend verhaal met veel onverwachte wendingen is. Het duurde lang vooraleer we de intrige van het verhaal snapten. Pas halverwege het boek, bij het maken van de spiegel, kwamen we te weten dat Hazel in werkelijkheid beeldschoon is. De verbijstering bij deze ontdekking was groot. Wij menen dat zo een leugen moeilijk volharden is. Deze roman komt hierdoor onrealistisch over. Voor Amélie Nothomb zal de geloofwaardigheid echter niet de hoofdbedoeling geweest zijn. Als postmodernistisch auteur hecht zij meer belang aan de evolutie en gedachtegangen van de personages.
Dit verhaal doet eerst denken aan ‘Beauty and the Beast’, het lelijke en het mooie, maar er blijkt heel wat meer achter te zitten. De haat-liefde verhouding tussen Loncours en Hazel, de onbaatzuchtige passie van Loncours, de gevangenschap, … zijn hier enkele voorbeelden van.
Als een echte post-moderniste heeft Amélie Nothomb niet de intentie dé waarheid te verkondigen. Als lezer kunnen we zelf bepalen welk einde we willen, het boek heeft namelijk twee eindes. Het eerste einde is eerder een ‘happy-end’; het tweede gaat de koele en perverse toer op. Binnen onze groep waren de meningen over welk einde het beste was verdeeld.
Het boek leest zeer vlot door de vele dialogen. Veelal zijn ze filosofisch getint, maar het blijft mogelijk de boodschap te snappen.
Onze conclusie is dat dit een stijlvol verhaal vol spitsvondigheden is. Het is een aanrader voor de liefhebbers van niet-alledaagse romans. Tijdens onze vakantie zullen wij ons verder verdiepen in de lectuur van Amélie Nothomb!
Bibliografie
· AERTS, FRANS, Liefde is iets voor ferme lopers. De Morgen, 27 mei 1999
· ARIJS MARIJKE, Dit is wellicht het meest perverse boek dat ik ooit schreef. De Standaard der Letteren, 15 april 1999
· HUMO, Nothomb, Amélie: ‘De spiegel van Mercurius’ , Internet, 18 februari 2004,
(http://www.humo.be/old/boekendoek/boekenbal/1999/27/index.htm
· RUG, Postmodernisme en identiteit, Internet, 16 mei 2004,
(http://simsim.rug.ac.be/courses/NL2000/pomo.html)
· KUNSTBUS, Post-modernisme, Internet, 16 mei 2004,
(http://www.kunstbus.nl/index.html?http://www.kunstbus.nl/verklaringen/postmodernisme.html)
· KULeuven, Amélie Nothomb, Internet, 12 mei 2004,
(http://www.student.kuleuven.ac.be/~m0121169/anothomb/)
REACTIES
1 seconde geleden
H.
H.
Er is een kleine fout in het verslag gekropen nl:Hazel is nooit verminkt geweest ze is ongedeerd uit de bombardementen geraakt.
18 jaar geleden
AntwoordenD.
D.
Klopt, ze is een beeldschoon meisje, altijd al geweest :)
11 jaar geleden
J.
J.
Knap geschreven van deze scholier, Bravo!
9 jaar geleden
Antwoorden