Bibliografische gegevens
Titel: Le Grand Cahier
Auteur: Agota Kristof
Eerste druk: 1986
Gelezen druk: 1998, Merles Blancs
Aantal bladzijden: 151
Samenvatting
De moeder van de tweeling brengt de twee naar hun oma waar zij moeten gaan wonen. Dit, omdat in de grote stad waar de tweeling eigenlijk woont, de gevolgen van de oorlog heel sterk zijn. Bovendien is daar geen eten. En de vader van de twee moet vechten in de oorlog.
Hun oma woont op het platteland waar ze tot na de oorlog moeten blijven. Hun oma kent de tweeling niet eens en wil in eerste instantie ook niet dat twee jongens bij haar in huis komen, maar neemt ze uiteindelijk in huis omdat ze voor haar zullen werken. De tweeling heeft alleen een koffer met dekens en kleren bij zich.
Oma is heel hard voor de tweeling. Ze scheldt ze uit en slaat ze ook nog. Ook moeten ze heel hard werken in de tuin en om het huis. De liefde die ze gewend waren bij hun ouders, komen ze hier tekort. Bovendien mag de tweeling niet naar het bos, want daar is het front, maar ze gaan toch en hun oma wordt daar boos om. De tweeling haalt hout en vis uit het bos die oma weer verkoopt. Op een dag vinden ze een dode soldaat en nemen zijn granaten, wapens en kogels mee en verstoppen die in de kamer van de officier.
Om tegen het slaan van oma en de andere mensen te kunnen, probeert de tweeling zich hiervoor immuun te maken. Ze slaan elkaar vaak heel hard en zo doet het geen pijn meer als andere mensen hun slaan en zullen ze ook niet gaan huilen. Ze slachten kippen, hangen katten op, om te zorgen dat ze tegen de gruwelijkheden van de oorlog kunnen. Ze stoppen ook twee dagen met eten om de honger aan te kunnen. Oma vindt het allemaal maar stom en slecht voor de gezondheid.
Er woont ook een oppasser van de officier in het huis en als de tweeling hem ontmoet gaan ze praten met hem, hij kent de verhalen van 'de heks' (zoals oma door iedereen wordt genoemd) en heeft medelijden met ze. Hij geeft ze dekens omdat ze die niet van oma krijgen.
De tweeling wil ‘studeren’ en hebben daarvoor papier en krijt nodig, maar dat kost geld wat ze niet hebben. Ze doen heel zielig en kijken de winkelier heel zielig aan totdat hij de spullen gratis meegeeft. Ze leren het woordenboek van hun vader en de bijbel uit hun hoofd. Ze maken opstellen over hun leven, die de ander verbeterd. Ze leren zichzelf nog veel meer zoals dingen onthouden en ook wiskunde.
Dan wordt het koud en heeft de tweeling nieuwe schoenen nodig, maar hier heeft oma geen geld voor over. De twee gaan toch naar de schoenmaker en zodra hij hoort dat ze de kleinzoons van 'de heks' zijn mogen ze zoveel schoenen meenemen als ze maar willen.
Ze zien dat oma brieven verbrandt die ze zojuist heeft ontvangen, ze vragen ernaar en oma zegt dat ze geen geld of pakketjes van hun moeder nodig heeft. Als de jongens de postbode weer zien, zeggen ze dat de postbode voortaan alle post aan hun moet geven.
De tweeling ziet de kans om de pastoor te chanteren omdat hij Hazelip, de dochter van de buurvrouw, misbruikt. Ze willen geld en boeken van hem. Hij geeft hun elke week geld, in ruil hun mond te houden.
Op een dag komt het dienstmeisje van de pastoor op de boerderij en zegt dat ze de kleren van de tweeling wel wil wassen en neemt de jongens mee naar haar huis om ze te wassen, maar dat is niet het enige ze doet vieze spelletjes met ze.
Op een dag komt er een stoet gevangenen voorbij, de jongens zitten er met het dienstmeisje naar te kijken. De gevangenen vragen om brood en het dienstmeisje eet het brood voor hun neus zelf op. De jongens waren hier heel boos om. Om die reden hebben ze een granaat in de oven van het dienstmeisje gelegd. De granaat ontploft en het meisje is dood. De politie verdenkt de jongens en ze komen in de gevangenis. Ze worden gemarteld maar zeggen niets. De officier zorgt ervoor dat ze weer vrijkomen. Het maakt oma helemaal niks uit, ze denkt dat de jongens er wel een goede reden voor hadden.
Als oma doodgaat wordt ze naast haar echtgenoot begraven. De vader van de tweeling wil vluchten naar een vrij land. Hij moet langs mijnen en de jongens helpen hem. Als vader dood gaat door een mijn gebruikt een van de jongens zijn lichaam om veilig naar de overkant te komen en de ander gaat terug naar de boerderij.
Thema en motieven
Het thema van dit boek is: het opgroeien in oorlog is al moeilijk, helemaal als je niet bij je ouders opgroeit.
- De tweeling wordt door hun moeder naar hun oma op het platteland gebracht. Sowieso is het al moeilijk om vanuit de grote stad naar het platteland te gaan. Helemaal om je moeder te verlaten en te gaan wonen bij een vrouw die je eigenlijk helemaal niet kent.
- Het opgroeien in oorlog is natuurlijk het ergste wat je kan overkomen. Je zit ook in het boek dat de jongens daardoor hun gevoel helemaal kwijtraken. Ze doen allemaal dingen om tegen de gruwelijkheden van de oorlog te kunnen. Met andere woorden; ze worden keihard.
- Het punt dat de oma haar handen helemaal van de twee afhaalt. Zolang ze maar voor haar werken is het goed. Ze leert de kinderen niets, ze moeten alles helemaal zelf doen. En door de oorlog kun je wel zeggen dat ze alles behalve liefdevol worden, de rol van de oma heeft hier natuurlijk ook een groot aandeel in.
Titelverklaring
Le Grand Cahier betekent letterlijk het dikke of het grote schrift. De tweeling wil zichzelf les geven en omdat te kunnen doen hebben ze natuurlijk een aantal materialen nodig. Ze halen/krijgen papier, potloden en een dik schrift. Het schrift wordt gebruikt bij de opstellessen. Ze schrijven over alles wat ze meemaken een opstel. Eerst in het klad en daarna in het dikke schrift. Het uiteindelijke boek dat je leest is het dikke schrift of ‘Le Grand Cahier’.
Aansluiting met onderwerpsspecialisatie
Het onderwerp dat ik gekozen heb voor mijn mondeling is de ouder/kindrelatie; tot wat groeit het kind op door de opvoeding van de ouders/verzorgers.
Le Grand Cahier past heel goed bij mijn lijst, omdat de tweeling allereerst weg moet bij hun ouders. Dit is natuurlijk al een grote klap tijdens de opvoeding, welke vaak grote gevolgen met zich meebrengt in het verdere leven.
In dit geval wordt de tweeling opgevoed door de moeder van hun eigen moeder, hun oma. Er is al één duidelijk verschil aan te geven tussen een opvoeding van je eigen moeder of van je oma, de leeftijd. Dit speelt natuurlijk mee met de opvoeding. Ik zie dat ook vaak bij vrienden die vrij oude ouders hebben of juist hele jonge. Over het algemeen zie ik dat kinderen met jonge ouders veel vrijer worden gelaten. En in mijn ogen is je oma de persoon bij wie je dingen mag die je bij je ouders juist niet mag.
In het boek is dat wel iets anders. De oma is eigenlijk een walgelijk mens, ze heeft de tweeling sowieso nooit eerder gezien en dat is al vrij lastig voor de opvoeding. Ook wil ze in eerste instantie niets van de twee weten. Beide partijen, de tweeling en de oma, weten niet wat ze van elkaar kunnen verwachten.
Groeien de twee juist op tot teruggetrokken mensen, worden ze heel zelfstandig. Gaan ze het verkeerde pad op. Kortom, tot wat groeit de tweeling op met zo een opvoeding?
REACTIES
1 seconde geleden