Down the river door Donn Byrne

Beoordeling 7.5
Foto van een scholier
Boekcover Down the river
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 2e klas havo/vwo | 953 woorden
  • 8 november 2001
  • 232 keer beoordeeld
Cijfer7.5
232 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Donn Byrne
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
1968
Pagina's
48
Oorspronkelijke taal
Engels

Boekcover Down the river
Shadow
Down the river door Donn Byrne
Shadow
ADVERTENTIE
Humanistiek studeren in de binnenstad van Utrecht

Heb je interesse in mens en maatschappij? Houden urgente vragen in de samenleving je bezig? In de bachelor Humanistiek combineer je kennis uit filosofie, psychologie, sociologie en geschiedenis.
Meer weten? Kom dan naar de Open Dag op 15 november!

Meld je aan!

De verkiezingen: wat doen de partijen voor jongeren?

Volg ons op TikTok

Op de eerste dag van de vakantie stonden Hans, Karl en Otto aan de oever van de rivier. “Wat gaan we deze vakantie doen?” vroeg Otto. Na wat gepraat te hebben zei Otto: “Mijn oom heeft nog een boot liggen, laten we die opknappen.” De volgende morgen zitten de jongens in de tuin van Otto’s oom wat plannen te maken. Het nichtje van Otto: Elsa was er ook bij, zij bood aan de boot te verven. Toen alles klaar was ontbraken alleen de pedels nog. Die wist Elsa gelukkig nog te vinden. Maandag morgen was het zover, ze konden varen. Het avontuur was begonnen…….

Toen ze een tijdje gevaren hadden legden ze hun boot ergens aan, om wat te eten. Tijdens het eten horen ze opeens een vliegtuig. Ze vroegen zich af wat dat vliegtuig daar deed…. Na dat ze daar een tijd geweest waren voeren ze weer verder. Op den duur werd de tocht versperd door een grote boom over de rivier, “Wat doen we?” zij Otto. “We tillen hem erover heen.” Toen ze dat gedaan hadden, merkten ze dat het al donker werd. Ze kookten nog wat eten, en gingen toen slapen. De volgende morgen zagen ze naar een tijdje gevaren te hebben een motorboot liggen. Vanaf die boot liep een paadje. Karl en Hans volgenden dat paadje, en zagen een huis waar zwarte rook uitkwam. Even later zagen ze ook nog een vliegtuigje cirkelen. Er kwamen mannen uit het huis, en één daarvan zwaaide met een vlag. Er kwam een zak aan een ballon naar beneden vallen… Opeens stonden er twee mannen achter hen. “Jullie moeten met ons meekomen” zei de man. Aangekomen bij dat huis waren er nog twee mannen binnen. Een dikke man stelde hun enkele vragen, en vertelde ook dat zij smokkelaars zijn. Eén van de smokkelaars sluit hen op in een kelder. Daarna gaf hij de twee mannen een bevel om bij de rivier te kijken of daar nog meer personen zijn. Elsa en Otto hebben ondertussen besloten dat Otto met de boot van de opziener hulp zal halen, en Elsa het huis in de gaten blijft houden. Op den duur gaat Elsa bij het huis kijken. Ondertussen doen Karl en Hans allerlei pogingen om te ontsnappen, dit lukt echter niet. Maar dan zien ze het gezicht van Elsa voor het raampje. Elsa geeft hun een touw, ze maken dat aan het raampje vast, en trekken. Maar het lukt niet. Dan gaat Elsa opzoek naar de opziener. Door het raam gaat ze naar binnen. Ze moet heel stil zijn anders worden de mannen wakker. Naar een tijdje vindt zij de opziener hellemaal vastgebonden op een bed met een prop in zijn mond. Ze wil hem bevrijden, maar hij zegt doe dat niet, probeer de jongens vrij te krijgen. “Heb je de sleutels?” vraagt Elsa. “Nee die hebben ze afgepakt, maar in het schuurtje achter het huis liggen nog een paar oude sleutels”. Ze pakt die, en gooit die door het raampje naar de jongens. Die kunnen daarmee de deur openkrijgen, en gaan via het raam naar buiten. Net als ze dat doen gaat het licht aan, ze gaan plat op de grond liggen en wachten af. Gelukkig gaat het licht weer uit… Otto heeft heel erg pijn in zijn been gekregen en is zijn pedel kwijtgeraakt. Hij heeft zo’n pijn in zijn been dat hij er duizelig van wordt. Dan ziet hij een man en gaat roepen. Deze man brengt hem naar huis en roept de dokter… Ze gaan slapen op het veld, maar dat wil niet goed lukken door de kou. De volgende morgen zien ze iemand bij de boot bezig. Een tijdje later komt er een man aanrennen: “De jongens zijn ontsnapt! ” roept hij. De mannen denken dat ze het bos in zijn gegaan… Dan verteld Otto het verhaal dat zijn vrienden gevangen zitten aan de politie. Ze roepen versterking op maar dat gaat niet omdat de kabel gebroken is. Dan gaan ze zelf met de politieboot het water op om te zoeken. Hans, Karl en Elsa worden gevonden en daarna overleggen ze met elkaar wat ze gaan doen. De dokter heeft een plan: Karl en Hans gaan naar het huis toe en zeggen dat ze honger hebben, dan komen de mannen natuurlijk naar buiten. Jullie rennen dan naar het paadje toe, dan pakken wij de twee mannen. Alles gaat goed tot dat de dikke man doorheeft wat er gebeurd. Hij rent naar zijn boot en scheurt de rivier op. Dan komt hij voor hetzelfde probleem te staan als hun, er ligt een boom over de rivier. Hij vaart weer terug maar wordt dan gepakt door de politie. Even later vinden ze de opziener, deze vertelt dat de smokkelaars het huis een week van hem wouden huren maar dat wou hij niet. Daarom hebben ze hem opgesloten. Elke dag kwam er een vliegtuig dat diamant en bracht. Dus ook vandaag, ze maken een plan om het vliegtuig te laten landen (zwarte rook uit de schoorsteen en zwaaien met de vlag). De piloot cirkelt een paar keer, vliegt weer weg, en stort neer. “We moeten de piloot uit het vliegtuig halen!” zegt de dokter, “En de diamanten” zegt Hans. Ze pakken het zakje uit het vliegtuig. De dokter zegt: ”Jullie zijn zeer gevaarlijk bezig geweest Ze maken het zakje open en zien tweehonderd diamanten. Elsa kookt nog een grote maaltijd, en daarna gaan ze slapen.

De volgende dag worden de gevangenen uit de kelder gehaald en gaan met de politie mee. De kinderen blijven nog een nacht in het huis van de opziener. ” We gaan nog een leuke vakantie tegemoet” zegt Hans tegen de dokter “We hebben nou wel genoeg avonturen gehad!”

REACTIES

J.

J.

beetje lang maar best wel goed .

23 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.