Drame au collège door Jost Schneider

Scène 1: Chez les Morin (M. et Mme Morin sont en train de dîner avec Florence et Isabele) Meneer en mevrouw Morin zitten te dineren met hun dochters Florence en Isabelle. Meneer Morin vraagt of er nog nieuws is van afgelopen week op de kostschool. Isabelle zegt dat er iets bijzonders is gebeurd en schiet in de lach. Het gaat over de klasgenoot Marc. Florence vertelt dat Marc achter een meisje zit en dat meisje had hem voor de gek had gehouden. Marc heeft haar op de zenuwen gewerkt, want hij volgt haar overal. Hij kijkt altijd naar haar en na een tijd wordt het erg zenuwslopend. Een meisje uit een andere klas, Nadine, vind hem leuk, maar Marc haar niet. Isabelle zegt dat Florence, Nicolas wel leuk vind. Florence wordt boos en zegt dat ze zich er niet mee moet bemoeien en dat ze haar mond moet houden. Isabelle vraagt aan haar vader of hij een goede week heeft gehad op het politiebureau. Meneer Morin zegt dat ze op dit moment voortdurend bezig zijn met jeugdcriminaliteit. We ontdekken dat jongeren bezig zijn met inbraken en dat ze heroïne inslikken en bij zich hebben. We vinden het onder banken in het park! Isabelle zegt dat het erg vreemd is wat meneer Morin verteld. Nadine (een meisje uit hun klas) bijv. is toch ook niet verslaafd… Of misschien wel? Ze ziet er de laatste tijd erg slecht uit. En ze heeft een rood plekje aan de binnenkant van haar arm. Laatst stond er in de ‘Paris-Match’ een artikel over. De reacties daarop waren raar. Ze lachte en huilde er plotseling om. Florence zegt dat Isabelle overdrijft. Misschien was ze ongelukkig vanwege Marc. Isabelle denkt dat ze echt drugs gebruikt. Mevrouw Morin wil het niet geloven dat het op deze leeftijd voorkomt. Op de kostschool collège is het onmogelijk. Meneer Morin zegt dat het tegenwoordig mogelijk is en vraagt of de meisjes goed willen luisteren. Als jullie iets abnormaals opmerken, waarschuw me dan zo snel mogelijk. Je kan maar beter op tijd zijn. Isabelle en Florence zeggen tegelijk dat ze zich er aan zullen houden. Scène 2: Dans la cour du college Florence, Isabelle, Nadine, Marc en Nicolas praten met elkaar in de pauze over de wiskunde overhoring. Florence zegt dat ze eindelijk klaar is met de wiskunde overhoring te leren, maar dat ze er niets van begrijpt. Nicolas vindt dat ook. Marc zegt dat de pauze nog niet is afgelopen en Florence en Nicolas gaan weg. Isabelle zegt dat zij de wiskunde overhoring waarschijnlijk gaat verknalen, ze snapt er niets van. Marc vraagt of hij het wil uitleggen aan haar, maar ze vindt het een straf. Nadine zegt dat zij ook problemen heeft met wiskunde en ze vraagt ook of iemand anders problemen heeft in zijn leven. Isabelle zegt dat Marc je wel kan helpen met wiskunde algabra. Nadine windt zich op, zegt dat dat niet nodig is en het kan haar helemaal niks schelen. Ze begint te huilen. Marc probeert haar te troosten. Nadine gaat weg en Marc en Isabelle zijn diep bedroeft. Marc zegt tegen Isabelle dat hij er niets van snapt. Isabelle zegt dat Nadine Marc leuk vindt en dat Nadine denkt dat Marc haar niet leuk vindt, daarom liep ze weg. Isabelle vraagt aan Marc waarom hij niet liet blijken dat hij Nadine leuk vindt en Marc is verbaasd, want hij heeft nooit gezegd dat hij haar leuk vindt. Isabelle wil wat vragen aan Nadine en Marc is benieuwd wat het is. Isabelle zegt dat ze aan Nadine gaat vragen of ze misschien drugs gebruikt. Marc is daar verbaasd over en vraagt waarom ze dat gaat vragen. Isabelle zegt dat Nadine altijd erg snel huilt en dat ze er slecht uitziet. Marc zegt dat dat waar is, is er verbaasd over als zij echt drugs gebruikt en kan het zich niet voorstellen dat een leerling van deze school drugs gebruikt. Marc en Isabelle willen degene die haar dreigt om drugs in te nemen of het aan haar verkoopt gaan ontmaskeren, want drugsgebruikers zijn gevaarlijk. Ze willen zich er mee bemoeien en Nadine gaan helpen. Anders wordt Nadine van school gestuurd. Eigenlijk is het haar eigen schuld als dat gebeurd, maar Isabelle en Marc vinden het wel erg cool om Nadine te helpen. De bel gaat en ze gaan naar de les voor de wiskunde overhoring.
Scène 3: Près du collège Na school, na de wiskunde overhoring, ontmoeten Florence, Marc en Nicolas elkaar. Florence heeft de wiskunde overhoring verknald en denkt dat ze blijft zitten. Nicolas vindt dat Florence zich niet zo zorgen moet maken, want Florence heeft voor de andere vakken goede cijfers. Marc zegt dat ze moeten stoppen over de wiskunde overhoring, want er zijn veel ergere dingen in het leven dan dat. Bijvoorbeeld dat Nadine drugs gebruikt. Florence schrikt en zegt dat hij een grapje maakt en vraagt, als het waar is, hoe hij erachter is gekomen. Marc zegt dat hij het van Isabelle heeft gehoord. Florence zegt dat het misschien wel waar is omdat ze al enige tijd er erg slecht en ook somber uitziet. Nicolas vindt eigenlijk dat het hem niks aan gaat, maar gaat toch praten met Nadine. Ook Marc en Florence gaan na de lunch praten met Nadine. Scène 4: Dans la chambre de Nadine, au collège Florence en Marc gaan na de lunch naar de kamer van Nadine. Als ze voor de kamerdeur staan horen ze in de kamer kreten zoals: vuilak! smeerlap! Florence klopt op de deur en Nadine springt op. Florence en Marc vragen of ze naar binnen kunnen komen, want ze willen even praten. Nadine doet de gesloten deur open en Marc en Florence gaan naar binnen. Florence vraagt of het wel goed gaat en Nadine antwoord van wel en ze gaan zitten. Florence vraagt of het waar is wat Isabelle zei (of ze drugs gebruikt). Nadine zegt dat Isabelle zomaar wat gezegd heeft en zegt dat ze echt geen drugs gebruikt. Marc vraagt of dat de waarheid is en Nadine zegt dat ze haar met rust moeten laten. Florence zegt dat drugs gebruiken erg slecht is en Nadine begint te huilen. Nadine zegt dat ze moeten stoppen met vragen stellen en weg moeten gaan. Florence en Marc kijken elkaar stomverbaasd aan en gaan weg. Scène 5: A l’extérieur du collège, dans un café Marc zegt dat hij zeker weet dat Nadine niet de waarheid spreekt. Hij zegt dat Nadine zich erg vreemd gedraagt. Ze moet zich schamen dat ze drugs gebruikt. Florence en Marc zeggen dat ze die vent die Nadine dreigt om drugs te nemen moeten ontmaskeren. Nicolas komt aangelopen en hij heeft ook al aan Nadine gevraagd of ze drugs gebruikt, maar ze zei niets. Florence zegt dat ze die vent van de drugs moeten ontmaskeren. Marc vraagt zich af, of het een vriend van het internaat is. Nicolas denkt opeens aan Djawed. Hij zegt dat zijn vader gebruikt en in de illegale handel van de drugs zit. Nicolas is er zeker van dat hij het is. Florence is een beetje boos, want Nicolas denkt meteen dat een Noordafrikaan is. Nicolas zegt dat hij het aan hem kan zien. Florence zegt dat het iedereen wel kan zijn. Marc heeft een goed idee. Hij zegt dat ze aan de biologie leraar moeten vragen of hij een keer in de les het over de gevaren van drugs wil hebben. Nicolas denkt dat het niet zo’n goed idee is. Florence denkt juist van wel en ze gaan praten met de biologie leraar. Ze gaan er niet met Nadine over praten. Acte 2: Scène 1:Chez les Morin Meneer en mevrouw Morin zitten te dineren met hun dochters Florence en Isabelle. Meneer Morin vraagt of er nog nieuws is. Florence zegt dat er niet veel bijzonders is gebeurd. Mevrouw Morin vraagt hoe de overhoring ging. Florence zegt dat ze er niet over moet praten, omdat het een ramp was. Meneer Morin zegt dat ze niet te veel over jongens moet denken. Isabelle zegt tegen haar vader dat er wel een probleem op school is, het gaat over Nadine. Florence maakt gebaren naar Isabelle. Florence zegt dat Isabelle verliefd is op Marc en dat dat het probleem is. Florence vraagt aan haar vader of er deze week drugsverslaafden hebben ingebroken voor geld om drugs te kopen. En ze vraagt hoe het kan dat jullie er toch altijd in slagen om de drugsdealers te arresteren. Meneer Morin zegt dat het niet makkelijk is. Ze doen er wel maanden over om dealers op te pakken. Je moet wel bewijzen hebben om iemand te arresteren en dat is het probleem. Een ander probleem is dat de dealers ook erg handig zijn. Drugs wordt verkocht in café’s, nachtclubs, discotheken enz. Meneer Morin vertelt dat ze veel informatie hebben over drugs. En zegt dat ze veel mensen op het college op de hoogte moeten houden over drugs. Scène 2: Dans une salle de classe Onder de biologieles vraagt Meneer Rioux of Nadine vandaag absent is. Florence zegt dat ze zich vandaag niet zo lekker voelde. Meneer Rioux denkt dat Nadine helemaal niet ziek is en begint maar met de les. Het gaat vandaag (zoals is gevraagd) over drugs. Het drugsgebruik groeit onder de jongeren flink. De jongeren weten niet goed de risico’s van drugs. Ze voelen zich niet goed en gaan misschien aan de drugs. Meneer Rioux zegt tegen de leerlingen dat ze absoluut niet drugs moeten gaan gebruiken. Pierre (een jongen uit de klas) zegt dat je door de drugs werkloos kan worden en dan weet je niet meer hoe de toekomst eruit ziet. Christine (een meisje uit de klas) zegt dat als je drugs gebruikt de kans groot is dat je ouders gaan scheiden, omdat die dan ook in de problemen raken. Florence denkt dat er veel jongeren aangetrokken worden door de drugs en dat de verleiding heel groot is. Marc denkt dat het drugsgebruik echt een groot probleem is. Nicolas onderbreekt Marc en zegt dat het drugsgebruik komt door Noordafrikanen. Djawed (een Noordafrikaanse jongen uit de klas) wordt ontzettend boos. Hij zegt dat het een hele grote leugen is. Djawed wil gaan vechten met Nicolas en de leraar moet ertussen komen om ze uit elkaar te houden. De leraar schreeuwt dat ze moeten stoppen en dat het stil moet zijn.
Scène 3: Dans la cour de collège Marc, Florence, Isabelle en Nicolas ontvangen in de les een brief en Marc maakt hem open. Er staat in dat ze zich niet zo veel moeten interesseren in een ander. Ze moeten stoppen met detective spelen. Als laatst staat er: een vriend die het goed met je meent. Marc ziet dat deze letters uit de krant geknipt zijn. Marc zegt dat die er zeker van is dat het een verrader is, een smeerlap is die een vergissing heeft gemaakt. Isabelle denkt van niet en denkt dat het een serieuse brief is, misschien wel van de directeur. Marc denkt van niet, hij denkt dat iemand hen bang wil maken. Isabelle denkt dat het misschien heeft te maken met iemand die jongeren bang wil maken. Florence zegt dat haar vader moet gaan praten met M. Raymond (hij heeft de leiding van de politie van die regio). Hij is de grote baas. Marc zegt dat dat mogelijk is want hij kent de illegale handel van heel de regio. Nicolas denkt van niet, want er zijn zoveel dealers. Nicolas staat er bij stil van de ruzie met Djawed, eigenlijk was Djawed veel te heftig. Florence wordt boos omdat Nicolas Djawed ervan beschuldigd, ze vindt hem echt walgelijk en slecht. Nicolas zegt tegen Florence dat het haar mening is, hij vindt dat het Djawed zijn schuld is. De bel gaat en ze gaan naar de wiskunde les. Scène 4: Dans une chambre de l’internat du collège Marc, Pascal en Pierre zitten in een kamer van het internaat. Marc schreeuwt en wordt wakker. Hij heeft een nachtmerrie gehad. Hij is erg bang en kan niet meer inslapen. De nachtmerrie ging over Marc, Nicolas en Nadine. Ze liepen door de bergen en verdwaalden want er was geen pad meer. Ze vielen dwars door een struik en Nadine moest huilen. Marc rende naar Nadine en opeens kwam er een dikke slang uit de struik naar Nadine en Nadine verloor haar hoofd. Ze huilde en schreeuwde nog keihard en ze ging dood. En de slang die kronkelde en veranderde in een menselijk lichaam. Opeens zag Marc Nicolas voor zich met schitterden ogen en op dat moment moest Marc huilen en werd wakker. Pierre zegt dat hij zich niet kan voorstellen dat de slang Nicolas was. Pascal zegt dat het maar een droom is. Marc denkt er over na en is blij dat het een droom was. Scène 5: Dans la chambre de Nicolas Marc is in Nicolas kamer en zit wat te bladeren in zijn agenda. Op dat moment komt Marc binnen. Nicolas vraagt aan Marc wat hij in zijn kast zoekt. Marc zegt dat hij wat aan het kijken is in zijn agenda. Nicolas schreeuwt dat hij een smeerlap is. Marc ziet de naam van M. Raymond staan. Nicolas is de smeerlap die drugs verkoopt aan Nadine en die de dreigbrief met letters uit de krant heeft gemaakt. Nicolas zegt dat hij verplicht is om drugs te verkopen, maar dat hij het niet meer verkoopt aan Nadine. Marc vraagt aan Nicolas of het zijn werk is. Nicolas vertelt dat zijn ouders zijn gescheiden en daarna weer hertrouwt met andere. En voordat hij naar het internaat ging, hing hij rond in een dorpscafé’tje. Op een dag kwam er een vent (de kroegbaas) naar hem toe en liet zijn poen zien en dwong Nicolas om drugs te kopen en door hem heeft ook Nicolas behoefte aan veel zakgeld. Marc vindt het walgelijk dat het alleen maar om de poen gaat. Nicolas zegt dat zijn ouders hem geen zakgeld meer geven en toen zat hij klem, maar het voordeel van het drugs verkopen was dat hij helemaal niet klem zat. Marc vraagt of M. Raymond de kroegbaas is. Nicolas zegt dat M. Raymond de grote baas is en hem dwong het te kopen. Nicolas ziet M. Raymond nooit meer. Marc begrijpt niet waarom Nicolas zijn naam in zijn agenda heeft geschreven. Nicolas zegt dat als hem iets overkomt hij een bewijs heeft van M. Raymond. Marc zegt dat Nicolas hiermee moet stoppen. Nicolas zegt tegen Marc dat hij het er met niemand over moet hebben anders slaat hij Marc in elkaar, want zijn leven staat op het spel. Marc zal niet tegen iemand anders hierover praten. Marc gaat praten met Florence, want haar vader werkt bij de politie. Nicolas vindt het een goede idee. Scène 6: Dans la chambre de Nadine Florence klopt op de deur van Nadine’s kamer. Ze zegt tegen Nadine dat ze alles weet, want Nicolas heeft alles aan Marc verteld. Nadine rent naar de deur en doet open en vraagt of dat waar is. Nicolas wil getuigen van de drugshandel. Nadine zegt dat Nicolas eerlijk is, maar door al die stommiteiten vindt Florence van niet. Nadine begint te huilen en denkt dat het haar schuld is maar het is Nicolas zijn schuld. Nadine zegt dat ze het niet meer zal uitstellen en zegt dat ze verslaafd is. Marc zegt dat ze zich niet moet aantrekken, vrienden zijn ervoor om te verdedigen. Florence zegt dat haar vader een goed woordje voor Nadine zal doen. Nadine zegt dat haar vader politiecommisaris is. Marc zegt dat hij alleen misdadigers vervolgt, geen slachtoffers en dat hij verzekert Marc. Nadine is benieuwd naar Isabelle. Marc zegt dat Isabelle alleen maar gemeen is in deze zaak en dat ze niemand helpt. Nadine vindt dat ook en Florence zegt dat vaak hartstikke jaloers is. Acte 3: Scène 1: Chez les Morin Mevrouw Morin dekt tafel. Meneer en mevrouw Morin gaan dineren. Mevrouw Morin vraagt zich af hoe het nu met haar dochters gaat. Ze zegt dat er ouders zijn die heel raar opkijken als hun kinderen drugs gebruiken. Meneer Morin vraagt of mevrouw Morin denkt dat Florence en Isabelle drugs gebruiken. Mevrouw Morin denkt van niet, maar tegen woordig zijn er al 400 000 jongeren die in Frankrijk drugs gebruiken. Meneer Morin zegt dat Florence en Isabelle daar niet bij horen. Mevrouw Morin vraagt aan meneer Morin waarom niet. Meneer Morin zegt dat als kinderen drugs gebruiken ze veel problemen met hun familie hebben en dat hebben ze niet. Op dat moment komen Florence en Isabelle binnen. Florence vertelt dat ze een erg belangrijke vergadering hadden met hun leerlingen. Florence zegt dat ze er erg blij mee zijn dat ze er achter zijn gekomen dat M. Raymond de grote drugsdealer is. Meneer Morin is hartstikke verbaasd en vraagt of ze dat meent. Florence zegt dat het serieus is. Florence vertelt dat Nadine drugs gebruikt en Nicolas verkoopt het aan haar. Nicolas heeft het toegegeven en is bereid om hier tegenaan te gaan. Hij zegt dat de baas M. Raymond de drugs dealt in zijn dorp. Meneer Morin is stomverbaasd en vraagt of Nicolas en vriend is van M. Raymond. Florence zegt dat het alleen maar een dealer is. Meneer Morin zegt dat hij de drugdealers maar moet gaat arresteren. Florence zegt dat hij juist tegen M. Raymond moet zijn. Meneer Morin zegt dat hij juist de kleine smeerlap Nicolas moet hebben. Florence zegt dat Nicolas helemaal geen smeerlap is. Isabelle zegt dat Nicolas wel een smeerlap is en zegt dat Florence Nicolas alleen maar wil verdedigen. Florence wordt hartstikke boos en zegt dat het helemaal niet waar is. Mevrouw Morin zegt dat het nu wel genoeg is geweest en dat het is overgekomen van Nadine en Nicolas. Florence zegt dat Nicolas zijn ouders gescheiden zijn. Isabelle zegt dat ze het zelf wel allemaal gaat uitzoeken. Meneer Morin is verbaasd over het verhaal en vraagt aan Florence of zij hem elke keer op de hoogte wil houden van deze zaak op school. Florence zegt dat zij het doet met Marc en Isabelle. Meneer Morin zegt dat als Nicolas weer van zijn baas moet drugsdealen hij erg in gevaar

loopt. Dus hij moet beschermd worden. Meneer Morin zegt dat Florence moet vragen aan de directeur of Nicolas op school mag blijven, omdat hij dan deze grootste zaak geheimhoudt. Florence zal doen wat haar vader zegt. Scène 2: Dans la cour du collège In de les praten Florence, Nicolas, Nadine en Marc met elkaar. Ze bladeren hun schriften door. Nicolas zegt tegen Florence dat het echt stom was om Noordafrikanen de schuld te geven, eigenlijk zou hij met Djawed moeten gaan praten. Nicolas vraagt zich af of hij ook de waarheid tegen Djawed moet zeggen. Florence zegt dat haar vader de drugsdealer gaat oppakken. Nicolas is bang dat hij door haar vader wordt opgepakt, maar Florence zegt dat hij geen slachtoffers oppakt. Nicolas bedankt Florence. Florence is er zeker van dat haar ouders Nicolas beschermen. Isabelle vraagt aan Pascal iets van wiskunde wat ze niet begrepen heeft. Pascal zegt dat hij er zelf ook niets van snapt en zegt dat Isabelle het aan Marc moet vragen. Marc is aan het praten met Nadine dus kan ze het ook niet aan Marc vragen. Scène 3: Quelque part près du collège, dans un parc Marc en Nadine zitten in het park op een bankje. Marc vraagt aan Nadine of zij haar ouders nog weleens ziet. Nadine zegt dat haar ouders gescheiden zijn en dat haar ouders allebei op zichzelf wonen, ze ziet ze nooit. Marc vraagt waarom Nadine’s ouders gescheiden zijn. Nadine zegt dat haar ouders elkaar op de zenuwen werkten en dat haar vader in de schulden zat. Marc wil Nadine omhelzen en kussen, maar Nadine duwt Marc weg. Marc vraagt waarom ze hem wegduwt en Nadine zegt dat ze zich niet zo lekker voelt. Marc begrijpt het niet en Nadine schreeuwt dat ze ontwenningsverschijnselen heeft. Nadine zegt dat Nicolas haar niks meer geeft, maar ze heeft het nodig dus gaat ze weg. Marc schreeuwt nog naar Nadine dat ze moet stoppen. Acte 4: Scène 1: Au commissariat de police Op het politiebureau verhoort Meneer Morin (M. Morin) Léon. Léon is een dealer die Nicolas kent. Léon zegt dat hij niets meer wil zeggen. M. Morin zegt dat het hem er niet beter op maakt. Op dat moment komt er een agent binnen. Hij zegt dat er twee jongens (Nicolas en Marc) dringend met M. Morin willen praten. Ze komen binnen en Nicolas groet Léon. Léon doet net alsof hij Nicolas niet kent. Léon zegt dat Nicolas een vervloekte leugenaar is. M. Morin grijpt Léon vast en duwt zijn stoel weg. M. Morin stelt hem gerust. Marc zegt dat Nadine is vertrokken van school en dat ze misschien op zoek is naar drugs. M. Morin vraagt wanneer ze is vermist. Marc antwoord gisteren en zegt dat ze in de ochtend niet op school was en daarom ging hij op zoek met Nicolas. Op dat moment komt er een agent binnen. Hij zegt dat ze op zoek zijn een jonge drugsgebruiker. Nicolas praat nog wat met Léon en op dat moment komt meneer Lambert (M. Lambert, de directeur van het internaat) binnen en zegt tegen M. Morin dat er een leerling vermist is en dat er er nog twee leerlingen vermist zijn. M. Lambert gaat zitten en vertelt dat hij een telefoontje heeft gehad over drugs. Hij zegt dat er een leerling is weglopen. M. Morin zegt dat er al een agent op zoek is naar dat jonge meisje. En vertelt dat hier twee vrienden van haar zijn die geïndentificeert worden. M. Lambert is blij met de resultaten van het zoeken, maar vindt dhet wel een ramp voor zijn college. M. Morin zegt dat het vooral een ramp is voor het jonge meisje. M. Lambert vraagt wat ze met het meisje gaan doen. M. Morin zegt dat ze eerst een ontwenningkuur krijgt, maar de kans is heel klein dat het weer helemaal goed met haar gaat. Léon vraagt of hij mag gaan, maar hij moet blijven van M. Morin. Léon vraagt waarom hij moet blijven en M. Lambert zegt dat hij een dealer is en zelfs drugs verkoopt aan jongeren in cafe’s. Léon zegt dat dat niet waar is. Op dat moment gaat de telefoon en M. Morin neemt op. Hij hoort:’’hallo met mij…Wat moet ik zeggen?…Wat moet ik vinden?… Het is afschuwelijk!…’’ M. Morin zijn gezicht wordt helemaal wit en zegt dat ze een overdosis heeft genomen in de flat van haar vader. M. Lambert vindt het ook afgrijselijk. M. Morin zegt dat haar vader net naar de telefoon liep en voor het lijk van het meisje neerstortte. M. Morin geeft de schuld aan Léon en zegt dat hij heel zijn leven in de nor moe. Hij vraagt aan Léon of M. Raymond de dealer is en Léon zegt dat M. Raymond de grote baas is en denkt dat zijn bijnaam “de cameleon’’ is. Op dat moment komen Marc, Nicolas en meneer Duval (M. Duval) binnen. M. Duval zegt dat hij de vader is van Nadine en dat hij naar de telefoon ging, maar het was te laat. M. Morin is betreurd. M. Duval zegt dat hij handelt in drugs, heroïne, hij is de drugsdealer. Hij zegt dat zijn bijnaam ‘’de cameleon’’ is en dat het zijn schuld is dat Nadine overleden is. M. Morin, M. Lambert en Léon zeggen tegelijk dat het M. Duval is. Scène 2: Chez les Morin M. Morin, mevrouw Morin (Mme Morin), Florence, Isabelle, Marc en Nicolas ziiten in de woonkamer bij de familie Morin. Mme Morin vraagt zich af of degene die schuldig is op de moord van Nadine ook echt schuldig is. M. Morin zegt dat hij schuldig is, want hij heeft aan haar de drugs verkocht. Isabelle vraagt aan haar vader of Nicolas nog voor de rechtbank moet komen. M. Morin zegt dat Nicolas minderjarig is. Isabelle zegt dat Nicolas wel in de drugshandel heeft gezeten. M. Morin belooft een goed woordje voor Nicolas te doen. Mme Morin zegt dat haar man rekening moet houden met het feit dat Nicolas zijn ouders hem in de steek hebben gelaten. M. Morin zegt dat het drugverkoop hierdoor wel minder zal worden. Marc is blij voor Nicolas dat hij nu niet meer kans heeft op een erge straf. M. Morin zegt tegen Nicolas dat hij geen misdadiger is. Florence zegt dat ze Nicolas niet laat vallen. Isabelle zegt voor de grap vooral Florence. Marc zegt dat het niet het juiste moment is om dat te zeggen.