Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De eetclub door Saskia Noort

Beoordeling 5.5
Foto van een scholier
Boekcover De eetclub
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas havo | 6437 woorden
  • 19 maart 2015
  • 4 keer beoordeeld
Cijfer 5.5
4 keer beoordeeld

Boekcover De eetclub
Shadow

Op een koude winternacht gaat een kapitale villa in vlammen op. Evert Struyk, getrouwd, vader van twee kinderen en succesvol zakenman, komt daarbij om het leven. Zijn vrouw Babette en zijn kinderen weten ternauwernood te ontsnappen. Hun vriendenclub, ‘de eetclub’, is geschokt en verbijsterd. Babette wordt opgevangen door haar vriendin Karen. Karen komt tot…

Op een koude winternacht gaat een kapitale villa in vlammen op. Evert Struyk, getrouwd, vader van twee kinderen en succesvol zakenman, komt daarbij om het leven. Zijn vrouw Babette…

Op een koude winternacht gaat een kapitale villa in vlammen op. Evert Struyk, getrouwd, vader van twee kinderen en succesvol zakenman, komt daarbij om het leven. Zijn vrouw Babette en zijn kinderen weten ternauwernood te ontsnappen. Hun vriendenclub, ‘de eetclub’, is geschokt en verbijsterd. Babette wordt opgevangen door haar vriendin Karen. Karen komt tot de ontdekking dat de vriendschappen binnen de eetclub niet zo onvoorwaardelijk zijn als zij leken. Langzaam maar zeker wordt het voor Karen duidelijk dat bepaalde mensen belang hebben bij de dood van Evert.

De eetclub door Saskia Noort
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Samenvatting

De ik-vertelster Karen van de Made wordt wreed in haar slaap gestoord als ze door haar eetclubvriendin Patricia wordt opgebeld met de mededeling dat er een felle brand woedt in het huis van één van de andere vriendinnen van de eetclub, Babette. Babette zelf en haar twee kinderen zijn volgens de eerste informatie gered, maar haar man Evert Struyk is spoorloos. Later lijkt hij zelfmoord te hebben gepleegd, waarschijnlijk door het huis in de brand te steken. Alle vriendinnen van de eetclub zijn verbijsterd. Er wordt later ook een brief van Evert gevonden waaruit blijkt dat hij een einde aan zijn leven wilde maken en dat hij zijn gezin wilde meenemen in de ellende. Ze stellen met de eetclub een rouwadvertentie op. De voorgeschiedenis van Karen wordt daarna in het kort neergezet. Michel en Karen ervaren dat het in Amsterdam steeds onveiliger wordt. Ze besluiten naar een dorp in de omgeving te verhuizen. Omdat Karen een baan heeft, heeft ze minder contacten met nieuwe vrienden of kennissen. De oude kennissen raakt ze kwijt. Via Hanneke krijgt ze een keer een uitnodiging om met haar andere vriendinnen kennis te maken. Ze besluiten een eetclubje op te richten. Ze krijgt later ook een uitnodiging om bij Simon en Patricia een feestje bij te wonen. Die zijn omhooggevallen door het geld. Maar Simon maakt veel indruk op Karen, omdat hij lichamelijk aantrekkelijk is. De meiden gaan ook nog een keer met elkaar naar Portugal, maar tijdens die reis wordt gemeld dat Evert Struyk thuis “door het lint is gegaan.” Het wordt duidelijk dat de vrouwen eigenlijk een stelletje verwende wijven zijn die hun luxe leventje te danken hebben aan de banen van hun echtgenoten. Ze brengen hun tijd door met drinken (meestal te veel), tennissen en roddelen over elkaar. Hanneke Lemstra is binnenhuisarchitecte en zij is min of meer de beste vriendin van Karen. Op de dag van de begrafenis van Evert gaat Hanneke op de “after party” uit haar dak: ze loopt dronken weg en ze belt haar man Ivo later op om te vertellen dat ze in een hotelletje in Amsterdam zit. Weer later, wanneer Ivo, Hanneke wil ophalen, blijkt dat ze zelfmoord heeft willen plegen door van het balkon van een hotelkamer te springen. Ze is in coma geraakt en ligt in het ziekenhuis. Babette is intussen ingetrokken bij Karen en Michel. Aanvankelijk zou Angela haar onderdak verlenen, maar die ziet daar om bepaalde redenen van af. Waarom ze zo handelt, wordt nog niet meteen bekend gemaakt. Karen gelooft niet dat Hanneke zelfmoord heeft willen plegen en spreekt haar bange vermoedens uit tegenover Dorien Jager, een clichétype van een lesbische politieagente (wat ze later niet blijkt te zijn). Karen weet namelijk uit het roddelcircuit van de eetclub dat Hanneke en Evert een seksuele verhouding met elkaar hebben gehad en dat Evert die een week voor de brand heeft verbroken. Intussen merkt de lezer dat Karen zich nog steeds ontzettend voelt aangetrokken door Simon, de voor Don Juan en macho studerende echtgenoot van Patricia, terwijl in haar eigen relatie met Michel de erotische spanning is weggeglipt. Dat kan natuurlijk niet goed blijven gaan.

Wanneer Michel op een avond te veel gedronken heeft en ook Simon niet naar huis kan rijden vanwege zijn alcoholgebruik, hebben Karen en Simon in het schuurtje een snelle, maar heftige en opwindende vrijpartij. De uren ervoor hadden ze innig gedanst. Ze heeft er eigenlijk geen schuldgevoel over en wil de volgende dag het liefst Simon opnieuw zien en met hem vrijen. Met een sms’je neemt hij contact met haar op. Ze gaat opnieuw op zijn avances in, al komt het deze keer niet tot seks. Intussen hebben de vriendinnen van de eetclub door dat Karen informatie heeft gelekt naar de politie. Angela en Patricia willen daarop niets meer met haar te maken hebben, maar Babette, die sinds de brand met haar zoons bij Karen en Michel inwoont, trekt partij voor Karen. Inmiddels wordt besloten de comateuze toestand waarin Hanneke nog steeds verkeert te beëindigen. De vriendinnen worden op de hoogte gesteld, maar Karen is persona non grata op de begrafenis; toch gaat ze erheen en ze ontmoet hier weer de politieagente Dorien Jager die haar meedeelt dat ze door toedoen van de slimme Simon van de “zaak is gehaald.” Simon blijkt met alle mannen van de vriendinnen een zakelijke relatie te hebben, waarvan hij zelf ook flink beter is geworden. Evert is daarvan slachtoffer geworden; ook Michel loopt aan de leiband van Simon. Karen heeft weer een ontmoeting met Simon om hem te vertellen dat ze de stiekeme relatie eigenlijk niet meer wil doorzetten, maar Simon heeft teveel macht over haar. Als hij tijdens een autorit wordt opgebeld op twee telefoons tegelijk, merkt Karen dat hij een e-mail van Evert Struyk aan Hanneke in zijn koffertje heeft. Ze weet de uitdraai mee te smokkelen. Het is een e-mail waaruit blijkt dat Evert onmogelijk een week later zelfmoord zou hebben willen plegen. Er staat in dat hij een zakelijk conflict heeft met Simon en dat hij de verhouding met Hanneke wil verbreken, omdat hij terug wil naar zijn vrouw en kinderen. Intussen hoort Karen van Dorien Jager dat Simon een sluwe zakenman is met gemene trucjes, zo heeft hij o.a. haar vader enige duizenden guldens lichter gemaakt.  Een half jaar later is die aan een hartinfarct overleden. Wanneer ze vertelt van de e-mail, vraagt Dorien het contact met Simon toch nog even in stand te houden om zo de zaak te kunnen oplossen. Karen breekt in op de computer van Hanneke en leest een chatbox waarin ene MO wordt genoemd. Ook staat diens 06-nummer in het bericht. Ze neemt contact op met MO en die vertelt haar van een site waarop MO en Hanneke contact hebben gehad om te praten over hun relatieproblemen. Hanneke vertelde daarin openhartig over de relatie met Evert en over de slechte eigenschappen van diens vrouw Babette, die hem zou terroriseren. Ze zou hem zelfs lichamelijk mishandelen. Als Karen opnieuw contact zoekt met Angela, hoort ze dat Babette eigenlijk de kwaaie genius van de eetclub is en het met alle mannen doet. Ook bijvoorbeeld met de man van Angela, Kees. Dat was de reden dat ze Babette na de brand niet in haar huis wilde opnemen. Radeloos denkt Karen nu dat Babette het ook op Michel heeft voorzien. Ze is immers nu vaak alleen thuis met hem, wanneer Karen er niet is. Midden in de nacht kan ze niet slapen, ze maakt wat warme melk en ze merkt dat er iemand om het huis sluipt. Wanneer ze een mes heeft gepakt en wil toeslaan, merkt ze dat het Babette is, die haar vertelt dat ze ook niet kon slapen. Karen heeft nog één laatste afspraak met Simon in het Van der Valk-motel in Akersloot (nabij Alkmaar). Hij wil nog een keer seks met haar. Hij vertelt van zijn zakelijke, half criminele problemen met Evert. Hanneke dreigde die bekend te maken aan de politie. Plotseling wordt er geklopt en Karen krijgt eerst traangas in haar ogen gespoten en daarna een enorme stroomstoot. De dader is Babette, die blind van woede is omdat Simon, met wie ze zelf een seksuele relatie heeft gehad, nu met Karen heeft aangepapt. Hij heeft zelfs in dezelfde kamer met Karen afgesproken als waarin zij vroeger seks hadden. Zelfs Simon is nu bang van haar. Babette draagt Simon op Karen van kant te maken, maar die hervindt zich en slaat Babette met het koffertje van Simon buiten westen. Ook Simon geeft ze een harde klap met zijn koffertje in zijn maag. Daarna belt ze naar Dorien die zich uit veiligheidsoverwegingen in de buurt ophoudt. Ze staat kort daarna op de “stoep” bij Van der Valk en meteen is de dubbele moordzaak opgelost. Babette is namelijk degene die beide moorden heeft gepleegd.

Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

In het slothoofdstuk moet Karen haar overspel met Simon nog opbiechten aan Michel. Er volgen moeilijke maanden, maar ze besluiten te verhuizen. Nog één keer, daags voor haar vertrek, ziet Karen Angela en Patricia, de residuen van de eetclub. Ze draaien hun hoofd om. In haar hoofd heeft Karen nog wel Hanneke zitten, eigenlijk de enige echte vriendin van de eetclub. De andere vriendinnen vallen onder Bredero’s motto “Al sietmen de luy, men kenstse niet” oftewel “ schone schijn”. Ze is blij dat ze die mensen vaarwel kan zeggen.

(Bron: http://www.scholieren.com/boek/5763/de-eetclub/zekerwetengoed)

Titelverklaring         

“De eetclub” is een logische titel voor het boek. Het verhaal gaat over vijf echtparen waarvan de vrouwen er een vriendenclubje op nahouden. Ze gaan ook met elkaar eten, shoppen en naar feestjes toe. Maar eigenlijk zijn het niet zo heel goede vriendinnen van elkaar, want ze doen het met elkaars man en zeggen vrijwel nooit de waarheid in het gezicht van de ander.

Motto

Het boek heeft geen motto.

Tijd

Het verhaal zelf neemt maar een paar maanden in beslag, maar sommige terugblikken zijn tot ongeveer 4 jaar geleden. Het verhaal is niet helemaal chronologisch verteld. De hoofdlijn gaat wel chronologisch, maar de hoofdstukken 4,5,8,10,15,16,20 en 24 zijn terugblikken. Die terugblik is dan wel het hele hoofdstuk lang, Dus zo’n heel hoofdstuk speelt in een andere tijd Er zijn dus in totaal 8 terugblikken. De andere hoofdstukken die zich in het heden afspelen sluiten gewoon op elkaar aan. Het verhaal is niet continu verteld, want er wordt vaak van perspectief veranderd.

Personages

Karen van der Made

Karen van de Made is de hoofdfiguur en de vertelster in dit boek. Ze is getrouwd met Michel Brouwers. Het is een goed geklede vrouw die zich eerst helemaal niet thuis in het dorp waarnaar ze vanuit Amsterdam zijn verhuisd. Later als ze de eetclub hebben, valt ze er altijd ook een beetje buiten. Bijvoorbeeld omdat ze ook nog werkt en de meeste vrouwen van de eetclub dat niet doen. Ze is erg sociaal ingesteld en heeft altijd het beste met andere voor. In het begin is ze wel vrij naïef (zeker in haar overspel met Simon) maar op het laatst na al die vervelende gebeurtenissen wil zij als enige nog maar eerlijk zijn. Ze weet dan ook dat ze niet meer bij de eetclub past. Zij komt op de lezer het meest sympathiek over. Ze is doortastend op zoek naar de waarheid gegaan.

 

Kees Bijlsma

Kees Bijlsma is de man van Angela. Hij speelt slechts een ondergeschikte rol in het boek. Zijn karakter wordt verder ook niet beschreven, behalve dat hij een “womanizer “ is en dus beter met vrouwen dan met mannen kan opschieten.

 

Dorien Jager

Dorien Jager is de agente die zich bezighoudt met de dood van Hanneke en Evert. Ze is mollig met kort borstelig haar. Ze wordt beschreven als een lesbienne, maar dat blijkt later onjuist te zijn. Ze had namelijk een vriend. In het begin denkt Karen dat ze iets tegen hen heeft en dat ze Simon wil aanpakken. Later gaat Karen met haar praten en als Karen bijna wordt vermoord door Babette, is Dorien haar reddende engel. Dorien bleek het wel de hele tijd bij het rechte end te hebben gehad. Eigenlijk is het later een erg aardige vrouw, maar ze is verbitterd geweest omdat Simon haar vader veel geld afhandig heeft gemaakt. Wel is ze het prototype van een agente.

 

Patricia Vogel

Patricia Vogel is zijn vrouw en haar bijnaam onder de vrouwen is Patries. Het is een klein en slank vrouwtje met krullend haar. Ze weet niet echt veel van alle buitenechtelijke relaties die Simon heeft, want ze is redelijk naïef. Haar gaat het meer om het geld dat ze te besteden heeft. Ze koopt heel dure kleren en horloges, want het is toch Simons geld. Aan het einde van het boek is ze nog steeds niet zoveel van instelling veranderd. Ze blijft erg naïef en kiest meestal de makkelijkste weg.

 

Angela Bijlsma

Angela Bijlsma is een donkerharige, mollige vrouw. Zij is getrouwd met Kees Bijlsma. Zij speelt niet zo’n grote rol in het verhaal. Zij wil haar eigen problemen niet onder ogen zien. Babette is enkele keren met haar man Kees naar bed zijn geweest, maar daar heeft ze verder nooit over gepraat, omdat dat te veel roddels zou kunnen veroorzaken. Imiteert graag de anderen wat koopgedrag betreft: ze koopt ook de kleren die Patries heeft aangeschaft. Zij en Patries horen het meest bij elkaar vanwege hun lege bestaan.

 

Simon Vogel

Simon Vogel is de man van Patricia. Hij is echt stinkend rijk. Hij heeft opvallende felle blauwe ogen en is buitengewoon aantrekkelijk volgens Karen. Hij is niet zo groot en heeft zwart haar en straalt een”onverholen geilheid” uit. De meeste vrouwen kunnen hem niet weerstaan. Hij is erg rijk, maar later blijkt dat hij niet op een eerlijke manier aan dat geld is gekomen. Hij is een “mooi-weer- prater” en hij sleept de rest van de mannen van de eetclub in zijn wereldje in, totdat er problemen komen. Dan blijkt Simon de keiharde zakenman te zijn. Aan het einde van het boek blijkt dat hij eigenlijk maar een heel zielig klein mannetje is, dat bang is voor de waarheid. Hij verandert in de slotscène bij Van der Valk steeds van standpunt.

 

Ivo Smit

Ivo Smit is de man van Hanneke. Hij speelt een kleine rol in het boek. Als Hanneke dood gaat, denkt hij dat er inderdaad sprake is van een ongeluk. Hij kan zich niet veel veroorloven in zijn contacten met de politie, omdat hij veel gerommeld heeft met de boekhouding van Simon en Evert, waardoor hij erg rijk is geworden. Zelf weet hij wel heel goed dat het geen ongeluk kon zijn. Hij kiest dan voor de makkelijkste weg en hij geeft Karen de schuld dat zij teveel heeft gepraat tegen Dorien Jager.

 

Evert Struyk

Evert Struyk was de man van Babette. In het begin van het boek komt hij om bij de brand in hun huis. Hij werd op een moment in zijn leven depressief, maar dat kwam omdat hij fysiek werd mishandeld door Babette. Verder had hij nog een stiekeme verhouding met Hanneke. Zij hield hem een beetje overeind, totdat hun relatie werd ontdekt. Daarna ging het erg slecht met hem. Financieel gezien kan hij het niet bolwerken tegen Simon.

 

Hanneke Lemstra

Hanneke Lemstra is de eerste vriendin die Karen krijgt in dat dorp. Zij is een hip geklede vrouw met een heel wild karakter: drinkt, dans en gebruikt softdrugs. Zij is getrouwd met Ivo Smit. Ze heeft Karen geïntroduceerd in de eetclub en is de beste vriendin van Karen, tot ze dood gaat. Ze schijnt zelfmoord gepleegd te hebben, maar Karen gelooft daar niet en gaat op onderzoek uit. Hanneke blijkt een affaire met Evert gehad te hebben met Evert en heeft dus een dubbelleven geleid. Ze wilde toch alles kwijt over haar relatie en heeft via Internet een hartsvriendin (MO) gevonden, die ze in haar mails op de hoogte houdt.

 

 

 

 

 

 

 

 

Babette Struyk

 

Babette Struyk is blond, lang en slank, een zonnebanktype, omdat ze altijd een bruine kleur heeft. In het begin heeft iedereen medelijden met haar, omdat haar huis is afgebrand met Evert erin. Zij lijkt een kwetsbare vrouw. Ze komt bij Karen in huis wonen in die is in het begin erg op haar gesteld. Babette vertelt Karen over de geheime relatie tussen Hanneke en Evert en doet net of het Hannekes schuld is. Ten slotte blijkt ze een sluwe vrouw te zijn die uit is om Simon in haar macht te krijgen met wie ze een seksuele relatie heeft gehad. Als zij echter Karen betrapt met Simon, wil ze uit jaloezie wraak nemen op Karen. Dan blijkt later ook dat ze de brand waarbij Evert omgekomen is, zelf heeft aangestoken. Ze heeft ook Hanneke van het balkon geduwd, omdat die de enige was die haar misdaad door had.

 

Michel Brouwers

Michel Brouwers is de aardige man van Karen. In de eetclub noemen ze hem een trouwe hond. Hij heeft een goede baan, maar raakt op een gegeven moment een beetje geobsedeerd door de manier van geld verdienen van Simon en dat wil hij ook graag bereiken. Hij heeft zijn huwelijk wat laten versloffen, waardoor Karen naar de “geile Simon” begint te kijken.

 

Vertelperspectief

Het verhaal is geschreven en in personaal perspectief. Het perspectief ligt bij Karen, maar veel stukken wordt ook in de hij/zij vorm verteld.

Thema

In deze thriller gaat het om de klassieke vraag van de “whodunit”. Twee keer wordt er in het verhaal gesuggereerd dat er sprake is van een zelfmoord: Evert blijft achter in het huis dat aangestoken is en Hanneke springt van het balkon. Maar wanneer Karen, de vertelster, op onderzoek uitgaat, komt ze erachter dat Babette Struyk de kwade genius achter de beide “zelfmoorden “is.

Opbouw

Het verhaal begint met een soort proloog waarin een personale verteller met weemoed terugdenkt aan de relatie met zijn vrouw en zijn gezin. Hij voelt zich eenzaam en hij stookt het vuurtje nog eens op. Het is een soort proloog.

Daarna komen er 38 relatief korte hoofdstukken waarin een ik-vertelster Karen van de Made het verhaal van haar vriendinnenclub vertelt en de “whodunit” zijn beslag krijgt.

In het eerste deel van het boek wordt de chronologische volgorde van de gebeurtenissen af en toe doorbroken. Na het eerste hoofdstuk over de brand worden ook enkele hoofdstukken verteld waarin Karen aangeeft hoe ze met de vrouwen van de eetclub in aanraking is gekomen, nadat ze al ongeveer een jaar in het dorp had gewoond. ( hoofdstukken, 4, 5 9, 10, 15,16, 20). In het tweede deel van het boek wordt het verhaal wel chronologisch verteld: de lezer wordt dan achter elkaar geleid naar een toch wel voorspelbare afloop.

Het verhaal wordt verteld in de ik-vorm door één van de verhaalfiguren Karen van de Made die een relatie en twee kinderen heeft met Michel Brouwers. Het verhaal wordt door haar verteld in de o.v.t.
Alleen de aan hoofdstuk 1 voorafgaande inleiding heeft een personale verteller (hij-verteller) Evert Struyk. Hij vertelt in de o.v.t.

Motieven

Zelfmoord

De zelfmoorden blijken dus in feite moord te zijn. Babette is degene die haar man Evert en haar vriendin Hanneke om het leven heeft gebracht. Ze heeft er alles aan gedaan om het op een zelfmoord te laten lijken.

 

Vriendschap

Ware en onechte vriendschap is ook een motief in dit boek. De vijf vriendinnen doen net alsof ze zo goed met elkaar omgaan. Hanneke Lemstra introduceert Karen bij de andere vrouwen, maar het is geen homogene vriendinnenclub. De vrouwen gaan vreemd met elkaars mannen en ze roddelen lekker over elkaar. Karen is altijd een buitenbeentje gebleven, omdat ze werk heeft. Babette wil tenslotte Karen vermoorden, nadat ze al eerder Hanneke om het leven heeft gebracht. De enige echte vriendin die Karen in het dorp heeft gehad, is Hanneke geweest. Aan haar denkt ze ook aan het einde terug wanneer ze besloten heeft te verhuizen.

 

Vreemdgaan

Vreemdgaan of overspel komt ook voor in het vriendenclubje. Evert Struyk heeft een relatie met de veel lievere Hanneke achter de rug. Simon Vogel gaat vreemd met Karen van der Made . Babette is met Kees Bijlsma onder de dekens gedoken. Kortom, er worden heel wat affaires onder de vrienden en vriendinnen gestart.

 

Leugens en bedrog

Bij vreemdgaan hoort altijd het motief van de leugen en het bedrog. Bij vreemdgaan hoort het ontwijken van de waarheid en wordt er bedrog gepleegd. Dat element zit ook in de zakelijke fraude die Simon o.a. heeft gepleegd. Ook daarvoor moet bedrog worden gepleegd.

 

De leegheid van het bestaan

De leegheid/zinloosheid van het bestaan is ook een motief in deze thriller. De vrouwen van de eetclub leiden een luxe maar leeg en vrij zinloos bestaan, waardoor ze tijd krijgen zich met andermans mannen te bemoeien.

 

Recensie 1

Schrijver: Saskia Noort

Titel: De Eetclub

Jaar van uitgave: 2004

Bron: Het Parool

Publicatiedatum: 19-06-2004

Recensent: Emma Brunt

Recensietitel: De vreselijkste dingen gebeuren gewoon thuis

Twee thrillers geschreven en twee keer genomineerd voor een Gouden Strop - dat mag wel een veelbelovend begin van een schrijverscarrière heten. 'De eetclub', het tweede boek van Saskia Noort. is behalve spannend ook een zedenschets met een hoog satirisch gehalte. De schrijfster: 'Ik mag graag op een terrasje zitten en de gesprekken aan andere tafeltjes afluisteren.'De personages in De eetclub worden overtuigend neergezet, op het irritante af soms; sympathiek zijn deze trendy villabewoners bepaald niet. Zelf woon je in Bergen, ook een chic villadorp. Hebben de inwoners van Bergen model gestaan voor de sociale strebers in je boek? "Mijn verhaal had zich ook in Bloemendaal kunnen afspelen, of in Aerdenhout. In Oisterwijk heb je ook iets dergelijks, naar het schijnt. In de omgeving van elke stad vind je wel een paar dorpen waar het nog mooi en landelijk is: plekken waar de nieuwe rijken zich graag vestigen.

Vooral als er eenmaal kinderen zijn en de ouders het gevoel krijgen dat die beter kunnen opgroeien in een rustige, veilige plattelandsomgeving." "Die mensen brengen vervolgens natuurlijk ook hun sociale leven mee, een bepaalde levensstijl. Of ze creëren die ter plaatse, als ze merken dat het contact met hun kennissen uit de stad begint te verwateren. Als je goed om je heen kijkt, zie je voortdurend vrouwen zoals Karen uit De eetclub, die een beetje verloren op het schoolplein staan te wachten om hun kinderen op te halen. Met zo'n speurende blik in hun ogen, op zoek naar vrouwen in dezelfde positie, die ook nieuwe vriendinnen kunnen gebruiken." "Bovendien heb ik veel interviews gedaan voor vrouwenbladen en zodoende leerde ik ook allerlei verschillende soorten vrouwen kennen. Dat wat je het alternatieve type zou kunnen noemen, vrouwen met artistieke ambities, maar ook de zogenoemde nieuwe rijken. Ik ben sowieso altijd erg nieuwsgierig naar mensen. Ik mag graag op een terrasje zitten en de gesprekken aan andere tafeltjes afluisteren."
Voelde jij je ook sociaal geïsoleerd, toen je van Utrecht naar Bergen verhuisde? "Ik ben geboren in Bergen, dus voor mij lag dat heel anders. Toen ik mijn man ontmoette, woonde ik in Utrecht, maar toen de kinderen kwamen, wilde ik wel weer naar buiten.Vlak na de geboorte van de tweede zijn we verhuisd. We hebben het huis gekocht naast dat van mijn ouders: een heel artistiek huis, met een atelier. Echt een buitenkansje. En mijn moeder heeft veel contacten m de buurt, dus ik liep daar niet verdwaald rond. Niet zoals de Karen in elk geval, die echt last krijgt van de eenzaamheid." "Hoewel... het was toch een hele overgang, zelfs voor mij, want met de mensen die ik nog vagelijk van vroeger kende, werd ik niet meteen heel dik. Zo gemakkelijk gaat dat nu eenmaal niet in een kleine gemeenschap. Mijn moeder zegt altijd dat het minstens vijf jaar duurt voordat je in Bergen een beetje gesetteld bent. En de vrienden die je hebt gemaakt in de stad raak je gaandeweg kwijt, dat was onvermijdelijk. Die hebben niet altijd zin om een heel weekend te blijven logeren, dat kost ze te veel tijd. En dezelfde avond nog teruggaan is ook lastig, vooral als ze een borrel op hebben. Na een tijdje komen die dus niet meer." Maar had je nou concrete mensen voor ogen toen je het boek schreef? Je personages klinken alsof je ze zo uit het echte leven hebt geplukt. "Dat vind ik een groot compliment, maar nee, alle personages uit De eetclub zijn ontsproten aan mijn fantasie. Natuurlijk gebruik je hier en daar wat eigenschappen en kenmerken van mensen die je in de loop van je leven hebt ontmoet, bijvoorbeeld door mijn interviews voor Marie Claire, maar het blijft fictie. Dit is geen sleutelroman." "In Bergen wordt uiteraard gekletst over De eetclub en dat het zou gaan over mensen uit het dorp, maar dat zegt meer over degenen die kletsen dan over mij. Diverse mannen menen zichzelf te herkennen in het personage Simon Vogel. Simon is zo'n man die alles durft, die geen angst kent. Hij is een soort magneet, iedereen valt op zijn zelfverzekerde, roekeloze lef. Helemaal het prototype van 'de leuke foute man'. Een vriendin van mij heeft het manuscript gelezen voordat het de deur uit ging en zij zei: 'Hij deugt uiteraard van geen kanten, maar ik wil meteen met hem naar bed.' Daarom moet ik wel een beetje lachen als mannen dit tegen me zeggen. Dan denk ik stiekem: dat mocht je willen."
Mij deed hij denken aan Herman Heinsbroek. "Ja, dat zeggen er wel meer. Maar in feite is Simon een uitvergroting van alle leuke foute mannen die ik ken, ook uit de media. Ruud Lubbers lijdt enigszins aan hetzelfde syndroom, schat ik zo. Alle vrouwen kennen zo'n man en alle mannen vinden hem ook leuk en willen op hem lijken. De man die alleen door vrouwen aantrekkelijk wordt gevonden, is meestal wat 'vrouwelijker' en zachter in zijn doen en laten. Maar Simon heeft iets rauws. Hij is uiteraard wel heel sociaal begaafd, anders zou hij niet kunnen wegkomen met dat wat hij flikt. Ik stel me voor dat hij een kameleonachtige kwaliteit heeft. Met voetballiefhebbers kletst hij moeiteloos over voetbal en als iemand linkse ideeën heeft, is Simon ook op slag links. Hij pakt iedereen in, met zijn geld en zijn sex-appeal. Vooral het gemak waarmee zo'n man dat allemaal doet, wordt door anderen aantrekkelijk gevonden, dat imponeert ze nog het meest. Simon doet niet zwaarwich tig over zijn succes, dat waait hem aan, of zo lijkt het in elk geval. En dat hij met de vrouwen van zijn vrienden naar bed gaat, daar doet hij evenmin moeilijk over. Dat soort mannen trekt scherpe grenzen: je moet niet verliefd op ze worden, want daar houden ze niet van. En dat zeggen ze er doorgaans luid en duidelijk bij, wat ik wel weer sportief van ze vind." Is Simon een patser en veroordeel je dat? "Patserigheid vind ik niet het ergste. Iemand zoals David Beckham kan zichzelf best relativeren en dat kan deze Simon ook. Maar de rest is doodserieus in het najagen van geld en succes. Let er maar eens op bij recepties in de zakenwereld: de mannen die echt hoog in de hiërarchie staan, stralen een soort ontspannenheid uit, die gedragen zich losjes. Maar daaromheen ontstaat steevast een oploopje van de Hekkings. Je weet wel, wethouder Tjolk Hekking, dat uitsloverige mannetje in die sketches van Koot en Bie over Juinen, dat je steeds naar voren ziet dringen om ook even in de spotlights te staan. Dat zijn de meelopers, de types die zo vreselijk driftig erbij willen horen." Een pathetisch stelletje dus, net als het gros van de mensen in jouw boek. "Het is een beetje zielig, ja. De personages die ik beschrijf, hebben heel veel van zichzelf ingeleverd voor dat uiterlijke vertoon van succes. Vriendschappen kun je je eigenlijk niet permitteren als je zo leeft, want je moet over en weer de stand ophouden. Je twijfels en angsten kun je dus onmogelijk kwijt bij de mensen met wie je omgaat. Ik snap ook wel waarom ze allemaal zo veel drinken: er moet heel wat ontkend en weggemoffeld worden." Toch zou je kunnen zeggen dat dit mensen zijn die alles mee hebben om gelukkig te worden. Geen geldzorgen, een huwelijk dat misschien niet sprankelt, maar ook niet echt slecht is, uiterst toonbare kinderen, een prachtig huis. Waarom maken ze er zo'n potje van? "Om te beginnen leven zulke mannen nét iets boven hun stand. Want ze moeten meekomen met de rest, of dat denken ze in elk geval. Ze reiken dus steeds een beetje boven hun macht." "De vrouwen betalen eveneens een hoge prijs voor het huwelijk met zo'n begeerlijke man. Neem de vrouw van Simon. Hij neemt het niet zo nauw met de echtelijke trouw, maar daar moet zijn vrouw natuurlijk niet over gaan lopen zeiken, want dan zet ze haar relatie op het spel. Een succesvolle man kan doorgaans kiezen uit een hele menigte vrouwen, zeker als hij ook nog sexy is. Dus dan moet zijn echtgenote niet verwachten dat hij elke avond braaf achter de aardappeltjes zit, om zes uur precies. In jaloers gedoe heeft zo'n man beslist geen trek." "Tja, hoe vervelend is dat voor die vrouwen? Ik weet het echt niet. Misschien vinden ze het bij tijd en wijle ook wel lekker rustig. Dan kunnen ze thuis ongestoord hun gang gaan, of misschien nemen ze zelf wel een minnaar." "Zouden ze gaan scheiden, dan treedt er natuurlijk ook een enorme kapitaalvernietiging op. Dan zijn ze op slag alles kwijt wat ze in de loop der jaren met zoveel moeite hebben opgebouwd. Economische banden houden Simon en zijn vrouw stevig bij elkaar, nog afgezien van wat ze verder met elkaar delen." "Bovendien is bij zulke echtparen vaak sprake van een taakverdeling. Tenslotte is Simons vrouw degene die hun culturele status hoog houdt, in termen van kunst aan de muur, de juiste boeken op de koffietafel en de verdere inrichting van het huis. Simon is namelijk begonnen op de Albert Cuyp, als marktkoopman, en met zo'n achtergrond red je het niet in deze kringen. Je moet wel iets meer in huis hebben dan dure spulletjes, een grote auto en een handig verkooppraatje. Enige klasse is vereist en daar leggen de vrouwen van de nieuwe rijken zich op toe." Is dat iets nieuws, volgens jou, als sociologisch verschijnsel? Of bestond deze categorie big spenders tien jaar geleden ook al? "Tien jaar geleden zou de elite van een villadorp zoals Bergen hebben bestaan uit mensen met een vrij beroep, zoals artsen en advocaten. In die bovenlaag was het not done te laten zien dat je geld had. In de vakanties ging men kamperen en de kinderen renden rond op kaplaarzen. Maar nu is er ineens heel veel geld in omloop gekomen, dat vrij gemakkelijk verdiend is in de handel en op de beurs. Door betrekkelijk jonge mensen bovendien, afkomstig uit een stedelijk milieu, zonder religieuze of andere traditionele bindingen. De mentaliteit is er een van: pakken wat je pakken kan, voor zo lang als het duurt."  "Ik vind het niet gek dat mensen onder die omstandigheden met geld gaan smijten, want ze voelen zich niet echt veilig. Er heerst een tamelijk nerveuze stemming in dat soort circuitjes, ongeveer zoals je ook bij popsterren ziet. Het ene moment kan het geld niet op, het volgende moment zijn ze ineens failliet. Want stuk voor stuk zijn deze mannen afhankelijk van mensen met nóg meer geld. Ze moeten goede maatjes blijven met de bank, met hun accountant, met de belastingdienst, en ga zo maar door. En met hun vrouw uiteraard, want als zij dwars gaat liggen, loopt het financieel ook uit de hand." "Het milieu dat ik beschrijf, bestaat uit ondernemers, jongens die van huis uit waarschijnlijk niet aan veel geld gewend zijn. Het zijn geen intellectuelen. Ze kopen een image, zoals de binnenhuisarchitecte in mijn boek maar al te goed weet. In het echte leven gaan ze waarschijnlijk naar het Arsenaal in Naarden. Daar kunnen ze niet alleen zien wat 'ongevaarlijk' design is, maar ook hoe Jan des Bouvrie dat neerzet. En dat doen ze dan thuis na." Hoe past Karen in deze zedenschets? Lijkt ze op jou, om maar iets te noemen? "Karen is naïef en behoorlijk opportunistisch. Maar als het erop aankomt, is ze wel dapper. Eigenlijk is Hanneke mijn favoriete personage, de cynische binnenhuisarchitect. Omdat ze een eigen geluid heeft en daaraan vasthoudt, ongeacht de druk die anderen op haar uitoefenen. Ze laat zich niet verblinden door de pretenties van de mensen in haar omgeving, maar dat wordt helaas haar ondergang."  "Als er brand ontstaat in het huis van een van de echtparen die het eetclubje vormen, een brand die de echtgenoot in kwestie niet overleeft, laat Hanneke na de begrafenis een bommetje vallen bij Karen. Ze suggereert dat ze 'meer weet', of althans vermoedens heeft. Maar Hanneke wordt gezien als het gekke mens dat te veel rookt en drinkt en om die reden nemen de anderen haar niet erg serieus. Zij is de durfal, het buitenbeentje met de grote bek, degene die de waarheid onder ogen durft te zien, en zo iemand is altijd de sigaar in een groepje zoals dit, waarin voortdurend mooi weer gespeeld wordt. Dat zou Karen nooit doen, die stelt zich veel meer op als toeschouwer. Wat dat betreft, lijk ik inderdaad wel een beetje op haar. Ik kijk ook graag toe vanaf de zijlijn." Ook naar mensen die een misdaad plegen? "Ja, omdat ik altijd benieuwd ben wat mensen ertoe drijft zo te ontsporen. Juist als mensen het ogenschijnlijk goed met elkaar hebben, wordt het interessant te kijken waarom het toch misgaat. Misschien is dat een compensatie voor het feit dat ik zelf nogal voorzichtig ben en tamelijk snel op de rem trap. Ik lees graag thrillers, maar ik interesseer me ook voor misdaadverhalen die echt gebeurd zijn - die volg ik in het nieuws, of ik zoek ernaar op internet." "Wat me met name fascineert, is dat we eigenlijk nooit bang zijn voor de mensen in ons eigen huis, voor onze familie en je vrienden, terwijl de vreselijkste dingen juist thuis gebeuren, of pal om de hoek. Bij mij in de buurt werd onlangs een dode vrouw gevonden, onder een stapel bladeren. Vermoord door haar man en in de gauwigheid maar zo'n beetje weggemoffeld. En intussen speelden hun kinderen gewoon in die tuin en verscheen hij op de televisie met een oproep of eventuele getuigen zich wilden melden. Verbijsterend toch? Hoe kwaad moet je op iemand zijn om zoiets te doen?"  Het overspel dat je in je boek beschrijft, klinkt anders bijzonder doorleefd, en bikkelhard. "Ja, ik heb erg genoten van het schrijven van bepaalde passages, als twee van de hoofdpersonen met elkaar naar bed gaan. Maar dat is fantasie, dan hoef ik het dus gelukkig niet meer te doen. In mijn boek ben ik de baas over hun verhouding en kan ik er alle wendingen aan geven die ik wil! Zonder dat ik zelf het risico loop in iets noodlottigs verstrikt te raken." "Schrijven vind ik sowieso het allerleukste beroep dat er is, vooral nu ik merk dat mijn boeken redelijk verkopen, zodat ik ervan kan leven. Zo nu en dan zit ik in de auto en dan denk ik: yés! Alsof ik een soort Simon ben. Geen kantooruren, geen saaie vergaderingen, geen files. Je kunt lekker thuisblijven en op papier mag je nog liegen en bedriegen ook. Maar het allerleukste zou natuurlijk zijn als ik die Gouden Strop won." Weet je al wat je zou doen met het geld? "Me verliezen in de aanschaf van heel mooie schoenen. Laatst zag ik een paar schitterende schoenen van Louis Vuitton, die duizend euro kostten. Zoiets exorbitants zou ik nooit willen kopen van geld dat ik niet zelf verdiend had, zoals de vrouwen in mijn boek wel onbekommerd doen. Maar van mijn eigen geld misschien?" "Ach, ik zou ze waarschijnlijk best durven kopen, als ik het me kon veroorloven. Maar dan zou ik er natuurlijk weer niet op durven lopen."

Vooral als er eenmaal kinderen zijn en de ouders het gevoel krijgen dat die beter kunnen opgroeien in een rustige, veilige plattelandsomgeving." "Die mensen brengen vervolgens natuurlijk ook hun sociale leven mee, een bepaalde levensstijl. Of ze creëren die ter plaatse, als ze merken dat het contact met hun kennissen uit de stad begint te verwateren. Als je goed om je heen kijkt, zie je voortdurend vrouwen zoals Karen uit De eetclub, die een beetje verloren op het schoolplein staan te wachten om hun kinderen op te halen. Met zo'n speurende blik in hun ogen, op zoek naar vrouwen in dezelfde positie, die ook nieuwe vriendinnen kunnen gebruiken." "Bovendien heb ik veel interviews gedaan voor vrouwenbladen en zodoende leerde ik ook allerlei verschillende soorten vrouwen kennen. Dat wat je het alternatieve type zou kunnen noemen, vrouwen met artistieke ambities, maar ook de zogenoemde nieuwe rijken. Ik ben sowieso altijd erg nieuwsgierig naar mensen. Ik mag graag op een terrasje zitten en de gesprekken aan andere tafeltjes afluisteren."
Voelde jij je ook sociaal geïsoleerd, toen je van Utrecht naar Bergen verhuisde? "Ik ben geboren in Bergen, dus voor mij lag dat heel anders. Toen ik mijn man ontmoette, woonde ik in Utrecht, maar toen de kinderen kwamen, wilde ik wel weer naar buiten.Vlak na de geboorte van de tweede zijn we verhuisd. We hebben het huis gekocht naast dat van mijn ouders: een heel artistiek huis, met een atelier. Echt een buitenkansje. En mijn moeder heeft veel contacten m de buurt, dus ik liep daar niet verdwaald rond. Niet zoals de Karen in elk geval, die echt last krijgt van de eenzaamheid." "Hoewel... het was toch een hele overgang, zelfs voor mij, want met de mensen die ik nog vagelijk van vroeger kende, werd ik niet meteen heel dik. Zo gemakkelijk gaat dat nu eenmaal niet in een kleine gemeenschap. Mijn moeder zegt altijd dat het minstens vijf jaar duurt voordat je in Bergen een beetje gesetteld bent. En de vrienden die je hebt gemaakt in de stad raak je gaandeweg kwijt, dat was onvermijdelijk. Die hebben niet altijd zin om een heel weekend te blijven logeren, dat kost ze te veel tijd. En dezelfde avond nog teruggaan is ook lastig, vooral als ze een borrel op hebben. Na een tijdje komen die dus niet meer." Maar had je nou concrete mensen voor ogen toen je het boek schreef? Je personages klinken alsof je ze zo uit het echte leven hebt geplukt. "Dat vind ik een groot compliment, maar nee, alle personages uit De eetclub zijn ontsproten aan mijn fantasie. Natuurlijk gebruik je hier en daar wat eigenschappen en kenmerken van mensen die je in de loop van je leven hebt ontmoet, bijvoorbeeld door mijn interviews voor Marie Claire, maar het blijft fictie. Dit is geen sleutelroman." "In Bergen wordt uiteraard gekletst over De eetclub en dat het zou gaan over mensen uit het dorp, maar dat zegt meer over degenen die kletsen dan over mij. Diverse mannen menen zichzelf te herkennen in het personage Simon Vogel. Simon is zo'n man die alles durft, die geen angst kent. Hij is een soort magneet, iedereen valt op zijn zelfverzekerde, roekeloze lef. Helemaal het prototype van 'de leuke foute man'. Een vriendin van mij heeft het manuscript gelezen voordat het de deur uit ging en zij zei: 'Hij deugt uiteraard van geen kanten, maar ik wil meteen met hem naar bed.' Daarom moet ik wel een beetje lachen als mannen dit tegen me zeggen. Dan denk ik stiekem: dat mocht je willen."
Mij deed hij denken aan Herman Heinsbroek. "Ja, dat zeggen er wel meer. Maar in feite is Simon een uitvergroting van alle leuke foute mannen die ik ken, ook uit de media. Ruud Lubbers lijdt enigszins aan hetzelfde syndroom, schat ik zo. Alle vrouwen kennen zo'n man en alle mannen vinden hem ook leuk en willen op hem lijken. De man die alleen door vrouwen aantrekkelijk wordt gevonden, is meestal wat 'vrouwelijker' en zachter in zijn doen en laten. Maar Simon heeft iets rauws. Hij is uiteraard wel heel sociaal begaafd, anders zou hij niet kunnen wegkomen met dat wat hij flikt. Ik stel me voor dat hij een kameleonachtige kwaliteit heeft. Met voetballiefhebbers kletst hij moeiteloos over voetbal en als iemand linkse ideeën heeft, is Simon ook op slag links. Hij pakt iedereen in, met zijn geld en zijn sex-appeal. Vooral het gemak waarmee zo'n man dat allemaal doet, wordt door anderen aantrekkelijk gevonden, dat imponeert ze nog het meest. Simon doet niet zwaarwich tig over zijn succes, dat waait hem aan, of zo lijkt het in elk geval. En dat hij met de vrouwen van zijn vrienden naar bed gaat, daar doet hij evenmin moeilijk over. Dat soort mannen trekt scherpe grenzen: je moet niet verliefd op ze worden, want daar houden ze niet van. En dat zeggen ze er doorgaans luid en duidelijk bij, wat ik wel weer sportief van ze vind." Is Simon een patser en veroordeel je dat? "Patserigheid vind ik niet het ergste. Iemand zoals David Beckham kan zichzelf best relativeren en dat kan deze Simon ook. Maar de rest is doodserieus in het najagen van geld en succes. Let er maar eens op bij recepties in de zakenwereld: de mannen die echt hoog in de hiërarchie staan, stralen een soort ontspannenheid uit, die gedragen zich losjes. Maar daaromheen ontstaat steevast een oploopje van de Hekkings. Je weet wel, wethouder Tjolk Hekking, dat uitsloverige mannetje in die sketches van Koot en Bie over Juinen, dat je steeds naar voren ziet dringen om ook even in de spotlights te staan. Dat zijn de meelopers, de types die zo vreselijk driftig erbij willen horen." Een pathetisch stelletje dus, net als het gros van de mensen in jouw boek. "Het is een beetje zielig, ja. De personages die ik beschrijf, hebben heel veel van zichzelf ingeleverd voor dat uiterlijke vertoon van succes. Vriendschappen kun je je eigenlijk niet permitteren als je zo leeft, want je moet over en weer de stand ophouden. Je twijfels en angsten kun je dus onmogelijk kwijt bij de mensen met wie je omgaat. Ik snap ook wel waarom ze allemaal zo veel drinken: er moet heel wat ontkend en weggemoffeld worden." Toch zou je kunnen zeggen dat dit mensen zijn die alles mee hebben om gelukkig te worden. Geen geldzorgen, een huwelijk dat misschien niet sprankelt, maar ook niet echt slecht is, uiterst toonbare kinderen, een prachtig huis. Waarom maken ze er zo'n potje van? "Om te beginnen leven zulke mannen nét iets boven hun stand. Want ze moeten meekomen met de rest, of dat denken ze in elk geval. Ze reiken dus steeds een beetje boven hun macht." "De vrouwen betalen eveneens een hoge prijs voor het huwelijk met zo'n begeerlijke man. Neem de vrouw van Simon. Hij neemt het niet zo nauw met de echtelijke trouw, maar daar moet zijn vrouw natuurlijk niet over gaan lopen zeiken, want dan zet ze haar relatie op het spel. Een succesvolle man kan doorgaans kiezen uit een hele menigte vrouwen, zeker als hij ook nog sexy is. Dus dan moet zijn echtgenote niet verwachten dat hij elke avond braaf achter de aardappeltjes zit, om zes uur precies. In jaloers gedoe heeft zo'n man beslist geen trek." "Tja, hoe vervelend is dat voor die vrouwen? Ik weet het echt niet. Misschien vinden ze het bij tijd en wijle ook wel lekker rustig. Dan kunnen ze thuis ongestoord hun gang gaan, of misschien nemen ze zelf wel een minnaar." "Zouden ze gaan scheiden, dan treedt er natuurlijk ook een enorme kapitaalvernietiging op. Dan zijn ze op slag alles kwijt wat ze in de loop der jaren met zoveel moeite hebben opgebouwd. Economische banden houden Simon en zijn vrouw stevig bij elkaar, nog afgezien van wat ze verder met elkaar delen." "Bovendien is bij zulke echtparen vaak sprake van een taakverdeling. Tenslotte is Simons vrouw degene die hun culturele status hoog houdt, in termen van kunst aan de muur, de juiste boeken op de koffietafel en de verdere inrichting van het huis. Simon is namelijk begonnen op de Albert Cuyp, als marktkoopman, en met zo'n achtergrond red je het niet in deze kringen. Je moet wel iets meer in huis hebben dan dure spulletjes, een grote auto en een handig verkooppraatje. Enige klasse is vereist en daar leggen de vrouwen van de nieuwe rijken zich op toe." Is dat iets nieuws, volgens jou, als sociologisch verschijnsel? Of bestond deze categorie big spenders tien jaar geleden ook al? "Tien jaar geleden zou de elite van een villadorp zoals Bergen hebben bestaan uit mensen met een vrij beroep, zoals artsen en advocaten. In die bovenlaag was het not done te laten zien dat je geld had. In de vakanties ging men kamperen en de kinderen renden rond op kaplaarzen. Maar nu is er ineens heel veel geld in omloop gekomen, dat vrij gemakkelijk verdiend is in de handel en op de beurs. Door betrekkelijk jonge mensen bovendien, afkomstig uit een stedelijk milieu, zonder religieuze of andere traditionele bindingen. De mentaliteit is er een van: pakken wat je pakken kan, voor zo lang als het duurt."  "Ik vind het niet gek dat mensen onder die omstandigheden met geld gaan smijten, want ze voelen zich niet echt veilig. Er heerst een tamelijk nerveuze stemming in dat soort circuitjes, ongeveer zoals je ook bij popsterren ziet. Het ene moment kan het geld niet op, het volgende moment zijn ze ineens failliet. Want stuk voor stuk zijn deze mannen afhankelijk van mensen met nóg meer geld. Ze moeten goede maatjes blijven met de bank, met hun accountant, met de belastingdienst, en ga zo maar door. En met hun vrouw uiteraard, want als zij dwars gaat liggen, loopt het financieel ook uit de hand." "Het milieu dat ik beschrijf, bestaat uit ondernemers, jongens die van huis uit waarschijnlijk niet aan veel geld gewend zijn. Het zijn geen intellectuelen. Ze kopen een image, zoals de binnenhuisarchitecte in mijn boek maar al te goed weet. In het echte leven gaan ze waarschijnlijk naar het Arsenaal in Naarden. Daar kunnen ze niet alleen zien wat 'ongevaarlijk' design is, maar ook hoe Jan des Bouvrie dat neerzet. En dat doen ze dan thuis na." Hoe past Karen in deze zedenschets? Lijkt ze op jou, om maar iets te noemen? "Karen is naïef en behoorlijk opportunistisch. Maar als het erop aankomt, is ze wel dapper. Eigenlijk is Hanneke mijn favoriete personage, de cynische binnenhuisarchitect. Omdat ze een eigen geluid heeft en daaraan vasthoudt, ongeacht de druk die anderen op haar uitoefenen. Ze laat zich niet verblinden door de pretenties van de mensen in haar omgeving, maar dat wordt helaas haar ondergang."  "Als er brand ontstaat in het huis van een van de echtparen die het eetclubje vormen, een brand die de echtgenoot in kwestie niet overleeft, laat Hanneke na de begrafenis een bommetje vallen bij Karen. Ze suggereert dat ze 'meer weet', of althans vermoedens heeft. Maar Hanneke wordt gezien als het gekke mens dat te veel rookt en drinkt en om die reden nemen de anderen haar niet erg serieus. Zij is de durfal, het buitenbeentje met de grote bek, degene die de waarheid onder ogen durft te zien, en zo iemand is altijd de sigaar in een groepje zoals dit, waarin voortdurend mooi weer gespeeld wordt. Dat zou Karen nooit doen, die stelt zich veel meer op als toeschouwer. Wat dat betreft, lijk ik inderdaad wel een beetje op haar. Ik kijk ook graag toe vanaf de zijlijn." Ook naar mensen die een misdaad plegen? "Ja, omdat ik altijd benieuwd ben wat mensen ertoe drijft zo te ontsporen. Juist als mensen het ogenschijnlijk goed met elkaar hebben, wordt het interessant te kijken waarom het toch misgaat. Misschien is dat een compensatie voor het feit dat ik zelf nogal voorzichtig ben en tamelijk snel op de rem trap. Ik lees graag thrillers, maar ik interesseer me ook voor misdaadverhalen die echt gebeurd zijn - die volg ik in het nieuws, of ik zoek ernaar op internet." "Wat me met name fascineert, is dat we eigenlijk nooit bang zijn voor de mensen in ons eigen huis, voor onze familie en je vrienden, terwijl de vreselijkste dingen juist thuis gebeuren, of pal om de hoek. Bij mij in de buurt werd onlangs een dode vrouw gevonden, onder een stapel bladeren. Vermoord door haar man en in de gauwigheid maar zo'n beetje weggemoffeld. En intussen speelden hun kinderen gewoon in die tuin en verscheen hij op de televisie met een oproep of eventuele getuigen zich wilden melden. Verbijsterend toch? Hoe kwaad moet je op iemand zijn om zoiets te doen?"  Het overspel dat je in je boek beschrijft, klinkt anders bijzonder doorleefd, en bikkelhard. "Ja, ik heb erg genoten van het schrijven van bepaalde passages, als twee van de hoofdpersonen met elkaar naar bed gaan. Maar dat is fantasie, dan hoef ik het dus gelukkig niet meer te doen. In mijn boek ben ik de baas over hun verhouding en kan ik er alle wendingen aan geven die ik wil! Zonder dat ik zelf het risico loop in iets noodlottigs verstrikt te raken." "Schrijven vind ik sowieso het allerleukste beroep dat er is, vooral nu ik merk dat mijn boeken redelijk verkopen, zodat ik ervan kan leven. Zo nu en dan zit ik in de auto en dan denk ik: yés! Alsof ik een soort Simon ben. Geen kantooruren, geen saaie vergaderingen, geen files. Je kunt lekker thuisblijven en op papier mag je nog liegen en bedriegen ook. Maar het allerleukste zou natuurlijk zijn als ik die Gouden Strop won." Weet je al wat je zou doen met het geld? "Me verliezen in de aanschaf van heel mooie schoenen. Laatst zag ik een paar schitterende schoenen van Louis Vuitton, die duizend euro kostten. Zoiets exorbitants zou ik nooit willen kopen van geld dat ik niet zelf verdiend had, zoals de vrouwen in mijn boek wel onbekommerd doen. Maar van mijn eigen geld misschien?" "Ach, ik zou ze waarschijnlijk best durven kopen, als ik het me kon veroorloven. Maar dan zou ik er natuurlijk weer niet op durven lopen."

Recensie 2

Schrijver: Saskia Noort

Titel: De eetclub

Jaar van uitgave: 2004

Bron: Trouw

Publicatiedatum: 19-06-2004

Recensent: Afra Botman

Recensietitel: Opgespoten en gekapt de jeep in

Eindelijk heeft Nederland ook een blonde aantrekkelijke thrillerschrijfster. Saskia Noort (1967) debuteerde vorig jaar krachtig met 'Terug naar de kust' en herhaalt dat succes met 'De eetclub', genomineerd voor de Gouden Strop, inmiddels 50 000 exemplaren verkocht. De lezer heeft de winnaar al gekozen.
Over haar vorige boek oordeelde de onvolprezen recensente Willy Wielek, die eerder dit jaar overleed, op deze plek kort maar krachtig: 'Terug naar de kust' las lekker weg, maar was het predikaat 'literaire thriller' niet waard. Saskia Noort kan de lezer inderdaad uit de slaap houden, maar niet omdat het verhaal eng is, of de personages meeslepend. 'De eetclub' obsedeert, zoals ook een tv-soap verlammend kan werken op de hand met de afstandsbediening.Het verhaal speelt in Bergen, de woonplaats van de schrijfster, in de opzichtige wereld der nieuwe rijken. De mannen zijn druk met geld verdienen en vreemdgaan. De vrouwen zijn druk, druk, druk met het uit te geven aan verbouwingen, kleren en nieuwe borsten. Ze tennissen, winkelen, hebben een creatief baantje aan huis, gaan ook vreemd en halen tussendoor even snel hun kids van school. Met de terreinwagen.
Vier stellen die elkaar in deze levensstijl gevonden hebben, vormen een eetclub - althans de kinderen krijgen een pizza en de ouders lurken aan de whisky en de chardonnay. Tja, daar kan niet veel goeds uit voortkomen.Het boek begint met het afbranden van het huis van het echtpaar Evert en Babette Struyk, waarbij Evert omkomt en zijn vrouw en kinderen ternauwernood overleven. Als de paniek wegtrekt, rijst bij vertelster Karen het vermoeden dat het hier niet gaat om een ongeluk. Ze gaat achter de waarheid aan (je vreest even dat de 'meiden' van de club gezamenlijk gaan speuren, en er opgespoten en gekapt op uittrekken met de jeep, maar gelukkig komt daar een dramatische breuk met het verhaal) en de leden van de club keren zich tegen Karen. Die ziet in dat de vriendschappen opportunistisch waren, dat de rijke Simon in het gezelschap iedereen aan een gouden koord heeft - wat haar er niet van weerhoudt om verliefd te worden op deze man.
Een echte soap dus, met op hun uiterlijk gestileerde hoofdpersonen die iedere gril volgen en zelden last hebben van talent of verstand. Het vraagstuk: 'Vanavond feestje. Wat zal ik aantrekken' (hoofdstuk 9) krijgt net zoveel aandacht als de vraag of Evert is vermoord - het verhaal piekt nergens. Maar de lezer werkt zich door het vloeiend geschreven verhaal alsof het softijs is: die wil weten wat ze aantrekt, en desnoods ook wie de moordenaar is. Je neemt de softijsmachine ook niet kwalijk dat een smaaksensatie uitbleef: het is zoet en het vult.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De eetclub door Saskia Noort"