- 1. Bibliografische gegevens:
Naam schrijver: Saskia Noort
Titel: De eetclub
Uitgever: Anthos
Plaats van uitgave: Amsterdam
Druk: niet vermeld
- 2. Typering:
In dit verhaal kom je twee verhaallijnen tegen. De ene gaat over het verleden, nog in de tijd dat Evert leeft. En de andere speelt zich af vanaf net na de dood van Evert. Het boek gaat over Karin die met haar gezin verhuisd is naar een forensendorp. Karin is getrouwd met Michel.
In het nieuwe dorp voelt ze zich niet erg op haar gemak. Gelukkig maakt ze al snel vrienden, waarmee ze een “eetclub” oprichten. Hanneke is de beste vriendin van Karin. Hanneke was ook de eerste vriendin van Karin in het dorp. Op een koude winternacht gaat de villa van Evert en Babette in vlammen op. Evert komt hierbij om het leven. Karen vangt Babette en de kinderen op in hun huis. In de nacht na de begrafenis loopt Hanneke weg en vertrekt naar Amsterdam. De volgende dag wordt ze dood aangetroffen. Men vermoedt dat ze zelfmoord heeft gepleegd omdat ze de dood van Evert niet kan verwerken, ze had namelijk een relatie met hem. Karen heeft hierbij haar twijfels, ze denkt niet dat de dood van Evert en die van Hanneke zelfmoord zijn geweest. Ze gaat op zoek naar de werkelijkheid en komt erachter dat de Eetclub helemaal niet zo’n ‘geweldige’ vriendengroep was, ze hadden allemaal problemen die geheim moesten blijven en Simon had eigenlijk de macht binnen het hele stel. Ze besluit om alles op een rijtje te zetten en de dader te achterhalen.
- 3. Analyse van de tekst:
Thema: het thema is niet erg duidelijk omdat het om meerdere onderwerpen gaat. Het gaat over relaties en moord. Maar ik denk dat het centrale probleem schuld is.
Titel, ondertitel en motto: het boek gaat over de gebeurtenissen die in de groep afspelen. De groep gaat vaak met elkaar eten en daarom: de eetclub.
Motto: er is geen motto. Het boek is wel opgedragen: aan mijn geliefde, Marcel.
Structuur:
- a. Is er een proloog of epiloog? Het verhaal begint met een proloog. Daarin wordt er door een verteller terug gedacht aan de relatie met zijn vrouw en zijn gezin.
- b. Hoe begint het verhaal? Als eerste lees je een stukje vanuit de ogen van een man. Je weet niet waar het over gaat en wie het is. Het is een soort raadsel, waarin vragen gesteld worden die later in het boek worden beantwoord. Dus als je het verhaal verder leest kom je er achter wat er met de inleiding bedoeld wordt.
- c. Hoe eindigt het verhaal? Het verhaal eindigt met een gesloten einde. Alles is opgelost. Het verhaal over het overlijden van Evert en Hanneke is ook opgelost. Ik vind het wel een goed einde. Zo weet je wat er gebeurd is en denk je er niet verder over na. Ik denk dat het storend zou zijn als het boek een open einde had omdat het verhaal er om gaat of het opgelost wordt of niet.
- d. Zijn er verschillende verhaallijnen? Er lopen twee verhaallijnen door elkaar. De ene verhaallijn gaat over het verleden. Toen Evert nog leefde. De andere verhaallijn gaat over de tijd nadat Evert overleden is.
- e. Is het boek in hoofdstukken verdeeld? Het boek is verdeeld in 13 hoofdstukken.
- f. Zijn er hoofdstuktitels? Het boek heeft geen hoofdstuktitels.
Personages:
Karen en Michel:
hebben twee kinderen: Sophie en Annabelle.
Karen beslist samen met Hanneke een eetclub te organiseren zodat ze meer vrienden kunnen maken omdat ze net verhuisd zijn naar het dorp.
Simon en Patricia: hebben
drie kinderen: Thom, Thies en Thien.
Simon is de beste vriend van Evert.
Evert en Babette: hebben twee kinderen: Luuk en Bean.
Evert was een familieman. Hij is omgekomen bij een brand. Zelfmoord of niet?
Ivo en Hanneke: hebben twee kinderen: Mees en Anna.
Hanneke is de beste vriendin van Karen. Ze is een emotionele vrouw.
Angela en Kees: hebben drie kinderen: Lotte, Daan en Joep.
Angela en Kees komen bijna niet voor in het verhaal.
Deze vijf koppels vormen dus samen een vriendengroep/de eetclub.
- a. Ontwikkelen de hoofdpersonen zich? Karen werd in het begin erg beïnvloed door de rest van de groep. Later wordt ze zelfstandiger.
- b. Welke personen vind jij sympathiek? Ik vind Karen sympathiek. De rest is erg arrogant en wil graag laten zien hoe rijk ze zijn. Ze roddelen ook allemaal over elkaar. Ze zijn allemaal erg schijnheilig maar Karen is het minst schijnheilig en het minst arrogant vind ik.
- c. Is er een persoon in wie jij je herkent? Nee, ik kan mezelf niet herkennen in een persoon. Ik vind de personen erg schijnheilig en ze lijken me niet erg aardig.
Ruimte:
- a. Waar speelt het verhaal zich af?
Het verhaal speelt zich af in een dorp vlakbij Amsterdam. Ze vertellen niet hoe het dorp heet. Wel vertellen ze dat het een rijke buurt is met villa’s en dure auto’s. Een deel van het boek speelt zich ook af in Amsterdam en Akersloot.
- b. Is die plaats van belang of willekeurig?
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden