1. Geef in ongeveer 15 regels een samenvatting van het boek. Loes is een meisje van 15. Ze heeft psychische problemen. Ze denkt bijvoorbeeld dat de meuren van een kamer op haar af komen. En ze heeft rare gedachten en waanideeën. Ze heeft ook een zelfmoord poging geprobeerd door middel van in de zee te lopen. Daarom zit ze in een inrichting. De inrichting heet ‘Strandlust’. Eerst komt ze in de gesloten afdeling. Maar na de loop van de tijd gaat het beter en mag ze naar de andere afdeling. Daar zijn allemaal groepen. Loes zit in groep 1. Ze voelt zich niet zo op haar gemak in het begin. Ze vindt haar therapeuten dom en ze vindt dat ze enge woorden gebruiken. Ze denkt ook dat het allemaal maar gespeeld wordt. En de andere mensen in de inrichting vind ze ook maar stom. Ze daagt iedereen een beetje uit. Maar naar een tijd heeft ze vrienden gemaakt met Jezebel, later ‘Zebbie’. En Hassan doet alles wat ze zegt. En ze vindt het wel leuk geworden. Ze mag in de weekenden ook naar huis. En ze kan ook beter opschieten met haar stiefvader Joop. Haar moeder mag ze nog steeds niet. Ze geeft haar ook de schuld van haar problemen. Ze heeft steeds ook herinneringen van vroeger toen ze een baby was, dat haar moeder haar slecht behandelde. Op een dag komt ze Steven tegen, haar oude leraar waar ze heeft gewoond en waar ze verliefd op was. Ze is verliefd in de kliniek verliefd op Daniël. Maar na dat ze Steven zag was ze weer verliefd op hem geworden. Als ze 16 word mag ze weer terug naar huis. 2. Wie is de hoofdpersoon? Wie zijn de belangrijkste bijpersonen? Beschrijf van deze personen het karakter en het uiterlijk. De hoofdpersoon is Loes. En de bijpersonen zijn de therapeuten, de andere bewoners, haar moeder, stiefvader en Steven. Maar de belangrijkste zijn Zebbie, Hassan en Daniel. Loes heeft zwart haar en is heel erg mager. Dat komt omdat ze altijd loopt. Ze loopt altijd te ijsberen. De andere bewoners worden er ook gek van. Ze heeft in het begin van het boek alleen maar zwarte kleren. Maar aan het einde haalt ze dat in door heel veel felle kleren te kopen. Ze is een meisje die mensen niet meer kan vertrouwen, dat komt door wat ze vroeger heeft mee gemaakt. Ze wil ook beter zijn dan de therapeut Agnes. Zo heeft ze Daniel, Hassan en Zebbie geholpen om haar te pesten. Zebbie’s uiterlijk kan ik niet uit het boek opmaken. Maar ze is een bang meisje dat erg katholieke ouders heeft en zij heeft juist een angst voor God. In de werkgroep spelen ze ook dat iemand God is en dat Zebbie dan tegen Hem moet praten. Daar is ze altijd heel erg stil en bang. Ze sneed ook in haar zelf. Maar door Loes is ze daar vanaf gekomen. Aan het einde als Zebbie naar huis mag draagt Zebbie Loesjes zwarte kleren en make-up. Dat vinden haar ouders niet zo leuk. Hassan denkt dat hij nog in zijn moeder baarmoeder zit. Hij heeft altijd een deken over zich heen en praat niet veel. Bij een les (een soort handenarbeid) pakt Loesje Hassan helemaal in met papier. Vanaf die tijd doet Hassan alles wat Loesje wilt. Hassan wordt ook geboren en moet alles opnieuw leren. Loes helpt hem hierbij. Daniel is later in de inrichting gekomen dan Loesje. Hij heeft een bril. De reden dat Daniel in Standlust is gekomen is omdat hij een brommer ongeluk heeft gehad. Daarbij heeft hij zijn pols gebroken. Voor dat hij in de kliniek kwam deed hij niks anders dan piano spelen. Hij was heel erg goed en zou een van de beste van de wereld worden. Hij versloeg iedereen. Maar naar dat hij het ongeluk had gehad speelde hij niet meer. Hij zei ook niets meer dan ja of nee. Loesje heeft hem erg geholpen met bijvoorbeeld praten en wat socialer te worden. Loes wordt verliefd op hem.
3. Beschrijf waar het verhaal zich afspeelt. Het verhaal speelt zich af op Strandlust. Dat is een inrichting aan zee. Er zijn daar mensen met verschillende problemen. Maar alleen jongeren. In het weekend mogen de bewoners wel naar huis. 4. In welke tijd speelt het verhaal zich af? Hoe lang is de periode die wordt verteld? Het verhaal kan gewoon nu gebeuren. Het speelt zich af rond deze tijd. De periode dat wordt verteld is precies een jaar. Want als het boek begint is Loes jarig en als het eindigt is ze ook jarig maar dan een jaar verder. 5. Wat is het belangrijkste probleem en hoe loopt het af? Het probleem is dat Loes een probleem heeft. Zij is in haar hoofd niet helemaal goed. Zij verzint dingen die er niet zijn bijvoorbeeld. Daarom zit ze in een psychiatrische inrichting. Het verhaal loopt goed af want Loesje mag naar huis. Ze neemt van de bewoners afscheid en gaat dan naar haar huis. 6. Wat betekent de titel van het boek? Ergens in het boek houden de bewoners van Strandlust een voetbaltoernooi. Dan scoort de groep van de autisten en Bartje roept dan 1-0 voor de autisten. Daniel vindt dit grappig en dat is de eerste keer dat Loes hem ziet lachen. Op het einde als Loes naar huis mag dan roept Bartje Loes na met 1-0 voor de autisten! 7. Wat vond je van het boek? Leg dit uit met voorbeelden uit het boek. Ik vond het boek leuker dan ik had verwacht. Op het begin moest ik er wel een beetje doorheen komen. Maar toen ik er eenmaal in was vond ik het boek heel erg mooi. Dat komt doordat er zoveel details in zitten. En de gedachten van Loes zijn ook erg indrukwekkend! Het verhaal over een inrichting had ik ook nog nooit eerder gelezen. Het was allemaal ook erg realistisch. Ik weet nu ook hoe het er in zo’n kliniek aan toe gaat. 8. Bedenk twee vragen die aan de schrijver zou willen stellen over dit boek. 1. Hoe kwam u erbij om een boek te schrijven over dit onderwerp? 2. Waar haalde u de informatie vandaan van hoe het er zo aan toe ging in een inrichting? En hoe verzon u de gedachtegang van Loesje zo mooi en realistisch?